Een nacht aan een stuk doorslapen hoort er niet meer bij, er blijven maar zaken door het hoofd slingeren die we toch ook niet mogen vergeten. Ook beginnen we stillaan de weerberichten op te volgen om toch de weerssituatie op te volgen op de Atlantische Oceaan. Momenteel is er te weinig wind, wat de tocht langer zou maken en zeker lastiger, golven zijn er altijd op de ocean, als er dan te weinig wind staat gaat de boot alleen maar schommelen, dat maakt slapen en koken een stuk moeilijker. De sattelietverbinding is gemaakt, zo kunnen we mailen en weerberichten ontvangen in volle zee, ook bellen en berichten sturen hoort bij de mogelijkheden.
Vandaag afspraak gemaakt met een professionele duiker om het onderschip een laatste beurt te geven. Het is belangrijk dat het onderschip mooi glad staat, dit heeft een invloed op onze snelheid. Een halve knoop kan op die afstand al gauw een dag schelen in tijd.
Verder vandaag de eerste inkopen gedaan in droge voeding, een auto afgeladen vol. De verse voeding komt uiteraard net voor vertrek.
Het is niet onder woorden te brengen welke voorbereidingen niet dienen getroffen te worden. Tijdens de overtocht zijn we dan ook bijna drie weken of langer afgesneden van de bewoonde wereld. Voedsel, drinken, medicatie, nazicht van de boot, qua zeilen, motor, enz,...
Onze "To Do list"wordt steeds langer naarmate ons vertrek nadert, wat ons de nodige stress bezorgd. Ook voor onszelf, papieren, passen, tandarts, ...
Bij momenten denk je, we komen er nooit,....
Vandaag hebben we nieuws gekregen dat onze satteliettelefoon hersteld is. Volgende uitdaging is te proberen een connectie te maken met onze IPad om zo deze blog bij te werken ook gedurende de reis. Op dergelijke manier kunnen jullie ons een beetje volgen, en horen jullie hoe het er aan boord aan toe gaat. We houden jullie op de hoogte.
Verder beginnen we vanaf morgen voedsel te monsteren, in eerste instantie droge voeding, en net voor vertrek verse groenten en fruit, vlees, brood, enz,....
Een droom sinds jaren, momenten dat we dachten, het komt er wel nooit meer van.
Mensen die ons beter kennen moeten weten dat wij vechters zijn, en altijd trachten onze dromen een plaats te geven.
Plots kwam alles in een stroomversnelling, grote reorganisaties op het werk, de toevallige ontmoeting van een Amerikaan uit Seattle, een uitgebreid gezondheidsonderzoek, brachten ons uiteindelijk tot de mogelijkheid om toch de grote stap te wagen.
De uitdaging:
Drijvende en zeilend vanuit Gran Canaria, de Atlantische oceaan oversteken richting Caribs. Concreet vanuit Puerto Rico naar Barbados. In rechte lijn een tocht van ongeveer 2700 mijl, ongeveer 5000 km, alleen denken we in een boog te zeilen om de goede winden op te vangen, uiteindelijk wordt het ongeveer 3000 mijl. Hoelang, we hopen het op minder dan 3 weken te klaren.
Hoe?
Een paar maanden geleden ontmoetten Nadim, een Amerikaan die hier kwam aangezeild met een gloednieuw aluminium zeiljacht van 45 voet, ongeveer 14 meter lang. Bij een eerste kennismaking en een herstelling die ik aan boord uitvoerde, kwam het tersprake dat hij wel gezelschap zocht om verder de oceaan over te zeilen. Nadim kocht de boot in Nederland en moet nu naar zijn thuishaven in Seattle.
Dus onze puzzel kreeg vorm, timing, gelegenheid, droom,.....
Routes:
Vertrek uit Gran Canaria, de oversteek, Barbados, Santa Lucia, en dan noordelijk op ontdekking tussen de vele eilanden van de oceaan THE CARIBS.
Als je ver van land verwijderd bent is het opportuun dat je alles maar dan ook alles aan boord hebt. Daarom hebben wij hieronder een lijstje samengesteld van zaken die aan boord worden geschouwd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ons bootje steeds dieper in het water zakt door het vele gewicht. Dat alles doet ons ook een stukje trager varen.
1. De mini-apotheek.
Een uitgebreid arsenaal aan medicatie, samengesteld door een bevriend chirurg uit Barcelona moet het mogelijk maken om op iedere noodsituatie een eerste hulp te bieden. Een deel van de medicatie zit in een aparte container, het zijn de producten die enkel mogen gebruiken nadat we telefonisch contact hebben gehad met een dokter. Bvb. Morfine mogen we enkel toedienen na medisch consult. Ook is er een apparaat om zware snijwonden te hechten, injecties voor allerhande, enz. Ik mag er niet aan denken dat Cindy mij een levensnoodzakelijke injectie moet geven, je zou voor minder gezond blijven, haha, ..
