PREEK STOEL
Weblog Preek van de week
Laatste commentaren
  • op bezoek (steffi)
        op
  • Preken, ook vandaag nog! Bezoek onze forums. (Daniël Adams)
        op
  • aangesteld als acoliet (Frans Maseland)
        op
  • bezoekje (debaes nico)
        op
  • Pe (G van Tol)
        op
  • Verwanten
  • Preken
  • Uitwisseling preken
  • Reliflex
  • 24-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Wakker schudden
    Een preek voor de eerste zondag van de advent

    Hoe dikwijls gebeurt het niet dat mensen wakker schieten als het te laat is, als het drama zich al voltrokken heeft?
    Daarom blijft het nodig dat wij elkaar waarschuwen: word eens wakker en doe je ogen toch open, kijk wat er zich rondom jou aan het afspelen is!
    Mensen wakker schudden voor wat op hen afkomt,
    dat is ongetwijfeld de bedoeling van de Schriftteksten die we vandaag lezen.

    Maar voor wat moeten wij wakker geschud worden? Waar moeten wij op letten en aandacht aan geven? In het evangelie is het heel duidelijk: we moeten wakker liggen voor 'de komst van de Heer'. Maar wie ligt daar nù wakker van?

    We zijn bezig met wat er zich afspeelt binnen de kleine kring van het gezin, de relatie en de kinderen, het werk of de werkloosheid en met onze gezondheid. Maar ook in de grotere wereld rondom ons zijn we betrokken: de toenemende stress en het geweld, het moordend verkeer, de luchtvervuiling, het gevoel van onveiligheid en van onverdraagzaamheid. De 'wederkomst van de Heer' en het 'einde der tijden', dat ligt toch ver af van al onze concrete zorgen.

    Het geestesklimaat waarin wij nu leven is zó verschillend van dat van de eerste christenen. Zij waren overtuigd dat de wederkomst van Christus en het einde der tijden spoedig gingen aanbreken. Toen de wederkomst uitbleef, gingen ze meer en meer de nadruk leggen op het waakzaam zijn. 'Wees waakzaam', dat is het knipperlicht dat telkens weer aanslaat in de adventstijd.

    ’Advent’, betekent ‘komst’. Spontaan denken we dan hierbij aan het komend kerstfeest. De adventsliturgie echter bekijkt het veel ruimer. Het gaat niet enkel om de komst van het kerstekind, maar ook om de terugkomst van de Heer, en zijn komst in ons eigen hart. ‘Komst’ is nauw verbonden met 'verwachten', met 'uitkijken naar'.

    De lezing uit Jesaja is daar een heel mooi voorbeeld van. Jesaja verwoordt de universele hunker van de mens naar vrede. De hunkering dat er ooit eens een tijd komt dat mensen de onderlinge twisten begraven, dat ze de wapens neerleggen, dat oorlog niet meer bestaat, omdat er harmonie is en samenhorigheid, omdat er een 'stad', een 'plaats' is waar Gods aanwezigheid afstraalt op allen.

    En op Kerstmis is dit visioen van vrede onder de mensen nog altijd prominent aanwezig. Het maakt nog altijd deel uit van de typische sfeer van de kerstdagen: het verlangen dat het toch ooit zou mogen lukken dat er vrede komt.

    Dàt visioen blijft na al die eeuwen in de mensen leven, en de adventstijd is bij uitstek de periode die ons aan dit visioen herinnert: de verwachting dat het ooit eens zal komen! Hierbij sluit dan ook het evangelie aan: verwachten is één ding, maar waakzaamheid een ander! Verwachten en wachten kan een passieve activiteit zijn, maar het evangelie roept eigenlijk op tot een actieve ingesteldheid: wees waakzaam en zorg dat je klaar bent als het einde komt!

    In de tekst klinkt een wat bedreigende en angstaanjagende ondertoon. Het loopt niet voor iedereen goed af, de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten. Houd u maar gereed, want de Heer komt als een dief in de nacht.

