Donker
dreigende mastodonten van donderwolken stapelen zich alarmerend op. Hele bakken
regenwater worden met nietsontziend geweld gegoten over groene en niet-groene
oppervlakten. De uitgedroogde ondergrondvan de aarde zwelgt al het water gulzig in één keer naar binnen en laat
niets wat groeit de kans om de dorst te lessen. Stenen en beton verhinderen de
regen om de natuur te bevloeien en opnieuw te doen groeien. In plaats daarvan
komen er overstromingen en andere wateroverlast. Vernietigende windstoten en
tornado’s laten een spoor van vernieling na. De Apocalyps? Nee hoor; zo plots
als de hel losbrak, zo snel is alles weer rustig. De zon breekt door en dan kan
men het herfstlandschap – al is het nog volop zomer – overschouwen. Overal bladeren
die veel te vroeg van de bomen gedwarreld zijn. Verscheurde bloemblaadjes,
slachtoffer van de genadeloze stormwind. En dan trekt de zon trekt zichalweer terug achter een scherm van nieuwe
reusachtige, pikzwarte wolkenmassa’s.
Ik voel een
enorme sluier van melancholie over mij heen komen. De zomervakantie nadert zachtjes
haar einde en het lijkt of het al diep in de herfst is. De scholieren kunnen al
aan spijbelen denken en de werknemers aan staken. De politiekers aan kibbelen, de
rijken aan frauderen. Kortom, de gewone gang van zaken. Al overdrijf ik nu
natuurlijk wel; het gaat heus niet zo slecht met onze samenleving. We krijgen
door de (sociale) media een vertekend beeld voorgeschoteld dat geïnspireerd
wordt door de jacht naar kijk- en leescijfers, door reclame en commercie dus. Doemdenken
is uit den boze, al blijven waakzaamheid en zorgzaam zijn wel geboden.
In feite
stijgt juist stilaan het bewustzijn van de mensheid. Meer en meer mensen realiseren
zich dat materialisme niet alles is. Teveel geld maakt niet gelukkig (veel te
weinig evenmin). Een evenwichtig en harmonieus bestaan is wel degelijk
mogelijk, mits een zekere inspanning en inzet. Op basis van liefde en
gelijkwaardigheid met elkaar omgaan is geen utopie. In vrede leven vergt veel
minder financiële middelen dan een wereld vol wapengeweld in stand houden. Oorlog
brengt enkel ellende mee en lost niets op, integendeel. In goede verstandhouding
leven met je buur, je naaste, is veel eenvoudiger en rustgevender dan ruzie
maken of onverschillig afstand houden.
Ik sluit mijn
ogen en kijk in stilte naar binnen. Geen herfststorm hier, zelfs geen enkele seizoenswisseling.
In de vrede van meditatieve stilte is er alleen maar lente. Idyllische
landschappen, golvende groene heuvels, klaterende beken, kleurrijke bloemen,
hemelse muziek… Gelukzalige zielen die teder omgaan met elkaar. Een
onuitputtelijke bron van Liefde. Laat het buiten maar stormen en tempeesten,
hier diep vanbinnen is het een oase van vredige rust en intense vreugde.
De blues is
weggewaaid en heeft plaatsgemaakt voor blijheid en optimisme. Door de ogen te
sluiten in stilte is het hart opengegaan en is de ziel tevoorschijn gekomen.
Wat het oog niet kan zien, het oor niet kan horen, dat ervaart de ziel
intuïtief. Stem je af op de ziel en je komt meteen in de stemming. Binnenin
schijnt immer de zon van het Zijn. Bye-bye blues, welcome happiness…
In de
volksmond wordt wel eens gezegd dat men “zijn familie niet kiest” en dat “het
lot” bepaalt of men bijvoorbeeld in een paleis, een doorsnee huis of ergens in
een sloppenwijk geboren wordt. Aloude wijsheden en diepe spirituele inzichten
brengen echter een heel ander beeld naar voren. Elke ziel bepaalt zelf waar,
wanneer en in welke omstandigheden een nieuw lichamelijk leven binnengetreden
wordt. Op het eigenste ogenblik dat ergens op aarde twee mensen intieme
gemeenschap hebben, komt de ziel vanuit de astrale dimensie bij het verenigen
van de mannelijke zaadcel en het vrouwelijk eitje in de moederschoot naar
binnen en begint het bezielde leven dat leidt tot de geboorte. De ziel kiest
die ouders en die levensomstandigheden uit die de meeste kansen bieden tot de
levenslessen die nodig zijn om uiteindelijk volmaakt gelukkig te worden.