2. De voedselbank.
Ik denk van de vele zaken aan boord dat dit nog de ingewikkeldste zaak is van het hele project. De oversteek duurt normaal maximaal 3 weken, maar we voorzien voedsel en drinkwater voor 6 weken. Een noodgeval zoals een afgeknapte mast kan er voor zorgen dat je heel wat langer op zee bent. Een voorbeeld van hoeveelheden kunnen we best geven met drinkwater. Raar maar waar je droogt heel snel uit en daarvoor wordt er aangeraden ongeveer 3 liter op 24h te drinken. Snel even rekenen, 4 personen X 42 dagen X 3 liter geeft een totaal van meer dan 500 liter (kg). En dat is nog maar het water. Groenten worden onderverdeeld in houdbaarheid, de eerste dagen wordt er verse sla gegeten, daarna volgen de kookgroenten en later blikvoeding. Hetzelfde met vlees en vis. Er is een vriezer en twee koelkasten aan boord maar wel met beperkte inhoud. We schatten dat we ongeveer 1200kg aan eten en drinken meenemen. Brood wordt na de eerste week zelf gebakken, daar is ons Cindy meester in, heerlijk de geur van een vers gebakken brood.
3. Techniek aan boord (zie ook vorig artikel).
- Een Japanse turbodieselmotor van 100pk brengt ons verder bij te weinig wind. Die verbruikt ongeveer 6 liter/uur. - Een dieselgenerator van 6 KW bezorgt ons 220 volt en laadt ook onze batterijen, verbruik, ongeveer 2 liter/uur. - Een watermaker is een toestel dat drinkbaar water maakt van zeewater, wordt op zich gevoed met de bovenstaande generator en produceert 90 liter/uur. - Verscheidene elektrisch (24 volt) aangedreven pompen zorgen voor de watervoorziening en de afvoeren. - Een netwerk van elektronica voorziet ons van alle comfort: 3 GPS-kaartlezers, een windinstallatie, een dieptemeter, snelheidsmeter, Satteliet-telefoon, weerfax, VHF- boordradio, enz, - Een elektrische broodoven. - De zeilgarderobe bestaat uit, een grootzeil van 77 m², een genua van 93 m², een genua van 60 m², een lichtweerzeil van 120m², een stormfok en stormgrootzeil. Een trinqueta staat nog op het verlanglijstje. - 2 ankers van ongeveer 25kg en een ankerketting van 100 meter moeten ons op idyllische plaatsjes aan de grond houden. - Het veiligheidspakket hebben we ook zwaar uitgebreid, moeilijk uit te geven centen, daar het allemaal zaken zijn die je hoopt om nooit te gebruiken, maar ze kunnen levensnoodzakelijk zijn. Even opsommen: 10 gewone reddingsvesten, 4 opblaasbare met harnas, 2 reddingsvlotten, Epirb (toestel die via satelliet onze positie doorgeeft bij een noodsituatie), een arsenaal vuurpijlen, een seinpistool (kan ook als verdediging tegen eventuele piraten gebruikt worden), reddingsboei, werpspeer die een overboord gevallen persoon helpt terug te vinden, uurwerken die bij het over boord vallen een signaal weergeven, een grabbelbox is een waterdichte drijvende tas waarin alles zit opgeslagen om mee te nemen in je reddingsvlot. Verder zijn er de gebruikelijke zaken aan boord die veelal te vergelijken zijn met een caravan. Alleen gaat alles op een boot veel sneller defect. Ook onderdelen zijn steeds een stuk duurder. Alles is gemaakt om zo goed mogelijk bestand te zijn tegen vocht en zout water. Het is een dagelijkse bezigheid de boot droog te houden en alles goed te onderhouden. Dit hoort nu eenmaal bij het zeilen. Zeker 30% van onze tijd gaat aan het onderhoud van het schip.
Als het echt de bedoeling is om de wereld rond te zeilen, of toch een groot deel ervan dan heb je in eerste instantie rekening te houden met de overheersende winden. Over de hele wereld gezien heb je bijna steeds de aanwezige Passaatwinden, Trade-wind (engels), alizée (Frans). Boven de evenaar, in het noordelijke halfrond waaien die hoofdzakelijk uit het Noordoosten, in het zuidelijk halfrond komen die uit het Zuidoosten, aan de evenaar raken die elkaar niet, want daar heb je meestal te maken met een windstille zone, de doldrums genaamd, een ware verschrikking voor een zeiler, midden op de oceaan zonder wind, Naast deze mondiale situatie, heb je natuurlijk veel plaatselijke verschijnselen, landstukken met bergketens, eilanden, landtongen kunnen dit beeld zwaar verstoren. Het is dan ook logisch, als men zich in hoofdzaak laat voortbewegen door zeilen dat je best deze winden vanuit de goede richting neemt. Een ander zeer belangrijk item zijn orkanen, zij hebben ook een tijdsbeeld en bepaalde zones waar ze zich ontwikkelen en verplaatsen. Daar zijn de Caraïben een goed (slecht) voorbeeld van, daar blijf je best weg tussen juni en oktober, buiten deze periode zijn er slechts enkele procenten kans op het ontwikkelen van een orkaan. Wij mogen er niet aan denken dat dit ons overkomt, een orkaan kan het einde betekenen van boot en bemanning, de zee kan dan zo hevig te keer gaan dat geen schip daar tegen bestand is. Er bestaan verslagen waar schippers spreken over golven van meer dan 30 meter hoog!
Concreet kan je de oversteek van de oceaan dus best plannen rond het eindejaar, vanaf november, dan heb je ruim 6 maanden om op de Caraïben te vertoeven. De meeste boten vertrekken vanuit Las Palmas, varen zo een paar honderd mijl richting zuid, via de Cap Verdische eilanden en nemen daar de Passaatwinden op richting Barbados, het dichtst gelegen eiland. Las Palmas is een zeer geschikte vertrekplaats, je kan hier voor het laatst goed bevoorraden aan voedsel en onderdelen voor de boot.
