|
|
|
Woorden kunnen alles |
Wil jij deze blog graag volgen? Tik dan eenvoudig jouw mailadres in de mailinglijst (rechts). Ik hou je op de hoogte van nieuwe berichten.
Zomerse groeten,
Annemie. |
|
14-02-2014 |
Samen |
Geniet gulzig van
Liever leven samen
Vol graag zien
Elkaar bewandelen, ontdekken
Jaar na jaar groeien
Open bloeien, herontdekken
|
|
|
|
30-08-2013 |
Go west dag 21 - 23 augustus : waarom Thor niet de vriendelijkheid zelf is |
Op de laatste dag in het wilde westen, blijft de Ranch nog aan ons kleven. Het
kampvuur is gedoofd, maar zelfs nu nog ziet de plek er zeer gezellig
uit door de kleurige tapijten die op de stenen liggen. Mijn gedachten
hangen nog bij gisteren.
Op de terugweg vanuit de skywalk naar de rach kwamen we ineens Thor tegen.
We wisten toen nog niet dat we s avonds de rest van zijn familie zouden
tegenkomen. Net zoals we op dat moment niet wisten dat hij Thor heette.
Maar instinctief bleven we in de auto zitten om fotos van hem te maken.
Bij valavond verzamelden we in de ranch met zeven mensen plus twee cowboys
die de ganse ploeg op het juiste paardenpad moesten helpen. Iedereen mocht en
kon mee. Alleen kleuters en overdreven obese would-be cowboys, bleven liever
achter. Stiekem had ik gehoopt dat ik op de
sportieve manier op het paard mocht klimmen. Ik ben niet de lenigheid zelve
maar even moeite moeten doen, zou het geheel nog echter maken. Er stond al een opstapje klaar. Het leek of we een trektocht maakten naar
een naburig indianendorp. We beseften natuurlijk wel dat we de stempel Ruiter
eerste klas niet op onze arm mochten zetten, toch leek het of ikzelf mijn
paard in goeie banen leidde. De paardenhoeven die klapten tegen de stenen, het
klimmen over de heuvel, de op en neer bewegingen van de paardenhoofden. Alles
droeg een rust met zich mee. Naast ons vouwde zich weeral een nieuw landschap
open. Joshua trees zover we konden kijken over de heuvel. Van ver lijken deze
bomen op cactussen uit de westernfilms. Dichterbij blijken ze een kruising
tussen een cactus en een palmboom met korte scherpe bladeren.
Terwijl we stapten, kleurde de lucht van helderblauw naar zalmroze. De
bergen achter ons lichtten rood op. De zon zoende de bergrand en liet voor ons
een kleurenpallet achter. De cowboy kwam naast me rijden. Hij vertelde over de
namen die de Indianen aan de bergen gaven en hoeveel vuurwater ze nodig hadden
om die verbeelding te hebben. Zijn stem klonk rond en vol als in westernfilms.
De natuur, de weg die we aflegden, het zachte geschommel van het paard. Al
mijn zintuigen raakten daarmee al vol, zodat er geen plaats meer bleef voor
extra verhalen. Alleen borrelde de zin op om een deuntje te zingen, maar dat
deed ik niet want er loopt niemand hoog op met mijn zangtalenten. Dus neuriede
ik maar wat voor me uit. Heel stil.
Net als de zon de kleuren rondom liet overvloeien van zalmroze naar warmoranje,
kwamen we op een open plek. Een verteller cowboy trakteerde ons op het verhaal over de
bizons die achter hem in een kraal zaten. Bij mijn ouders stond vroeger een
grijs stenen beeldje, klein genoeg om te kunnen oppakken en lans alle kanten om
te draaien. Altijd al was ik gefascineerd door de vreemde koevorm: dikke poten,
een brede gebulte rug, de harige kop waarin de ogen bijna niet meer zichtbaar
zijn. Ze stonden daar in kudde te grazen en leken een kopie-paste uit een
vervlogen Westernfilm.
In niets was te merken dat deze dieren hoeftrappelend in stofmakende kudde
het Westen liet opschrikken, tot de mannen met vuurwapens kwamen om hun aantal
zeer sterk uit te dunnen.
Dat verhaal bracht de cowboy, naast nog meer nuttigs over hoe de huiden
werden gebruikt. Verhalen die verteld werden van overgrootvader naar
achterkleinkind. Gemengde cowboy en Indianen verhalen.
Terwijl we onder een bijna rode hemel die langzaam naar paars neigde, naar
beneden stapten, bleef me vooral Thor fascineren. We kwamen hem zomaar tegen,
op een boogscheut stond hij bij ons vandaan. Hij is niet de vriendelijkheid
zelve, zei de cowboy. Hij durft wel eens aanvallen.
We kunnen het hem niet kwalijk nemen. Grote kans dat zijn overgrootvader ook
verhalen vertelde over de witte mannen die de bizonkoppen over de velden
zaaiden. Dat blijft zelfs voor een bizon in zijn kleren zitten.
|
|
Categorie:Go west - rondreis USA 2013
|
|
|
Go west dag 20 - 22 augustus : Grand Canyon West |
's Morgens zitten we aan het ontbijt zoals bij pain quotidien,
met verschillende gezinnen aan een kloeke houten tafel, de stoelen krijgen we
haast niet verplaatst.
De tocht vandaag loopt naar de west rim, dit is een stuk van
de canyon die maar matig omschreven wordt in de boekjes, we hopen dat dit komt
omdat het nog maar niet zo lang opengesteld is voor publiek. We zitten namelijk
op grondgebied van de hualapai en die baten dit deel van de rim uit.
Al gauw merken we dat het uitbaten als uitbuiten mag
omschreven worden. Hier geraak je
nergens zonder ervoor te betalen. De bus brengt ons tegen betaling naar
verschillende uitkijkpunten, de wegen die kunnen gebruikt worden, staan gewoon
niet op de kaart. de skywalk waar we voor kwamen, blijkt eigenlijk ook een
watje te zijn, zeker geen aanrader, behalve als je tijd en ander over hebt.
We kunnen gelukkig toch even onze eigen gang gaan en
ontsnappen uit de drukte om verderop langs de rand te lopen, zover het veilig
blijft om er te zijn. Er is ook nog een dorp nagebouwd met indianenwoningen.
Maar daar hebben we intussen niet zoveel boodschap aan. We sliepen al in een
tipi en deden de moeite om de huizen van de hopis en de navayos. Terug te
vinden, daar deden we wandel moeite voor en dat loonde. Deze plek is vast wel
ideaal voor de vele Japanners die hier aanspoelen per bus vanuit Vegas en die
in een mim van tijd de westkant in verkorte versie willen ontdekken.
Wij keren terug naar de ranch. Onderweg ontdekt Marjolein
Thor. Tussen een kudde koeien staat hij, een stevige mannetjes bizon die steeds
weer uitbreekt van zijn kudde en niet zo vriendelijk van aard is, dat horen we
later pas. Instinctief blijven we deze keer wel zitten in de atuo om foto's te
nemen.
Dan hebben we ineens een halve namiddag over, dat is voor
het eerst sinds al die tijd. Ewout en Ik vullen die uren uiterst nuttig op, met
een middagdutje en de eerste bladijden uit 'broere' van Bart Moeyaert.
Op de ranch zijn ze intussen begonnen aan het lasso werpen.
Dat kunnen ze wel, drie grote paarden tegen een aantal kalfjes. Ik weet nog
niet zeker of ik dit allemaal wel tof vind maar het levert absoluut een uniek
tafereel op.
Tegen valavond mogen we gaan paardrijden tussen de joshua
trees, de heuvels op, alleen het geluid van de hoeven tegen de stenen horen we
en de cowboys die vertellen en zingen onderweg. Even voel ik zelf ook een
liedje opborrelen maar ik hou het wijselijk bij wat geneurie.
Voor het dinner zitten we met Londenaars rond de tafel.
Cowboy Dave gaat onder het eten met zijn gitaar bij al de gasten langs om ons
te leren kennen. En omdat Marjolein weet dat haar naam zo goed als onmogelijk
is om uit te spreken voor Amerikanen, stelt ze zichzelf voor als Madelin, de
naam die ook op haar beker van starbucks stond. Prompt zet de cowboy voor haar
een liedje in 'sweet Madelin'.
Aan een andere tafel worden twee kaarsjes aangestoken. Er
zijn geen jarigen maar wel twee mensen die zich hier verloofd hebben, wij mogen
met hun meevieren onder de tonen van 'love me tender'.
We zagen het wel vaker in de verschillende parken, soms
vielen jonge mensen mekaar zomaar in de armen van pure emotie bij het zien van
het panorama. Reizen doet wat met mensen.
Als we s avonds met z'n allen rond het kanpvuur zitten,
weet ik het wel zeker, dit is het meest mooie moment van de ganse reis. zelfs
ons jonge volkje die voor de reis zo verlangde om vegas te zien, durft nu al toegeven
dat dit stuk vast het mooiste is. Overweldigd worden, door een kampvuur, een
cowboy of twee die met gitaar en mondharmonica zingen, de geur van het hout,
dat van de paarden verderop, een hond die blaft en mensen van verschillende
plekken ter wereld die meezingen met liedjes die we allemaal blijken te kennen
'The ring of fire
'
|
|
Categorie:Go west - rondreis USA 2013
|
|
21-08-2013 |
Go west :Dag 18 â 20 augustus : De hopi indianen en een hert met paparazzi |
voor diegenen die zich nog zouden afvragen wanneer ik de
blog schrijf. We leggen nogal wat mijlen af per dag, dus ergens onderweg met de
laptop op mijn schoot pen ik alles al neer. Ook de foto's worden dan alvast overgeladen en gesorteerd. Helemaal handig is het meestal niet omdat ter hoogte van mijn voeten ook nog drank en beleg liggen heb die door de airco koel moeten blijven, maar het lukt. Net.
Terwijl ik schrijf vandaag staat er aan mijn voeten ook nog een
potje pietie of piekie (ik weet het niet helemaal goed meer) en nog een
presentje van een heel bijzondere plek, in de handschoenenkast. Dat komt door
een aantal ontmoetingen.
