My name is
.
Het is meer dan normaal dat het lied van Suzanne Vega in
mijn hoofd blijft zitten, dat zou jou ook overkomen met onze plannen.
De dag begint zonnig in Pisa, waar we ons luidop afvragen of
we ook een ticket moeten nemen om te ademen en rond te wandelen. Dat blijkt
gelukkig niet zo te zijn, maar al de rest moet met een bon. Helemaal ongelijk
hebben ze niet, die Pisanen, maar toch. We kiezen om de basiliek te bezoeken.
Daar geraak je gratis binnen per twee. Dus verdelen we ons gezin in twee
ploegen om netjes zoals het hoort een ticket af te halen. Even aanschuiven dus
voor een vel papier met een precies uur om een het gebouw te bezoeken. Nog eens
in de rij. Zou het heel erg zijn als we een beetje voor of na dat uur toekomen?
We proberen het niet en merken dat het binnen net als buiten heel straf is.
De scheve toren van Pisa beklimmen we niet, want het gebouw
verdraagt maar 800 toeristen per dag. We willen origineel uit de hoek komen
door een foto te trekken van de toeristen die zichzelf in beeld brengen door de
toren te duwen of te trekken. Op die manier zijn er ongetwijfeld al een
triljoen fotos genomen. Maar dat is er vast wat over. Ik blijk trouwens de enige
van ons gezelschap die ooit de scheve toren beklom via de Rome reis uit de tijd
dat de dieren nog spraken. Dus vertel ik vurig genoeg zodat het voor de anderen
zelfs lijkt alsof ze er binnen waren
Toegegeven, La Campo dei miracoli is ook gezellig is van
buitenaf.
Alleen als ze het bij de toiletten te bont maken met hun
tickets zou ik durven mopperen. Je hoort te betalen, krijgt dan nog maar eens een
ticket, netjes uitgetikt en gelukkig hoef je je daarna niet op een bepaald uur
terug aandienen zoals bij de gebouwen het geval is. Iedereen met een maagdarm
probleem zou goed gescheten zijn.
En ach, als we in een trattoria pizza eten in Pisa (tja, dat
moet nu eenmaal) worden we weer overstelpt met ticketjes. Mooi hoor, het plein
van verwondering voor boekhouders en aanverwanten.
Ons fascineert evenzeer de stad Pisa zelf. Voor wie er nog
komt, ga dan zeker tot bij de Arno en bewonder de 50tinten geel van de huizen
aan de rand van de rivier. Het is te subliem om te laten liggen. Weg van de
toeristen land je hier meteen in een onversneden stuk Italië.
Na Pisa reizen we verder naar Lucca. Marjolein is er op
Romereis zeker nog geweest, maar ik herinner we deze stad niet of niet meer. Lucca
is een pareltje dat je meteen bekoort. Een stad
helemaal tussen de stadsmuren die even knus en warm aanvoelt als het
zachtgele van de muren. Elke toren, elk gebouw heeft er zijn verhaal, maar
daartussen leeft en bruist een stad. Vreemd ook voor ons om als Belg rond te
lopen in een stad die deze avond de mondiale toont. Zijn deze Italianen,
Belgica liefhebbers of zijn ze meer fan van Argentina? Voor de zekerheid houden
we onze mond.
Maar eigenlijk hoeven we zelfs dat niet te doen, want als we
een beetje ons best doen om plat West-Vlaams te brabbelen, begrijpen zelfs
Limburgers of Antwerpenaren ons niet.
Is er iemand die het snapt waarom we zelfs tijdens de match
niet aan de schermen blijven kleven? Kom dan even in Lucca hangen en dan
begrijp je het zeker. De aftrap hebben we gezien, voor het eerst eigenlijk.
Voor de rest vond ik, eerlijk waar, het partijtje voetbal dat de knapen op het
plein speelden veel indrukwekkender. Alleen al het feit dat ze zich niks
aantrokken van de wedstrijd op TV vond ik straf. Met vier waren ze, op een
binnenpleintje in de hoogte omzoomd door huizen. De grootste jongen knalde de
bal zo hoog de lucht in dat hij hem moest gaan ophalen door via de roosters
voor de vensters naar boven te klimmen. Alleen al dat beeld was meer dan een
wereldbeker waard. Terwijl we door Lucca kuierden bij ondergaande zon, werden
we natuurlijk wel op de hoogte gehouden van de wedstrijd. Nederlanders die hun driekleur rijkelijk hadden
uitgesmeerd op alle blote lichaamsdelen, gaven ons graag de tussenstand.
Voor ons was Lucca een Italiaans pareltje met zijn gezellige
pleinen, de muren in de straten die de zon vangen voor de avond, hier en daar
een optreden. Ik smul daar liever van dan van gelatos. En dat Italiaans ijs is
nochtans wereldberoemd.
Als we naar huis gaan, neuriën we:
My name is Luka
I live on the second floor
I live upstairs from you
Yes I think you've seen me
Probeer Suzanne Vega nu maar eens uit je hoofd te houden J
* foto's volgen nog
|