Zo
heeft mijn ziel destijds gekozen om jou als moeder en Va als vader te hebben.
Op het ogenblik dat jullie in een lieftallig landelijk dorp op de ouderlijke
boerderij van Va woonden en al een flink dochtertje hadden, kwamen jullie in
liefde intiem samen om het jonge gezinnetje nog verder uit te breiden en op
datzelfde moment spoedde mijn ziel zich vanuit de astrale hemel naar die ene
lichtflits die dat unieke moment aankondigde. In mijn latere leven is het nooit
meer gelukt maar die keer won ik een snelheidswedstrijd J. En dan nog tegen vele andere
concurrenten die maar al te graag ook in zo een gelukkig gezin terecht wilden
komen. Na bijna negen zalige maanden in uw moederschoot wilde ik al naar buiten
om de eerste sneeuw te kunnen zien en zo kwam ik iets vroeger dan voorzien ter
wereld.
Een
gelukkiger jeugd kon ik niet hebben: ondanks mijn hooggevoeligheid, onzekerheid
en bijwijlen angsten in die toch jachtige en vaak harde wereld kon ik altijd
terug vallen op de warme, veilige geborgenheid van ons gezin. Samen met mijn
zussen kreeg ik alle kansen en zonder al te zeer verwend te worden, ontbrak het
ons nooit aan iets. We hebben als kind nooit ten volle beseft hoeveel opofferingen
jij en Va gemaakt hebben om ons een zo goed leven te kunnen bieden. Daar kunnen
wij, de kinderen, jullie nooit genoeg voor bedanken! Mijn ziel had dat
uitstekend voorzien: een prima opvoeding in een liefderijk nest. Met tedere
troost bij groot en klein verdriet, ondersteuningen goede raad bij al wat we ondernamen.
Ik kan
mijn ziel enkel feliciteren om zo een schat van een moeder uitgekozen te hebben
en dankbare vreugde vult dan ook mijn hart. Jij bent en blijft voor alle kinderen,
kleinkinderen en achterkleinkinderen de zon in ons leven. Een allerfijnste
Moederdag gewenst!
Het
is al meer dan tien jaar geleden dat je heenging naar de overkant. Je zou op 20
april 90 jaar geworden zijn en op 7 september vijfenzestig jaar getrouwd met
Moe Dat zou nog al eens een feest geweest zijn! Je hield erg veel van familiale
bijeenkomsten; alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen gezellig bij
elkaar. Je kon daar net zoals wij erg van genieten.
Je
bent dan ook nog telkens voelbaar aanwezig zij het niet lichamelijk- wanneer
we samenkomen om iets te vieren.
In
het ouderlijk huis, in de tuin, bij je foto, overal waar de herinnering aan jou
tastbaar is, kom je weer in onze gedachten.
Familie;
buren en kennissen zeggen me telkens weer hoe goed ik op jou lijk, steeds meer.
Daar ben ik fier op.
In
mijn dagelijks gebed en meditatie heb je een bijzondere plaats. Een liefdesband
is niet gebonden aan tijd en ruimte.
Al
kan ik het mij niet concreet voorstellen, ik weet intuïtief dat je het nu goed
hebt; geen pijn of zorgen meer, geen materiële beslommeringen. Welverdiende rust
na een leven van hard, heel hard werken.
Voor
je gezin was niets je teveel; onvermoeibaar zorgde je ervoor dat we allen
konden studeren en niets tekort kwamen. Samen met Moe vormde je warme thuis,
een nest van geborgenheid.
Ook
nu nog voelen we je meelevende aanwezigheid; je blijft voor ons zorgen, vanaf
de overkant.
Al
weten we dat je in feite nog steeds bij ons bent, toch is er bij ons allen nog
een gevoel van gemis en een weemoedig verlangen naar een lijfelijk weerzien. Zeker
op momenten als Kerstmis, Nieuwjaar, verjaardagen, Vaderdag
Het
overwegende gevoel blijft er toch een van diepe dankbaarheid en vreugde jou als
vader gehad te hebben. Je verhalen, je levenswijsheid, je voorbeeld, je inzet
dat alles blijft innig bewaard in ons hart.
