De overkant van de verdeeldheid
Een preek voor de twintigste zondag (Lucas 12,49-53)
In elke eucharistieviering bidt de voorganger kort voor de communie tot Christus om hem te herinneren aan zijn belofte dat hij zijn apostelen vrede zou schenken. En hij vraagt: "Vervul uw belofte, geef vrede in uw naam, en maak ons één". Maar vandaag lezen we in het evangelie: "Denken jullie dat ik vrede ben komen brengen? Neen, zeg ik jullie, geen vrede, maar verdeeldheid." Dat klinkt vreselijk schokkend. Voorgangers die vandaag van dienst zijn kunnen de neiging voelen om dit evangelie over te slaan. Maar we kunnen die tekst niet simpelweg uit het missaal wegscheuren. De vraag is dan wel wat we ermee moeten aanvangen.
De scherpe woorden van Jezus over de verdeeldheid die hij kwam brengen, waren voor Lucas geen schokkend nieuws. In zijn tijd was dat dagelijkse kost. Verdeeldheid binnen gezinnen en tussen families, omdat sommige familieleden christen waren geworden en andere zich daartegen verzetten. Het joeg hen tegen elkaar in het harnas. Griekse christenen werden door fervente aanhangers van de joodse wet vervolgd en zelfs vermoord. In de jonge kerk zag men de harde woorden van Jezus duidelijk door de feiten bevestigd. De levensgrote vraag was: hoe kunnen we door onze verdeeldheid heen geraken? Vrede aan de overzijde van verdeeldheid.
Heel de geschiedenis door is het christelijk geloof oorzaak van verdeeldheid geweest. Ik moet het niet hebben over de ruzies en oorlogen tussen katholieken en protestanten in onze streken (denk bv. aan aan Noord-Ierland tot heel kort geleden), tussen katholieke en orthodoxe christenen in oostelijk Europa. Dat is nu ver van ons bed. Maar ook wij ondervinden ook vandaag hoe het christelijk geloof mensen tegen elkaar opzet. We zitten met een zelfde levensgrote vraag als de eerste christenen. Hoe bereiken we vrede aan de overzijde van verdeeldheid?
Een overste van de dominicanen zei ooit tegen zijn confraters: over twee dingen wordt bij ons niet gesproken: over vrouwen en over verschillen in de liturgie en de geloofsbeleving. Daar komt alleen maar ruzie van. Verschillen en tegenstellingen toedekken met de mantel der liefde, omwille van de lieve vrede. Maar dat is natuurlijk geen echte vrede.
Vrede, zegt een klassieke definitie, bestaat in de rust van de orde. Maar wie neemt vrede met de bestaande orde? Alleen zij die er baat bij hebben, en ook zij die er zich niets van aantrekken en die met rust willen worden gelaten. Christenen kunnen nooit en nergens gewoon vrede nemen met de bestaande orde. Er is een andere definitie van vrede, die steunt op het evangelie. Pius XII, de oorlogspaus, heeft ze als zijn motto gekozen. Opus iustitiae pax. Vrede is een werk van de rechtvaardigheid. Vrede krijgen we niet, we moeten er met volgehouden inspanning voor werken. Toen de katholieken en protestanten in Noord-Ierland met elkaar aan het vechten waren, kwam er een sterke katholiek-protestantse vredesbeweging op gang die zelfs een Nobelprijs heeft gewonnen. Maar het succes van haar betogingen bleef zeer beperkt. Meer succes had de slogan van de meeste katholieken: Geen vrede, maar rechtvaardigheid! We moeten een gemeenschappelijk aanvaarde definitie van rechtvaardigheid vinden. Op basis daarvan kunnen we erin slagen de wapens effectief te doen zwijgen.
U hebt het gehoord in het evangelie: Jezus zei tegen zijn apostelen: vuur ben ik komen brengen. Het vuur van de goddelijke Geest, het pinkstervuur waardoor ze na zijn dood werden aangestoken. Alle echte christenen laten er zich door aansteken. Let we: vurige christenen zijn geen fanatieke christenen, want die maken zich blind voor het licht dat het vuur verspreidt. Vurige christenen maken zich het leven niet gemakkelijk. Ze nestelen zich niet in de genoeglijke vrede van de bestaande orde. Ze voelen zich niet goed in een christendom van de 'natte vinger'. Eerst voelen vanwaar de wind komt, eerst luisteren naar wat 'men' zegt, en er zich dan naar schikken. Dat is een verwaterd christendom: veel water en een klein beetje wijn. Een zoutloos christendom zonder smaak dat niemand aantrekt.
Vurige christenen kennen geen rust, ze zaaien onrust en verdeeldheid. Ze leggen de vinger op de pijnlijke plekken in de samenleving en ook in de kerk. Ze botsen met de harde kanten van gevestigde belangen die gepaard gaan met onrechtvaardigheden. En ze voelen er de gevolgen van. Botsen doet pijn. Men behandelt hen als lastposten en ruziestokers en probeert hen de mond te snoeren, of nog erger. Ze worden in het verdomhoekje geduwd.
Nog altijd is het vurige christelijk geloof oorzaak van verdeeldheid, omdat geen vrede neemt met de rust van de bestaande orde, of moet ik zeggen: wanorde? Maar zonder vrede is het géén leven. Ook voor ons is het een levensgrote vraag. Hoe geraken we door de verdeeldheid van onze tegengesteld belangen en botsende overtuigingen heen aan de overzijde van de echte, duurzame vrede? Het vraagt veel geduld en wijsheid en voortdurend overleg tussen alle betrokken partijen om bij die vrede uit te komen. Wie zich daarvoor blijft inspannen, mag met des te meer aandrang tot Christus bidden: 'Vervul uw belofte, geef vrede in uw naam'. Dat gaan we straks doen vóór we de communie ontvangen.
Een alternatieve vredewens
Heer Jezus Christus, gij hebt tot uw apostelen gezegd: denk niet dat ik vrede op aarde ben komen brengen? Neen, geen vrede, maar verdeeldheid. Let niet op de gemakkelijke vrede waarin we ons proberen te nestelen, let op het geloof van uw kerk dat vrede vaak bevochten moet worden. Vervul daarom uw belofte: geef ons vrede die uw naam mag dragen.
B.J. De Clercq o.p.
|