We zijn de dag begonnen met ochtendgymnastiek in Chinle bij
de Canyon de Chelly. Via een route die driehonderd meter daalt in de canyon gaat
we naar ons einddoel. Het witte huis; Ongeveer 400 jaar geleden dreef een leger
van Amerikanen de indianen op die zich in de vallei probeerden schuil te
houden. Mij doet de vallei met de rechte zwart en rood gekleurde wanden
alleszins denken aan de open ruimte in een versterkt fort, maar dan vele malen
groter. Het witte huis is een van de oude overblijfselen van de indianen die
hier woonden. En we kunnen deze toch van relatief dichtbij bekijken.
De weg is warm (I know, ik val in herhaling) maar mooi
doordat er kleine glinsters in de rode steen zitten, wat onze weg iets
keizerlijks geeft. Het loont zeker de moeite om hier langs te komen omdat er een
zekere rust hangt, een soort geborgenheid. De roofvogels vliegen in cirkels
boven ons en maken schaduwen op de muren.
Bovendien staan enkele Navajo indianen hier nog met enkele
verkoopstalletjes.
Daarna gaat onze tocht verder naar het gebied van de Hopi
Indianen. We beseffen nog niet hoe intens we kunnen kennismaken met de Hopis die leven in een relatief klein stuk land te midden Navajo gebied. In het verleden toonden
de Navajos zich overheersender tegenover de Hopis. Ze stolen hun paarden en
dreven de Hopis naar een kleiner gebied. De plek waar ze wonen is zelfs zo
klein dat we moeten opletten om niet voorbij te rijden aan de dorpen.
De afslag naar het bezoekerscentrum hebben we nog net
gezien. We ontdekken er nog maar eens dat ons beeld van indianen (met de
pluimen, vlechten en de tipis) niet echt klopt. De vrouwen dragen een soort haarwielen
aan de oren (ze nomen het zelf vlinders) en de mannen zijn heel eenvoudig
gekleed.
Zo gauw we buitenkomen spreekt een Hopivrouw ons aan. Of we
haar niet wat verderop willen naar haar dorp brengen. Dat het echt niet ver is
en dat we toch die kant op gaan naar Tuba City. Onderweg babbelt ze rustig
verder. Ze verklaart haar naam, maar wij begrijpen die niet helemaal goed. Haar
echtgenoot komt uit El Salvador, hij is Christen maar zij gelooft nog in de
traditionele religie. Als we aankomen bij haar dorp lijkt het op niet meer dan
een aantal snel gebouwde ruwstenen huizen, losweg bij elkaar. Heel veel woningen
zijn er niet en ergens zal iedereen wel familie zijn van elkaar.
De vrouw nodigt ons uit om toch eens te komen kijken hoe je
pietie moet maken. Dit Hopi gerecht blijkt gemaakt te zijn met blauwe mais
(maar ziet er toch groen uit) en heel plat gebakken op een zwarte hete steen.
Bijna krijgen we een kookdemonstratie toe, maar daar is het te warm voor.
Het is ons niet helemaal duidelijk of het hele gebeuren
opgezet is om ons van hun mandjes te laten kopen (dat zou kunnen natuurlijk),
maar wij vrezen in elk geval dat deze aankopen van mandjes of aardenpotjes de
valies niet zullen overleven. En eigenlijk weten we ook niet goed hoe we met
deze cultuur moeten omgaan. Hoe dan ook, daardoor zit ik dus met een potje
platte pannenkoek tussen mijn voeten. De pietie smaakt een beetje naar tortilla
chips maar zonder zout.
Net buiten het dorp van de Hopi mevrouw, ligt een van de
oudste nog steeds bewoonde dorpen van Noord-Amerika. Op zich is dat niet zo
heel erg moeilijk om het oudste dorp te
wezen, want het nieuwe deel van USA bestaat nog niet zo lang. Toch intrigeert
het ons.
Ook aan dit dorp rijden we bijna voorbij en net als bij het
voorgaande staan heel erg eenvoudige huizen met één verdieping losweg bij
elkaar. Het valt niet altijd op of de huizen nog bewoond zijn of als ruine
achterblijven. Ineens verklapt een bord ons dat er in een bepaald huis Hopi
kunst verkocht wordt. En ze zijn open. Het was belangrijk dat dat op het bord
stond, want echt duidelijk open zagen we de plek niet. We moeten 2 deuren
door om binnen te raken. Maar ineens staan we in een echte winkel waar we
zelfs met Visa kunnen betalen.
Ons oog valt op een miniatuurbeeldje dat bijzonder mooi
uitgesneden is (de figuur van de zon) maar zo gigantisch duur is dat we het
netjes laten staan. We nemen wel een ander mee. Ach, we zijn al helemaal emo
door de plek waar we zitten. De oma staat in de winkel achter haar glazen
toonbank met zilverwerk en houten beelden, terwijl de mama in dezelfde ruimte, die meteen ook woonkamer is,
haar baby ververst en troost. Het kindje, met zijn haartjes recht omhoog, kijkt ons met
grote ogen aan. We mogen nergens fotos van trekken, wat wel jammer is
natuurlijk.
Bij het buitengaan roept nog een andere vrouw naar ons. We
begrijpen haar niet helemaal goed, maar het klinkt als kom je nog eens mee
binnen bij mij, ik heb ook nog mooie dingen staan, een mandje misschien. Toch
zwaaien we vriendelijk en gaan er vandoor omdat we wel zeker zijn dat iedereen
(in de 15 huizen die er staan) wel iets heeft om te verkopen.
De Hopis zijn dus specialist in houten religieuze beelden
snijden, manden vlechten en aarden potten boetseren.
Net bij het binnenrijden van het Grand Canyon natuurpark, ontmoeten we nog een impressionant wild dier. Ik had er in elk geval nog nooit zo eentje gezien. Een hert met een gewei om U tegen te zeggen, rustig bezig met knabbelen en bladeren loskraken met zijn gewei (we horen de takken kraken). In geen tijd stond iedereen stil om foto's en filmkes te maken. Het dier bleef rustig dooreten langs de kant van de weg. In de euforie was blijkbaar niemand er zich van bewust dat als dit dier ineens begon te lopen in de richting van het verkeer, hij meteen een aantal mensen op zijn gewei kon spiesen.
Dus deze avond overnachten we al aan de Grand Canyon. De volgende twee dagen logeren we in een Tipi en/of een cowboycabin. Dan zitten we midden de Hualapai indianen. Zeer benieuwd wat
dat wordt.
zonnige USA groeten Annemie
|
|
|
|
20-08-2013 |
Go West Dag 17 - 19 augustus ; door naar Monument Valley (Arizona) |
We blijven vandaag nog even hangen in Page voor twee haltes. Eerst
strekken we onze benen onder een hete Arizonazon om een stuk van de canyon te
bewonderen in de vorm van een hoefijzer. Wie hier op een clif komt zitten
heeft een zicht op de Coloradorivier (we komen hem nog tegen in Grand Canyon)
300 meter lager, in verschillende tinten glasgroen helder water tegen een bijna
rode rots achtergrond.
Daarna wil ik in Page nog iets opmerkelijks op de fotolens
te krijgen. Een kerkenstraat. Stel je daar absoluut geen Kerkstraat bij voor met een kerk en plein, wat
beplanting errond.
Hier vind ik in één en dezelfde straat : Een Lutherse kerk, naast een kerk voor Maria, eentje van de getuigen van Jehova, een katholieke kerk, een kerk voor de gemeenschap van David
en
.
Er zijn 12 verschillende kerken in één enkele straat. En alles ligt broederlijk
naast elkaar, een heel uitzonderlijk zicht vond ik toch.
We laten Page achter ons om in de richting van Monument
Valley eerstvolgend halt te houden bij Betatakin. Dit is een Navajo nationaal
monument waar we te voet tot bij vroegere huizen van de indianen kunnen
stappen. In het bezoekerscentrum zitten drie Navajo vrouwen te weven, de
specialiteit van dit volk. Maar het voelt raar om hen daar bezig te zien. Mooi
enerzijds maar het lijkt ook een beetje op begluren. Ik bewonder wel de tapijten die ze
maken.
Onderweg naar de rots inham waar de Indianen huizen nog
zichtbaar zijn, komen we het groen tegen dat pas betekenis krijgt als we de
bordjes erbij lezen. Sommige planten waren bedoeld om zalf of zeep mee te
maken, anderen om pijl en boog mee te vervaardigen, of wiegjes je maken. Van de
yucca aten ze de vruchten, de cactussen werden gedroogd gegeten. Steeds weer
worden stukken van deze cultuur duidelijker. Als we bij de rots inham komen en
de huizen daarbinnen vanuit de verte kunnen zien, wordt het stil. We weten dat
we op onze reis niet in Mesa verde (met bekende Indianen woningen) zullen
geraken, maar dit bezoek laat ons al wel zien hoe de Navajos en hun voorouders
hebben geleefd.
Daarna gaat onze reis verder naar Monument Valley. Onderweg
stoppen we om wat extra fruit te kopen. Geen plaats is beter dan een supermarkt
om de cultuur te ontdekken. Zodra we binnenkomen hebben we zin om nog vlug het
fototoestel erbij te halen, maar dat zou een raar zicht geweest zijn, vrees ik.
Een greep uit wat we tegenkomen.
Taartjes in alle mogelijke felle kleuren, soms worden ook
alle kleuren tegelijk gebruikt, alsof het gebak tegen een regenboog is opgelopen.
Een muur van blikken, niet in een rek maar gewoon van de
grond af naar boven gestapeld
Een zak boter, ik schat met een kilo of twintig per zak (zoals bij ons de patatten dus)
Marshmallows in alle kleuren en maten, kleintjes voor de
warme chocomelk en maxi versies voor de BBQ
Pindakaas gemengd met aardbei- of druivengelei, zoals
bij ons de duochoco
Als ik bij het rek van de kruiden kom (daar kan ik niet
voorbij zonder iets typisch mee te nemen), word ik ineens aangesproken.
De man stelt zichzelf voor als Native (hiergeboren/oorspronkelijke bevolking), Navajo
en inwoner van USA.
Waar ik vandaan kom? Vraagt hij. Mijn antwoord lijkt hem
niet zoveel wijzer te maken. Belgie, dichtbij Frankrijk, Europa. De
kennismaking verloopt ietwat stroef en gaat helemaal de verkeerde kant uit als
hij opmerkt dat mijn haar al wat grijs is. Hoe oud ik dan wel ben? En of ik
veel heb moeten nadenken? En of het misschien toch niet beter was om mijn haar
niet te kleuren.