Het
lag niet in onze aard vaak te zeggen of uitbundig te tonen hoezeer we van
elkaar hielden. We begrepen elkaar zwijgend en voelden mekaar in stilte aan.
Genegen verbondenheid behoeft geen grote woorden of omslachtige gebaren.
De waarheid is absoluut. Een zogenaamd
“wetenschappelijke” benadering van de waarheid zal altijd ontoereikend zijn
omdat het wetenschappelijk onderzoek zichzelf begrenst en beperkt tot
zintuiglijke waarneming. De werkelijkheid is – letterlijk- oneindig veel ruimer
dan wat wij met onze beperkte zintuigen en ontoereikend verstand kunnen
(be)grijpen.
Enkel door intuïtie kunnen wij de waarheid
doorgronden en dat kan alleen maar door regelmatige diepe meditatie
verwezenlijkt worden. Dan weet je intuïtief wat leven, “zijn” echt is. Dat gaat
verder dan geloven of gissen of zichzelf of anderen iets “wijsmaken”. Degene
die weet, hoeft geen bewijzen meer want ervaart de werkelijkheid zoals die is.
Wie gelooft kan nog twijfelen. Wie (nog) niet gelooft, zal niet eens de waarheid
zoeken of vruchteloos in het duister (wetenschap, bijgeloof, illusie) tasten.
Alleszins is er geen tegenstrijdigheid tussen wetenschap en spiritualiteit,
alleen is het bovenbewust weten vollediger en ruimer, ja allesomvattend.
De waarheid, de ware zin van het leven is
niet in woorden te omschrijven, je moet dit echt zelf ervaren (in diepe innerlijke
stilte, meditatie). “Liefde” komt nog het dichtst in de buurt; universele,
onvoorwaardelijke en duurzame liefde; ’t is maar dat je ’t weet…
De
hele mensheid lijkt wel op de vlucht. Voor honger, kou, natuurramp, oorlog,
armoede, voor een heleboel mogelijke redenen
Ieder
mens is op zoek naar liefde, vriendschap, geluk, veiligheid, vreugde, gezelschap,
geborgenheid, zinvolle bezigheid
Elk
levend wezen is bang voor pijn, ziekte, dood, ellende
In
plaats van allen tezamen te strijden tegen alle onrecht, haat, geweld ,
bestrijden we elkaar en maken het nog veel erger.
Het
bekrompen beschermen van de eigen zekerheid en van materialistisch bezit
ontaardt in een wereldwijde verslechtering van de situatie.
En
toch, het bewustzijn groeit dat enkel door samen te werken op basis van
volledige gelijkwaardigheid een oplossing mogelijk is voor iedereen. Solidariteitsacties, bewustmaking van
ecologisch en vredevol leven, rechtvaardige verdeling van gronden en goederen,
oog hebben voor verdrukten, daklozen, kansarmen Er groeit een hoopgevend Licht
van Liefde onder de mensheid dat almaar meer schijnt en tedere warmte brengt.
Vrede op aarde is geen utopie, oorlog en geweld en al wat daar mee te maken
heeft is daarentegen juist een illusie. Nog nooit in de geschiedenis van de
mens hebben wapens en geweld ook maar iets opgelost. Integendeel, oorlog en bloederige
revoluties hebben alles alleen maar erger gemaakt en onrecht bestendigt.
Laten
we de vrede en het inspirerend Licht van Kerstmis het hele jaar door schijnen
in ons hart. Het leven kan zoveel mooier zijn met op tijd een bemoedigende
glimlach, een vriendelijk woord, een warme knuffel te schenken.
Nog steeds brengt het Kindje zijn
boodschap van vree, voor alle goedwillenden onder ons mee .
Zijn hele leven lang had
de professor gestreden tegen al wat met geloof te maken had. Zelf had hij een streng
katholieke opvoeding gehad en zelfs even met de gedachte gespeeld om
missionaris te worden. Maar na een traumatisch incident met een pater tijdens
een bezinningsweekend met de school, wees hij resoluut elk geloof af en zette
zich af tegen alles wat met religie en spiritualiteit te maken had.
Hij doceerde politieke en
sociale wetenschappen maar was vooral gekend omwille van zijn vele boeken en
lezingen waarin hij heel hard van leer trok tegen elke godsdienst. Vlijmscherp
was zijn kritiek en weinigen durfden het aan met hem in debat te gaan.
