We hebben nu in totaal een 20tal eilanden bezocht hier in het Caribisch gebied. Hoe meer zuidelijk gelegen, des te meer spraken de eilanden ons aan, hun originaliteit, gemengd met Engelse invloeden deden ons het meest verbazen. De Franse eilanden daarentegen zijn te verfranst, naast hun prachtige natuur, zeker onder water, en hun ideale klimaat, doen ze heel erg Europees aan. Wat de levensduurte betreft, zijn eigenlijk alle eilanden een tegenvaller. De minder ontwikkelde eilanden, zoals Grenada, Union Island, Bequia,... zijn voeding heel schaars en dus ook extreem duur, op de grotere eilanden, is dan alles te verkrijgen maar aan prijzen die in Europa nog niet gekend zijn.
Waar we zeker hebben van genoten is meestal de gastvrijheid, de prachtige en verrassende natuur en niet te evenaren, het klimaat. Moeten we wel merken dat we een heel stuk te vroeg zijn aangekomen. We hebben harde winden te verwerken gehad bij de overtocht, de tocht van Barbados naar Bequia , en verder zuidwaarts waren vrij lastige zeiltochten. We merkten dat vanaf februari hier het weer een heel stuk stabieler wordt en een heel stuk zachter, de golven van rond de 3 meter, waar wij heel dikwijls hadden mee af te rekenen zijn nu geslonken naar een meer comfortabele 1,5 meter. Natuurlijk komt iedereen zo vroeg mogelijk aan om hier zo lang mogelijk te genieten van het seizoen, dat eindigt rond eind mei, meteen het begin van orkaan seizoen. Het weer is ook minder betrouwbaar geworden, orkanen komen in deze periode bijna nooit voor, nochtans heeft er zich vorig weekend eentje ontwikkeld boven de Canarische eilanden, een zeer zware storm heeft vooral Tenerife en Gran Canaria geteisterd, gelukkig komt dit heel zelden voor.
Je voelt het al aan komen in deze tekst, aan alle mooie liedjes komt een eind, ook wij moeten een keer terug, met pijn in het hart maar toch ook met een beetje verlangen naar ons eigen nestje wat we een kleine 4 maanden geleden hebben achtergelaten. Hoe was al een tijdje de vraag, hoe gaan we terug, het makkelijkst is terugvliegen, doen ook de meesten na een verre zeilreis, maar dit trok ons niet echt aan, de reis zou bestaan uit drie vluchten, met een reistijd van 42 uur. Niet echt een aantrekkelijk vooruitzicht, zeker niet als je daarbij nog eens meer dan 100 kg bagage meezeult, en rekening houden met een serieus prijskaartje voor deze niet aantrekkelijke reis.
Dus dachten we dit reisgeld beter te investeren. We gingen het net afspeuren en kwamen terecht bij aanbiedingen van cruises, die hun seizoen hier ook afronden, om dan het seizoen aan de middellandse zee te starten. Daardoor bieden zij transatlantische cruise aan, allen met verschillende start en aankomstplaatsen. Na een beetje speuren vonden we een cruise, die begint bij Sint Maarten, hier vlak bij, en ons na een tussenstop in Antugua brengt naar Tenerife, vlak bij onze vertrekplaats. Voordeel, geen gesleur met bagage, geen uren op luchthavens wachten op je volgende vlucht, nee in de plaats een 7 daagse cruise met alles op en aan. De keuze was dus snel gemaakt. We varen terug op een heel comfortabele manier.
Ondertussen hebben we enkelen berekening gemaakt en zullen we in deze periode meer dan 6800 mijl, of 12.300km hebben afgelegd, daarvan ongeveer 650 uren gezeild. Gaat dit vervelen, neen zeker niet, voor ons is dit de meest ontspannende en boeiende manier van reizen en zeker voor herhaling of verlenging vatbaar.
De zee roept ons terug, het landleven was reuze gezellig, maar de rust van de zee en het zeilen roept ons terug.
Op het programma, Iles des Saintes, een Frans eilandengroep, die ons terug versteld laat staan door zijn pracht, apartheid in zijn soort. Het zijn eilanden die door reiziger veelal worden vergeten, vandaar hun originaliteit.
Iedere avond vinden we terug een baai of een inham om de nacht door te brengen. Vele baaien zijn bezaaid door stranden die onaangetast laat terug denken Colombus ze ooit heeft ontdekt.
We leggen mijlen af met onze snorkels om de prachtige onderwaterwereld te verkennen. Het is helemaal niet rar dat je op een paar meter van een reuze waterschildpad zwemt. Barracuda's, witte zee egels, kleurrijke voor ons onbekende vissen zorgen ervoor dat we zwemmen tot de huid van onze vingers totaal verrimpelt.
De paar dagen die we hadden voorzien om deze eilandjes te bezoeken wordt snel een week en langer. Via foto s laten we jullie wegdromen in deze pracht.
De winter heeft zijn sporen nagelaten bij onze gasten, de laatste weken hadden zij enkel af te rekenen sneeuw, ijs en veel te koude temperaturen voor een menselijk lichaam. De zon is dan ook een zalf voor hun lichaam, op de stranden rondom St. François. Meteen nodigt Mattis mij uit de zee in te gaan gewapend met snorkel en zwemvliezen. In geen tijd heeft hij de techniek onder de knie en genieten we van alles wat de onderwaterwereld ons te bieden heeft.
Mattis maakt dan ook meteen zijn mama warm om van al dat schoons te genieten.
Omdat beiden gebeten zijn door het snorkelen plannen we een uitstap naar "Le Jardin Japonais" een baai in het Cousteau reservaat, een van de mooiste snorkel-en duikgebieden van het Caraibisch gebied. Moeilijk onder water, maar onze mond valt open van verbazing, de variatie van planten, koraal en vissen grenst aan het ongelofelijke. s'Avonds genieten we in een plaatselijke bar van een steelband, onze dag kan niet meer stuk.
Een uitstap "waterval zwemmen" mag zeker niet ontbreken, Mattis is de enige die het toch wel frisse water induikt en de waterval van heel dicht gaat bekijken.
Na een paar dagen heeft Mattis z'n favoriete strand uitgekozen in St. Ann, wat we meteen omdopen tot het Mattisstrand. Wat trekt ons steeds naar dit favoriete plekje?... Palmbomen op het gitwitte strand, het ondiepe azuurblauwe water en niet te vergeten "les crêpes Bretonnes".
Veel bijpraten, lekker eten bij onze Zwitser, " Le Petit Suisse", zwemmen, zonnen, enz laat de zeven dagen voorbij vliegen. Yoko tracht haar batterijen zoveel mogelijk op te laden, ze beseft dat in België de winter nog niet voorbij is.
De laatste dag neemt Mattis met triest afscheid van zijn strand en ze maken zich klaar voor de lange vliegreis terug, het vliegtuig vertrekt mooi op tijd om 21h30 richting Parijs. Opa heeft het een beetje lastig met het afscheid, Yoko heeft stress voor de terugreis.
Maar het was het zeker waard en we maken al een afspraak voor een volgende reis, liefst in een ander werelddeel, de naam "Opa Spanje", verliest aan waarde, want Mattis zegt, ieder keer dat ik je bezoek, woon je elders...
Zoals Yoko het al zo mooi verwoordde, it's time for family quality time. Tijd doorbrengen, moeder-zoon, maar ook grootvader-dochter-kleinzoon. Vandaag 13 februari komen Yoko en Mattisje naar hier gevlogen.
Aan alles zitten voor en nadelen, indien je als vader je thuisland verlaat en steeds verder weg gaat leven is dat ten nadele van je familiale contacten.
Vandaar op deze reis kon en mocht dit onderdeel niet ontbreken.
Voor Mattis, een eerste lange vliegervaring en zeker een eerste ver overzeese vakantie, in een land met overheersend negertjes.
Het wordt een tijd van rust, zon, beetje cultuur opsnuiven en vooral bijkletsen. We hebben allemaal de laatste maanden toch heel wat meegemaakt. Taak van de opa, de verloren tijd met kleinkind weer een beetje inhalen.
Aankomst is voorzien hier in de hoofdstad Pointe à Pittre om 19.30, na een vlucht van ongeveer 8 h voorafgegaan van een Thalys treinreis.
Moe, opgelucht en blij zien we elkaar na maanden terug op de drukke luchthaven. Traantje wegpinken en vlug naar ons nestje aan de haven. De reizigers hebben er een extra lange dag opzitten, het leuke is dat je vertrekt om 15h30 in Parijs en om 19h30 hier aankomt, alleen heb je de tijd 5 uur ingehaald, wat maakt dat je een dag van 29 uur hebt. We vergasten onze reizigers met een Rum Punch, tropisch vruchtensap en plaatselijke lekkernijen. We nemen toch al even de tijd om de eerste dag te plannen, niet moeilijk, zon, zee en strand. Mattis neemt zich voor te leren snorkelen.
We plannen een feestje om onze geslaagde overtocht te vieren, een droom van jaren, op 17 dagen verwezenlijkt. We organiseren het feestje bij Michel, een Zwitser die hier reeds een paar jaren een klein resort uitbaat, prachtig kader met restaurant aan het zwembad. We nodigen al onze vrienden uit om eindelijk de fles champagne te kraken die we uit Frankrijk meebrachten, overvlogen naar Gran Canaria, en de hele tocht heeft overleeft aan boord. Heel feestelijk drinken we het zalige nat aan de rand van het zwembad. Voor ons een beetje het volbrengen van een droom, met het gevoel in het achterhoofd dat dit niet het einde zal zijn van deze avontuurlijke reizen.
Soms twee feesten per dag, Antilianen kennen er wat van.
We maken snel kennis met de plaatselijke bevolking en met een paar Fransen die dit leven inruilden met het grijze leven in Noord Europa. Het spreekwoord "leven als god in Frankrijk" is nu aangepast aan Guadeloupe. We passen ons ook snel en makkelijk aan. Feesten is hier een belangrijk deel van het dagprogramma.rum wordt hier gedronken als bier.
De verhuis van de boot naar ons hotel was een avontuur op zich. Als je een langer verlof plant ga je toch een beetje op budgetten letten en zo beslissen we met het openbaar vervoer ons te verplaatsen van de stopplaats in Deshey in het Noorwesten van het vrij grote vlindervormige eiland naar ons hotel helemaal de andere kant in het zuidoosten.
4 bussen en 2 liter zweet later komen we aan in de luxe van ons hotel met schat ik ongeveer 100 kg bagage. Een mooi appartement met zicht op zee, neemt het sobere bootleven even over.
De kleren gaan uit en een bad is het eerste waar we van genieten.
De volgende dag is een blij weerzien van onze vrienden die ons meteen vergasten op een Ti Punch en en Planteur, plaatselijk zalige drankjes op basis van rum. Er worden meteen plannen gemaakt om delen van het eiland te verkennen. Het Frans neemt het nu over van het Engels, voor mij een voordeel, Cindy kletst liever in het Engels.