Op zo een tocht wordt er aan boord heel wat aan planning gedaan, taken worden verdeeld en alles wordt in beurtrollen onderverdeeld. In ons geval met drie personen zullen we shifts van 4 uur nemen, zo ben je 4 uur echt verantwoordelijk voor het schip, 4 uur ben je standby en 4 uur slaap je. Tijdens de 4 uren dat je van wacht bent voer je ook je verantwoordelijke taken uit. Taken, als nakijken motor en generator, zeilcontrole, koken, poetsen, controle van de voedselvoorraad, het schip nakijken op lekken en andere defecten worden dagelijks uitgevoerd. De standby periode dient om de persoon van wacht bij te staan bij een werk dat hij niet alleen aan kan. Bij extreme noodsituaties als storm of zware averij kan iedereen op appel geroepen worden. Er zijn ook speciale tekens om slapende personen wakker te maken, een bel of een sirene, het kan soms allemaal heel snel moeten gebeuren. Verder moet de slaap van een collega gerespecteerd worden, slapen is van levensbelang, veel ongelukken gebeuren door oververmoeidheid.
Dit lijkt allemaal nogal Spartaans, een beetje discipline hoort er wel te zijn, maar er wordt ook gezorgd voor de nodige afwisseling, zo wordt er steeds een reden gezocht om feest te vieren, een verjaardag van iemand aan boord of een achtergebleven familielid, de eerste 1000 mijl, bereiken van de evenaar, 10° nacht op zee, enz, Alles is goed om een feestmaaltijd te bereiden en uitgebreid te tafelen met uiteraard beperkte alcohol, alertheid is levensbelangrijk.
De nachten zijn dan ook onderverdeeld in deels slapen en deels zeilen, de persoon van wacht staat meestal een prachtige sterrenhemel te wachten, rustgevend en niet te beschrijven, de rust, het klotsende water, nu en dan een groepje dolfijnen op bezoek, Verder is het slapen op een steeds bewegend schip ook een sport op zich, bij onrustig weer hebben we dan ook een aangepast zeilbed,het is een smal en aan iedere kant afgesloten om uitrollen te vermijden. Het is even wennen maar na een tijdje wiegt het je zalig in slaap. Bij heel slecht weer wordt er veel buiten geslapen dit om eventuele noodsituaties snel onder controle te hebben.
Ook het bereiden van eten is eventjes wennen, soms vliegen er wel eens ongewild kommen door de kajuit. Koken wordt enkel gedaan bij betere weersomstandigheden, veel wordt er met een snelkookpan gewerkt, dit spaart gas en is veilig bij het omvallen. Het gasvuur is cardanisch opgesteld en vangt de grootste schommeling op. De keuken is ook de ideale plaats om zeeziek te worden, het zijn dan ook de sterkste magen die aan de kook gaan. We hebben ook heel veel snacks aan boord, een snelle hap is makkelijk als de boot teveel heen en weer slingert.
Dagelijks starten we ook voor een paar uur de generator om stroom op te wekken. De generator levert 220 volt en laadt de batterijen op. Tijdens het draaien worden ook allerlei elektrische toestellen geladen, sateliettelefoon, fototoestellen, pc, enz.
Dagelijks trachten we ook contact met de buitenwereld te maken. Dit gebeurt via de satellietlijn, we sturen dan mails naar onze familieleden en vrienden met de laatste nieuwtjes en steeds met onze posities, zo weet men in geval van nood waar ongeveer we ons bevinden. Een persoon aan land zal dan om de drie dagen onze website up to date houden, zo kunnen jullie van heel dichtbij onze avonturen meemaken.
Als men een wereldreis met een zeilboot in gedachten heeft, dan kan men er niet tussendoor twee grote oversteken te ondernemen. De eerste staat nu voor de boeg, namelijk het oversteken van de Atlantische oceaan, dit gebeurt meestal vanuit Las Palmas op Gran Canaria, waar we nu liggen. De kortste oversteek is naar Barbados, een eiland van de Benedenwindse Eilanden op de Caraïben. Een tussenstop is nog mogelijk op één van de eilanden op de Cap Verdische, een Portugese eilandengroep, ongeveer 800 mijl ten zuiden van de Canarische Eilanden. Het staat nog niet vast of we daar een stop voorzien, dit hangt af van waar we de Passaatwinden opvangen en of alles ok blijft aan boord van de Saybia. Voor wie ons een beetje volgt op de kaart kan zien dat we dus niet rechtdoor varen, géén rechte lijn die de kotste weg zou blijken. Dit alles heeft te maken met de heersende winden. We varen dus met een zuidelijke bocht om zo snel mogelijk de Passaatwinden te kunnen opvangen. Velen probeerden toch rechtdoor te varen en hadden te maken met dagen van windstilte, wat de reis uiteindelijk een stuk langer (in tijd) maakt. Het was Columbus die het ons allemaal voordeed en via deze Passaatwinden (Tradewinden) Amerika ontdekte. Deze winden ontwikkelden later een echte commerciële route van schepen die grondstoffen vervoerden, vandaar de Engelse naam Trade Winds. Ook moeten we rekening houden met de beste en veiligste periode om deze reis te ondernemen. De maanden mei tot oktober zijn zeker te vermijden daar de kans om in een storm te vallen met orkaankracht niet denkbeeldig is. De resterende maanden zijn vrij veilig en kan men bij een op voorhand goed bestudeerde weerkaart de oversteek vrij veilig plannen. Naast het nauw in de gaten houden van depressies en lage druk gebieden valt er natuurlijk nog veel meer voor te bereiden. Op de oceaan ben je echt wel op jezelf afgewezen, hulp kan ver weg zijn en je bent al snel buiten het bereik van hulpverlenende Helikopters en reddingsboten. Het enige waar je kan op hopen is een voorbijkomend vrachtschip die enige hulp kan verlenen, maar collegas die ons zijn voorgegaan vertelden ons dat zij hoogstens een 3-tal schepen hebben tegengekomen op hun oversteek. Deze situatie moet ons alert maken dat we bijna op alles zelf moeten voorzien zijn. Vandaar dat we in een volgend artikel een overzicht geven van veiligheidsmaatregelen en noodzakelijke voorzieningen. Dit maakt dat we nog steeds een ellenlange worklist hebben, die iedere keer als we iets kunnen weghalen van de lijst er wel weer iets nieuws voor de pinnen komt. Het lezen van zeilverslagen of het praten met mensen die deze reis al eens hebben ondernomen brengt ons weer terug op ideeën om weer een en ander aan te passen op de boot. We verzorgen dan ook onze boot alsof het een vliegtuig is, vele technische onderdelen zijn dubbel aan boord om eventuele pannes onderweg te herstellen. We kunnen alleen maar hopen dat we gespaard blijven van onoverkomelijke problemen.