Zijn lessen, boeken en
voordrachten waren allemaal heel goed voorbereid en dat was ook nodig. Want de professor
had altijd zoveel in gedachten dat hij verschrikkelijk verstrooid kon zijn in
praktische zaken. Gelukkig had hij een vrouw die alles en nog wat voor hem regelde;
het huishouden, administratie- en bankzaken, zij deed dat allemaal. Kinderen
had hij niet want “deze wereld was al overbevolkt en zeker niet geschikt om nog
meer mensen erop te zetten”, zo beweerde hij altijd.
Toen hij op
pensioenleeftijd was, bleef hij met nog meer ijver zijn “vrijzinnige
kruistocht” zoals hij dit met enig cynisme omschreef voortzetten. Tot hij op
een dag te horen kreeg dat hij Alzheimer had. Met veel ruchtbaarheid gaf hij
iedereen te kennen dat hij euthanasie wilde plegen want dat zijn leven nu geen
zin meer had. Hij “geloofde toch niet dat er na de dood nog iets is, dus kon
hij er maar beter een einde aan maken”. Nadat hij dit met veel pathos in de
laatavondshow op televisie verkondigd had, gebeurde er echter iets totaal onverwachts.
Op weg van de studio naar huis reed een wagen met dronken bestuurder hem
frontaal aan en de professor was op slag dood.
***
Hij voelde zich als het
ware uit zijn lichaam glijden en van bovenaf zag hij zijn stoffelijke resten
liggen, de zwaargewonde aanrijder, de autowrakken… De scene werd weldra een hallucinant
filmfragment met loeiende sirenes, zwaailichten, drukdoende politieagenten en
hulpverleners. Stilaan vervaagden die beelden echter en de professor voelde
zich almaar lichter worden en steeds verder weggetrokken van het aardse
schouwspel. Het leek alsof hij door donkere wolken voortgedreven werd tot hij
ineens in de verte een schitterend licht ontwaarde. Supersnel naderde dit en nu
voelde hij zich helemaal omgeven door dat stralend licht. De intensiteit van
het licht was als van duizenden zonnen maar toch was het niet verblindend of
verschroeiend. Een onbeschrijflijk gelukzalig gevoel doorstroomde de professor.
Het was dus toch waar! Datgene wat hij zijn hele leven zo bestreden had, bleek
toch werkelijkheid te zijn. Hij was niet dood, hij leefde verder voorbij dat
vermeende eindpunt! Met verwondering en vreugde ervoer hij iets waar hij geen
woorden voor had. De allerschoonste muziek, het prachtigste landschap of
natuurfenomeen, het verrukkelijkste gevoel van blijheid of liefde op aarde kon
in de verste verte niet tippen aan dit hemels zalig gevoel. Hij begreep nu dat
mensen die een zogenaamde bijna-doodervaring of lichaamsuittreding meegemaakt
hadden daar zo lyrisch over waren en waarom allen getuigden dat ze niet terug wilden
naar de aarde. Ook hij voelde niet de minste drang om opnieuw in zijn
stoffelijk lichaam te gaan. Het speet hem nu enorm dat hij zo negatief gestaan
had tegenover al wat met religie en spiritualiteit te maken had. Zijn leven kon
zoveel beter en interessanter geweest zijn indien hij het geleefd had vanuit
het inzicht dat hij nu had. Hij verlangde er nu oprecht naar om hier in deze
gelukzalige omgeving te mogen blijven.
Een ongelooflijk mooie
wereld zag hij hier om zich heen. Wat hij ook maar bedacht van kleurrijke
bloemen, besneeuwde bergtoppen, kronkelende rivieren, diepblauwe meren of
uitgestrekte wouden: het manifesteerde zich allemaal ogenblikkelijk voor zijn
ogen. Wonderschone muziekklanken kon hij doen opwellen in zichzelf en die
overheerlijke symfonie weergalmde in de hele ruimte rondom hem. Honger of dorst
had hij niet maar indien hij dit wenste, kon hij drinken uit fonteinen van
licht of eten van wat hij maar in gedachten had. Al zijn zintuigen konden alles
opnemen; het was meer een intuïtief aanvoelen van wat zich rondom hem voordeed.
Enthousiast wou hij zich begeven naar wat hem een ster of planeet leek, ginder
heel ver weg. Maar zie, ogenblikkelijk was hij al daar ter plaatse. Reizen kon
hier blijkbaar sneller dan het aardse licht.
