Zoals de zaken er nu voor stonden lag er in zijn leven niks in het verschiet behalve zorgen en miserie. Hij stond nergens in het leven. Hij was verondersteld positief te denken maar deed het tegenovergestelde met veel enthousiasme. Hij had het zwartste levenspessimisme met de grootste onderscheiding leren hanteren. Was hij niet toch een klein beetje een aansteller? Was zijn kijk op het leven niet een beetje pessimistisch? De mensen dachten dat hij expres de martelaar uithing om hen te kloten. Daar was hij niet over aan te spreken. Om op te merken dat hij pessimistisch was moest men niet over buitengewone gaven beschikken, want zwartkijken was wat hij deed.
Weet je wat hij was? Energieverspilling. Met lede ogen aanschouwde hij hoe het leven aan zijn neus voorbijging. Hij was op het schouwtoneel dat zijn leven moest voorstellen welgeteld twee maal mogen verschijnen om daarna zo snel mogelijk weer te verdwijnen. Hij mocht twee lijntjes zeggen: "Per slot van rekening gaat dit stuk over mijn leven, " en "Per slot van rekening sta ik in het script. " De situatie was wraakroepend en de mensen namen hem voor hun speeltje. Maar over de cast geen kwaad woord. En de regisseur was een onaanvaardbaar beminnelijk iemand.
Voor zijn moeder bestond hij ook niet. Ze gaf hem acute aanvallen van waanzin. Mocht hij zijn zelfbeheersing verloren hebben, dan zou hij in haar borst spleten geslagen hebben met een bijl, maar de hoop om zijn zelfbeheersing te verliezen had hij al lang laten varen, want hij kon niks slecht doen. Dat had hij aan de hemel te danken. Maar ondertussen was hij wel zo ongelukkig geworden dat hij er niks anders op zag zitten dan zich niets aan te trekken van het feit dat hij de enige was die het wist.
|