Door het Hof van Cassatie werd in een arrest van 24 juni 2010 een beslissing van het hof van beroep bevestigd, waarin een koopovereenkomst van een pand wordt nietig verklaard gezien het ontbreken van een bodemattest op het moment dat de onderhandse overeenkomst werd getekend. Met andere woorden, in geval van verkoop van een onroerend goed, zal de verkoper er zich voor willen behoeden dat de datum van de verkoopcompromis zich later dan wel op zijn minst op gelijke datum situeert dan deze waarop het bodemattest werd verleden.
Over de kosten die de huurder aan de verhuurders rentmeester moet voldoen, bestaat nogal eens onduidelijkheid of discussie.
Belangwekkend is volgend verschil :
* Kosten bemiddeling
Wordt voor niet geschreven gehouden, elk beding dat de kosten voor de bemiddeling door een derde voor de verhuring van het onroerend goed ten laste legt van de huurder, tenzij de huurder de opdrachtgever is van de bemiddelingsopdracht. (art. 5 ter Woninghuurwet)
* Kosten plaatsbeschrijving
De kosten van plaatsbeschrijving is door elke partij bij helften te vergoeden, zie art. art. 1730 Burgerlijk Wetboek.
1 december 2010 : VERSOEPELING BOUWVERGUNNING KLEINERE WERKEN !
Vanaf 1 december 2010 is voor een aantal kleinere werken geen bouwvergunnign meer nodig. In bepaalde gevallen volstaat het dat de werken worden gemeld aan het gemeentebestuur, deze vallen onder de zogenaamde meldingsplicht).
Voorbeelden - Geen vergunning
-- werken in de private achtertuin en aan de achterkant van de woning; voorbeelden : niet overdekt terras, zwembad of vijver met maximale oppervlakte van 80 m², ... in dat geval kan men de werken omniddellijk aanvangen.
Nieuw is wel dat sommige werken moeten worden gemeld aan de gemeente
Voorbeelden - Meldingsplicht (beschrijving aan de Gemeente overmaken van de voorgenomen werken, welke 20 dagen na de melding aangevangen kunnen worden)
-- aanbouw garage of veranda van maximum 40 m², ...
Opsomming van de "kleine werken" : www.ruimtelijkeordening.be
Wat houdt de zogenaamde wettelijke
garantie voor de consument in ?
Voor
consumptiegoederen geldt dat de consument
een wettelijke bescherming geniet voor gebreken aan een door hem aangekocht
product.
Concreet
komt het erop neer dat wanneer het product binnen de 2 jaren na de levering
ervan een gebrek vertoont, de consument kan vragen om het goed te herstellen,
dan wel te vervangen op kosten van de verkoper tenzij dit onmogelijk of buiten verhouding (onredelijk) zou zijn.
Het
behoeft geen betoog dat de invulling van de noties onmogelijk, minstens deze
van buiten verhouding, tot discussie kunnen leiden.
Alleszins,
indien er sprake is van onmogelijkheid of onredelijkheid, kan de koper om een
prijsvermindering verzoeken, hetzij doch enkel in geval van ernstige gebreken
- om de ontbinding van de koop.
Belangwekkend
is dat de termijn van twee jaren verlengd wordt met de periodes nodig voor
herstelling of vervanging van het product.
Voor
tweedehandsgoederen mag de garantie beperkt worden tot 1 jaar na levering.
Opgelet
! Binnen het kader van deze wettelijke garantie, en meer bepaald binnen de
voorgeschreven periode van 2 jaren, wordt een onderscheid gemaakt tussen de
eerste 6 maanden na levering, en de periode nadien.
Binnen
de eerste 6 maanden heeft de consument recht op zijn garantie, behoudens
tegenbewijs door de handelaar te leveren van oneigenlijk gebruik door de consument
(voorbeeld : GSM, maar deze is in de derde maand na levering op de grond
gevallen).
Nadien
wordt de bewijslast omgekeerd en is het aan de consument om aan te tonen dat
het gebruik al bestond op het ogenblik van de levering. Deze bewijslast is niet
altijd evident.
