De mensen die hier op tijd in de kerk zitten – en dat zijn de meesten natuurlijk – konden zoals altijd de titel van de viering al lezen.
De armen ondersteunen.
Sommigen dachten misschien dat het al een voorbode was op de advent en welzijnszorg en dat we dus een speciale omhaling gingen aankondigen om financiële steun te vragen voor mensen in nood.
Maar dan hoorden we de eerste lezing en dan bleek dat we het op een andere manier moesten begrijpen. We mogen het zelfs letterlijk nemen. We zitten in het oude testament en Mozes is betrokken bij een oorlog en hij moet tot God bidden om steun. En bij dat bidden moet hij een staf omhoog houden en zolang hij dat doet, is zijn leger aan de winnende hand. Maar Mozes wordt moe en hij dreigt zijn armen te laten zakken.
En wat doen Aäron en Chur?
Zij ondersteunen de armen van Mozes en zijn leger wint de oorlog.
Wat doen wij met zo een verhaal? Het gaat eigenlijk niet over een oorlog winnen of verliezen, het gaat over de kracht en de zin van bidden. Ook het evangelie gaat daarover. Die arme weduwe blijft zolang bidden en smeken tot de onrechtvaardige rechter het beu wordt en haar haar zin geeft. Jezus vertelt die gelijkenis omdat Hij zijn leerlingen wil aansporen om te bidden en te blijven bidden en nooit de moed op te geven.
Het is natuurlijk niet zo dat een gebed pas verhoord kan worden als men het vaak genoeg herhaalt, tot vervelens toe. Zoals ouders ook niet toegeven aan het aanhoudende en ononderbroken gezeur van hun kinderen, om er eindelijk vanaf te zijn. De kinderen moeten hen dan maar overtuigen dat ze een goede reden hebben om op hun vraag in te gaan. Is het met bidden dan anders?
Zowel in het oude als het nieuwe testament gaat het heel vaak over de kracht en de betekenis van bidden. Er zijn kloosterlingen die hun leven wijden aan het gebed. En met onze hedendaagse ogen en oren vragen wij ons wel eens af: wat is de zin van al dat bidden? Wat levert het op? Wat is de zin van een gebed in een viering of van een lied dat wij zingen? Wat levert het op dat wij een kaarsje aansteken om een overleden geliefde te gedenken?
Toon Hermans – we kennen hem toch nog – schreef er ooit over toen hij op het einde van zijn leven zwaar ziek was. Hij schreef toen: “Duizenden mensen hebben mij geschreven dat ze voor mij een kaarsje gingen branden. Dan is er warmte van de ene mens naar de andere mens. Duizenden mensen die een lucifer nemen en een kaars voor iemand anders aansteken. Dat is iets heel anders dan wanneer duizenden mensen geen kaars aansteken.”
Misschien is het zo ook met bidden.
Toon Hermans is door die kaarsjes niet genezen of beter geworden. Materieel of medisch hebben ze niets bijgebracht. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen zin of betekenis hadden. Wij hebben gemakkelijk de neiging om alleen maar de vraag te stellen: wat brengt het op of welk voordeel hebben we erbij? We stellen soms dezelfde vraag bij een actie, een oproep of een betoging. Wat brengt het op en wat brengt het meer op als we er met velen, met heel velen aan mee doen?
Het is dezelfde vraag als; wat is de zin en de kracht van een gebed? Niemand minder dan Albert Einstein zei er ooit over: “Bidden verandert de wereld niet, maar bidden verandert mensen en mensen kunnen de wereld veranderen.”
Maar in de teksten van vandaag gaat het eigenlijk niet zozeer om bidden. Het gaat vooral om de armen ondersteunen.
In het verhaal uit het boek Exodus in de eerste lezing was Mozes niet de hoofdfiguur. Dat waren Aäron en Chur, namen die voor ons minder bekend zijn. Zij zijn het die de armen van Mozes ondersteunen en zo eigenlijk de overwinning mogelijk maken.
Het is vandaag ook missiezondag. En we hebben het misschien niet zo gemakkelijk meer om over missionering te praten en er warm voor te lopen. Maar eigenlijk waren missionarissen ook in de eerste plaats niet mensen die andere volkeren kwamen bekeren en dopen. Ze waren in de eerste plaats bezig met de armen te ondersteunen.
Vorige week maakten wij hier de mooie, deugddoende en dankbare viering mee van Samana. Er ging veel warmte en hoop van uit. Want in wezen is het toch dat wat Samana dag in dag uit doet: de armen ondersteunen. Mensen helpen bewegen en hen een arm of een schouder aanbieden. Mensen bezoeken en steunen als zij het moeilijk hebben en dreigen de armen te laten zakken. Vooral bij die mensen zorgend aanwezig zijn.
In deze viering zitten mensen die misschien ook nood hebben aan iemand die hun armen komt ondersteunen omdat zij nu een geliefde, die ze eigenlijk niet kunnen missen, hebben zien wegvallen uit hun midden. Ook zij hebben het soms moeilijk om te kunnen bidden, zonder ondersteuning.
Misschien is dat de manier waarop wij kunnen tonen dat we christenen zijn. Niet door zo vaak en zo lang mogelijk te bidden. Zelfs niet als we daar heel mooie en poëtische woorden voor kunnen vinden. Niet door te tonen dat we machtig of talrijk zijn. Niet door gelijk te halen in debatten of discussies. Maar door bij wie er nood aan heeft, de armen te ondersteunen …