De steile weg
Een preek voor de eenentwintigste zondag
1. Haast elke dag beluister je vragen als "Komt er bij jullie nog veel volk naar de kerk?" of "Met hoevelen zijn jullie daar nog in het klooster?" En Jezus zelf wordt bestookt met vragen als "Wie wordt gered?" en "Zijn het er velen?" of "Hoe kan het dat mensen zouden verloren gaan als God toch eindeloos goed is!" Maar die Jezus lijkt niet geïnteresseerd in cijfers en statistieken en nog minder in allerhande speculaties omtrent Gods omgaan met mensen. Zijn enige reactie komt hierop neer: "Span je in tot het uiterste." Elk beaat optimisme wordt weggewuifd. Hem volgen is nu eenmaal niet goedkoop.
2. 'Span je in!'. Inspanning, is dat geen woord dat ons hindert? Zeker als we naar hier naar de Belgische kust gekomen zijn om ons te ontspannen, om - als het de weergoden belieft - op een balkon of in een strandzetel te genieten van de zon en van een koele zeebries. We zijn hier om, vrij van vele zorgen, te rusten. Dat is je ook van harte gegund. Maar toch. Er zijn ook andere opvattingen. Er zijn er die liever hun vrije tijd spenderen aan alpinisme, steile rotswanden beklimmen en zware fysieke inspanningen leveren. Voor hen liggen ontspanning en inspanning dicht bij elkaar. Je bent bijvoorbeeld gefascineerd door een bepaalde sport en je hebt er alles voor over. Zo kan je ook zeggen: je houdt van iemand en je wil je helemaal inzetten voor hem of haar. Ook hier zie ik mensen die steile hoogten beklimmen. Ik bedoel: ouders van s morgens tot s avonds bezorgd om hun kleine kinderen, jongeren die hier komen met bejaarde en minder bedeelde mensen, begeleiders met een groep gehandicapten. Kortom, mensen die begrepen hebben dat voluit leven betekent dat je leven doorgeeft. Leven is leven geven. Charles de Foucauld formuleert het zo treffend in zijn zogenaamd Gebed van overgave: "God, ik leg mijn leven in uw handen omdat het voor mij een noodzaak van liefde is mij te geven". De weg van de mededeelzaamheid gaat steil opwaarts maar wie liefheeft, merkt het niet eens meer. Eenmaal als Jezus en zijn levensweg zoals die in de evangelies staat uitgetekend, je gaat boeien, heb je er alles voor over, precies zoals geliefden, gehuwden voor elkaar, ouders voor hun gezin.
3. Maar waar is nu die God met zijn universeel project? Met die wereldwijde tafel waar plaats wordt gemaakt voor elkeen, voor volken uit alle windstreken. God is zo goed dat ook de allerlaatste nog een zitje krijgt. Het zal van hem niet afhangen als er ook nog maar één mens aan de deur blijft staan. Maar God respecteert ons edelste bezit, onze vrijheid. God houdt van ons maar ware liefde bruuskeert nooit. De toegangspoort tot God zwaait niet automatisch open zoals aan het grootwarenhuis. Eenmaal als je weet dat Jezus zelf dé Weg is, de enige toegang tot de Vader, ga je Hem vol vreugde achterna. De steile beklimming wordt nu een koninklijke weg, met de mooiste bloemen omzoomd.
Peter D'haese o.p. Bron: http://users.skynet.be/hebgeloof/index.htm
|