De garantie in de overeenkomst ?
Tussen
de handelaar en de consument kunnen eigen garantievoorwaarden overeengekomen
worden. Let wel: deze mogen niet in gaan tegen de wettelijke garantieregeling.
Deze
contractuele garantie zal dus steeds een aanvulling zijn bovenop de wettelijke
garantieregeling.
Wat na de periode van de wettelijke
garantie, eventueel verlengd met een contractuele garantieperiode ?
Na
het verstrijken van de garantieperioden, is blijvend van toepassing dat de
verkoper de koper moet vrijwaren voor verborgen gebreken.
Bovendien
verdient de al te vaak vergeten Wet op de Productaansprakelijkheid hier enige
aandacht.
Draagt de (klein)handelaar al de
kosten van het gelag ?
Deze
kan wel degelijk kosten van herstelling, vervanging, verhalen op de
leverancier of producent.
Wat ten overstaan van een handelaar
?
De
hoger vermelde garantieregeling is niet van toepassing opzichtens de handelaar
koper. Deze moet zich vergenoegzamen met de leer der verborgen gebreken,
hetgeen niet belet dat tussen handelaars onderling een contractuele
garantieregeling wordt voorzien.
Het duolegaat is een manier om een VZW te steunen en daarenboven een fiscaal voordeel voor bepaalde erfgenamen. In het duolegaat bepaal je dat een bepaald persoon een legaat ontvangt. Bepaalde familieleden of derden (erfgenamen zonder familieband met de overledene) moeten normaliter zeer hoge successierechten moeten betalen : in geval van het duolegaat wordt ook een legaat toegekend aan een vzw, welke dat de successierechten - overigens voor wat betreft het eigen legaat tegen sterk verlaagd tarief - betaalt; de andere erfgenaam is vrijgesteld van successierechten.
Men dient een testament te verlijden, een deel van het legaat gaat naar één of meerdere erfgenamen en een tweede deel gaat naar een vzw (liefdadigheidsinstelling).
Cijfervoorbeeld Piet is een weduwnaar zonder erfgenomen. Hij stelt een testament op en laat een goede vriendin, Jeanne, een legaat van 25.000,00 EUR na. Jeanne zal naderhand 45% aan successierechten moeten betalen, en houdt op die manier 13.750,00 EUR over.
Mocht Piet nu 'slechts' 15.000,00 EUR gelegateerd hebben aan Jeanne, doch 10.000,00 EUR aan een VZW (liefdadigheidsinstelling) met uitdrukkelijke opdracht voor deze laatste om de successierechten te voldoen, gebeurt het volgende : * VZW betaalt 45% op het deel van Jeanne, dus 45% van 15.000,00 EUR = 6.750,00 EUR * VZW betaalt 8,80% op eigen deel, dus 8,80% op 10.000,00 EUR = 880,00 EUR De VZW houdt over : 2.370,00 EUR Jeanne behoudt 15.000,00 EUR, dus meer dan toen zij alleen 25.000,00 EUR kreeg toebedeeld !
Jeanne tevreden, en de VZW nuttig geholpen met een extra inkomst van 2.370,00 EUR !
De Vlaamse Regering keurde eind juli een aantal maatregelen goed ter verbetering van de kwaliteit van de huurwoningen in Vlaanderen .
Deze maatregelen betreffen onder meer :
de invoering van minimale energienormen; een verbod op het te huur stellen van verkrotte woningen (thans is enkel het verhuren van een slechte woning strafbaar. De wooninspectie zal in de toekomst zelfs kunnen optreden van het ogenblik af dat er een advertentie verschijnt of er een bordje te huur wordt geplaatst); gemeenten zullen ambtshalve een conformiteitsattest kunnen afleveren. Dit betreft dan een officiële verklaring dat de huurwoning bewoonbaar is (heden kan dergelijk attest enkel afgeleverd worden op vraag van de eigenaa zelf.); de controlecapaciteit van de Wooninspectie wordt uitgebreid.
Deze nieuwe regelgeving is nog niet verschenen in het Staatsblad.