Nou ja, de indianen hebben natuurlijk het voordeel van hun
zwarte haar te houden tot ze pakweg zeventig zijn, schat ik. Zo zag ik in elk
geval een grijze overgrootmoeder met nog één enkele tand in haar mond.
Dus gooi ik het gesprek een andere kant op en vraag hem raad
over welke kruiden ik zou meenemen. Ik ben zeer benieuwd naar wat het zal
smaken, want de tekst op de verpakking maakt me niks wijzer.
In elk geval, we blijven langer hangen dan nodig om alleen wat fruit te kopen.
Volgend op onze tocht staat Monument Valley, oftewel het
decor van de western films en van sommige reclameclipjes. Om erdoorheen te rijden volgen we een Dakar
route die beter te nemen is met een 4x4, maar met onze huurwagen lukt het ook. De
naam van dit Nationaal park, ook van de Navajos, kan niet beter gekozen zijn.
Monumenten zijn het, de rotsformaties die we tegenkomen. Er is een rots die
volgens ons de vorm heeft van een theepot. Dus wordt het liedje gezongen : 'ik
ben een theepot met een ronde buik, hier is mijn oor en daar is mijn tuit'. (de
ganse weg lang).
We ontdekken een totem en Filiep, Marjolein en Ewout gaan
zelf aan de slag om ook te poseren als totem. (zie foto) Er hangt zelfs een regenboog in
de lucht bij de rotsen. Speciaal. Ik had het niet verwacht, maar ontdek dat hier
ook mensen wonen. Hier en daar is een privé weg. Kinderen hollen voor ons uit
met honden of hobbelen op hun kleine fietsen vooruit. Uiteraard zijn ook hier
de mooie zilverjuwelen te vinden, gecombineerd met halfedelstenen. De verjaardagen
en feestdagen zullen redelijk indiaans getint zijn.
We blijven s avonds eten met zicht op Monument Valley. Het zicht
ontroert ons terwijl we onze Navajo gerechten veroberen. We kunnen niet mooier afronden.
Deze nacht ligt onze slaapstek in Chinle, nog een twee uur
rijden verder. De dag is nog maar eens volledig volgeboekt omdat er altijd meer
te zien is dan we tijd hebben. Ik vraag me af waarom ik in hemelsnaam boeken heb
meegebracht. Er is nog geen vrij moment geweest om die open te slaan. Zelfs de blog schrijf ik vaak onderweg al in de auto. Formidabel veel warme groeten. Have a good day LIefs Annemie
|
|
|
|
19-08-2013 |
Go West, Dag 15 - 17 augustus : Avontuur in Bryce Canyon |
We spelen een spel vandaag J
En we hebben nodig : een nationaal natuurpark, een
fototoestel en een koppel goeie ogen.
Check. Het natuurpark is vandaag Bryce Canyon, fototoestel en
een koppel lenzen zijn in de aanslag (Marjolein is vaak de fotograaf van ons
gezelschap) en de ogen hebben we ook niet in onze zakken.
Ik geef de opdracht om minstens zeven wilde dieren te
vinden. Dat moet haalbaar zijn, want er zitten arenden, prairiehonden en een
soort leeuwen in dit park. En iedereen bijt zicht vast in de uitdaging. Terwijl
Bryce Canyon zelf natuurlijk ook een bijou is. Maar er hangt onweer in de lucht
en we weten nog niet welk stuk we uiteindelijk zullen kunnen zien.
We trekken eerst een stuk met de auto tot op het einde van
de Canyon en bezoeken onderweg de mooie zichten van ver. Bij de natuurlijke
boog, gilt iedereen spontaan wow. De volledige Canyon is van bovenuit al
indrukwekkend. De terracotta kleuren gaan over van donker oranje, naar zalmroze,
over lichtgeel en wit. De gesteenten zijn uitgesleten in lagen en wat
overblijft zijn kunstwerken die alleen moeder natuur kan bouwen (merk je het
dat ik al een beetje onder invloed ben van de indianengemeenschap waarin we
terecht zijn gekomen?)
Er hangt nog steeds onweer in de lucht die ineens begint los
te barsten. Regen, hagel, bliksem, donder. Het is echt te gevaarlijk om nog op
een hoog punt de canyon te bewonderen. Dus nemen we eerst onze picnic en hopen
dat de zon weer zal stralen daarna. Maar dat is niet zo.
Toch kunnen we het mooie van de canyon echt niet laten liggen,
dus trekken we trui en regenjas aan (even een zoektocht in de valiezen) en kiezen
we even later toch voor een tocht naar beneden in de Canyon. We gaan zelfs voor
de Navajoloop die omschreven staat als toch-iets-lastiger. De doortocht
fascineert ons zodanig dat we er even niet aan willen denken dat er ook nog een
klim volgt. De fotos volgen elkaar op in hetzelfde tempo als de wisselende
beelden die we tegenkomen. Op onze weg valt meteen op hoe broos de gesteenten zijn. Zelfs met de hand kunnen stukken afbrokkelen. Het lijkt een beetje op
klei die bijna droog is. Terwijl we blijven dalen en kronkelen door de canyon,
blijft het regenen, donderen en bliksemen. Als extra animatie kan dat wel
tellen. We moeten zelfs heel even schuilen als er teveel water naar beneden
komt.
De regent veranderd ook het pad, merken we ineens aan de
wandelaars die uit de andere richting komen. Een aantal mannen hebben met de
kleigrond, die nu zacht is geworden, oranje indianen tekeningen op hun gezicht
gemaakt. Hun voeten hebben een modderig oranje rand.
Het duurt niet echt lang eer onze voeten er net zo modderig
uitzien. Het pad gaat intussen terug naar boven en we stapglijden onze weg
verder. Een sportieve uitdaging die we allemaal heel erg tof vonden. Bryce
Canyon krijgt van ons allemaal een sterretje.
En de opdracht begint ook te slagen. We hebben op dit moment : een Woestijnvos : uit death Valley een roodneusbij : volgens Ewout is dat ook een wild dier een bruine beer : een levende in Yosemite, een koddig pluche uit Bryce Canyon een kudde eekhoorns : die zitten echt overal en kunnen best gevaarlijk zijn een koppel herten salamanders in allerlei kleuren een heel vreemde grote groene rups en ik vergeet er hier ter plekke nog wel een aantal maar de dierenzoektocht gaat gewoon verder
s Avonds gaan we eten bij een Mexicaan (tja, waarom ook
niet) in het stadje Kanab. Een verassend Hollywoodstadje waar het thema cowboy
en Indiaan breed uitgesmeerd wordt.
Onze eindbestemming ligt in Page, waar we ontdekken dat de
supermarkt hier dag en nacht open is. Om iets van alcohol te mogen kopen moest
iedereen onder de leeftijd van 40 jaar zijn paspoort tonen. Filiep hoopt
alleszins nog dat de kassière zijn
paspoort zal vragen. Ze twijfelt wel even , maar doet het niet ;-).
|
|
|
|
|
Go west dag 16 - 18 augustus : Page en oranje in Arizona |
Vandaag weten we zelfs niet goed hoe onze dag eruit zal
zien. We zijn toegekomen in een stad die pas in 1956 is opgericht toen ze een
dam bouwden bij de Colorado rivier en de canyon onder water liep. Mijn plan was
om de antelope Canyon te bezoeken en als het even kon ook de rainbowbridge. Anders dan de gelijknamige brug bij Canada is dit een natuurlijke boog, de grootste zelfs.
Even leek het erop dat we de canyon moeten laten vallen.
Omdat deze alleen te bezoeken is met een gids, moet er gereserveerd worden en
dat was ons nog niet gelukt (we deden wel de moeite om dagen vooraf een plek te
bemachtigen). Iedereen die de canyon zag, was heel erg lyrisch over wat ze
zagen. Het zonlicht komt op het middaguur de smalle kloof in en kleurt de
wanden van de canyon in verschillende tinten, wat een magisch schouwspel
oplevert.
Dus dat wilden we toch wel eens zien en we hadden er zelf
enige tijd en moeite voor over. Zonder reservatie zijn we in de rij gaan staan.
Deze plek behoort toe aan de Navajo indianen en het is eigenlijk de eerste keer
dat we op hun domein komen. De rij om een ticket te bemachtigen is lang en
omdat het geen zin heeft om met zn vieren aan te schuiven, gaat de rest naar
de supermarkt (dat is op zich al een avontuur om al die verschillende producten
te zien staan).
En yes, als ik tegen 12u dan toch een ticket kan bemachtigen
voor een geleidde toer, voelt het alsof ik het gouden ticket gewonnen heb om
naar de chocoladefabriek van Willie Wonka te gaan. Yes, yes, zo kan het dus
ook.
We rijden (hobbelen, hotsen, botsen) eerst een stukje met
onze gids mee achterin een open truck. Al de gidsbeurten worden gegeven door
Navajo indianen. De onze is een formidabele fotograaf die tussen zijn uitleg
door steeds weer ons fototoestel overneemt om bijzondere plaatjes te maken. Hoe
hij het doet weet ik niet, maar wat hij fotografeert, ziet er altijd uit alsof het uit
een boekje komt. Met de inval van het licht, maakt hij een foto van Marjolein
als vlinder. Hij haalt de vormen uit de door de natuur gevormde stenen (een
kleine olifant, de gezichten van dieren, mensen
)
Ik weet niet waarom maar er is een dame in het gezelschap die steeds weer de
regendans begint te zingen en onze gids doet naarstig mee. J We zijn heel content
dat we dit stukje toch nog hebben kunnen bekijken.
De dag is nog lang niet om als we verder ook Glen Canyon
gaan bezoeken en de hangende tuinen met orchideeën. De bloemen bloeien niet
meer maar de plek is zo zen. Rondom ons, in een straal van tien kilometer of
zo (de afstanden zijn heel moeilijk in te schatten hier) is niets te zien dat
aan mens doet denken. Alleen de terracotta rotsen, de oranje platteaus van plakken
steen, de cactussen en ander groen. Hier kom ik echt tot rust. En hier zou ik best wel kunnen blijven zitten tot de avond valt en er vast weer andere dieren uit hun holen komen gekropen.
|
|
|
|
18-08-2013 |
Go West dag 15 - 17 augustus : spannend in Bryce Canyon |
Dag 15, 17 augustus : Avontuur in Bryce Canyon
We spelen een spel vandaag J
En we hebben nodig : een nationaal natuurpark, een
fototoestel en een koppel goeie ogen
Check, het natuurpark is vandaag Bryce Canyon, fototoestel en
een koppel lenzen zijn in de aanslag (Marjolein is vaak de fotograaf van ons
gezelschap) en de ogen hebben we ook niet in onze zakken.