Soms verloopt een vooropgestelde planning niet altijd zoals voorzien. Timing kan voor héél wat ergernis zorgen als die niet verloopt naar planning, en dit hebben we aan de lijve ondervonden. Het is nu ruim een jaar geleden dat we hier in Gran Canria zijn aangekomen. De reden dat we al die tijd hier zijn gebleven en ook onze site niet hebben bijgewerkt heeft grotendeels te maken dat we ondertussen niet veel hebben gevaren.
Voorlopig houdt de "crisis" en de moeilijke situatie in Spanje ons aan de wal. Het afronden van onze professionele activiteiten neemt veel meer tijd in dan voorzien, de Spaanse administratie werkt tergend traag en de laatste verkopen afronden verlopen ook al niet van een leien dakje.
Op een traag tempo werken we toch verder aan de voorbereidingen onze zeilboot voor de GROTE zeilreis, namelijk het oversteken van de Atlantische Oceaan, die nu voor de boeg staat. Een reis van ongeveer 2800 zeemijlen, omgerekend ongeveer 5000 km.
Ondertussen hebben we wel wat gezeild tussen de eilanden hier. We bezochten Fuertaventura en Lanzarote, allen eilanden van de archipel Canary. De tochten tussen de eilanden door geven je direct het gevoel wat oceaanzeilen is. De Atlantische Oceaan is een zee die, steeds in beweging is, een lange deining (golven) laten de boot steeds heen en weer huppelen, wat het leven aan boord niet altijd eenvoudig maakt. Het kan dus zijn dat hier golven van 3 meter staan met heel weinig wind, wat het varen sterk bemoeilijkt. Wind in de zeilen geeft steun aan de boot en maakt het varen een stuk aangenamer. Bij het naderen van een eiland, kan plots een heel sterke wind opsteken, valwinden die onstaan door de hoge gebergten die de Canarische eilanden rijk zijn. De wind verdubbelt gemakkelijk in snelheid wat het reven van de zeilen (verkleinen) noodzakelijk maakt.
De tocht naar Fuertaventura was een droomtocht, een zachte deining met een flinke wind, we waren er dan ook in geen tijd. De Saybia liet haar van haar beste kant zien met snelheden tot 9 knopen (16 km/h). Onderweg hebben we ook onze eerste stappen gezet in het zeevissen, en geloof het of niet maar Cindy haalde onze eerste BBQ via haar hengel uit de zee. Het was een mooie Bonita van ongeveer 2kg, een tonijnachtige. Diezelfde avond nog hebben we de delicatesse doorgespoeld met menig wijn.
Het feest werd al gauw brusk onderbroken door een sterk opstekende wind, tegen middernacht zaten we midden in de kern van een storm. Van slapen kwam al niet veel terecht, het was de hele nacht waken over ons zorgekind de "Saybia".
De volgende morgen zijn we met kleine oogjes toch maar verder gezeild richting Lanzarote. De eilanden liggen dicht bij elkaar en de ene windvlaag volgt de andere al gauw op. Deze twee eilanden laten zich opmerken door hun natuur, koolzwarte rotsen steken schril af van de soms nagelwitte stranden. De 7 eilanden zijn vulcanische eilanden, vandaar hun extreme kleuren en zeer grillige vormen. Op enkele toeristische plaatsen na zijn deze 2 eilanden vrij origineel en onaangetast gebleven, een droom op er door te reizen.
Na deze reis kregen we eigenlijk wel de smaak te pakken van het zeevissen, zo'n visje van een paar kilootjes is terug reden om een feestje te bouwen.
We gingen dan ook snel in op een uitnodiging van een Franse zeiler die ons een dag uitnodigde op zijn boot samen met een expert in zeevissen. Die dag was het geluk helemaal aan de kant van Alain. Al na 5 minuten haalde hij een pracht exemplaar uit het water. De foto's spreken voor zich. Het visje woog al gauw 4 kg en had lelijke giftige stekels op zijn rugvinnen staan. Eenmaal op het bord is het een lekkernij. Een Carpacho gaf ons de smaak van de oceaan rechtstreeks in de mond. Rauwe vis met een aangepaste saus gemaakt van heerlijke kruiden is echt een delicatesse.
