In Kilangala heeft iedereen wel een akker om voor eigen onderhoud te verbouwen. Zolang de maisoogst niet mislukt is er geen honger. Ook verbouwt men volop tomaten. Het overschot daaraan verkopen vrouwen op een klein marktje ... Maar op een plek waar iedereen tomaten verbouwt is dat moeilijke handel .... De vorige keer was de maisoogst minder ten gevolge van overvloedige regen aan het begin van het groeiseizoen. Jonge aanplant was verrot of overspoeld door modder. Daardoor geinspireerd introduceerde ik het eten van soep als alternatief voor maispap.
Ik maakte dagelijks een grote pan soep. Iedereen die op de maisakker voor de pap van de kinderen van de school had gewerkt kreeg hier van te eten. Destijds betaalden wij voor alle ingredienten... Mensen wenden langzaam aan de smaak van soep. Mannen zijn makkelijker in het proberen van iets nieuws dan vrouwen heb ik gemerkt. Maar uiteindelijk was 'men'om.
Deze keer wil ik het wat anders doen. Iedereen met trek mag een kop soep nemen ... maar levert in ruil een ingredient voor de volgende pan. 1 tomaat, 1 ui, een hand bonen of een aardappel apart stellen niet veel voor ... maar zijn samen meer dan de som der delen. In de kookdozen blijft eea warm op zonnestralen.
Eigenlijk net als met mensen ... samen kun je meer!
Gisteren kocht ik braadzakken. Waarschijnlijk kookt het daarmee sneller dan in pannen. En zo verzin ik iedere dag wat en vul ik de doos met mee te nemen spullen! Ik ben zo zoet met mijn voorbereiding ... en hoor mezelf zingen!