Hij voelde naast zich de
aanwezigheid van iemand. Een engelachtige jongeling keek hem mild glimlachend
aan. Ze wisselden geen woord maar brachten hun gedachten geluidloos over.
“Is dit nu de hemel?”
“Dit is de astrale sfeer.
Met verschillende “gebieden” waartoe je ziel aangetrokken wordt naargelang uw
karma uit je vorig leven. Wie veel kwaad deed in zijn aardse leven komt in de laagste,
duistere atmosfeer terecht en moet na verloop van tijd weerkeren naar de aarde
om er te leren en te verbeteren zodat hij bij het overgaan in een hogere
astrale sfeer kan terechtkomen. Dit is zeker geen straf, maar een leerproces
waarbij de mens zelf de oorzaak is van wat onvermijdelijk moet volgen”.
“Moet ik dan ook terug?”
“Zeer zeker. je hebt
weliswaar uit vroegere levens een redelijk goed karma en in jouw jeugd was je
gelovig, sociaal en vol medeogen en liefdevol tegenover anderen.Ook nadat je afstand deed van je geloof en
het zo vurig bestreed, leefde je toch bewust en plichtvol. Je hield je aan de
grote universeel spirituele waarden zonder ze als dusdanig te benoemen. Maar
enkele fundamentele zaken moet je nog leren en beleven om dan nog hoger te
komen, overeenkomstig je spirituele evolutie. Je moet jezelf volledig
verwezenlijken om als je Ware Zelf één te zijn met Al-wat-Is. Dan pas zal je de
staat van altijd nieuwe gelukzaligheid bereiken, waar jenu al een voorproefje van krijgt.”
”Dus God bestaat toch?”
“Sterker nog: God is al
wat bestaat. Alles en iedereen maakt onlosmakelijk deel uit van die ene Bron
van Liefdesenergie. Een Bron van vreugde en gelukzaligheid, onvoorwaardelijk en
grenzeloos. Oneindige Liefde die in elke levensvorm te vinden is. Al wat geschapen,
gemanifesteerd is komt uit de Ene Eeuwige Bron, wordt erdoor in stand gehouden
en keert er weer –gelouterd- naar toe om er alsmaar meer en intenser te
genieten.”
“En als iemand slecht
blijft leven of volharden in ongeloof? Is die dan eeuwig verdoemd in de hel”
“Neen, dat kan niet.
Uiteindelijk moet iedereen zich bewust worden van zijn ware aard en terugkeren
naar de allergrootste Geliefde. Al kost het miljoenen incarnaties. Definitief
verloren kan een ziel nooit zijn want net als God is de ziel zelf volmaakt, ook
al verblijft deze tijdelijk in illusie van materiële, zintuiglijke
onvolmaaktheid”
“In een volgend leven wil
ik deze wijsheid aan iedereen kenbaar maken”
“That’s the Spirit!”
***
De vrouw stapte naar de
doornloze rozenstruik toe, helemaal achterin in de tuin van hun weekendhuisje
aan zee, ergens aan de Vlaamse kust. Hij had die rozen geplant, verzorgd en
gekoesterd met veel toewijding. Oorspronkelijk stonden die bloemen in de tuin
van zijn moeder. Hij had altijd gezegd dat hij wilde dat na zijn overlijden
zijn as hier bij deze rozenstruik zou uitgestrooid worden. Net op het ogenblik
dat zij de urne omkeerde, kwam een plotse felle rukwind opzetten en de as
verspreidde zich over een groot deel van het grasperk. Even schrok ze maar dan
kwam een weemoedige glimlach over haar gelaat. “Daar ligt hij nu, mijn
professor, verstrooid zoals altijd”.
Het is nu al meer dan 35
jaar geleden dat je heenging maar nog dagelijks ben jij in mijn gedachten en
voel ik je zo nabij. Wanneer ik het even moeilijk heb, hoor ik weer jouw
bemoedigende stem. Of wanneer ik alweer een zoveelste stommiteit dreig uit te
halen, herinner ik me jouw wijze raad of waarschuwing. Bij een of andere
misstap ervaar ik jouw milde vergevende houding. Bovenal voel ik jouw
onvoorwaardelijke, intense liefde. Jouw leven was een voorbeeld van diep en
oprecht geloof, dienstbaarheid en medeleven, altijd eenvoudig en liefdevol.