Het is voor ons ook even wennen om rond de kerst-en nieuwjaars periode in onze zwembroek rond te huppelen . Magisch witte stranden en duinen maken dit alles nog meer idyllische . Het is een mooie tussenstop naar het tropische zuiden. Een ideale streek om de koude Belgische winters even te onderbreken en wat draaglijker te maken. Deze eilanden maken heel mooie uitstappen mogelijk, veel is te bezoeken op de eilanden zelf, ook zijn vele eilanden op een dag zeilreis te bereiken. Hier op Gran Canaria zijn zelfs twee totaal verschillende weertypes aanwezig, de temperatuur tussen Noord en Zuid Gran Canaria kan zelfs 10 graden verschillen.
We ondervinden het, de zomer is voorbij, met nog meer zorg als ervoor moeten wij weerberichten raadplegen en bestuderen. Al snel ondervinden we dat de weerberichten soms veel te optimistisch zijn dan de realiteit. We vertrekken vanuit Barcelona richting Cambriels, een mooie haven met typisch toeristisch vissersdorp. Daar bezoeken we Belgische vrienden, die hier sinds elf jaar hun eigen wijn en likeuren brouwen. Het wordt een plezante namiddag met barbecue en waar uiteraard de wijn rijkelijk vloeit. Na een paar dagen varen we door naar Valencia, de haven waar de Americas Cup plaats had dit jaar. Wat we daar aantreffen is niet te geloven, een haven waar normaal meer dan 800 jachten liggen is op een 5 tal boten helemaal leeg en verlaten. Een beetje akelig, maar toch leggen we aan en de dag nadien hebben we een van de zware najaarsstormen te verwerken. Alle meertouwen aan boord worden gebruikt om onze boot een beetje op zijn plaats te houden, we deinen meer dan een meter op en neer in de haven. Hier in deze haven komen de ouders van Alain aan boord, zij varen een stuk mee met ons. We varen verder zuid via havens als, Alicante, Cartagena, Agua Dulce Fuengerola Sotogrande. Vanuit Sotogrande hebben we een groep van de firma Imperbel, met 26 mensen en twee boten varen we naar Ceuta, het deeltje Spanje aan de Marokkaanse kust. Voor de tweede keer doet de Saybia, de Afrikaanse kust aan. Het wordt een voltreffer, het weer zit echt mee, de overtocht van 25 mijlen is zalig, honderden dolfijnen begeleiden ons naar Ceuta een taksvrije staat. De volgende dag is een uitstap gepland naar Chaouen en Tetuan twee dorpjes in Marokko. De fotos liegen er niet om, pittoresk en verrassend. Onderweg krijg ik een bod van 100 kamelen voor Cindy maar deze deal gaat niet door, nog voor geen 1000 !!!!!! De terugweg naar Sotogrande is zo mogelijk nog mooier, een perfecte wind, dolfijnen. Iedereen heeft reuze genoten. Met spijt in het hart en na een afscheidscocktail nemen we afscheid van deze heel toffe groep.
De volgende dag keren we terug naar Ceuta, we maken ons nu echt wel klaar voor de eerste grote oversteek. Terug met het kompas op 180° varen naar de Canarische Eilanden, een overtocht van 750 mijlen zonder stops. We denken er ongeveer 5 dagen over te varen. We houden de weerberichten nu nauw in de gaten, om het beste moment uit te kiezen voor deze lange tocht. Voor deze tocht komt er een derde persoon Paul aan boord. Je moet weten dat zon reis 24 uren na elkaar doorgaat. Dat maakt dat er dus ook permanentie aan boord is en er dus in shifts van 4 uren wordt gewerkt . Iedereen doet zijn 4 uren en profiteert van zijn vrije tijd om te slapen, eten, een en ander bij te werken. Het is een hele organisatie, maar het moet zo gebeuren. Bij zwaar weer kan een tweede persoon erbij geroepen worden om te werken aan dek, zeilen wisselen, enz , Het hart gaat iedere dag wel een beetje sneller slaan, voor ons is de spannenste reis van het hele seizoen. Gaat alle materiaal aan boord intact blijven, niet teveel technische pannes, geen zeeziektes, is het weer ons een beetje goed gezind? Zo ons volgend verhaal zal hopelijk vanuit een andere hoek zijn.
Steeds met en klein beetje heimwee in het hart, maar toch met onze visie op verdere horizonten zetten wij onze reis verder met het kompas zo veel mogelijk richting 180°, richting zuid dus. We verbleven enkele weken in Cap D Agde, waar nog heel wat aan de Saybia werd gewerkt. Ondermeer werd een "watermaker" geïnstalleerd, een toestel dat van zout water, drinkbaar zoet water maakt. Met deze laatste installatie zijn we eigenlijk volledig op onszelf afgesteld, als we maar genoeg stookolie aan boord hebben.
