Ik ben , en gebruik soms ook wel de schuilnaam E.D..
Ik ben een man en woon in Frankfurt (Deutschland) en mijn beroep is Een voorbeeld zijn.
Ik ben geboren op 01/01/1988 en ben nu dus 37 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Provoceren, intrigeren, samenzweren, ambeteren..
Het is vreemd, zo eigenaardig. De één stoer, breed geschouderd. De andere 'n Venuskind, onverouderd. 't Venusdierken heeft 'n figuur, niet onaardig.
Kiest!
Hoewel d'eerste eveneens verlokt, verkiest de lust 'n kort rokje, lange benen en 'n figuur als 'n appelklokje. Spijtig dat ze alle affectie afblokt.
Trekt gevolg!
Zal ik genoegen nemen met dat koene wijf, en tot mij nemen, haar warme, verlangende lijf? 't Schijnt wel dat lijfelijk genot, bij haar te vinden valt, vunzig, vies en rot.
Weersta!
Schande! Ranzige smeerlap! Wie eer kent, spreekt over vrouwen met respect of zal 't weldra berouwen. Gesel dus je tong, alras en rap!
Loutert uzelf!
Sorry, 't is dat ik niet verhelpen mag de waanzinnige drang om te maken, hier snel vervluchtigende, doch sublieme sier. Schoon vrouwen, als er ook maar één in m'n bed lag.
Als ik kom te sterven zal mijn lijk in Brabantse grond begraven worden. Dat is één van schaarse zekerheden. Helaas kan dat niet meer binnen het Belgische territorium aangezien Brabant en haar Brabanders zichzelf verloochenen voor het Vlaamse Kalf. Vernederingen duld ik al genoeg, doch kan nooit toestaan dat mijn lichaam humus wordt in een oord dat haar eigen geschiedenis en voorouders verraadt.
Daarom rest er maar één optie: rotten in Noord-Brabant. De lezer protesteert op dit punt waarschijnlijk tegen de vaststelling dat Noord-Brabant tegenwoordig tot het Hollandse Imperium behoort. Hij/Zij heeft daar gelijk. Herinnert de lezer zich echter niet dat (naast de Friezen en Limburgers) de Nederlandse Brabanders nog steeds een eigen, Brabantse, identiteit huldigen tégen de Hollandse? En herinnert de lezer niet meer dat de Noord-Brabantse provincie als enige het 900-jarige bestaan herdacht van het hertogdom? (Dit terwijl de Antwerpse, "Vlaams"-Brabantse en Waals-Brabantse niets deden.)
Mijn eergevoel noopt me ertoe naar het Noorden te vluchten. Mijn lichaam zal niet rusten tussen 500 andere levenlozen die de Vlaamse gedachte in al zijn dwaasheid omhelsden. Een verrader zal nooit aan mijn zijde een rustplaats vinden.
Ik besluit dit bericht derhalve met een oude kreet: Non habebis ossa ejus, ingrate patria!
Strijk zacht die knieën met je parelwitte handen net nu blikken op je landen van man, dier, lief en ons gedrieën.
Mocht ik maar verpozen, een korte wijl bij haar lijf, en wezen genoeglijk bij dit wijf. Wist zij maar! Zij achteloze!
Doe 't niet!
Of zal ik toch schikken en toegeven aan 't verlangen? Neen, zo wordt ik nog gevangen om in schuldig genot te verstikken.
Van liefde is mijn hart verguld, reeds voor de schoonste bloem wiens onmetelijke hertenroem mijn gedachten in trance hult.
Lang geleden zongen generaties heren over hun "alderliefste boele". Dat is een schoon sentiment om voelen, dus zal ik ook mijn liefste soigneren.
Andere heren zongen 'n rancuneus sonnet: "Vergaap u niet aan 'n wijf, geen is 't waard". Al verlies ik geld en fortuin in een rotvaart, Slechts op één heb ik m'n zinnen gezet.
