Ode aan mijn hart. Ik weet niet of ik jou iets te vertellen heb, of je hier iets kan zoeken ( of vinden ). Ik schrijf simpelweg over mijn deelname aan het leven en wat ik er niet van begrijp. Ik ben niet anders dan anderen, toch ben ik wereldvreemd.
Waarschijnlijk bewandel ik ook maar de weg van velen, toch ken ik enkel de mijne en die geef ik je. Ik kan niet raken wat in jou zit, ik kan niet aanvoelen welke woorden je thuis maken, ik wil alleen mijn woorden uit me schrijven opdat ze vrij kunnen zijn van de onmacht waarin ze mijn leven beklijven.
-Fortuna vitrea est, tum cum splendet, frangitur.-
(nota :teksten staan chronologisch, dus meest recente onderaan ).
07-11-2011
De pot verwijt de ketel.
Vandaag ben ik niets.
Hier vanbinnen is het weer oorlog: het verlangen en de dromen, tegen de beschermers, de realiteit en het geweten.
Ik haat dit gevecht en de voorspellende overwinning. Ik zie zelfs geen logica, want ik kan met mijn ratio, zelfs puur wiskundig bedenken dat het geen oplossing is eeuwig te beschermen wat geliefd wilt worden. Door de kracht van de weerstand ( die zucht- veel te groot is) geraakt het gewenste niet binnen, is geliefd worden niet mogelijk, is eenzaamheid de sterkste overlever.
Waarom blijf ik zo bedreven in het niet toelaten wat ik wil bereiken? Hoe grof voor mezelf.
Ik ben woedend op mezelf, om wie ik ben, om wat ik verwacht van het leven om wat ik droom, wat ik mis, wat ik negeer en wat ik niet haalbaar acht. Ik heb zon hoge eisen, vooral voor mezelf, ik eis zelfs wat onmogelijk is, ik loop stroef achter overtuigingen waarvan ik niet eens weet of het de mijne zijn. Ik heb me dingen aangemeten, ik heb waarden en normen overgenomen en al probeer ik ze onverbiddelijk eigen te maken, ze zijn niet van mijn eigen. Ik spreek en ik preek over dingen die ik zelf niet eens waarmaak of waarvan ik de oorsprong in mijn principes niet ken. Misschien heb ik er zelf geen en neem ik ze daardoor over van anderen. Ben ik zo leeg dat ik gevuld moet worden door anderen hun bloed?
Ik wil mezelf niet bekijken vandaag en ik vertik elke vorm van communicatie met mijn hoofd. Ik wil rust, ik wil vrijheid,
vrij van alles wat mijn adem afneemt, mijn tranen opwelt, mijn vuisten balt en zelfs mijn mondhoeken wilt doen lachen, ik wil niets, niets nu. Ik wil niets moeten, ik wil zelfs niets willen.