Ik geef de opdracht om minstens zeven wilde dieren te
vinden. Dat moet haalbaar zijn, want er zitten Arenden, Prairiehonden en bergleeuwen in dit park. Iedereen bijt zicht vast in de uitdaging. Terwijl
Bryce Canyon zelf natuurlijk ook een bijou is. Maar er hangt onweer in de lucht
en we hopen dat we toch nog een stuk in de Canyon kunnen zien.
We trekken eerst een stuk met de auto tot op het einde van
de Canyon en blijven onderweg hangen voor de verzichten. Bij de natuurlijke
boog, gilt iedereen spontaan wow. De volledige Canyon is van bovenuit
indrukwekkend. De terracotta kleuren gaan over van donker oranje, naar
zalmroze, over lichtgeel en wit. De gesteenten zijn uitgesleten in lagen en wat
overblijft zijn kunstwerken die alleen moeder natuur kan bouwen (merk je het
dat ik al een beetje onder invloed ben van de indianengemeenschap waarin we
terecht zijn gekomen?); Het valt ook op dat haast iedereen beroert wordt door wat ze zien. Jonge koppels vallen mekaar van pure emotie spontaan in de armen en beginnen te zoenen. Dat zag ik ook al in Death Valley gebeuren. Of hoe een brok onversneden natuur een mens zo van zijn sokken kan blazen.
Er hangt nog steeds onweer in de lucht. Die begint ineens los
te barsten. Regen, hagel, bliksem, donder. Het is echt te gevaarlijk om nog op
een hoog punt de canyon te bewonderen. Dus nemen we eerst onze picnic (min of meer beschut) en hopen
dat de zon weer zal stralen daarna. Maar dat is niet zo.
Het mooie van de canyon kunnen we echt niet laten liggen,
dus trekken we trui en regenjas aan (even een zoektocht in de valiezen) en
kiezen we even later toch voor een tocht naar beneden in de Canyon. We gaan
zelfs voor de Navajoloop die omschreven staat als toch-iets-lastiger. De
doortocht fascineert ons zodanig dat we er even niet aan willen denken dat er ook
nog een klim volgt. De fotos volgen elkaar op in hetzelfde tempo als de
wisselende beelden die we tegenkomen. Op onze weg valt meteen op hoe broos de
gesteenten wel zijn. Zelfs met de hand kunnen we stukken afbrokkelen. Het lijkt
een beetje op klei die bijna droog is. Terwijl we blijven dalen en kronkelen
door de canyon, blijft het regenen, donderen en bliksemen. Als extra animatie
kan dat wel tellen. We moeten zelfs heel even schuilen als er teveel water naar
beneden komt.
De regen verandert ook het pad, merken we ineens aan de
wandelaars die uit de andere richting komen. Een aantal mannen hebben met de
kleigrond, die nu zacht is geworden, oranje strepen op hun gezicht
gezet, als Indianen. Hun voeten hebben een modderig oranje rand.
Het duurt niet echt lang eer onze voeten er net zo modderig
uitzien. Het pad gaat intussen terug naar boven en we stapglijden onze weg
kleverig verder. Een sportieve uitdaging die we allemaal heel erg tof vonden. Bryce
Canyon krijgt van ons allemaal een sterretje.
s Avonds gaan we eten bij een Mexicaan (tja, waarom ook
niet) in het stadje Kanab. Een verassend Hollywoodstadje waar het thema cowboy
en Indiaan breed uitgesmeerd wordt.
Onze eindbestemming ligt in Page, waar we ontdekken dat de
supermarkt hier dag en nacht open is. Om iets van alcohol te mogen kopen moest
iedereen onder de leeftijd van 40 jaar zijn paspoort tonen. Filiep hoopt
alleszins nog dat de kassière zijn
paspoort zal vragen. Ze twijfelt wel even , maar doet het niet ;-).
|
|
|
|
|
Go west : dag 14, 16 augustus : byby Nevada, Hello Arizona en Utah |
Ik had het Marjolein en Ewout beloofd. Heel simpel hoor. Gewoon eens op tijd op onze slaapstek aan te komen om rustig van alles te genieten en ook tijd te hebben om te eten. Gisteren was het net even anders, Het was al heel laat tegen de tijd dat we er konden over nadenken om aan tafel te gaan We hebben natuurlijk al wel lekker getafeld, van Koreaans, naar Italiaans..... lekkere dinges allemaal. Gisterenavond stond er, wegens gebrek aan iets anders (echt waar), burger op de menu voor mij alleszins een once-in-a-life-time-experience.
Dus vertrokken we vanuit het hotel met de allure van Vegas. Een vreemde slaapstek echt waar, we gingen ontbijten en moesten door de goktent tot bij het restaurant. Er zaten al (of nog?) mensen aan de toestellen, helemaal gehypnotiseerd. Na het ontbijt zaten ze nog net identiek zo in dezelfde houding. Alleen een wijsvinger bewoog op de knoppen. We waren het er allemaal over eens, dit is een soort moderne vorm van bejaardentehuis, toch op deze plek.
In Vegas haalden we onze lunch en konden alvast al eens proeven van wat de voorstad aan 'must-have-dingen' heeft te bieden (zie ook foto).
Na Vegas (ook al eens leuk om al een eerste blik te werpen op de strip) mocht ik Nevada uitrijden en Arizona en Utah binnenrijden, met steeds weer wisselende decors, van woestijn naar groene stukken en verder rood/oranje bergen. We zullen in deze staten nog mogen voelen dat het uur heel erg wisselend is. In principe komen we nu in een andere tijdzone terecht, een uur dichter bij Europa, dus tellen we vanavond een uur bij. Maar in de indianen reservaten houden ze dan weer het uur van Californië omdat ze het zomeruur niet gebruiken. Dus is het niet zozeer de vraag 'Hoe laat is het nu?', maar 'zitten we bij de Indianen of niet?'
Tijdens de verdere rit naar Bryce Canyon (als ik niet meer aan het stuur zit uiteraard) specialiseer ik me nog in het 'uit de auto fotograferen van vrachtwagens'. Heel erg boeiend allemaal.
En we konden eindelijk eens rustig toekomen in onze kamer.
Het was een doorreisdag dus naar Bryce Canyon en we lieten Zion park vallen Maar iedereen was supercontent
liefs
|
|
|
|
16-08-2013 |
Go West dag 13, 15 augustus : van Mono Lake naar Death Valley |
Vandaag starten we de dag met een ontbijtje op ons terras
met zicht op Mono Lake. Qua eten hebben we al veel gehad maar dit nog niet. De
variatie is nooit ver weg hier op reis.
We zijn van plan om toch het meer eens van dichtbij te gaan
bekijken en we kunnen het onszelf gemakkelijk maken door de auto te parkeren
dichtbij en zo een minuut of zo naar het meer te stappen om daar de wonderlijke
witte constructies uit een soort kalksteen te bewonderen. Maar we gaan voor een
avontuurlijker tocht (een uur of meer, ik heb geen benul van tijd zonder
uurwerk) door vanuit het bezoekerscentrum helemaal naar beneden te lopen, door
de droge bolvormige struiken. Er loopt geen pad naar toe, dus mag Ewout voor
spoorzoeker spelen.
Maar we geraken er, weliswaar redelijk dorstig allemaal (de zond gloeit). We ontdekten intussen ook heel mooie flora, al is die in de
hete zomerzon niet zo uitbundig aanwezig. En door die extra moeite die we
deden, is het een beloning om aan het meer te geraken. De meeuwen en andere watervogels zoeken er hun lunch de witte bouwsels die in en uit het water staan geven het geheel iets feeëriek. Die Tupa's stonden vroeger in het water, maar in nog geen eeuw tijd is dat waterpeil van het meer met twaalf meter gedaald, zodat ze daardoor nu boven water uitkomen of zelfs op de oever staan. In het water waden met blote voeten is er trouwens niet bij, want er stijgt een bijzondere geur uit het water op. Bovendien hebben we de zwermen kleine vliegjes aan de oever, liever niet aan onze voeten hangen.
Daarna gaat onze tocht verder naar Death Valley. Dé plek
waar goudzoekers vroeger en zelfs recent nog een koppel Nederlanders,
doodvielen van de warmte. Zeg nu zelf, wie wil hiernaar afzakken? Naar de plek waar de heetste temperatuur op aarde is gemeten (57)C)
Ik durf bekennen, voor de reis had ik niet veel trek om in
deze plek door te trekken, maar de vallei ligt toevallig wel op de route die we
nemen en andere reizigers waren vol lof.
We hadden het plan om net voor Death Valley nog even te
picniccen aan een groot meer. Een goed idee toch? Onder een boom, bij een
bankje aan het water. Onze voeten intussen wassen, want die slaan wit uit van
mono lake.
Het dorp bij het meer ziet er heel erg verlaten uit als we
toekomen, een beetje creepy zelfs. Een kruising tussen een verlaten camping met
Caravans en een stort voor wagens. Een meer is zelfs niet meer te vinden. Alleen een opgehangen surfbord waarop de letters bijna zijn
weggesleten, doet vermoeden dat hier vroeger inderdaad een prachtige plas water
moet hebben gelegen. Toch heeft ook deze verroeste plek, die
verlaten lijkt, zijn charme. Alle verlaten wagens, huizen, stukken straat hebben hun verhaal te vertellen, waar wij alleen maar kunnen naar raden.
Het begint intussen al aardig op te warmen, we halen 40°C.
En het zal nog warmer worden.
Als we Death Valley binnenrijden, bedenken we nog dat een
kenner deze vallei omschreef als een hele hoop niets. Toch doen we er een
knappe vijf uur over om 180 km door de vallei te rijden. Deze
plek is meer dan 7000 km² groot, dus we doorkruisen alleen van west naar oost (het korte stuk)
Er is dus wel een heleboel te zien en we stappen vaak uit de auto. Intussen loopt
de temperatuur nog op. Toch houden we voor onszelf een tijdje vol dat het
allemaal wel meevalt, er is zelf een beetje (warme) wind.
Op een piekmoment halen we 50°C en dan heeft
uitstappen inderdaad iets van een sauna binnenstappen.