    Wij zouden die beelden ook wat kunnen loskoppelen van het perspectief op de eindtijd en in verband brengen met de eindigheid van ons bestaan. Het is niet God, maar de dood die komt als een dief in de nacht. Het is de dood die de ene wegrukt en de andere achterlaat. Niemand weet wanneer de dood ons treft. Wees daarom waakzaam. Probeer nú goed te doen. Het is niet op ons sterfbed dat we spijt moet hebben over wat we gedaan hebben. Neen, nu moeten we optimaal het goede behartigen. Stel het niet uit, leef nu volop, want morgen kan het te laat zijn. Niet de angst voor de dood moet hierbij vooropstaan, maar het besef dat wij hier en nu de tijd krijgen om gelukkig te zijn. Onze welvaartsmaatschappij biedt veel mogelijkheden om te genieten van het leven, en dat is positief. Maar er zit in de huidige mentaliteit iets krampachtigs. Mensen willen zoveel mogelijk profiteren, consumeren en genieten. Wat hen dan krampachtig bezig houdt is: hoeveel kan ik krijgen? Daartegenover staat dan de evangelische oproep: hoeveel kan ik geven?! Heel het evangelie is niets anders dan één getuigenis over de persoon die van daaruit heeft geleefd en zodoende op een unieke manier ons het gelaat van God heeft doen kennen.

    Wacht niet tot morgen om een plaats van God te zijn voor elkaar. Er zijn kansen die, eenmaal verkeken, nooit meer ingehaald worden.

    Dit wordt heel mooi verwoord in het volgende verhaal van Tagore:

    Ik was gaan bedelen van deur tot deur
    op de dorpsweg,
    toen uw gouden wagen als een prachtige droom
    in de verte verscheen,
    en ik verwonderd dacht
    wie wel die Koning der Koningen zou zijn…

    Hoog steeg mijn verwachting,
    ik dacht dat mijn kwade dagen nu ten einde waren,
    en ik zag uit naar giften
    die ongevraagd zouden gegeven worden,
    en naar rijkdommen,
    overal rondgestrooid in het stof.

    De wagen hield stil bij mij,
    uw blik trof mij
    en Gij daalde af met een glimlach…
    Nù was het geluk van mijn dagen
    eindelijk gekomen!

    Toen hield gij plots Uw rechterhand palm op en zei:
    "wat hebt gij mij te geven?"
    Ach, dat was een koninklijke grap,
    uw handpalm bedelend open te houden
    voor een bedelaar…
    Bedremmeld en besluiteloos stond ik
    en nam toen langzaam uit mijn bedelzak
    een klein, klein korreltje graan
    en gaf het u.

    Maar hoe groot was mijn verrassing toen ik,
    aan het einde van de dag
    mijn zak leegschudde op de vloer
    en een klein, klein korreltje goud vond
    in de armzalige hoop.
    Ik weende bitter
    en wenste
    dat ik het hart gehad had
    u mijn alles te geven…

    Gerard Braet o.p.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (24 Stemmen)
    24-11-2007, 11:49 geschreven door dominik  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gekruisigde koning
    Een preek voor de vierendertigste zondag

    We kunnen niet zeggen dat Jezus zich koninklijke allures heeft aangemeten. Hij is zelfs een keer de bergen in gevlucht toen een enthousiaste menigte hem tot koning wilde uitroepen. Hij is wel koning genoemd. Al vóór zijn geboorte heeft een engel aan zijn toekomstige moeder aangekondigd dat haar zoon bestemd was om 'tot in eeuwigheid koning' te worden (Lucas 1,33). En toen hij aan het einde van zijn leven de hoofdstad Jeruzalem binnentrok, werd hij toegejuicht als de gezegende die kwam als koning in de naam van de Heer. Maar niet veel later hing hij als een misdadiger aan een kruis te sterven.
    Uitgerekend het evangelieverhaal van zijn kruisdood wordt gelezen op het liturgisch feest van
    Christus koning. Een verrassing die te denken geeft.

    Eén keer maar heeft Jezus gezegd dat hij koning was, en dan nog niet uit eigen beweging maar omdat Pilatus het hem vroeg. Misschien heeft Pilatus gedacht: nu heb ik hem! Maar hij vergiste zich. Jezus nuanceerde: koning, u zegt het, maar mijn koningschap hoort niet bij deze wereld (Johannes 18,36). Hij heeft wel zijn hele actieve leven lang over het 'koninkrijk van God' gesproken. Zijn koningschap stond in dienst van dit koninkrijk. Hij heeft er met geestdrift en vuur aan de mensen over verteld zodra hij begon te preken. "De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij. Bekeer u, geloof in dit goede nieuws!" (Marcus 1,15).