Nooit heb ik jou een kwaad woord horen zeggen over iemand en wanneer iemand
anders een bepaalde persoon veroordeelde of belasterde, wist jij altijd een
positief tegenbeeld te schetsen of een vergoelijkend woord te plaatsen. Niemand
heeft ooit een negatief antwoord gekregen op een vraag naar jou toe. Je was
steeds in de weer voor anderen, jezelf volledig wegcijferend.
Vele mooie herinneringen
heb ik aan jou. Dunkelrote Rosen zingend in de keuken terwijl je
overheerlijke tomatensoep met ballekes maakte Of al die feestelijke
gebeurtenissen zoals Sint-Maarten of Nieuwjaar waar je voor elk kleinkind (30:
vijftien meisjes en vijftien jongens) geschenken had. En nog zovele herinneringen
meer
Toen ik als kind eens
vroeg hoe het kwam dat jij je nooit kwaad maakte, antwoordde je rustig: Wat
voor zin heeft het om je kwaad te maken? Het kost veel energie en tijd en je
bent er zelf niet goed van. En dan moet je het daarna toch weer goed maken wat
alweer veel tijd, energie, en pijnlijke emoties vergt. Je kan dus maar beter
niet kwaad zijn. Dit en vele andere wijsheden heb ik van jou geleerd.
Je gaf me ook een
godsbeeld dat verschilde van wat wij op school meekregen. Niet die strenge,
straffende God maar eerder een liefdevolle, meelevende God. Als hooggevoelig
jongetje dat bang was om s avonds in te slapen omdat wie in staat van doodzonde sterft voor eeuwig en altijd in de hel zou
moeten branden, was dat een hele opluchting. Niet dat ik zo een grote
zondaar was maar zoals elk kind haalde ik natuurlijk wel eens kattenkwaad uit
en ik had sowieso een overdreven groot schuldgevoel wanneer ik niet aan de
normen en regels voldeed.
Overigens was jij in die
grote, beangstigende wereld rondom mij een baken van rust en vrede. De vele
gevaren en angsten van het leven schenen bij jou in het niets te verdwijnen. Ik
voelde me geborgen en innerlijk rustig in jouw aanwezigheid.
Jouw leven was één en al
geven. Ik ben zo dankbaar jouw petekind te mogen zijn en kan alleen maar hopen
dat ik kan slagen in mijn schamele streven te leven naar jouw voorbeeld.
Tevreden en zelfgenoegzaam
bekeek de generaal vanuit het raam van het hoofdkwartier zijn
spiksplinternieuwe speelgoed dat daar in volle glorie stond uitgestald. De
gevechtsvliegtuigen hadden uiteindelijk het driedubbele gekost van de
oorspronkelijk aanbiedingsprijs maar dat was geen zorg voor hem. De
belastingbetaler had niet enkel de werkelijke aankoopprijs maar ook de daarin
verrekende verdoken smeergeldpremies en al even verborgen persoonlijke
voordelen opgehoest. Onvrijwillig en onwetend weliswaar, maar het is toch maar
zo. Het was altijd al zo geweest, wie ook het leger of het land leidde.
Een gemeen lachje kwam om
zijn lippen. Hij droomde al van het riante buitenverblijf in Toscane en de vele
snoepreisjes naar New York, zogezegd om de updates te bespreken. Luxehotel en
alle mogelijke aangename bijkomstigheden als privè-feestjes en dergelijke
zouden hem ten deel vallen, volledig gratis natuurlijk, als gast van de
wapenfirma.
Het moeilijkst te overtuigen
waren zijn collegas-militairen geweest; die wisten immers dat dit tuig
minderwaardig was en totaal niet geschikt voor louter defensieve taken. Enkel
het platbombarderen met kernwapens van hele streken, zonder onderscheid tussen
militaire en burgerdoeleinden was mogelijk. Met de verschrikkelijk dood van
vele burgerslachtoffers, ook vrouwen en kinderen tot gevolg. Maar dat was nu
eenmaal niet te vermijden. De generaal trachtte deze donkere gedachten even opzij
te zetten. Die collegas waren uiteindelijk toch bereid zijn advies aan de
Minister van Oorlog te ondersteunen. Ze konden allen een graantje meepikken van
de compensaties. Naar buiten toe werd wijsgemaakt dat de economie hier beter van
zou worden maar ze wisten uiteraard wel beter. Zij en zij alleen zouden profiteren
van deze miskoop. De wapenindustrie lag op apegapen en was sowieso grotendeels in
handen van de grote wapenproducerende landen, tevens veto-houdende leden van de
permanente Veiligheidsraad. Hooguit wat kruimels kon de plaatselijke industrie
hier aan overhouden.
