De rechter wiens naam iedereen is, is vermoedelijk (daar ben ik achter gekomen door het een uit het ander af te leiden) een beeld dat ik in mijn geest gevormd heb omdat ik er nooit achter gekomen ben wie mijn moeder is. Ik bedoel, niemand heeft zich ooit afgevraagd of het misschien beter zou zijn zich bij het feit dat een zoon die zijn moeder een leven lang gezien heeft en toch nog steeds niet weet wie het is, vragen te stellen. Is dat dan een probleem? De rechter wiens naam iedereen is, is een beeld dat ik in mijn geest gevormd heb, namelijk al de slechte mensen, dus iedereen, die zich verenigen om samen één grote rechter te zijn die 300 meter boven mij verheven is, zodat die rechter moeiteloos mij kan veroordelen en mij de slechte noemen, zodat ik de sh$$ van de mensen ben. Dus die rechter is niemand, iedereen is niemand, dat is hetzelfde, als iedereen zich moet verantwoorden moet niemand zich verantwoorden, omdat als iedereen samen is dat automatisch de onschuld van alle mensen afzonderlijk met zich meebrengt. Dus het is iedereen tegen één, ik ben de één, het is altijd zo geweest, het is levenslang. Ja, maar ik kan het wel al op een bepaalde manier aanvaarden, dat ik de sh$$ van de mensen ben. Het schuldgevoel dat mij aangezet heeft om de identiteit van de rechter wiens naam iedereen is te zoeken, heeft mij op de weg gezet om de bij mijn weten vroegste oorsprong van mijn psychose beter te begrijpen. Eigenlijk is de beschrijving die ik gegeven heb, van de rechter die iedereen samen is maar niet de plicht heeft om zijn identiteit kenbaar te maken, en dat dus niet doet, het gezicht (paradoxaal, maar oké) van de bij mijn weten oudste oorsprong van mijn psychose, en dat heb ik begrepen door het een uit het ander af te leiden, omdat de vergelijking tussen de beschrijving van de rechter wiens naam iedereen is, en mijn moeder, en dus de psychose die ik ontwikkeld heb door het feit dat mijn zoektocht naar de identiteit van mijn moeder vruchteloos was, en nog steeds vruchteloos is, flagrant is. Ik zal niet de werkelijke identiteit van deze persoon of van die persoon benoemen of zoeken in deze tekst, maar eerder wijzen op de plicht om je identiteit aan mensen kenbaar te maken. Mijn moeder die mij een leven lang psychisch kan geselen, het is een middeleeuwse marteltechniek die mij al meermaals op een haar na het leven gekost heeft, en het is niet zo dat het nooit eerder in de geschiedenis is gebeurd, weinig mensen kunnen het navertellen, het is geen gekend probleem, het is niet opgelost, en het is naïef als je denkt dat het je niet raakt omdat het jouw moeder niet is, het is een zwarte wolk, een zwarte giftige wolk die zich van de ene plaats naar de andere voortbeweegt, en als er een slachtoffer verdwijnt, zoekt de zwarte wolk gewoon nieuwe slachtoffers, dat zou jij kunnen zijn. Waarom zou ik u helpen, wil je dat ik u help? Maar het interesseert u zelfs niet! Ik zal u zeggen wat ik van de mensen denk die aan het idee blijven vasthouden dat het hun probleem niet is. Ik denk dat je dood bent in je hart, en dat er in uw hoofd ook geen leven is, en ook nooit geweest is, dat je niets ziet, niets kent, niets hoort, en al helemaal niet empathisch of begrijpend bent. Ik denk feitelijk dat er daarvan bij u geen enkel spoor terug te vinden is. Ik denk dat je altijd zo geweest bent. Ik neem daarvan geen enkel woord terug, nooit, dat vind ik nu goed gezegd, daar ben ik tevreden over, dat ik dat over die mensen gezegd heb. Het probleem, voor mensen die denken dat niet de plicht hebben om zijn identiteit kenbaar te maken geen probleem is, is het volgende: Jullie denken met