Misschien even tussendoor opnoemen wat de Saybia aan boord heeft. We zijn voorzien van een 100 pk dieselmotor, die zo'n 5 liter per uur verbruikt en ons 7 mijl (12,8 km) ver brengt. Stookolietanks die 825 liter kunnen herbergen. Ook onze generator werkt op die stookolie en die levert ons 6500 watt op 220V op. Deze bevoorraadt onze watermaker die 90 l water per uur produceert, laadt onze 11 batterijen op en geeft stroom aan meer andere toestellen aan boord zoals de wasmachine, microwave, computers enz,.... Verder hebben we 3 GPS-kaartplotters aan boord die ons overal ter wereld de weg aantonen, een radar die ons bij nacht en in de mist veilig verder brengt, een VHF boordradio die ons in de mogelijkheid stelt te communiceren met andere schepen, een satteliet telefoon waarmee we overal ter wereld kunnen bellen, emails ontvangen en vooral ons voorziet van weerberichten via e mail, een windinstallatie die ons richting en snelheid van de wind geeft, een automatische piloot, onze derde man aan boord, een IPERB is een toestel die ons in nood in contact brengt met de reddingsdiensten. Verder op zeilgebied heeft de Saybia 1 mast van 23,50m, een grootzeil van 88 m², een genua van 68m², een kevlar genua van 82 m², een genacker van 106 m², een spinacker van 208 m² , stormgenua en stormgrootzeil samen slechts 18 m². Qua veiligheid hebben wij 2 reddingsvlotten aan boord van elk 6 personen, de VHF, draagbare VHF, de Epirb, 4 opblaasreddingsvesten, vuurpeilen, een seinpistool (wat ook kan worden gebruikt bij piraterij) en de satteliettelefoon. In de keuken is er microwave, 3 pitsgasvuur, een oven, 2 frigo's, diepvriezer en een broodoven. Verder heeft de Saybia een een flatscreen met TV antenne en DVD met Surroundsysteem.
De reisroute vóór 10 november loopt vanaf Cap D' Agde via onze vroegere thuishaven Escala naar Barcelona. In Barcelona hebben we 2 incentives af te werken voor de Firma "Derbigum". Met groepen uit Denemarken en Noorwegen verkennen we de kusten aan de Costa Brava. Een groep van ongeveer 30 personen gaat met een ervaring rijker en een bruingebrande huid terug huiswaarts terwijl wij verder afzakken naar Gibraltar in Zuid Spanje. We leggen aan in Sitges, Valencia, Denia, Almeria, Malaga tot in Sotogrande.
Op 11 november hebben we nog een mooie incentive met een groep nederlanders naar Marokko heen en terug. Terplaatse wordt er een safari georganiseerd. Meer over dit alles vernemen jullie in onze volgende verslagen.
Het is steeds moeilijk afscheid te nemen als je ergens een tijdje hebt verbleven. Je maakt vrienden, en bij vertrek is de kans klein dat je die ooit nog terug ziet. De bedoeling van de terugreis is de voorbereiding en het klaarmaken van het schip voor de grotere trips. De plannen krijgen vorm. Dit najaar varen we vanuit de Franse Zuidkust steeds met het kompas op 180°, dus steeds meer Zuidelijk. We willen uiteindelijk voor het einde van het jaar de Canarische Eilanden verkennen en hopen en of dromen Senegal en meer bepaald Dakar te bereiken. Een vrij lange reis, een 680 mijlen van Tunesië naar De Franse kust, daarna ongeveer 1000 mijlen naar Gibraltaar, 550 mijlen naar de Canarische en een 850 mijlen naar Dakar.
Dit vaarseizoen begon eigenlijk vrij laat, heel wat werk te doen en steeds op het laatste nippertje nog heel wat te regelen, zoals het verhuren van ons huis, want dit jaar wordt 100% een zeiljaar. De zeilboot bracht de winter door in Frankrijk, we vonden daar een prima haven, ook voor onderhoud en werken aan het schip. Alles werd daar klaargestoomd voor het komende vaarseizoen.
Spanje... Estartit
12-04-2007
Op 12 april varen we voor een eerste opdracht van Zuid Frankrijk naar Estartit, een tocht van ongeveer 100 mijl (=180km). Estartit is een pittoresk dorpje aan de Costa Brava, gekend voor zijn paradijs onder water, iedere duiker kent hier de "Islas Medas". Aan boord de kopstukken van bijna alle Belgische Mutualiteit in uitnodiging van de Liberale, opdracht kustvaren en heerlijk op de culinaire toer.
Een heel toffe groep, die eventjes vergaten wat stress was,...
Grootzeil aan flarden
05-05-2007
Begin mei komt een koppeltje voor een weekendje plezierzeilen. Goede meteo, prachtig zonnetje, alles om van te genieten. Op zee voel je pas echt hoe het weer zit, en komt dikwijls niet overeen met wat we horen en zien op internet en de boordradio. Zo komen we dus in en forse windvlaag terecht, met gevolg het grootzeil scheurt helemaal tot aan de mast. zoelbloedig blijven, zeilen binnenhalen en de eerste de beste haven binnenvaren. Weer een ervaring rijker.
In totaal voeren wij zonder spi een oppervlakte van 125m² zeil, ongeveer 110kg.
Anker vast.
05-05-2007
We maken ons stilaan klaar om verder de Middellandse zee te verkennen en we gaan nog een nachtje voor anker in de mooie baai in Montgó. De avond van vertrek willen we het anker ophalen en het enige wat gebeurd is dat de neus van de boot naar beneden gaat, het anker muurvast. Het toeval wil dat we nog geen week eerder een duikuitrusting hadden gekocht voor noodgevallen. Het uitgelezen moment om dit te gaan testen, 15 meter naar beneden, en inderdaad de ankerketting zat helemaal rond een rots gedraaid, zo gefikst en terug verder.