De verantwoordelijkheid
voor de eventuelenegatieve gevolgen
die dingen stortten vaak neer en konden makkelijk per vergissing- kernbommen
droppen boven scholen en ziekenhuizen- zouden voor de Minister van Oorlog zijn.
Die zou dan wel moeten aftreden maar kon allicht nog wel ergens burgemeester of
zo worden.
Eén ding zat de generaal
die verder weinig of geen last had van een geweten behoorlijk dwars. Om
deze gevechtsvliegtuigen te kunnen aankopen waren enorme bezuinigen nodig
geweest, vooral in onderwijs en sociale zekerheid. Hij had tenslotte ook
kleinkinderen. Eén van hen was gestorven omdat de kostelijke behandeling voor
haar zeldzame ziekte niet kon betaald worden. Een ander kleinkind dat eigenlijk
aangepast onderwijs nodig had, kon dit niet krijgen vanwege het scherp
verlaagde budget. Ook onderwijs moest immers flink besparen om aan het nodige
geld te komen voor de aankoop van de gevechtsvliegtuigen. Maar ja, dat was nu
eenmaal de prijs die men moest betalen voor de vrijheid, besloot de generaal
zijn troebele gedachten. Maar hij besefte dat dit in feite onzin was. Die
moordtuigen zouden helemaal geen vrijheid kunnen verzekeren. Terroristische
aanslagen hou je met die ondingen niet tegen, integendeel. En de buitenlandse
missies hadden nog nooit vrede, welvaart en welzijn gecreëerd, ook integendeel.
Maar goed, onze Grote Bondgenoot moest tevreden gesteld worden. De grote leugen
van een rechtvaardige en veilige wereld te verzekeren door zijn Bondgenootschap
in stand te houden deed het nog steeds goed. Multinationals en zogenaamde
wereldleiders voeren er wel bij en tja, waarom zou een generaal uit een klein
landje daar niet mee van mogen profiteren?
De generaal zuchtte even
en focuste dan op het computerscherm voor hem. Rood alarm! De vijand van de
Bondgenoot moest onmiddellijk aangevallen worden! Rechtstreeks bevel van de President
en Opperbevelhebber van de Verenigde Strijdkrachten! De generaal besefte dat
dit een zoveelste uitgelokte provocatie was maar kon niet anders dan het bevel
te geven om al dienieuwe
gevechtsvliegtuigen met kernwapens en al naar het gebied van de vijand te
sturen. Hij besefte dat daar niets overeind zou blijven, geen gebouw, geen
natuur, geen mens Hun afweergeschut kon niets tegen deze super-moordtuigen.
Wat onze generaal en zijn
Bondgenotenniet wisten was dat de
vijand in plaats van te investeren in wapentuigen de hersens had gebruikt en
een subliem computerprogramma ontwikkeld had om het bestuurssysteem van vijandige
vliegtuigen ogenblikkelijk te hacken en te herprogrammeren. Zodra de toestellen
zowat halfweg waren op hun oorlogsmissie werden ze gehackt en werd hun
gesofisticeerde computerprogramma aan boord gewoon in reverse mode geplaatst.
Dit betekende dat de gevechtsvliegtuigen onmiddellijk hun koers wijzigden en
terug naar het land van oorsprong vlogen om daar hun allesvernietigende bommen
te droppen. Het target werd gewijzigd en beperkt tot één doel.
Van de gewetenloze generaal
en zijn militair hoofdkwartier bleef niets over
Zowat elke
levensbeschouwing bevat volgende leefregel:
“doe nooit een ander aan wat je zelf niet aangedaan wil worden”. Vandaar
ook de Bijbelse uitspraken (in essentie ook in andere religieuze Geschriften en
humanistische, vrijzinnige morele teksten weer te vinden): “Oordeel niet opdat
jij ook niet geoordeeld zou worden”, “Wie zonder zonde is, werpe de eerste
steen”, “Met de maat waarmee je veroordeelt, zal je zelf veroordeeld worden”
enzovoort…
Ieder weldenkend mens kan
bovenstaande uitspraken onderschrijven. Toch is het in de realiteit niet altijd
zo vanzelfsprekend. In gesprekken worden we algauw verleid tot het bekritiseren
van anderen en doen er liefst nog een schepje bovenop naarmate de conversatie
vordert. Zo zijn we nu eenmaal; we willen bevestigd worden in de groep, de
samenleving en volgen daarom graag de door media en opiniemakers (politici,
journalisten, professoren, zelfverklaarde specialisten) opgelegde zogenaamde
politieke en morele correctheid. Andersdenkenden of zelfs gewoon maar mensen
die iets in vraag willen stellen of nuanceren worden algauw de mond gesnoerd,
weggehoond, publiek afgeschilderd als extremist, asociaal, ondemocratisch,
gevaarlijk voor de maatschappij of zelfs als onmens, monster.