alles weg te komen, omdat jullie denken dat jullie nergens verantwoording voor moeten afleggen, omdat niemand natuurlijk ergens überhaupt verantwoording voor moet afleggen zonder, of voor zijn identiteit kenbaar te hebben gemaakt, of kenbaar te moeten maken. Ja, maar ik denk meer dan dat alleen, ik denk ook dat jullie op een, voor sommigen heuglijke, en voor sommigen minder heuglijke dag, wel verantwoording zullen moeten afleggen, en ik denk dat het probleem daarbij zich meteen zal stellen vanaf het moment dat jullie, dat kunnen jullie al raden, je identiteit kenbaar moeten maken natuurlijk hè. Jullie zien dat er een probleem is, en jullie kiezen om jullie gedrag daaraan aan te passen naar mij toe, altijd, 24/7, the whole day long, de mama-kwestie achtervolgde mij mijn ganse leven, de afzijdigheid van de mensen, de afwijzing van de mensen, de lafheid, het is het verhaal van mijn leven. Dan zeggen jullie: ja, uw moeder, daar hebben wij niks mee te maken. Het hoeft niet specifiek over mijn moeder te gaan, het bepaalt gewoon het gedrag van de mensen rond mij, ongeacht over welk onderwerp het gaat. Dat is echt het mij enorm moeilijk maken omdat ik met mijn rug tegen de muur sta, het probleem komt altijd dichterbij, en ik kan niet meer achteruit omdat de muur daar staat. Denken dat het enkel mijn probleem is, en niet jullie probleem, en dat jullie daar niks mee te maken hebben, maakt het mij veel veel moeilijker omdat het element dat de rechter zo doeltreffend maakt, de rechter wiens naam iedereen is, en zijn identiteit nooit kenbaar maakt, daar in zit. Die afzijdigheid, dat anoniem blijven, dat is het probleem dat het probleem blijft voeden. En de reden waarom ik het moeilijk kan accepteren dat mensen denken dat ze daar niks mee te maken hebben, is het feit dat al de mensen die ik ontmoet heb rond mij in mijn leven natuurlijk samen een groot deel vormen van al de gebeurtenissen samen die mijn levensloop hebben bepaald. Denken dat je in het leven van de mensen die je in je leven ziet geen rol speelt slaat nergens op, houdt totaal geen steek. Is de rechter een andere persoon dan mijn moeder? Ja, het verband tussen de twee is duidelijk, natuurlijk oordeelt mijn moeder over mij, natuurlijk is haar echte intentie haar identiteit niet kenbaar maken om geen verantwoording te moeten afleggen en naar believen te kunnen blijven oordelen op slechte manieren. Jullie worden op die manier natuurlijk weer één met die rechter, die rechter die niemand is, die geen gezicht heeft, die een psychose is natuurlijk. De enige manier waarop ik de druk die op mijn hersenen weegt zou kunnen veranderen en verbeteren, is door het wijzigen van dat contrast, dat onverenigbare, dat constant aanwezig is in mijn leven. Ik heb in mijn hoofd, in mijn geest een morele schaal van waarden, een morele waardeschaal, en dat is onverenigbaar met die ideeën van dood in je hoofd, dood in je hart, en helemaal niet empathisch en helemaal niet begrijpend zijn. Ik kan dat idee dat jullie, of die mensen, dood zijn in jullie hoofd en hart, en helemaal niet empathisch noch begrijpend zijn niet veranderen, omdat dat geen oordeel is dat mij door een emotie is ingegeven, maar door mijn morele waardeschaal. Het probleem is dat dat ding dat zo contrasterend is, en zo onverenigbaar is, een druk op mijn geest veroorzaakt, die mijn geest neerdrukt, en die constant aanwezig is, die nooit aflaat. Als er een verbetering, wijziging, verlichting zou komen, dan kan dat enkel via het zoeken naar betere oplossingen van dat probleem. Als dat niet jouw probleem is, meer dan dit heb ik er op dit moment niet over te zeggen.
|