Ik zoek een stem die met me spreekt.
Ik vraag me of ik mezelf herken en zie enkel tranen op het gezicht dat lijkt op het kind dat ik ooit zo graag zag.
waarom huil je?, vraag ik.
Om jou, omdat ik je terugzie.
Ik dwaal al lang in lege straten, in een donker huis waarvan ik enkel de muren ken. Waarheen weet ik niet, waar vandaan ook niet. Ik heb alleen gevoel dat ergens wilt geraken, maar het heeft geen geheugen meer.
Al veel te lang moet ik de vraag hoe gaat het? beantwoorden met : redelijk. Het gaat redelijk in die zin dat ik overleef, maar leven doe ik niet meer. Ik kan niet meer voelen zoals ik dat ooit deed. Ik heb onrust, vanalles dat in me woedt en ik spreek niet meer, met niemand, hetzij met lege bladen papier die ik alles vertel, maar daar heb ik in praktijk niet veel aan, alleen dat ik zo mezelf vaak wat wijzer maak.
Lieg zo niet tegen jezelf. Spreek dan toch
'Ik ben zo eenzaam, ik mis zon warmte, geborgenheid en ik voel me nergens veilig. Bij jou misschien ergens door nostalgie, maar dat is ook maar een ideaalbeeld van wat het vroeger was en een soort heimwee, maar die blijft zijn doel missen'.
2555 dagen,
en dat is dan nog maar de vluchtige berekening,
het waren meer dagen, de tijd leek veel langer.
Ik weet niet hoeveel tijd nog, dat woord heeft zo stilaan geen vat meer op mij .
Ik weet alleen dat ik het nooit kan controleren, tijd.
Het zal al'tijd' naast me blijven lopen en ik ga het nooit kunnen negeren.
Ik heb begrepen dat het even zwak is als mij en ook zijn verleden niet vergeet,
het bouwt er immers steeds op verder.
Het zou uiteindelijk mijn troost zijn,
het zou mij helen,
het zou me doen vergeten.
Ik geef me over, Tijd.
Ik geef je tijd.