Toch blijft deze plek heel erg wonderlijk doordat je op de
bergen rondom de verschillende kleuren van aardlagen kan zien. Ook het dal
verandert steeds van uitzicht tijdens onze route. We zien zandstormen in de
verte en tussen de droge bolvormige struiken staan creaties die van ver op
grote cactussen lijken maar toch een soort van palmboom blijken te zijn. We
verwachten elk moment een gier te zien overvliegen. Tegen de avond bereiken we Badwater. Vertaal dat woord maar
letterlijk slecht water. De paarden van de goudzoekers die hier kwamen
drinken, lang geleden, vielen meteen dood. Deze witte vlakte, 80 m onder het
zeeniveau, krijgt nog iets extra speciaals doordat de zon de bergen begint te
raken. Onze schaduwen worden superlang. Hier ligt verwonderlijk nog wel een plasje water. Hier en daar graven toeristen zelfs naar het grondwater.
Even later komen we aan Zabriskies point als de zon zijn
ondergang achter de bergen echt is begonnen. Het is intussen al laat geworden,
maar we kunnen niet anders dan hier ook te stoppen om te bewonderen, omdat per minuut de kleuren
rondom veranderen door de zonsondergang. De bergen kleuren van geel, naar
oranje, naar rood en donkerpaars. Bij het vallen van de avond ontmoeten we de kleine woestijnvos die nu bij het koeler worden, zijn hol uitkomt. Ik durf bekennen dat ik hier graag nog eens terug zou komen, misschien in een ander seizoen en ook om andere stukken te ontdekken.
|
|
|
|
15-08-2013 |
Go West dag 12, 14 augustus. Een brok Yosemite en een ontdekking van Bodie |
Het is echt heel tof om nog wat langer in Yosemite rond te
kunnen hangen. De vallei laten we beneden liggen. We nemen de tijd om naar Glacier point te gaan, het zuidelijke hoge deel van Yosemite. Langs de route
hebben we steeds wisselende zichten van de vallei en de rotsen voor ons. We
kennen de Franse Alpen al wel, maar deze plek is toch anders en op zijn eigen manier
groots door de meters en meters hoge sequoia's. In Mariposa grove staan er zelfs die 3000 jaar oud zijn, maar deze oude mannen en vrouwen kunnen we geen bezoekje brengen.
Net bij het verlaten van Glacier point, hangt er
voor ons ineens een jongen uit zijn raam, enthousiast wijzend naar iets tussen
de bomen. En yes, we spotten hem. Een kleine beer die rustig naar ons toekomt.
De fototoestellen doen overuren.
Dan zetten we koers naar de Tioga pas, de route die het meest noordelijk in de hoogte ligt en niet open is in de wintermaanden door de sneeuw. Ook hier krijgen we bij elke nieuwe bocht een ander zicht, andere tinten van geel naar oker, bruin en oranje. We vreten kilometers, maar dat blijkt nog steeds helemaal niet erg te zijn, want de eindeloze zichten van bergen afgewisseld met grasland en meren zijn zalig om te bewonderen. Ik trek onderweg foto's en Filiep filmt af en toe het landschap. We willen hier niet riskeren om sneller te rijden dan toegelaten zodat we op dit rustige tempo ruim de tijd hebben om rond te kijken. Af en toe heb ik zelfs een jurasic park gevoel (dat stuk uit de film wanneer de gasten met een auto door de natuur rijden en de dino's tegen komen). We zien geen prehistorische dieren, maar het kon wel in dit kader.
Daarna rijden we verder noordwaarts richting Bodie. Dit is volgens heel goeie bronnen echt het mooiste spookdorp in het Westen. De weg ernaartoe is lang en we rijden ook vijf kilometer over een rotsachtige weg. Maar het is meer dan de moeite. Zoals in alle spooksteden in het wilde Westen zochten ook hier goudzoekers naar al wat blonk. Deze plek bloeide en werd een middelgrote gemeente tot in 1930 een brand uitbrak. Wat nu overblijft is zo indrukwekkend om te zien (ik weet het, ik val in herhaling) omdat zoveel is nagelaten van hoe de mensen vroeger leefden. Net of plots iedereen bij een belteken het dorp verliet. We komen een kerk tegen inclusief het meubilair, een saloon met de flesjes nog op de toog, ik zie er zo mijnwerkers zich te pletter drinken aan de likeur en daarna de vuist op gaan, een school en banken met boeken, de liniaal om de kinderen stil te krijgen een gevangenis met die dikke tralies aan de deur, van de bank is de voorkant en de deur naar de kluis over, de huizen hebben bedden, kasten, spiegels, het behang begint los te komen, er liggen nog kleren de winkel heeft een weegschaal staan met gewichten, de blikken koffie staan in het rek en de pillendoosjes met aspirine liggen klaar en ..... We kunnen hier een foto album bijeen samenstellen, dat wordt lastig straks om te selecteren.
Bij de ondergaande zon keren we terug zuidwaarts naar Mono lake, een meer waar het zout in vreemdsoortige bergen in het water ligt. Het lijkt een beetje op het natte zand dat we vroeger door onze vuist lieten lopen om er figuren mee te maken, maar dan groter. Het is mooi geweest vandaag We sturen je van hieruit veel liefs Annemie
|
|
|
|
|
Go West dag 11 - 13 augustus, Yes, we zitten in Yosemite (California) |
Als toerist ontdekken we steeds weer nieuwe dingen. Een
gewoon ontbijt is al een ontdekking op zich. Het duurde even voor ik snapte dat het apparaat
waar ik kon kiezen tussen twee smaken, eigenlijk deeg liet lopen voor de wafels
(bijna had ik ervan gedronken). Dus vandaag stonden op de menu paarse wafels
met blauwe bessen erin, probeer dat thuis ook maar eens.
En dan, Yes, we zijn er geraakt. Yosemite is het eerste
nationale natuurpark op onze menu. De vraag is vooral Komen we hier een beer
tegen? De toegangskaart die we aanschaffen voor de natuurparken in het Westen
is een jaar geldig. Dus diegenen die van plan zijn deze kant uit te komen voor
13 augustus 2014 mogen hem verder opgebruiken. Wie het eerste vraagt, krijgt
hem. (niet inclusief het vliegtuigticket tot hier, of wat dacht je )
Maar dus, Yosemite. We stoppen meteen al bij de ingang om
ons helemaal alleen te voelen te midden deze vallei. We picniccen op een platte
rots in de rivier en gelukkig heeft Ewout een goeie reden om het water in te
plonsen. Hij mag de fles water redden die naar beneden rolde. Al gauw zitten we
allemaal half of helemaal in het water.
In de vallei nemen we de route naar mirror lake het meer
tot bij de half Dome. Deze afgebolde rots is bijna een km hoog en verloor een
kwart van zijn volume aan gletsjers die stukken rots meesleurden. In het meer
spiegelt de rots als er water genoeg staat, maar dat is nu niet het geval. We
wandelen over de bodem van het meer, tot bij een restje water en blijven genieten van deze rustige brok natuur. Overal waar we lopen geurt het naar hars.
Op de terugweg houden we nog even halt bij El Capitan, deze kapitein is met
zijn 7569 voet (reken maar uit naar meter) uniek omdat hij een van de grootste
vrijstaande rotsen is ter wereld. s Avonds zien we het zachte licht op de
rotsen vallen. Zoals wel vaker bij toffe vergezichten laat ook dit park zich heel moeilijk in een foto vangen.
We verlaten het park langs de vele tenten tussen de bomen en
laten het park weer aan de beren. Her en der staan de boxen die alleen door
mensen kunnen geopend worden als bescherming tegen deze dieren. Wij zagen nog geen
beer en zijn van plan Amerika niet te verlaten voor we er eentje tegen komen.
|
|
|
|
|
Go West: Dag 10 - 12 Augustus : Monterey, Blauw, Blauw, Blauw |
Mag ik eerst nog heel even over Santa Cruz hebben van gisteren? We bleven
er eigenlijk hangen omdat daar nog een stuk van de Spaanse overheersing overgebleven is.
Zon twee eeuwen geleden vielen hier allerlei culturen binnen en ze lieten
allemaal hun sporen na. De Italianen waren de pioniers voor de sardienen
industrie. De Spanjaarden lieten ook hun cultuur achter en dat merkten we aan
de latin dansers op het strand. Ook de flower power bloeit hier nog een beetje, mannen gaan slagerij van Kampen achterna door slagwerk te brengen op plastic emmers en potten en pannen (rond de
buik gebonden). De kledij van de mensen is nog een beetje 'laat maar waaien' maar dit mooie wordt door de allesoverheersende boardwalk een beetje weggedrukt.
Vandaag proeven we van Montery en het is spannend omdat we
deze keer nog niet weten waar we s avonds gaan slapen. Zullen we wel kunnen slapen? Of moeten we in de auto kamperen?
Langs de baai van Montery roepen de zeeleeuwen ons
dichterbij (het lijkt eerder op een stevig potje balken van een ezel). Hoe groot
die kollossen ook mogen zijn, ze blijven schattig, met die grote ogen
waarmee ze af en toe eens naar ons gluren. Hoe langer ik blijf kijken naar hoe
ze over de rotsen naar boven klimmen met hun grote vinpoten en handachtige
achterpoten (als een staart), hoe boeiender ik hen vind. Ze krabben over hun kin en
achter hun kleine oorschelpen met hun achterpoten. Met hun vinpoten wrijven ze
zich over hun rug of omarmen ze mekaar. Enige nadeel, die beesten stinken ferm uit hun bek.
De meer dan handgrote zeesterren in het water zijn ook
machtig om te ontdekken tussen het wier. Ze zijn niet alleen rood of oranje
maar ook helderblauw-groen. Zoveel moois ligt te rapen in de Pacific Oceaan die
alle tinten van blauw draagt met hier en daar een vleug blauw-groen erdoor. Ook
in deze stad werden vroeger blikjes vis dichtgelast. De oude gebouwen (alle vis
is op, dus die industrie is platgevallen) zijn ook hier heel tof heringevuld,
o.a. met restaurantjes. Een uitgehold brood met soep gevuld is de specialiteit.
Het brood daarvoor wordt gebakken in Boudin, de bakkerij die we in San
Francisco zagen.
De mannen zijn ook al in hun nopjes want we arriveren net te
vroeg om het jaarlijkse en heel bekende oldtimer concours mee te maken. (gelukkig, denk ik dan). Dus
zijn we net op tijd om al die oude wagens te zien uitladen. Op de Highway 1
kwamen we de afgelopen dagen al meer Mustangs tegen dan er totaal In België
rondrijden. Dus nu kunnen Filiep en Ewout zich verlekkeren.