De onverdraagzaamheid
tegenover iemand die niet de eigen (lees: opgedrongen) mening verkondigt is erg
groot. Vooral op sociale (?) media vindt men de meest verschrikkelijke, gore,
onmenselijke commentaren. Argumenten leest men er zelden of nooit, hoogstens
wat gemeenplaatsen of dooddoeners naast de kwestie. Er is blijkbaar een opbod
in de reacties om de strafste uitlating te posten. Vaak door mensen die niet
eens weten waarover het gaat maar die zich verplicht voelen hun afkeer tegen
een bepaalde persoon, een stroming of organisatie of een bepaald standpunt
grondig en op schabouwelijke manier te uiten. Je herkent dat soort mensen
meestal aan de vele spellings- en andere taalfouten en aan het gebruik van hun
woordenschat die beperkt blijft tot scheldwoorden en steeds terugkerende sofismen
en dogma’s. Zo zal bijvoorbeeld extreem links zich altijd keren tegen
(vermeend) extreem rechts en omgekeerd. Een redelijk debat met zinvolle
argumenten is onmogelijk, het blijft bij verwensingen en verwijzingen naar historische
gruweldaden van linkse, respectievelijk rechtse misdaden tegen de mensheid. Ook
andere tegengestelde opvattingen, geloof, politieke overtuiging of wat dan ook;
men werpt met stenen, modder en andere viezigheid naar de boodschapper.
Toch kan het anders.
Wanneer je de drang voelt om heftig te reageren op iets of iemand, adem dan
eerst even heel diep in en uit. Bedenk dan rustig wat je zo stoort of ergert.
Weet dan dat wat je het meeste tegenzat juist datgene is waar je zelf mee
worstelt, bewust of onbewust. Denk dan rustig na en formuleer in beleefde
bewoordingen jouw mening met eventueel grondige argumenten of suggesties. Zo
kan een verrijkend debat ontstaan waarbij iedereen iets kan opsteken en
waardoor een bepaald probleem effectief kan opgelost worden. Speel nooit op de
man (of vrouw of transgender J) maar bekijk de
uitspraak of daad als op zichzelf staand en reageer uitsluitend daarop. Sta
open voor wederwoord en opbouwende kritiek.
Verzorg je taal en
provoceer niet. Wees ook kritisch voor jezelf want niemand heeft de wijsheid in
pacht en je kan immers nooit alle achtergrondfeiten of juiste omstandigheden
kennen. En vooral, denk aan de universele leefregel: schrijf of zeg nooit iets
waarvan je niet zou willen dat dit over jou gezegd of geschreven wordt. En laat
je niet langer opjagen of een mening opdringen door invloed van buitenaf. Neem
nooit klakkeloos iets over van een ander (ook niet van mij ). Vorm je eigen
mening, in alle rust en kalme overpeinzing.
Alle mensen zijn volkomen
gelijkwaardig, wat hun woorden of daden ook mogen zijn. We zijn allen één en
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze spirituele, kosmische wet is absoluut,
geldt voor iedereen en altijd en wordt dus (gelukkig maar) niet door politici
gemaakt. Wat is, is. Indien je iemand anders beschimpt en veroordeelt, doe je
dit dus eigenlijk ook tegenover jezelf. Nogmaals, wat jou zo prikkelt heeft te
maken met –al dan niet verborgen- problemen of hoedanigheden die jij diep
vanbinnen zelf hebt. Vandaar inderdaad: wat je zegt over een ander ben je zelf!
Blijf lief voor elkaar
(liefde is het beste antwoord op alles) en respecteer elkaar, ook al ben je het
grondig oneens. Wedden dat het (sociale!) medialandschap er dan een stuk mooier
en interessanter zal uitzien? En wie weet, ook de hele samenleving – hier en
elders in de wereld?