Als de zonne rijst, rol ik de blaffetuur omhoog. Dan schijnt zij haar stralen op uw nooit veroud'rend gelaat en slaak ik een zucht. Het is niet geheel duidelijk wie er het felste schijnt: de zon of de ogen onder uw krullende wimpers. Ik strijk met m'n hand over uw beeltenis in de hoop dat gij eveneens zucht. "Goeiemorgen Virginia", fluister ik vervolgens. Ge antwoordt nooit. 'k Zou het graag luidop roepen om u van m'n hartstocht te overtuigen, maar m'n ouderen keuren zulke rituelen nog hartstochtelijker af. Bovendien zou gij me nog steeds niet antwoorden.
Wanneer m'n tijd verstrijkt met zinloos werk aan een even zinloze thesis, draai ik m'n stoel naar u toe om wederom werklust te vergaren. Gij zijt wel m'n milieuvriendelijke batterij. Neen! Ge zijt eerder 'n transformator die 't minste spoor van haat in m'n lijf transformeert naar ontzagwekkende minne. Elk aspect van 't leven maakt gij schoner, ik zal nooit de moed tegenover Vlaamse horden verliezen zolang gij op m'n schoorsteenmantel prijkt.
Ik wil u ontmoeten. Ik wil u spreken, baiser ta main, voor u zelfs 'n révérence plegen. Aangezien gij in Argentinië vertoeft zal dat me helaas nooit vergund zijn. Misschien verdien ik zoiets ook niet. Alleen 'n plutocraat of autocraat verdient het op minder dan vijf meter van uw te mogen verblijven. Hij kan me tenminste het genoegen van uw stem nooit ontnemen. Daarvoor moet ik slechts 'n cd opleggen...hoewel dat nooit dezelfde staat van verrukking kan opwekken als toen ik u in Brussel zag.
Toen deed gij me voor de eerste keer in tien jaar huilen. Gij zult de enige vrouw blijven om dat klaar te spelen.
Als de zonne dimt, zakt hier de blaffetuur. Voor ik 't lichtje uitknip, werp ik een laatste blik op uw foto en fluister: "Goedenacht Virginia. Lebe wohl!".
"Zo beloven wij elk den anderen en zweren ten heiligen, dat wij voortaan eeuwigdurend de ene bij den andere zullen blijven, eendrachtig en ongescheiden. En moest het land of enige persoon dezer landen enige kommer of last toekomen om dezentwille, zo beloven wij elkander die last en kommer te helpen weerstaan."
Deze eed zwoeren de hoofd- en smalle steden van Brabant op 17 mei 1355. Zij verklaarden hiermee de eenheid van het hertogdom (en de toenmalige bezittingen in Limburg) te zullen beschermen. Dit was een belangrijk gebeuren aangezien hertog Jan III toen op sterven lag en de Vlamingen op de Brabantse bodem zinden. Ik heb de zinsbouw licht aangepast om beter in de mond te vallen. Hopelijk wordt deze eed ooit terug in werking gesteld om de Brabantse geschiedenis en het Brabantse volk van de Vlaming te bevrijden. Hopelijk zal Brabant dan terug een trotse eenheid kennen.
Dit schema probeerde ik een tweede keer, maar ik ben niet geheel content. Woordklanken vallen niet immer naadloos samen met het ritme. Van vijf versies, bevalt deze me toch het best. Herinnert dat "z'nen"; "z'n"; " 't " of " 'em " niet tellen als eenheden in een regel!
E.D.
Meneerken wilt graag voort, doch ziet madame zielsveel graag Meneerken is haar verschijning door 't lot bruut ontvreemd Meneerken vergeet diens schitt'rende beeld te traag Meneerken z'nen ziel is immers nog ontheemd Meneerken zint 't gespletene te reüniëren Meneerken z'n sluim'rende minne hernam Meneerken zal 'em obedueren Meneerken executeert en telefoneert Madame
Hoera! Donderdag zal ik gesigneerde pamfletten uitdelen aan de stand van de Belgische Alliantie in het Brusselse Warandepark. Wie de schrijver dezes een stomp wil verkopen, moet zich daarheen begeven. Ik zal er de ganse dag staan, wat een hele opoffering betekent aangezien ik nooit het defilé krijg te zien.
