Voor God is het begin Adam en Eva die gevallen zijn, en het mensdom dat gevallen is. De duivel had Adam en Eva verleid, hij had ze gezegd dat als ze in de appel zouden bijten, ze een perfecte kennis zouden hebben van goed en kwaad. Maar ze zijn gevallen, en het mensdom is gevallen. Voor God zal dat altijd het begin blijven: een appel. Maar voor mij zal dat nooit het begin zijn. Voor mij is het begin niet een appel, maar een stukske chocola. Dat zal altijd zo blijven. Al wat in het begin gebeurt, zit in uw kop, in mijn kop, in uw kop, in iedereen zijn kop, en dat blijft daar, dat geraakt daar niet meer uit. En voor mij zal wat er in het begin gebeurd is altijd dat blijven: Ik vraag aan iemand of hij, of zij, een stuk chocola wil hebben, en het antwoord is: O nee, dank u. En het beeld dat in mijn kop zit, en dat zal er niet meer uit geraken, is dat ik het kleine, lelijke kindje ben, en het zwakke kindje, en het slechte kindje, en van zo een kindje moet je geen stuk chocola aannemen. En als je van zo een kindje zelfs nog niet een stukje chocola aanneemt, dan zal je als dat kindje iets wil zeggen, je dat wat het kindje wil zeggen zeker niet aannemen. Dat zal altijd het begin blijven (voor mij), want ik weet heel goed dat als ze van mij nog niet eens een stuk chocola willen aannemen, dat ze dan als ik iets zeg, ze dat wat ik zeg zeker niet zullen aannemen, en ik zal ook het vertrouwen niet hebben om overtuigend te zijn, en dat zal zo blijven. Misschien heb ik wel het verstand om een belangrijke preek te schrijven, maar ik zal niet achter het altaar in de kerk gaan staan, en in de microfoon mijn preek ten berde brengen. Dat ook, maar ik zal zelfs de meest gewone en eenvoudige dingen niet aan mensen zeggen. Waarom? Omwille van een gewoon stukje chocola. Want dat stukje chocola, dat is het begin, dat zit in mijn hoofd, in uw hoofd, en dat zal zo blijven, dat geraakt er niet meer uit. Misschien kan God zeggen: Er is wel een verband tussen wat volgens mij het begin van de mensheid is, en wat volgens u (uw) begin is: De mensen willen uw stuk chocola niet aannemen, misschien hebben ze ongelijk, maar Adam heeft de appel van de duivel wel aangenomen, en daarin had hij ongelijk, maar misschien moet je eerder uitgaan van de gedachte dat er niet noodzakelijk een verband is tussen niet een stuk chocola van u aannemen, en niet wat je zegt van u aannemen. Ja, je kan dat denken. Ik denk dus dat er wel een verband is.
|