Dan is het echt tijd om het land in te trekken. En meteen
heb ik een Thelma en Louise-gevoel. Terwijl we langs de golvende velden passeren die alle tinten van geel en lichtbruin kleuren (het regen hier voor
het moment niet meer de komende maanden, dus ligt alles dor) heb ik zin om met
de voeten op het dashboard en het raam open luid mee te zingen op Paradise by
de dashboard light. We hebben onze jukebox mee, die Marjolein en Ewout
onderweg mogen bedienen. De gele tinten worden afgewisseld met zwarte koeien die op de
onmetelijke vlakte staan te grazen, hier en daar een kudde witte paarden,
wijngaarden en olijvenbomen. Nooit had ik durven hopen dat cruisen door het binnenland zo
tof kon zijn. De weg voor en achter ons is haast leeg, het is een cliché maar je kan hier inderdaad eindeloos lang rechtdoor blijven
rijden.
We komen onderweg een opgelapte mobilhome tegen (een oude
lichtbruine bus) waar ik heel graag een plaatje van had gemaakt. Er hangt een
jongeman met hoofd en schouders naar buiten, uitbundig te zwaaien. Op zijn kroezelharen zit een
zonnebril. Door het raam zwaait hij naar ons en roept waar gaan jullie naar
toe? (onze auto draagt de nummerplaat van Illinois, dus niemand ziet waar we vandaan
komen). Als groet stuurt hij ons nog een peace.
Vanaf dat moment hou ik het fototoestel startklaar om vb.
onderweg de brievenbussen te trekken die in groepjes staan bij het begin van
elke weg, of een kiekje te nemen bij de plaats waar ze autos verkopen. De garage is volledig versierd met glinsterende
slingers (Ik dacht echt dat in films dat overdreven werd, maar het is dus echt
zo kitcherig). We komen ook hier en daar
een ranch tegen en we verbazen ons over de vele Amerikaanse vlaggen die overal
gehangen worden aan bijna elke beschikbare palen of huizen. Mochten we dus een second of zo vergeten zijn dat we in Amerika zitten, dan worden we daar gauw genoeg aan
herinnerd. Zouden wij een Belgisch vlagje ophangen aan onze auto?
Ons plan was om in Mariposa een motel te zoeken, die plek
ligt maar een klein uur van Yosemite Nationaal park af. We weten zowiezo zeker
dat alles daarachter vol zal zitten, maar merken algauw dat ook in Mariposa alle motels
volledig vol zitten. Een dame aan de receptie is zo vriendelijk om ons verder
te helpen. We mogen zelfs haar gsm gebruiken want al onze toestellen weigeren
hier dienst (We hadden ons nochtans goed voorzien en zelfs in New york nog een
toestel gekocht).
Dus keren we in de piepedonker een stuk terug op onze weg,
met de maan die ons gezelschap houdt (ziet die er nu anders uit dan thuis? Jawel) en
een sterrenhemel om U tegen te zeggen want hier is geen lichtvervuiling. Och my god de dagen zijn hier ferm gevuld Groetjes Annemie en C°
|
|
|
|
12-08-2013 |
Go west : Dag 9 - 11 augustus, eerste echte tocht door het, niet meer zo, wilde Westen |
Vandaag voor het eerst neemt de wagen het werk over van onze
voeten en daar hebben we echt niets op tegen.
Als je er sfeer met geluid bij wil, zet dan born to be wild
op terwijl je leest, want ze rijden vandaag over highway 1. Europeanen kunnen
deze snelweg kennen, omdat ze hier testen doen met electrische autos
(California is één van de voorbeeldstaten qua mileubewustzijn). Tijdens Top Gear worden daarom ook vaak beelden gebruikt uit deze streek.
We ontbijten eerst
met Amerikaanse pannenkoeken die ik nu eens vers zie klaarmaken door Caroline.
Carl holt nog snel om Mapple sirop (esdoorn siroop) die overbekend is hier,
maar eigenlijk vanuit Canada komt. Ach ja, alles ligt niet zo ver uiteen.
We geven Caroline en Carl bij vertrek zowel een Amerikaanse
hug als een Europese zoen. Het zal weer tot december duren eer we mekaar
ontmoeten, maar de menu blijkt nu al vastgelegd voor de volgende date.
Santa Rosa (waar we logeerden) ligt even ten Noorden boven
San Francisco, dus we nemen de weg van gisteren terug om verder door te trekken
naar Monterey dat zuidelijker ligt. Maar eerst houden we halt voor een picnic ter hoogte van de
golden Gate Bridge. We merken constant dat het weer per aantal km heel fel
verandert, afhankelijk van het vocht dat van over zee komt. Dus nu trekken we
een trui aan (muts en sjaal waren ook welkom geweest) om met zicht op de
Pacific een hap te eten.
Ewout zorgt voor animatie als hij zijn beroemde
eetsamenstellingen aan de man brengt. Hij maakt een kuiltje over de
volledige lengte van zijn banaan, vult dat op met nutella en geniet zo van een
banana split zonder ijs (iets fris hebben we echt niet nodig). Voorbijgangers
wijzen naar hem en zo leren ze ook alweer een goeie combinatie kennen.
Bij de baai van Santa Cruz (net voor Monterey) is het dan weer gezellig
warm, we gooien een hoop lagen af en vergapen ons aan de Board Walk, dat niet
meer maar ook niets minder blijkt te zijn dan een pretpark aan de kust over de
lengte van het strand. Een aantal attracties krijgen een sterretje, de Carrousel
die in 1920 in de staat New York is gebouwd en nog steeds rondjes draait en de Giant
Dipper een houten roetsbaan die origineel gebouwd is in 1894.
Daarna trekken we verder naar Montery, nog een uurtje
zuidelijker, maar ineens is de mist daar weer en hebben we opnieuw een trui
nodig. We gaan eten op een plek dat me nog het meest doet denken aan de
interieurs van de sprookjesverhalen van de Efteling. Het zou me helemaal niet
verbazen als ineens de wolf van de 7 geitjes kwam opdagen.
Vaak heb ik het gevoel een figurant te zijn in een film
die zich hier toevallig afspeelt, een mooi verhaal trouwens, en we kunnen
absoluut nog heel veel leren van de mensen hier. We krijgen intussen het
gevoel dat we al een maand of zo van thuis weg zijn. Toch hebben we nog een
hele tijd in het westen tegeoed. Gegroet en machtig veel zomerse groeten
God bless ye,
Annemie
|
|
|
|
|
Go west : Dag 8 - 10 augustus, stokoude generaals onderweg |
Vandaag laten we San Francisco achter ons omdat we in Mill
Valley een afspraak hebben. Eindelijk ontmoeten we familie die ons heel wat
tips gaf voor deze Amerika reis. Maar we vertrekken niet zonder een picnictas
te laten vullen bij Boudin. In deze bakkerij zie je de bakkers aan de
etalages bezig de broodfiguren te vormen van o.a. trams en schildpadden. Tip voor
wie deze kant uitkomt, boek een hotel zonder ontbijt en kom de eerste maaltijd
van de dag her samenstellen. Het is gewoon te lekker om deze bakkerij links te
laten liggen.
De mist is weer opgetrokken als we de Golden Gate bridge
overrijden. En buiten de stad doet het decor nog veel meer aan Amerika denken :
de Amerikaanse vlaggen die aan gebouwen als waaiers zijn gevouwen, de houten
huizen met verandas voor de deur, het dorre gras. Omdat het hier maar een
aantal maanden per jaar regent liggen de heuvels er het grootste deel van het
jaar goudgeel bij.
In Mill Valley ontmoeten we Caroline en Carl, en we kunnen
meteen samen met hen de picnic verorberen, een heerlijk rustig en bijpraat
moment. Voor het bijpraten hebben we trouwens de hele verdere dag de tijd, want
we trekken een stukje verder naar het noorden om er de stille oceaan (the Pacific
Ociaan) te zien kletsen tegen de zwarte
rotsen die met hun voeten in het water staan. Het beeld lijkt heel erg op dat
van Big Sur, dat verder naar het zuiden ligt onder Monterey. Filiep heeft
ontzettend veel trek om zijn tenen in het water krijgen. Het hete zand waar we
onze voeten in woelen en het helderblauwe water die het zand opgerolt lijkt nog
meer Amerikaans door de surfers die zich hier op de golven wagen.
Carl merkt op dat waar ook ter wereld er formidabele
gelijkenissen zijn. Overal op het strand bouwen kinderen zandkastelen en
animeren de papas en de mamas hun kroost ongeveer op dezelfde manier. Wat wel
anders is, is dat er hier heel veel Aziatische mensen rondlopen, die naar hier
gekomen zijn als gastarbeiders voor het bouwen van de houten huizen. En. Het
water is diepblauw, de wind is van de partij zodat er allerlei vliegers in de
lucht hangen.
In het groene park achter het strand ontdekken we de zo
typische Amerikaanse Barbecue die door verschillende mensen warm wordt
gehouden. De feestjes zitten eraan te komen.
Nog dichter bij Santa Rosa en iets minder bekend bij toeristen
(velen gaan naar Muir woods, vast ook mooi ook maar druk) ligt Redwoods National
park. Ik had al fotos gezien van die hoge naaldbomen (sequoia bomen), maar het
is overweldigend (weeral) om ze hier in het echt te zien. Niet alleen omdat ze zo hoog
zijn, maar vooral omdat ze al zo lang in dit woud staan. We komen onder andere
Generaal Armstrong tegen die 1400 levensjaren telt. Dat mag al eens gevierd
worden. Het idee dat een boom er al stond in het jaar 600, die heeft toch al
eens iets te vertellen, mocht dat eens kunnen. Sommige bomen hebben inderdaad
gaten waarin een groep volwassenen kunnen staan. Misschien heb je de foto al
wel gezien van een volkswagenbusje die door een gat in de stam rijdt van een
sequoia. Daarover gaat het dus.
Omdat we, in tegenstelling met alle vorige dagen, hier
ongeveer alleen kuieren, horen we ook de raven roepen. Het is er dus rustig en
we kikken even af van het stadsgeweld van de afgelopen dagen.
s Avonds zijn we te gast bij Caroline en Carl thuis. Er
ligt vers gedraaide pasta klaar en eigen gekweekte groenten. De zelf gevangen zalm
gaat op de BBQ terwijl wij nippen van een glas ook zelf gebrouwen cider.