    In een beeldrijke taal heeft hij beschreven hoe het zou groeien als zaad dat in vruchtbare grond valt, als een mosterdzaadje dat uitgroeit tot een boom, als een stukje gist dat het deeg doet rijzen. Hij heeft het vergeleken met een bruiloftsfeest waarop de plaatsen van de genodigden die het laten afweten ingenomen worden door zwervers en bedelaars, door mensen die op straat of in de goot leven. Het koninkrijk dat hij voor God heeft verworven wordt vandaag in verheven termen beschreven aan het begin van het eucharistisch tafelgebed: een koninkrijk van waarheid, heiligheid en liefde, recht en gerechtigheid, een koninkrijk van vrede. Jezus heeft er zijn leven voor gegeven.

    Het kruisbeeld is het symbool bij uitstek van alle christenen. Overal waar mensen ernaar kijken, zien ze een man die koning werd genoemd. Het stond boven zijn hoofd op een houten plankje geschreven in de drie talen van het kosmopolitische Jeruzalem. De hele wereld moest het weten. Koning, maar met een kroon van doornen en zijn naakte lichaam door geselslagen gestriemd. Het volk stond toe te kijken toen hij hing te sterven. Verbijsterd misschien, of belust op sensatie? De leiders hoonden hem. Red nu ook maar jezelf, je bent toch de messias? En de soldaten: als je koning bent, kun je toch jezelf redden van dat kruis! Misschien had hij dat gekund, maar hij wilde het niet. Hij heeft wel een van de bandieten die naast hem aan een kruis hingen te sterven gered. Hij beloofde hem: vandaag nog kom je met mij in het paradijs. 'Paradijs' is een Perzisch woord dat 'tuin' betekent en in zijn Griekse vertaling verwees naar de Tuin van Eden. Wij spreken van het 'aards paradijs', maar bij Lucas gaat het om de oorspronkelijke gelukzaligheid die in haar volle gaafheid hersteld is. In paradisum wordt er gezongen aan het einde van een uitvaart als het dode lichaam uit de kerk wordt weggedragen. Naar de definitieve verblijfplaats van de gelukzaligen.

    Het feest dat vandaag wordt gevierd is niet dat van Jezus koning, maar Christus koning. Eigenlijk moeten we eerst zeggen: Jezus de christus, d.i. de gezalfde, de messias. Hij was de lijdende messias die tot in zijn dood slachtoffer van macht en rechtsverkrachting is geweest, en daarom kan hij anderen uit dit lijden redden. Maar nu noemen we hem de verheerlijkte Christus die deelt in de koninklijke heerschappij van God.

    Wat vandaag wordt gevierd is het vooruitzicht dat eens volledig zal vervuld worden wat christenen bidden in het Onzevader: 'Laat uw koninkrijk komen en uw wil gebeuren op aarde als in de hemel.' Ze kijken we vooruit, ze geven uitdrukking aan de hoop dat de gerechtigheid van Gods rijk aan het komen is. Ze laten zich niet overmannen door pessimisme over alles wat verkeerd loopt in de wereld. Ze vieren de gelovige zekerheid dat het onder mensen aan het groeien is, het rijk van God, op veel plaatsen, onmerkbaar misschien maar onweerstaanbaar, als talrijke mosterdzaadjes, als stukjes gist die deeg doen rijzen. Het is aan het groeien overal waar mensen gerechtigheid doen, op welke bescheiden schaal ook, waar vrede wordt gesticht, hoe broos misschien ook, waar vergiffenis wordt gevraagd en gegeven, waar schuld wordt uitgewist en mensen zich met elkaar verzoenen. Ze worden niet ontmoedigd worden als het hen niet lukt. De macht van Gods vergevinsgezindheid is sterker dan alle kwaad.

    Inspiratie is geput uit H.J. van Ogtrop, In het leerhuis van Lucas, Tabor, 1991, p. 182-186.

    B.J. De Clercq o.p.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    24-11-2007, 11:41 geschreven door dominik  
    Foto
    Elke week een nieuwe preek
    Zoeken in blog

    Archief per week
  • 19/11-25/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 26/09-02/10 2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs