PREEK STOEL
Weblog Preek van de week
Laatste commentaren
  • op bezoek (steffi)
        op
  • Preken, ook vandaag nog! Bezoek onze forums. (Daniël Adams)
        op
  • aangesteld als acoliet (Frans Maseland)
        op
  • bezoekje (debaes nico)
        op
  • Pe (G van Tol)
        op
  • Verwanten
  • Preken
  • Uitwisseling preken
  • Reliflex
  • 27-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mocht hij terugkomen...
    28 januari – vierde zondag
    (Jesaja 6,1-8 - Lucas 4,21-30)

    "Vandaag is het schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan."  Met die uitspraak maakte Jezus zijn dorpsgenoten in de synagoge van Nazaret duidelijk dat de woorden van de profeet Jesaja, die hij had voorgelezen, in zijn ogen geen verleden tijd waren, geen verhaal van vroeger dat definitief voorbij is. Integendeel: hij haalde die tekst naar zich en naar zijn toehoorders toe, hij actualiseerde hem en hij maakte zijn verbaasde dorpsgenoten duidelijk dat die oude profetische woorden, die in de sacrale joodse boeken jarenlang een sluimerend bestaan hadden geleid, nu eindelijk werkelijkheid werden. En wel in en door hem, in en door zijn boodschap en zijn manier van leven. Maar dan wel op voorwaarde dat zijn toehoorders die boodschap ook wilden horen, verstaan en aanvaarden en dat zij ze in hun leven handen en voeten wilden geven.
    De tekst van Jesaja die Jezus had voorgelezen was meteen ook zijn eigen beleidsverklaring en levensprogramma. Hij onthulde er zijn ware identiteit mee. Ook hij was van Godswege gezonden, gezalfd met Gods Geest. Hij was de profeet bij uitstek. Hij was heilig omdat hij opkwam voor de heilige rechten, maar ook voor de heilige plichten van ieder mens tegenover zijn naaste. Hij leefde verbonden met zijn volk, tussen de mensen, geïncarneerd (een mens van vlees en bloed) in deze wereld. Door die manier van leven liet hij zien wie God is en hoe God omgaat met ons: als een God-van-mensen.

    De toehoorders in de synagoge van Nazaret zaten met hun mond wijd open van verbazing en bewondering naar Jezus te luisteren. Ze betuigden hem hun instemming. Eindelijk was voor hen, in hun godvergeten dorp in de afgelegen provincie Galilea, een periode van heil aangebroken. God was ook hen eindelijk genadig! En ze waren trots dat iemand uit hun dorp (de zoon van Jozef, de timmerman!) opgenomen was in de eregalerij van de grote profeten. Ze droomden er al van 'samen met hem op de foto' te mogen, te delen in zijn roem en daar voordeel uit te halen.
    Maar al snel volgden de ontnuchtering en de woede. Want in het commentaar dat Jezus op de Schriftlezing gaf, legde hij uit hoe hij zijn roeping als profeet wilde gaan beleven. Aan de hand van twee voorbeelden van bijbelse profeten maakte hij zijn toehoorders duidelijk dat hij het heil dat hij van Godswege kwam aanbieden niet zou beperken tot zijn eigen vaderstad, zelfs niet eens tot het joodse volk.
    Dat Jezus in zijn programmaverklaring bekend maakt dat hij Gods heil wilde gaan aanbieden aan mensen die niet tot het eigen volk behoorden, dat was er voor de dorpsgenoten van Jezus te veel aan. Zij werden zo kwaad, dat ze hem niet alleen uit hun dorp verjoegen, maar hem zelfs wilden doden.

    Ook nu nog worden Jezus’ woorden gericht tot mensen zoals wij die vandaag het evangelie lezen. Het zijn zaadkorrels die we moeten uitstrooien om ze – ook na twintig eeuwen – vrucht te laten dragen. Ook nu nog roept Jezus mensen op zijn voorbeeld en zijn levensprogramma te volgen.
    Het is een wat simpele gedachte, maar mocht Jezus nu terugkomen, dan zou hij zeker kritische opmerkingen maken over de vervreemdende manier waarop wij bezig zijn onszelf voorbij te rennen door onze jachtige levensstijl, waarbij we dingen najagen die ons niet echt gelukkig maken en vergeten écht te leven. En mocht Jezus terugkomen, dan zou hij vooral ook heel wat van ons gemeenschappelijk gedrag kritisch keuren: de manier waarop we in onze samenleving en in de wereld omgaan met fenomenen als geweld, oorlog en vrede, met verdeling van de rijkdommen van deze aarde, met het milieu, met de gastvrijheid of (ter gelegenheid van de ‘week van de eenheid’) met de verdeeldheid onder de christenen…

    Laten we ons in deze viering open stellen voor de profetische boodschap van Jezus. En laten wij die boodschap aansluitend ook uitdragen naar onze omgeving en naar de wereld waarin wij leven. En beginnen we alvast met in deze eucharistieviering een teken te stellen: samen brood breken en delen van het nieuwe verbond, van die nieuwe wereld zoals God die voor ons wil en waartoe Jezus ons heeft opgeroepen.

    Jos Smeets, o.p


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (16 Stemmen)
    27-01-2007, 16:43 geschreven door dominik  
    22-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    De werkwoorden van de liefde
    Een preek voor 28 januari

    Over de liefde geraken mensen niet uitgezongen. Veel liedjes staan bol van de clichés, maar er zijn er ook zeer mooie en met een hoog poëtisch gehalte. Een bijzondere kwaliteit heeft ook het bekende hooglied van de liefde in de eerste Korintiërsbrief. Het wordt dikwijls voorgelezen in huwelijksvieringen, maar in de zondagsliturgie komt het maar om de drie jaar aan bod. Over de liefde wordt wel dikwijls gepreekt, maar ook zulke preken lijden niet zelden aan hetzelfde euvel als veel liedjes. Deze preek probeert daaraan te ontsnappen met behulp van de hymne van Sint-Paulus.

    Liefde is een werkwoord. Daarop ligt bij Paulus de klemtoon. Hij gebruikt niet minder dan vijftien werkwoorden om te bezingen wat de liefde allemaal doet, of juist niet doet. Men moet het wel goed verstaan. Het is niet de liefde die geen afgunst kent, die vreugde vindt in de waarheid en alles verdraagt. Het is de liefhebbende persoon. Je kunt veel goede en belangrijke dingen doen waar je trots op bent, maar als je niet liefhebt ben je niets.

    Er moet ook iets gezegd worden over hoe men het sleutelwoord 'liefde' zelf moet verstaan. 'Agapé' staat er in het Grieks. Het is een typisch christelijk woord, onmogelijk goed in het Nederlands weer te geven. 'Caritas' zegt het Latijn, maar dit betekent dan veel meer en ook iets anders dan wat wij liefdadigheid noemen. Eigenlijk hebben we een paar zinnen nodig. Heb elkaar lief zoals ik jullie heb liefgehad, zei Jezus, het mensgeworden woord van God, tegen zijn leerlingen (Johannes 13,34). Het is een bovenmenselijke opdracht. God is liefde. Hoe kunnen mensen van elkaar houden zoals God de mensen liefheeft? Paulus spoort zijn lezers aan zich op de hoogste gaven te richten en wijst hen op de meest voortreffelijke weg. De liefde is de meest voortreffelijke gave. Een gave: dankzij de kracht van Gods genade kan het je lukken van mensen te houden zoals hij hen liefheeft. Je moet hoog genoeg durven mikken, want onderweg zakt de pijl altijd. Liefhebbende mensen blijven altijd onder de maat van Gods liefde en mogen het daarom nooit opgeven.

    Liefde is een werkwoord. Als haar hooglied in een huwelijksviering wordt voorgelezen, denkt men uiteraard en waarschijnlijk alleen aan de echtelijke liefde, aan wat de huwenden elkaar beloven. Hun gevoelens voor elkaar vertalen ze in werkwoorden. Maar het hooglied zingt over veel meer dan echtelijke liefde. Nergens spreekt het over enige voorkeur voor bepaalde personen. De liefde die het bezingt ontplooit zich niet binnen een gesloten cirkel. Ze trekt geen grenzen. Misschien past het daarom niet helemaal in een huweljksviering. Ze riskeert het onrecht te doen.

    Er bestaat een eeuwenoud liturgisch lied waarvan het korte refrein nog altijd bij veel gelegenheden graag wordt gezongen. Misschien kent u het van buiten, ook de mooie, ingetogen melodie: Ubi caritas et amor, Deus ibi est. In een bekende Nederlandse vertaling zingt men: 'Daar waar liefde heerst en vrede, daar is God met ons.' Mijn voorkeur gaat naar een vrije vertaling. 'Waar de liefde aan het werk is, daar is God.' Waar mensen elkaar liefhebben met de vele werkwoorden van de liefde en in alle vervoegingen van die werkwoorden, daar wordt zichtbaar en tastbaar wie en hoe God is. Zichtbaar en tastbaar ook voor mensen die niet in God geloven.

    De liefde zal nooit vergaan, schrijft Paulus aan het einde van zijn hooglied. Hij bedoelt de goddelijke liefde. Die liefde is het die mensen het vermogen schenkt en de volharding om van elkaar te houden met de vele werkwoorden van de liefde.

    Soms wordt het Griekse agapè vertaald als 'liefde van de beste soort'. Ik zou zeggen: met minder dan het beste mag je geen genoegen nemen.

    B.J. De Clercq o.p.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (46 Stemmen)
    22-01-2007, 12:03 geschreven door dominik  
    Foto
    Elke week een nieuwe preek
    Zoeken in blog

    Archief per week
  • 19/11-25/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 26/09-02/10 2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs