Mocht Columbus nog terugkomen dan zou Dominica het enige eiland zijn dat hij nog zou herkennen. Dit vertelt veel over de natuur. Het is een eiland met hoge bergen, vandaar meer hangende wolken en bijbehorende regenval.
Daardoor is het eiland waanzinnig groen, ingesneden door meerdere rivieren, watervallen, enz,.... Het enige eiland hier met nog 7 actieve vulkanen.
Het inklaren bij de douane is hier zeer eenvoudig, dat maakt het gevoel van verwelkoming zeer groot. Iedere zondagavond wordt er hier op het strand een BBQ voor zeilers georganiseerd door het "ministerie" van toerisme. Een kleine honderd zeilers van over de hele wereld maken er na de BBQ een gezellige boel van onder Rum punch en plaatselijke dans, tot in de kleine uurtjes. De opbrengst wordt geïnvesteerd in de veiligheid en het toezicht van de jachten die Dominica bezoeken.
Met plaatselijke minibusjes die fungeren als openbaar vervoer, trekken we het regenwoud in. De tocht op zich is al een avontuur, busjes rijden als gekken, voordeel is ze stoppen waar je het wil en maken zelfs een ommetje om je op de juiste plaats te brengen. We bezoeken de watervallen van Trafalgar, een lastige bergtocht brengt ons op een pittoreske plaats met watervallen, warmwaterriviertjes, enz,..
Na een dagje rust zetten we koers naar het Franse Guadeloupe, een tocht van 55 mijl.
We liggen voor anker in een immense baai Forte De France, een baai die meteen aan de hoofdstad van Martinique ligt, een stad die te vergelijken is met vele Franse middelgrote steden. Je betaalt hier met Euro munt, de auto's rijden met Frans Europese nummerplaten, ook terug rechts, in tegenstelling van de Engelse eilanden, de warme bakkers verkopen geurende croissants en baguettes. We houden van Frankrijk, dus dit eiland is er eentje naar ons hart. Een paar dagen geleden aten we nog bananenbrood, omdat er bij de plaatselijk bakker niets anders te krijgen was, nu ziet ons ontbijt er terug helemaal Europees uit. Ook de prijzen worden terug wat normaal, de plaatsen waar we meer dan 5 voor een kilo tomaat betaalden zijn nu voorbij.
Het verrassende is dat die Europees/Franse cultuur uitgebaat wordt door de plaatselijk zwarte bevolking, zeg maar de Franse zwarten.
Een reden genoeg om hier een paar dagen te vertoeven, en deze cultuur helemaal te ontdekken.
Ooit schreven we in deze blog dat we enkel nog zuidwaarts wilden varen. Onze leuze is dan ook " Met de Saybia de horiZON achterna". Daar is nu een eind aan gekomen, op zo'n 11 graden van de evenaar varen we nu terug richting noord. De eerste tocht is er meteen eentje die telt, opboxen tegen wind en stroom is altijd een beetje vechten tegen de natuur. De golven zijn kort en hoog en maken het zeilen terug een beetje wennen. We maken een tocht van ongeveer 140 mijl, het is tot nog toe een van de zwaarste. De eilanden liggen normaal veel dichter bij elkaar maar we slaan nu alle eilanden over die we in de heentocht hebben bezocht. Na een 31 uur varen komen we aan in Martinique, het laatste eiland in de Windwards, en meteen ook het eerste Franse eiland.
Het verrassende van deze reis is dat je op zo korte afstanden van elkaar totaal andere eilanden ontdekt, totaal andere culturen.
De laatste paar dagen heeft het weer zich hier gestabiliseerd, wat betekent een constante bries, zonnig, zonder squalls, enz,.....
Dat geeft ook meteen aan ons verlijf in Grenada, een van de grotere eilanden hier, een echt Caraibisch gevoel. Ook de eerste keer sinds ons vertrek op 5 december dat we een haven zijn binnengevaren. De haven Port Saint Louis heeft alles te bieden, water, electriciteit, als is dit maar de helft van bij ons, 110 volt, zelfs kabeltelevisie, en ja een zwembad met zoet water.
Grenada is opvallend groen, met prachtige watervallen, riviertjes, regenwouden, een lust voor het oog. De stad zelf hier is even ongeorganiseerd, maar je vindt er wel een en ander aan eten, een paar leuke restaurantjes, en een paar prehistorische boetiekjes.
Tijd om weer verder te varen nu richting noord, de meer bekendere eilanden te gemoed, we komen nu op eilanden, waar ze naast Engels, ook Spaans, Frans en ja zelfs Nederlands ( Hollands) praten.
De eerste tocht zou een flinke zijn van een 120 mijl naar St. Lucia.
Wat te vertellen over dit eiland: - zeer beschermd om te ankeren - heel rustig om de nacht door te brengen - een dorpje, net als een sprookje - leuke barretjes, gezellige winkeltjes - verse groenten en fruit aan schappelijke prijzen - heel heel vriendelijke mensen - - vliegveldje op wandelafstand om via watervliegtuigjes kleinere eilandjes te bezoeken. Redenen genoeg om een dag of twee te genieten van dit paradijsje.We gaan niet klagen, maar verder varen is altijd een beetje afscheid nemen van iets moois, maar we putten hoop uit wat ons staat te wachten op de volgende bestemming, Grenada, een wat groter eiland.
De tocht van Mustique naar Mayreau was een droom zeiltocht, nog steeds de harde wind, maar als je die in de kont hebt is zalig zeilen en vlieg je vooruit.
Sal Whistle Bay is een kleine baai die vrij moeilijk is om binnen te varen, hoge golven duwen je de kleine baai binnen. Eens aan de boei waan je je terug in een nieuw aards paradijs, prachtige stranden, palmbomen, ... Maar hier alles back to basic, eenvoudige hutjes nodigen je uit voor Lobster te eten aan veel te dure prijzen, maar eentje is zo overtuigend dat hij ons toch overhaalt om zijn gegrilde langoesten te proeven. Maar plots kunnen situaties wenden, Cindy loopt de trap af en oeps vergeet een trede, slaat voet om en gedaan met stappen, onze dokterafdling zegt verstuikt en rusten. Oei onze kreeft ligt al op ons te wachten op het strand. Ok afhalen en aan boord opeten, nog zo lekker.
De nacht is terug onrustig op een rollende boot, dus vertrekken en snel naar de volgende stopplaats, Tobago Cays.
We zagen al veel moois maar dit slaat alles, het mooiste tot nu toe, een verzameling van witte stranden, riffen, net onder water en turquoise blauw water. Dus de dinghi in, zwemmen en snorkelen maar. Onder water nog mooier prachtige rifs, kleurrijke vissen, het water hier is 29°. Onze dag kan niet meer stuk, maar toch in de namiddag terug verder naar het volgende eiland Union Island, dat ons meer zekerheid geeft voor de nacht, meer bescherming.
Een piepklein eiland alleen te bereiken via een privé vliegveldje of met de boot.
De tocht vanuit Bequia was vrij ruw, nog steeds harde wind teisteren de eilanden hier, maar eens je hier aankomt valt je mond open, de foto's hierbij spreken voor zichzelf. Het eerste wat ze je aanbieden als je aan wal komt zijn langoesten, bij manier van spreken komen ze hier zo uit zee gekropen.
Verder wonen hier een 90 tal steenrijke families in gigantische villa's, waaronder Mike Jagger, David Bowie,....
Morgen varen we al verder naar een volgend paradijsje.