De Hollander heeft toch het vleiendst vooruitzicht. Sinds een week loopt er op televisie een reclamespot voor Bol.com waarin men zelfs niet de moeite doet om een Belgisch accent aan te nemen. Natuurlijk niet. Wat zij als onderontwikkelde, slaafse consumenten zien verdient toch geen zachtzinnige aanpak zeker? Dus spreekt men er ongestoord dat ranzige Hollandse taaltje. Het is een volgende stap in de kolonisatie van Noord-België. Binnen vijftig jaar zal "Vlaanderen" uitgeroeid zijn en vervangen door "Nieuw Holland", waarom dan nog een onderontwikkeld dialect hanteren?
Op de Gentse Feesten patrouilleren naar verluidt zelfs Hollandse commiezen. Een evidentie aangezien 50 % van de bezoekers dit jaar tot de Hollandse natie behoort. Pardon, de Gentse burgemeester vindt dat een evidentie. Ik vind het een brutale aanfluiting van de Belgische soevereiniteit. Hollandse klabakken hebben hier niets te zoeken en zeker geen bevoegdheid. In de grensgemeenten mogen Belgische en Hollandse agenten voor mijn part samenwerken, maar niet OVER de grens. Ik raad de festivalganger daarom het volgende aan: zoek zo'n Hollander en gedraag u als een varken, daag hem uit. Het zou natuurlijk subliem zijn als u ter plaatse een Hollandse festivalganger kunt molesteren. Op die manier bereikt u twee doelen ineens: de agenten uitdagen en een Hollander in elkaar slaan. Wanneer die klabakken in actie schieten moet u vervolgens hun bevoegdheid betwisten en luidop roepen dat een vreemde mogendheid u in uw rechten als Belg schendt. Wees niet te bevreesd om die agenten ook een pandoering te schenken. 't Zijn tenslotte maar Hollanders.
Wanneer die smeerlappen u toch voor de rechtbank krijgen, is de kans op vrijlating nog groot genoeg. Zolang u volhardt in de bewering dat vreemde agenten geen bevoegheid hebben op Belgisch territorium, heeft u immers het recht hun acties te dwarsbomen. Begin uw procedure echter niet zonder degelijke advocaat, want de Hollander heeft reeds een sterke greep op de "Vlaamse" rechters.
Als u toch veroordeeld wordt tot een celstraf, zal ik een actie organiseren om dat grote onrecht aan te klagen. Misschien bent u een Vlaming, maar als Brabander heb ik nog steeds de plicht om alle Belgen tegen de Hollander te beschermen.
Hij was dan wel een Vlaming, Jacob van Maerlant moet hier even geciteerd worden. Hij kloeg namelijk een kwaad aan dat ook onze tijd teistert: de dominantie van de leer "hebben is hebben en krijgen is de kunst". Toen (in de dertiende eeuw) leidde die geestelijke dwingeland al tot hoogmoed en het verachten van "lagere mensen".
Aldus schreef van Maerlant:
"Twi seghemen ten dorpere: fi, Ganc wegh, God onnere di, Du best der wereld scame, Die edele hevet al 't gecri."
Inderdaad, de hebberigen hebben 'al 't gecri' en kijken neer op diegene die 't moet derven. Hier ga ik later nog op in.
Het is weer zo ver; iemand oppert het idee om de Nederlanders opnieuw tot meesters te verklaren en onmiddellijk laten alle Vlaams-stinktisten hun broek zakken. Wat een impertinentie! Enerzijds beweren de stinktisten onophoudelijk dat "Vlamingen in alles efficiënter -zelfs superieur- zijn", anderzijds vinden ze dat de Hollander toch veel beter is in het besturen van Vlaanderen. Ik moet besluiten dat Vlaams-nationalisten ofwel aan het eigen gelijk twijfelen ofwel doortrapte huichelaars zijn.
En is het niet komisch dat één van de commentators wederom het traditionele "Gij kent uwen geschiedenis niet"-argument benut? Stinktisten doen niets liever dan argumenteren aan de hand van schreeuwerij en dooddoeners.
Oké, 't is waar: ik gebruik hier ook 'n scheldwoord ('stinktist'). Maar hoe moet ik een beweging benoemen die voor een onafhankelijke natie pleit en tegelijk liever bij een andere natie hoort? Dat zijn toch geen nationalisten? Het is al ver gekomen als ik de Vlamingen op hun Vlamingdom moet attent maken.