Een heerlijke avond, een mooie ontmoeting en dat is net wat
vakantie is, niet-moeten, ont-moeten.
|
|
|
|
10-08-2013 |
Go west dag 7 - 9 augustus : When you are going to San Francisco, draag dan bloemen in je haar |
Ik ben alvast in tenue met bloemen op mijn schoenen en in
mijn haar.
Meteen na het ontbijt springen we de fiets op. New York
heeft ons geleerd dat we niet alles te voet hoeven te doen en op de fiets komen
we ook de stad bovengronds tegen. Het lijkt ons een goed idee zo, we zijn
zeker niet de enigste toeristen die zo de stad bezoeken. Op het eerste stuk van
onze tocht beseffen we nog niet welke krachttoer het tweede deel zal kosten.
We rijden eerst Chinatowm in via de gate. Deze Oosterse
poort brengen ons al in de juiste sfeer samen met de lampionnen die in slingers
over de straten hangen, de eetstalletjes en winkels met draken.
De Fishermans Warf is een van de meest gegeerde stukken uit
de stad. Pier 39 trekt heel wat toeristen o.a. omwille van de restaurants met
krab.
Maar ik vind Cannery row mooier. De oude rode
fabrieksgebouwen, waar vroeger vis werd ingeblikt, worden nu opnieuw nuttig en
leuk ingevuld. Via Hyde street Pier
komen we bij driemasters en andere zeilschepen waarmee vroeger op Alaska werd
gevaren. De tijd wordt hier even teruggedraaid naar 1860 toen het Balchuda
schip de zee trotseerde. Het kost me geen moeite om de stoere zeebonken de vis
te zien vervoeren naar de Cannery Row.
We fietsen verder langs de baai van San Francisco. De stad
doet me qua vorm denken aan een omgekeerde komma, waar bij het smalle deel de
baai aan de ene kant en de Stille Oceaan aan de andere kant ligt. Ter hoogte
van Ford Maçon kijken, in zachte tinten geschilderde huizen uit op de inham van
de baai en haven. De Victoriaanse stijl van de woningen valt met geen andere te vergelijken.
Voor ons overheerst de Golden Gate Bridge als een statige dame, met een aandachtige blik over de stad. Net onder de brug,
worden we in het fort nog eens terugkatapulteerd naar 1866 via buskruit
en kogels, ik verwacht haast een leger blauwbloezen maar in plaats daarvan
repeteren er acteurs voor Mac Beth.
Na de Golden Gate Bridge raken we af en toe het spoor
bijster qua fietsrichting, ondanks een aantal verschillende plannen en een Iphone.
We voelen al gauw onze benen gloeien als we onderweg zijn naar het golden gate
park, nochtans probeer ik op gewone dagen te werken aan mijn conditie,
maar met niet overdreven veel effect, zo blijkt. Het fietsen op de steile hellingen in de stad is echt niet te onderschatten.
Op een bepaald moment beslissen de dames (Marjolein en ik)
om alvast een stukje vooruit te stappen met de fiets aan de hand (dat is een
stuk haalbaarder) de mannen bekijken intussen de kaart (van vrouwen is geweten
dat ze niet kunnen kaartlezen, al doe ik soms wel verwoede pogingen). Een dame
achter ons spreekt heel erg bezorgd de mannen aan, met de boodschap dat ze er
toch vooral moeten voor zorgen dat er af en toe gerust werd en dat we ook af en
toe stopten om te eten, want volgens haar zagen we er niet echt gelukkig uit. Die
bezorgdheid om mekaar, zo mooi.
Het was behoorlijk lastig maar het uitzicht op de
Victoriaanse huizen was meer dan de moeite. De Painted ladies, een groepje
gelijke huizen die verschillend geschilderd zijn, blijken heel bekend, maar in
de wijken waar wij in de loop van de dag door fietsten zagen we heel wat pareltjes van woningen.
Marjolein blijft de fotograaf van dienst die al dat moois vastlegt en ik val in herhaling, ook hier zou Ewout graag wonen.
We komen heel bijzondere mensen tegen. Ineens werd alle
verkeer tegengehouden door een aantal politiemannen op de motor. Ze
escorteerden een geblindeerde wagen waarin volgens iedereen van ons gezelschap
Elton John zat.
We liepen ook Jean-Claude Van Damme tegen, maar we geloofden
de man die dat beweerde niet echt. Hij zag eruit als een zwarte rapper, op
fluoschoenen. Bij de trappen aan de bloemrijke paviljoenen in het Golden Gate
park, begon hij te schreeuwen. Eerst dachten we nog dat hij in zijn eentje aan de
Lion King wou beginnen, maar hij bleek vooral te willen praten met voor ons
onzichtbare mensen. Vreemde dialogen gaf dat. Er waren wel meer mensen die
vanuit het niets tegen niemand aan het babbelen en roepen waren. Iemand op een voetpad schreeuwde naar ons dat hij in een volgend leven terugkeert als meisjesfiets. Wat ze gegeten , gesnoven of gedronken hadden, weet ik niet zo goed, maar het levert wel
aardige taferelen op. In elk geval, deze plek is ook gekend om zijn flower
power in bepaalde stukken in de stad. Hier en daar valt dat inderdaad op.
We sloten de
dag af met zeehonden die languit uitrusten aan de pier om daarna nog Lombard street te vinden. Een stuk weg
die zo stijl is dat ze de rijbaan zigzag gelegd hebben tussen de huizen. De
overgebleven driehoeken tussenin zijn mooi bebloemd, wat deze straat een van de
meest bijzondere maakt. We wandelen Lombard street naar boven, puffend.
Bij het terugbrengen van onze fiets, vroeg de man van waar we
kwamen en of we Nederlands of Frans of Duits spraken. Ik vondhet behoorlijk
sterk, dat hij België zelfs op deze manier kende.
San Francisco is echt de meest golvende stad die ik ken. De
wegen stijgen en dalen hier zo sterk dat we zelfs te voet onze spieren voelen.
De film mss Doubtfire is hier opgenomen en in die film vallen die
hoogteverschillen heel fel op.
IK kan alleen maar mateloze bewondering hebben voor Richard
Hammond die hier voor Top Gear rondreed met een fiets waarop een bierton was
gemonteerd.
Slaap zacht als je daar aan toe bent, Groeten van de
enigsten Kortrijkzaan die nu nog wakker is.
Morgen mogen we familie ontmoeten.
|
|
|
|
09-08-2013 |
Go West, dag 6 - 8augustus: te voet van Canada naar Amerika |
De laatste ochtend in Ontario, we genieten lang genoeg van
het bijzondere ontbijt, haute cuisine
vroeg op de dag en er is ook chocomelk met marsmellows. Onze gastheer
bakt elke dag verse muffins, telkens met een andere smaak. We hebben intussen
al geleerd dat de ontbijten hier zwaar zijn en nemen het gebakje mee voor
onderweg.
Ons plan is om alle valiezen eerst te voet tot aan de
bushalte te sleuren, daarna naar de rainbowbridge te rijden en daarna terug te voet
de grens over te steken.
Onderweg stopt er plots een dame in de auto. Op een toon die
de hoogte ingaat alsof ze ons wil tegenhouden om de Niagara rivier over te
zwemmen, gilt ze :
Oh My God, you guys! Ik zag jullie lopen met die bagage, Oh
My God! Ik dacht, die mensen moet ik meteen gaan helpen, OMG moeten jullie nog
te voet tot aan het bushokje? OMG, die valiezen zullen echt wel heel zwaar zijn,
OMG ik wil jullie graag helpen hoor, als jullie een lift nodig hebben. OMG!'
Dit bovenste is zo goed als letterlijk geciteerd en werd een
aantal keer herhaald. Het duurde echt even voor we haar gerust konden stellen dat het allemaal wel meeviel,
en we verder konden naar de Rainbowbridge. Die brug en de rivier vormen ook de grens tussen
de twee staten. De grens overwandelen is
een gekke bedoening, maar we hebben vanop de brug een prachtig beeld van de
watervallen, iets wat we vanuit de taxi bij het doorgaan moesten missen.
Om terug aan de USA kant te raken kostte het ons bloed (de
valiezen rijden wel eens over iemands teen), zweet (onze reusachtige valiezen
de trappen op en af sleuren) en tranen. Vandaag kregen we het intrieste nieuws
dat onze vriend en buurman de keuze maakte om uit het leven te stappen. Een
bericht die ons allemaal heel erg raakt en ons laat voelen dat we zorg mogen
dragen voor elkaar.
Jullie krijgen daarom allemaal een valies vol genegenheid,
en liefs. We denken echt aan jullie en proberen onze indrukken mee te geven en
mee te nemen voor thuis.
Annemie en C°
|
|
|
|
|
Go west, dag 5 - 7 augustus De Niagara Falls |
Ach, zalig om wakker te worden in Cuba
.dat dacht Ewout deze
morgen toen hij wakker werd. Nog maar net onderweg en toch al een beetje
gedesoriënteerd.
Vandaag komt het water van alle kanten merken we. De Niagara
falls hebben alles om je er een tijdje zoet mee te houden. We werden
gewaarschuwd dat het er zeer druk zou zijn, zeker aan de Canadese kant, maar
wij vonden het best meevallen voor het grootste deel van de dag. (het drukke
kermisdeel mijden we).
Bij elk stuk van het programma krijgen we een plastic
regenjas, we spelen dus afwisselend voor blauwe PMD zak en gele
kledij-ophaalzak. Die kledij is verder absoluut nuttig. Niet zozeer bij de
Niagara fury, een 4D film waarin we op een vochtige manier konden ontdekken hoe
de watervallen ontstonden, maar zeker wel bij de wandeling achter de
watervallen. Via tunnels worden we achter het watergordijn geloodst en ontdekken we wat de kracht van water is bij de voet van de waterval. Meteen
krijgen we een douche cadeau (dju shampoo vergeten). Op de Niagara rivier vaart
ook the maid of mist of zoals de naam het zegt, vaart deze tot zo dicht
mogelijk bij de watervallen, waardoor de passagiers in een mist van water komen
te zitten. Het water valt ongeveer 100 meter naar beneden maar boven de
watervallen is constant een wolk van water te zien. Wie in de buurt een
wandeling maakt, voelt steeds de waterdruppels. Daarom veranderen we ons plan
om ook met de boot mee te gaan, we zijn ervan overtuigd dat het zicht bij de
voet van de waterval het mooiste punt is om de waterwereld te bekijken.