Le Lavandou (Frankrijk)
05-05-2007
Een flinke tocht van zo'n 228 mijl, we doen nog een tussenstop in Coulioure en Cap, om nog afscheid te nemen van onze vrienden. We blijven een nachtje in de haven, varen dan met prachtig zeilweer onder genacker (een groot voorzeil gebruikt bij lichte wind) naar een van de drie eilanden aan de Côte Azur, en gaan voor anker in Port Cros. Tijd om het zeewater te testen, nog wat fris, maar een duik doet deugd, we zijn tenslotte nog maar begin juni. We nemen afscheid van onze vrienden Bob en Diane, varen via St Tropez, Cogolin, en zetten verder koers naar Ajaccio de hoofdstad van Corsica, dit is een flinke oversteek van bijna 200 mijl. De Middellandse zee toont haar niet van haar mooiste kant en we krijgen een vrij zware overtocht, veel wind en bijhorende golven. s'Morgens om 10h kunnen we ons anker laten zakken in de baai van Ajaccio. We kruipen snel in onze kooi en slapen een gat in de dag. s'Avonds ontmoeten we onze vriend Jean Marie, die gedurende 7 jaar de wereld rondzeilde, de avonden en nachten waren veel te kort om alles bij te praten. Uiteraard krijgen we een hele boel tips en raad. We nemen ook wat tijd om Corsica te verkennen. Corsica is een pareltje in de Middellandse zee.
Sardinië Noord:
20-05-2007
We kiezen verder een route via de westkust van Corsica, door de Bouche De Bonifacio, verder zuid langs de oostkust van Sardinië. Onze eerste stop, Porto Cervo. Het is wel even uitkijken hier, de noord-west kust van Sardinië is bezaaid met honderden eilandjes en rotspartijen, maar dat maakt het dan ook een paradijs voor zeilers. In Porto Cervo, een heel mondaine haven vinden we geen plaats voor onze 16 meter zeilboot en proberen anker uit te gooien voor de haven, maar tevergeefs, onze kiel steekt 3 meter diep, we riskeren de rotsen onder water te raken en beslissen verder te varen naar Portisco, een nieuwe haven met alle moderne faciliteiten. We verlangen naar onze kooi, een nacht op zee is steeds afmattend, we hijsen de Italiaanse vlag in het wand, proeven nog van de Italiaanse Rosé en dromen snel weg.
Sardinië Zuid
18-06-2007
Op 18 juni gooien we touwen los, met het kompas op 180° verder richting Zuid, dit voelen we ook aan de temperaturen, de zon brandt steeds harder op onze huid. Het weerbericht is prima voor ons, een rustig noorderbriesje beslist ons de genacker nog maar eens te hijsen. Dat bleek de verkeerde beslissing, bij het hijsen breken we ons stoomlicht, en het zeil stond nog geen half uur in het wand of we krijgen een plotse windshift van 180°, waarbij we de wind op de neus hebben met een snelheid van meer dan 20 knopen, in geen tijd scheurt ons geliefd zeil aan flarden. Snel alles van dek halen en met een reef (verkleinen van het zeil) in het grootzeil boksen we verder op tegen wind en golven. We zijn dan ook verplicht onze reis in te korten en binnen te lopen in Calaforte, een haven in the middle off nowhere. Uiteindelijk moeten we 3 dagen wachten op beter weer. Voor de oversteek naar Tunesië zit het weer nog niet ideaal en we varen naar Cagliare in Zuid Sardinië. De haven is oud, maar Cagliare is een typische Italiaanse stad, een mini Milaan. Cindy vindt het prima dat het weer ons niet toelaat om verder te varen, zij geniet van een citytrip en alles wat er bij hoort, de winkelstraten zijn adembenemend, de restaurantjes romantisch. Hier leren we ook een koppel Engelsen kennen, al 18 jaar ànderweg met hun oude Moody, zij hebben dezelfde route naar Tunesië, we bestuderen samen de beste tijd en reisweg om over te steken.
Douane en administratie
20-06-2007
We lagen in een diepe roes, toen er werd aangeklopt, een legertje douane en politie vragen aan boord te komen. Van een rompslomp gesproken, papieren voor onze identiteit, papieren van de boot, lijst opmaken van alle elektronica, lijst van alle alcohol aan boord (het interessantste voor hen, want daar eisen ze wel een deeltje van op, alcohol is hier ongeveer 10x duurder dan in Europa). Na meer dan een uur verdwijnen ze met alle papieren. Rond de middag komt een deel van het legertje terug, alles ok maar ze hebben een prachtig voorstel voor ons, ze kunnen ons voor een prikje (200, ja dit kon in Euros) ons een origineel dubbel bezorgen van ons inklaringsbewijs, daarmee zouden we dan in Europa alles taxfree kunnen kopen. Ja, hallo, we zeggen beleefd dat wij taksen betalen waar het moet en daarmee basta, uiteindelijk verdwijnen ze met een fles Ricard. Vriendelijk zeiden ze dat we de gele vlag mochten strijken, dit betekent dat we officieel zijn ingeklaard. Dit gaf ons al een eerste indruk van Afrika.