Welke is de reden waarom het dichtwerk mij heden zo zwaar valt? Is de zomertijd met z'n grillige plakwarmte en buien niet standvastig genoeg om een gemoedstoestand vol te houden? Moet ik te lang wachten op mijn inschrijving in Duitsland (u moet weten: anderhalve maand wachten brengt serieuze stress mee). Had ik me niet vro moeten voelen nu de keten met LVD gebroken is?
Waaraan ligt het?
Geen van de bovenstaande redenen reikt een bevredigende verklaring aan. In 's leven mêlée moet men schoonheid ervaren om etwas te voelen. Welnu, het enige schone is me ontvloden. Toen het bemint rosier dagelijks voorbij schreed, bestond er 'n bodemloze inspiratiebron om kwatrijnen uit te putten. Bij de aanblik van haar creatuur, schoon van leden en hoog bemind, kon men niet anders dan dichten.
Haar innig voosken zal ik echter niet meer horen, noch ooit meer een reden hebben om haar naam in de mond te vormen. "Minne die minne die eeuwelic mint", zei Ruusbroec. Ik kan zijn wet niet naleven aangezien ik haar liet ontglippen. Ik was te laf om haar ooit te benaderen en die schande zal uiteindelijk mijn hart het langst kwellen...terwijl haar herinnering wegdeemstert en een deel mijnes levens sneeft.
Adieu, pracht'ge morgenster. Een leven, van zorgen vrij, wens ik u. Opdat uw minnaars teder en uw kinderen schoon als hun moeder mogen zijn!
't Razen is gauw, verstomd. Zonder voorafgaand bericht, verscheen de gilde van Blauw, in de morgenstond
'k Kon de opfonteinende stilte niet compreheren nu 'n leven in gewenning aan des logistieks ruisende kilte pais deed verleren.
Godzijdank stiet 'n benevolente saboteur in dienste onzer heer Eandis een gastank blank tijdens 't zweetloos labeur.
Zwirrelend doelloos gewemel -geheten "instellen van 't veiligheidscordon"- kerkerde ons in d'eigen woonst terwijl zonder berouw om z'n kemel, de saboteur aan 't herstel begon.
't Razen is gauw, verstomd. Zonder voorafgaand bericht, verhitte de kilte, eerst lauw, werd dan 'n ruisloze stond.
VerFlensen kan alleen minne onbezield, niet geboren In 't schijnen des hertensglimmen, datgene zwanger van Eindeloze gedachtenobsessie, het Nitroniet als spiritus van 'n minnen dat niet wilt dimmen.
Nachten, dagen heb 'k gewenst, gewenst opdat sterven gaat, -meneer LVD met hem 't onnozel mormelgelaat in m'n ogen gestenst.
Den boom in, snotterkleuter! Trek uwen klammigen poot, -meneer LVD van uw broek, van uw' kloot', weg van uwen leuter.
Waar anders aan besteed, gij 't miniskuul gedachtengoed -meneer LVD? Stroomt er wel stroop'rig bloed, in uw verdufte hersenkeet?
Begeert gij 'n haastigen friemel met uwen vinger in 't natte slipje -meneer LVD van 'n goedgelovig kipje, of 'n invasie met uwen ____?
Motherfucker! Nabsjaar! Connard! Gij zijt uw vak 'n schande, -meneer LVD Nergens in 't ganse lande, kent onderwijs zo'nen clochard.
Uw dorst naar grandeur, laaft gij aan snikkende miserie, -meneer LVD geput in grimmig falen en penitentie van verzetters tegen uw gezeur.
Ben ik nu den enige student, die gij niet beweegt als 'n pion, -meneer LVD nu gij op verheerlijking zon, om te worden 'n "interessante vent"?
Raaskallen, bulderen, stamelen, van onsamenhangende feiten. -meneer LVD Zoals demagogen onderwerping bepleiten, wilt gij aanbidders verzamelen.
Doch, g'hebt reeds gezegevierd. Knullen en meiden krijsen wellustig: "Meneer LVD, uw genie maakt ons hitsig, gij -slimmerik- hebt ons duchtig versierd."
Gortige vetzak dat gij zijt, is andermans nagapen 't serum voor uw knagende minderwaardigheid - 'n tijdelijk erectief afrodisiacum.