De watervallen slijten nu nog steeds uit (30 cm per 10 jaar)
en per dag valt 1 miljard badkuipen (niet de kuipen, wel het water) naar
beneden. PER DAG, 1 MILJARD BADKUIPEN ! s Nachts wordt een deel van deze
waterkracht gebruikt voor elektriciteit.
De mensen zijn hier niet alleen vriendelijk, maar ook
geïnteresseerd.
'Hi guys, how are you doing? Where are you from?'
Heel snel raak je in gesprek en altijd is er iemand die het
ziet als je hulp nodig hebt.
Vanaf valavond verzamelen de kijkers zich weer massaal rond
het water. De watervallen worden in zachte tinten verlicht tot een feeëriek
spektakel. Een heel sterke ervaring en een once-in-a-lifetime experience.
Voor morgen hebben we een plan, we maken het onszelf eens
lastiger dan nodig.
|
|
|
|
|
Go west, dag 4, in de wolken |
Onze laatste ochtend in New York is er eentje om ergens nog
een restje programma te kiezen.
Min of meer unaniem gaan we voor FAQ Schwarts, een
speelgoedwinkel waar Tom Hanks in de film BIG over een reuzenpiano danst. We
blijven ons kind voelen in Dylans Candy shop, de snoepwinkel als in Zweinveld
en we blijven net iets te lang hangen zodat het fietsen door Central Park net
niet meer lukt.
Tegen de middag reizen we verder via Buffalo naar Ontario,
de Canadese kant van de Niagara Falls. Marjolein en Ewout vinden er de skitles
(tongkleurende snoepjes) die we kennen vanuit de film (13 going on 30).
En dan hangen we voor de korte vlucht ineens in de wolken.
We blijven ook in de wolken als we onze slaapstek hebben
bereikt s avonds. Ik koos voor een B&B die afgelegen ligt van het drukkere deel vlakbij de watervallen. We logeren in een Canadese laan waar
alle huizen open verandas hebben. Ik ben gigantisch fan van zo een open
overdekt terras aan de voordeur, die we vaak zien in films. De tuin brengt ons
meteen een beetje op rust en binnen doet het denken aan het interieur van een
kasteel aan de Loire. We doen de schoenen af voor het parket.
s Avonds gaan we de Texaanse toer op. De man bij de ingang
blijkt niet als attractie mensen binnen te lokken (iets wat we wel in New York
zagen). Helemaal in cowboytenu, inclusief het rode sjaaltje om zijn nek en
lange puntschoenen, komt hij hier gewoon eten. Hij past in het decor, ze
draaien Western Line muziek.
De ober lijkt op de struise versie van Jamie Olliver, Hi
honey wat would you like, Hi Guys, everythings ok?
We merken ineens dat we behalve Bruce Cockburn en Justin
Bieber (dacht dat die laatste ook Canadees was) eigenlijk weinig weten van het
land. Die avond komen we er ineens achter dat Canada nog steeds een kolonie is
van Engeland (met Queen Elisabeth op de Canadese dollars) en ze zijn er niet zo
trots op.
Ewout stelt voor om hier gewoon te blijven, hij heeft er
geen moeite mee om in Amerika of Canada naar school te gaan en ik heb zeker
genoeg werk. Marjolein is vooral blij om de rustpauze die we ervaren (een
beetje afwisseling is wel ok) en ze is van plan om gedurende de reis alle
smaken te proeven van de ijsmilkshakes in starbucks.
|
|
|
|
07-08-2013 |
Go west : Dag 3 - 5 augustus : downtown New York |
Zolang het naar chinees ruikt in onze kamer is het nog
midden in de nacht (de stad slaapt nooit, remember). Nu geurt het naar
pannenkoeken, het is 6u30. Door het raam zie ik de zon opkomen boven New York. De
zonnestralen glijden door de lanen en
werpen lichtstrepen op de hoogbouw voor ons.
Mochten we vooraf geweten hebben hoe afgepeigerd we zouden
zijn van deze dag, dan namen we vast wel vaker de metro.
We starten dus met een stukje programma van gisteren, de
bib. Daar loopt een hele knappe tentoonstelling over waarom kinderboeken
belangrijk zijn. Leuk dat die net nu loopt. In tegenstelling met de rest van de
stad is de tentoonstelling niet hoog, breed of lang, maar een fijne samenstelling van veel
originele stukken uit kinderboeken. Manuscripten (oa. Mary Poppins) originele tekeningen (o.a.
van rupsje nooitgenoeg). Alles zit in een sprookjesdecor van Alice in Wonderland.
We blijven dus graag hangen om even terug kind te zijn. Deze bib was trouwens
het decor van een film (the day after tomorrow) waarin de aarde helemaal onder
het ijs zit en enkele dappere jongeren zich in de bib proberen warm te houden bij
een haard, met boeken als stookmiddel.
Als we daarna naar de pier stappen om de boot te nemen naar
Brooklyn, komen we nog het centraal station tegen, hier kan je op het gemak al
een goed wat tijd rondhangen, toch doen we dat niet. Het plafond is beschilderd
met sterrenbeelden via duizenden sterren.
Tijdens de boottocht naar Brooklyn valt ons nog de schade op
die Sandy hier teweegbracht. We hebben een zicht op de skyline van Manhatten.
Een zicht dat we kennen van allerlei films, maar zo onwerkelijk is als je er
met je neus opzit. Het One World center, zo een slordige 540 meter en daarmee voorlopig
nog het derde hoogste gebouw ter wereld, steekt alleen met kop en schouders uit
boven de rest. Maar het volledige financiële district met zijn hoogbouw staat
als een struise groep reuze bewakingsagenten daarrond in glimmende pakken. Hier
zou de Eiffeltoren helemaal niet meer te zien zijn tussen al de rest. Alles is
hier zo buiten proportie, alsof ja als lillyputter in de stad van de reuzen
terechtkomt.
Onze boottocht brengt ons intussen naar de Brooklyn Heights met
weer een heel andere sfeer. Het doet me nog het meeste denken aan Notting Hill
in Londen. Statige gebouwen met trapjes naar de voordeur, schuine brandladders
op de zijkant en een hoeveelheid groen, dat net voldoende speelse schaduw
brengt (ha, daar ruiken we weer af en toe een vleug van bloemen). We lunchen
hier en laven ons aan de rust die we elders iets minder vinden. Rust? Alhoewel.
Er staat een groep mensen te demonstreren. Ken je dat? Een man of drie die
cirkels wandelen terwijl ze roepen bij grote beschreven borden. Het lijken marktkramers die fruit
aan de man proberen te brengen, maar het gaat over kinderrechten. Ernaast
flankeren politieagenten, om meteen te kunnen ingrijpen.
Trouwens, de politie strijdmacht staat overal in New York zo
aanwezig op iedere straathoek (dat is echt niet overdreven) dat ze meteen als
fruitvliegjes kunnen uitrukken als er ergens ook maar de minste strubbelingen
zijn.
Hoe dan ook, als we in Kortrijk naar de Winkel van Brooklyn
gaan, zal dat nooit meer hetzelfde zijn.
Na Brooklyn sporen we terug naar Manhatten naar het One World
center, al ben ik iets minder fan van de ganse herdenking als ze hier misschien
wel zouden willen. We zagen ook de kogelgaten in het keizerlijk paleis in Hué
(Vietnam) en dat leek me op zijn manier ook een heel belangrijk
herdenkingsmonument, aan de andere kant van de wereld dan. Maar alle respect voor iedereen
die ergens, waar ook ter wereld onschuldig het leven laat. Het doet trouwens
iets om door te straten te wandelen waar zo veel mensen toen door renden voor
hun leven, in een wolk van stof. Er is trouwens heel wat meer politiemacht dan
anders omdat er betrouwbare berichten zijn van een mogelijke aanslag. Ik ben
al een keer gefouilleerd geweest en ze hielden we bij controle van mijn handtas
bijna tegen, omdat ze dachten dat er een geweer in zat. Boven het financiële
district patrouilleren constant helicopters.
Vanuit het financiële district komen we ineens in een park
waar oudere Aziaten aan tafeltjes rond bordspelen zitten. Wat ze zeggen is Chinees
voor ons, we zitten aan het begin van de Chinese wijk, waar de geuren van
gember, rijst, noedels door de straten wandelen en de gelakte eenden met kop en
al in de etalages hangen. Een aantal
straten verder belanden we in Little Italy. Weer een andere sfeer, gevels
geschilderd in de Italiaanse kleuren en pizza en dergelijke is te verkrijgen om
de vijf stappen die we zetten.
Ons doel is om in PDT te geraken (Please dont tell) Een
gezellig eethuis waar je alleen binnen kan via een soort ruwe snackbar met een
telefooncel. Daar draai je een nummer (PDT dus dat doen we ook niet ;-) en via
een verborgen deur geraak je binnen in de verscholen restaurant. We kennen het
etablissement via het TV programma ist nog ver? maar we zullen toch nog vijf jaar moeten wachten om er binnen te
geraken. Kids zijn niet toegelaten onder de 21 omdat er ook alcohol geschonken
wordt. (Ik zou het fijn vinden mochten ze bij ticket verkoop ook de norm van 21
aanhouden).
Net dan belt Lieve, of we geen zin hebben om bij haar te komen eten. Helemaal prima natuurlijk, en meteen kunnen we de koekjes
van Anna meenemen die we nog steeds vergaten te bezorgen.
Met een Yellow cab (een droom van Marjolein om daar eens in te zitten) zetten we
vanuit het hotel koers naar Roosevelt eiland. Ons ondertussen vergapend aan het
zicht op Manhattan waar de hoogbouw met feestelijke verlichting (Empire State
building en Chrystler building) mooi aftekent tegen de turkooise achtergrond
met zalmroze pluksels van wolken.
Tof om eens gewoon in een chique woonappartement, weg van de
stadsdrukte terecht te komen. We keren op advies van Lieve terug via de kabelbaan over
een stuk van de stad. Net als peter Pan hebben we zicht op de avondverlichte
gebouwen. Een lichtstad die de allure heeft van een sterrenhemel lager bij de
grond.
|
|
|
|
|
|
Mailinglijst |
Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
|