Hieronder onze eerste haven in het Afrikaanse contingent
Oversteek naar Tunesië:
25-06-2007
Alle websites, de boordradio en Navtex (weerfax) worden nauw bestudeerd om een beter zicht te hebben op het weerverloop. In het logboek noteren we route 182°, 124 mijl. We verlaten Europa op naar Noord Afrika. Het doet wel wat, een vreemde munt, alle gedoe met de douane, enz. We hebben een fikse wind op 120°, ideaal, hij wakkert aan, terug veel meer dan de weerberichten ons beloofden. We lopen snel, sneller dan we dachten, als het zo verder gaat komen we veel te vroeg aan en zal het nog donker zijn, niet ideaal als je een haven aanloopt die je nog niet kent. De reis verloopt goed, alleen de golven zijn veel hoger dan de wind die we hebben. Dat maakt het wat oncomfortabel aan boord, dus soep eten zit er niet in. Midden in de nacht word ik door mijn vrouwtje toch verrast met een lekkere spaghetti, dat breekt de eenzaamheid van de nacht en het maakt je terug wat sterker. Rond twee uur s'nachts krijgen we eindelijk land in zicht, de Afrikaanse kust. En inderdaad reeds om 4h liggen we voor de haven, we nemen geen risico en blijven rondjes varen tot het licht in de dag komt.
Een beetje toerist zijn in Tunesië:
10-07-2007
Bizerte is een kleine haven en helemaal niet toeristisch, de enkele toeristen die je hier tegenkomt kwamen ook per zeilboot. Dit geeft je direct een perfecte indruk van het land. De mensen zijn zeer gastvrij, het leven is er zeer goedkoop, 1/4 van de prijs van Europa, bijna iedereen spreekt Frans. We voelen ons goed in ons vel en gaan de stad in op verkenning. Een anekdote, we worden vriendelijk begroet door "een coiffeur" en waarom niet eens uitproberen. De oude man maakt er een echt kunstwerk van, ondertussen wordt Cindy getrakteerd op koffie, en na een uur knippen, vraag ik de rekening en de man zegt, eigenlijk niets, je geeft maar wat je wilt. Hij was zo fier een Europeaan het haar te kunnen knippen. We gaven hem een flinke fooi en zetten de weg verder naar de markt. Een belevenis op zich, alles supervers, maar hygiënisch lijkt het niet allemaal, koelingen voor vlees en vis zijn hier niet te bespeuren. Een ander heel raar fenomeen is dat je alle merkkledij en toebehoren hier vindt in de medina's, in de kleinste winkeltjes aan ongelofelijke prijzen, en er valt dan steeds nog te onderhandelen. Is het nep, misschien wel, maar het ziet er allemaal prima uit en over de kwaliteit valt niets te zeggen. Raar hoe arm het land er ook uitziet, een werknemer verdient hier tussen 200 en 300 per dag, iedereen loopt hier met Lacosta, Armani, enz...
Naar Hammamet:
15-07-2007
We hebben het voor bekeken, schrijven ons uit in Bizerte en varen 125 mijl verder naar Hammamet. We plannen een tussenstop na 20 mijlen in een volgens de pilot mooie baai. Na een 3 tal uurtjes mooi gezeild laten we het anker zakken in de baai Cap Farina. We maken een snelle lunch en vleien ons in de zon, geen half uur later komt er een wind opsteken en neemt een kracht aan van 7 bft. De wind zit west, terug kunnen we niet, er zit niets anders op dan verder te varen want het anker krijgt het zo hard te verduren dat wij al twee ankerhaken braken en een meertouw. Gelukkig is de richting goed, maar de wind blijft 30 à 35 knopen aanhouden. Rond middernacht ronden we Cap Bon, het kaap Hoorn van Tunesië, wat we daar zagen was niet te vertellen, nooit geziene massa's water stuwden ons vooruit, we haalden snelheden van 12 knopen over de grond. De nacht was pikdonker, het was een beetje akelig, we hadden enkel nog een stukje genua (voorzeil) op. Maar je leeft mee met de boot en het helpt je 100% alert te blijven. Uiteindelijk komen we aan in Hammamet Yasmin nog steeds met een wind van 25 knopen. Daar worden we met een zodiac van de haven begeleid naar onze plaats. We vinden ons zelf en beetje helden dat we het er weer eens goed hebben vanaf gebracht.
Het andere Tunesië:
25-07-2007
We kunnen niet geloven dat we nog steeds in Tunesië zijn, hier is alles mondain, meer westers en vooral veel duurder. Ons hoofddoel dat we naar hier zijn gekomen is om verbeteringswerken te laten uitvoeren op de boot met het oog op nog verdere reizen, er moet meer stookolie in de boot (tot 1000l), er moet een roestvrij stalen brug over de kuip met een dubbele zonnetent, het anker moet worden verstevigd, een tweede rolfok enz,... We praten hier met verschillende mensen en vinden vrij vlug de geschikte persoon, alles lukt hier wel maar je hebt tijd nodig, dag en uur voor een afspraak zijn hier niet gekend. Ondertussen zitten we nu in de haven Yasmin, midden in de toeristische zones. Wat een verschil met onze eerste haven, hoe kunnen de plaatselijke mensen zo anders worden onder invloed van de toeristen. Bij alles wat je koopt en betaalt moet je letten op de prijs en op je geld, ze willen enkel een ding van de toeristen en dat is geld, een anekdote je neemt een taxi en moet 7 Dinar betalen, je geeft een briefje van 10 en zeggen niet te kunnen wisselen, Cindy bezocht een hammam, een soort sauna, zij wist van een plaatselijke dat je 2,5 dinar betaalt, Cindy moest 10 betalen, en zo hebben we 10-tallen verhalen. Na een tijdje ken je de klappen van de zweep en verzet je ertegen, maar het geeft wel een beetje een wrange nasmaak.