We blijven vandaag nog even hangen in Page voor twee haltes. Eerst
strekken we onze benen onder een hete Arizonazon om een stuk van de canyon te
bewonderen in de vorm van een hoefijzer. Wie hier op een clif komt zitten
heeft een zicht op de Coloradorivier (we komen hem nog tegen in Grand Canyon)
300 meter lager, in verschillende tinten glasgroen helder water tegen een bijna
rode rots achtergrond.
Daarna wil ik in Page nog iets opmerkelijks op de fotolens
te krijgen. Een kerkenstraat. Stel je daar absoluut geen Kerkstraat bij voor met een kerk en plein, wat
beplanting errond.
Hier vind ik in één en dezelfde straat : Een Lutherse kerk, naast een kerk voor Maria, eentje van de getuigen van Jehova, een katholieke kerk, een kerk voor de gemeenschap van David
en
.
Er zijn 12 verschillende kerken in één enkele straat. En alles ligt broederlijk
naast elkaar, een heel uitzonderlijk zicht vond ik toch.
We laten Page achter ons om in de richting van Monument
Valley eerstvolgend halt te houden bij Betatakin. Dit is een Navajo nationaal
monument waar we te voet tot bij vroegere huizen van de indianen kunnen
stappen. In het bezoekerscentrum zitten drie Navajo vrouwen te weven, de
specialiteit van dit volk. Maar het voelt raar om hen daar bezig te zien. Mooi
enerzijds maar het lijkt ook een beetje op begluren. Ik bewonder wel de tapijten die ze
maken.
Onderweg naar de rots inham waar de Indianen huizen nog
zichtbaar zijn, komen we het groen tegen dat pas betekenis krijgt als we de
bordjes erbij lezen. Sommige planten waren bedoeld om zalf of zeep mee te
maken, anderen om pijl en boog mee te vervaardigen, of wiegjes je maken. Van de
yucca aten ze de vruchten, de cactussen werden gedroogd gegeten. Steeds weer
worden stukken van deze cultuur duidelijker. Als we bij de rots inham komen en
de huizen daarbinnen vanuit de verte kunnen zien, wordt het stil. We weten dat
we op onze reis niet in Mesa verde (met bekende Indianen woningen) zullen
geraken, maar dit bezoek laat ons al wel zien hoe de Navajos en hun voorouders
hebben geleefd.
Daarna gaat onze reis verder naar Monument Valley. Onderweg
stoppen we om wat extra fruit te kopen. Geen plaats is beter dan een supermarkt
om de cultuur te ontdekken. Zodra we binnenkomen hebben we zin om nog vlug het
fototoestel erbij te halen, maar dat zou een raar zicht geweest zijn, vrees ik.
Een greep uit wat we tegenkomen.
Taartjes in alle mogelijke felle kleuren, soms worden ook
alle kleuren tegelijk gebruikt, alsof het gebak tegen een regenboog is opgelopen.
Een muur van blikken, niet in een rek maar gewoon van de
grond af naar boven gestapeld
Een zak boter, ik schat met een kilo of twintig per zak (zoals bij ons de patatten dus)
Marshmallows in alle kleuren en maten, kleintjes voor de
warme chocomelk en maxi versies voor de BBQ
Pindakaas gemengd met aardbei- of druivengelei, zoals
bij ons de duochoco
Als ik bij het rek van de kruiden kom (daar kan ik niet
voorbij zonder iets typisch mee te nemen), word ik ineens aangesproken.
De man stelt zichzelf voor als Native (hiergeboren/oorspronkelijke bevolking), Navajo
en inwoner van USA.
Waar ik vandaan kom? Vraagt hij. Mijn antwoord lijkt hem
niet zoveel wijzer te maken. Belgie, dichtbij Frankrijk, Europa. De
kennismaking verloopt ietwat stroef en gaat helemaal de verkeerde kant uit als
hij opmerkt dat mijn haar al wat grijs is. Hoe oud ik dan wel ben? En of ik
veel heb moeten nadenken? En of het misschien toch niet beter was om mijn haar
niet te kleuren.
Nou ja, de indianen hebben natuurlijk het voordeel van hun
zwarte haar te houden tot ze pakweg zeventig zijn, schat ik. Zo zag ik in elk
geval een grijze overgrootmoeder met nog één enkele tand in haar mond.
Dus gooi ik het gesprek een andere kant op en vraag hem raad
over welke kruiden ik zou meenemen. Ik ben zeer benieuwd naar wat het zal
smaken, want de tekst op de verpakking maakt me niks wijzer.
In elk geval, we blijven langer hangen dan nodig om alleen wat fruit te kopen.
Volgend op onze tocht staat Monument Valley, oftewel het
decor van de western films en van sommige reclameclipjes. Om erdoorheen te rijden volgen we een Dakar
route die beter te nemen is met een 4x4, maar met onze huurwagen lukt het ook. De
naam van dit Nationaal park, ook van de Navajos, kan niet beter gekozen zijn.
Monumenten zijn het, de rotsformaties die we tegenkomen. Er is een rots die
volgens ons de vorm heeft van een theepot. Dus wordt het liedje gezongen : 'ik
ben een theepot met een ronde buik, hier is mijn oor en daar is mijn tuit'. (de
ganse weg lang).
We ontdekken een totem en Filiep, Marjolein en Ewout gaan
zelf aan de slag om ook te poseren als totem. (zie foto) Er hangt zelfs een regenboog in
de lucht bij de rotsen. Speciaal. Ik had het niet verwacht, maar ontdek dat hier
ook mensen wonen. Hier en daar is een privé weg. Kinderen hollen voor ons uit
met honden of hobbelen op hun kleine fietsen vooruit. Uiteraard zijn ook hier
de mooie zilverjuwelen te vinden, gecombineerd met halfedelstenen. De verjaardagen
en feestdagen zullen redelijk indiaans getint zijn.
We blijven s avonds eten met zicht op Monument Valley. Het zicht
ontroert ons terwijl we onze Navajo gerechten veroberen. We kunnen niet mooier afronden.
Deze nacht ligt onze slaapstek in Chinle, nog een twee uur
rijden verder. De dag is nog maar eens volledig volgeboekt omdat er altijd meer
te zien is dan we tijd hebben. Ik vraag me af waarom ik in hemelsnaam boeken heb
meegebracht. Er is nog geen vrij moment geweest om die open te slaan. Zelfs de blog schrijf ik vaak onderweg al in de auto. Formidabel veel warme groeten. Have a good day LIefs Annemie
|