Het geloof is het geraamte van het leven. Geloven is zoals denken, want als we geloven in de heilige Geest, vloeien onze gedachten uit de heilige Geest voort. Het geloof moet op de realiteit geënt worden. Het geloof is niet als het ware een bedachte creatie, maar wel een spiegel van de concrete realiteit van ons leven. Uw leven hebt gij te danken aan God, en daarmee bedoel ik niet uw leven als geheel genomen, maar het feit dat gij van uur tot uur ademt, en daartoe in staat zijt. Ik bedoel het figuurlijk: uw geest die ademt, niet zoals uw lichaam maar uw geest die ademt om te zien, te denken, te voelen, te reageren en bewust te blijven, daartoe stelt God u elk moment van de dag in staat.
"Zij zeiden tot Jezus: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? Hij antwoordde: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt. " (Het evangelie volgens Johannes 6,27-29)
Bidden voor zingeving is een soort van piramide. Dan moet je eerst en vooral zien dat de piramide niet op zand gebouwd is, maar op rotsen. Die rots is het geloof in Jezus Christus. Dus wat houdt uw geloof in Jezus Christus allemaal voor u in? Dan moet je daarop bouwen en kijken hoe je je leven met dat geloof kan invullen. Als je in God gelooft kan je vanuit je geloof vertrekken, en zo verder werken aan jezelf, en je leven. Je moet iemand hebben die in jou blijft geloven, zelfs als je iets zou misdoen, en waarin jij blijft geloven, zelfs als die persoon iets zou misdoen.
Want van God zijn de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid, en niet voor niets. Maar de kracht, waarvoor u uw hals zo uitstrekt, om er een splinter van te bemachtigen - het lijkt alsof zijn kinderen het doen om hun Vader te beschamen - die kracht is aanwezig in pure vorm en in overvloedige mate. U gaat misschien zeggen: "De schrijver is gek, hij loopt op grote voeten. " Neen, de ware toedracht luidt: ik ga niet voor minder. En dat zou u ook moeten zeggen.
Dat geloof brengt de motivatie op om het leven te leiden dat God specifiek van u verlangt, en bepaalt tegelijkertijd de taak die God u geeft. God helpt u om beslissingen te nemen in uw leven; beslissingen naar dewelke u op uw beurt de anderen kunt helpen. En het geloof is niet alleen belangrijk voor UW leven, maar ook voor wat u aan een ANDER leven geeft, en daar put u dan weer bevrediging uit.
Maar wie dient er de gemeente Gods? Te veel mensen doen het niet, integendeel, ze vervolgen de gemeente Gods voor de goede werken die ze verrichten. Doch, boze werken brengen schade toe, en schade, daar is geen baat bij, ook niet volgens het luisterrijk oordeel van God, dat rechtvaardig is, teneinde ons tegen de boze te beschermen.
Iedereen heeft een finaliteit in zijn leven, en die is hetzij goed, hetzij boos, hetzij de behoeder, hetzij de boosdoener. Nu, u bent niet geschapen om zondermeer boos te zijn. De kwestie is uw leven aan de juiste handen toe te vertrouwen, die zich over u ontfermen. Ik vermag niks te bewerkstelligen in vergelijking met wat God mij bij machte is te schenken. Als u de juiste beslissingen neemt zal de heilige Geest uw leven tot zijn recht laten komen.
De mensen ondergaan elke dag hun dagelijkse beslommeringen, maar ze beseffen niet hoe gelukkig ze zouden zijn als ze de enige God in hun armen zouden sluiten, en God hen in zijn armen zou sluiten, en hoeveel intelligenter ze dan zouden zijn. Prijs de Heer. Hij laat u een werktuig van uw persoonlijke verlossing zijn. Mama, waarvan maak ik deel uit! Hoe klein je ook bent. Wat voor een klein deel dat je daarin ook bent, in het lichaam van Christus. Daar waar de mensen elkaar in de steek laten, laat Hij hen niet in de steek. Hij verlaat hen nooit, maar vangt hen op. God is rechtvaardig. God is de ader waardoor het leven naar de mensen toestroomt. Hij verjaagt naïviteit. Hij onderhoudt de gaven. Hij wijst ons steeds de weg in de savanne. Zie er dan ook op toe dat je niet voor het minste van het juiste pad en in bekoring geleid wordt. Draag er zorg voor dat uw geloof groot is, dan zal het leven alras meer om het lijf hebben.
Je moet naar de innerlijke toestand van jezelf gaan, en niet naar de innerlijke toestand van de wereld. Je moet niet naar het aardse kijken, maar naar het geestelijke. Je kan alleen maar dingen binden hier op de wereld, zodanig dat ze in het koninkrijk Gods ook gebonden zijn. En je kan alleen maar nalaten dingen kapot te maken in de wereld, zodanig dat ze in het koninkrijk Gods ook niet kapot zijn. (Zie het evangelie volgens Matteüs 16,19)
|