In Revin zijn we weer een paar dagen gebleven om wat bij te kwekken, boodschappen te doen en diesel in slaan. De route die wij wilden nemen was nieuw en wij waren niet bekend waar wij weer aan de bak konden komen. 03.06 naar Charleville gevaren, waar wij een dikke 7 uur over hebben gedaan. Nog steeds een sterke stroom tegen. Bij de bocht bij Bogny stond ons hart even stil. Onder de brug kwam een péniche met een noodgang aan en moest stuurboord uit. Wij waren opgaand en zagen geen kans nog bakboord uit te wijken om de gast de ruimte te geven. De stroom was te sterk, wij maakten amper 5 km/h, hij zeker 16! Hij overzag de situatie en stuurde scherp in, gaf een dot gas bij en schuurde langs de wal! Eindelijk ging zijn boeg van de kant af en passeerde hij ons op nog geen 3 mtr. Dat scheelde niet veel en niemand kon er wat aan doen. Bogny is vergroot en vernieuwd, Monthermé heeft een nieuwe haven, waar zeker wek 15 schepen kunnen liggen. Door de overstroming lag er veel hout in het water en ook in de sluizen, wat voor regelmatige storingen zorgde. Onze maat Frans, van de dorus' deed stroomafwaards 80 km in 6 uur, sluizen incl! 05.06 Vanaf Charleville eerst door een vervelende hoge sluis, waar soms iemand was om een lijn aan te nemen. Nu niet. De stroom was nog steeds hevig en tot aan de sluizen naar het Canal des Ardennes waren het nog 17 km, hetgeen dus nogal wat tijd in beslag nam. De eerste sluis ging op zijn gemak open, zag er ook niet bepaald nieuw uit, maar wij kwamen boven. De volgende ging vlot. Het kantoor bij Pont à Bar was al dicht voor lunch, dus geen diesel kopen (was trouwens 1,55) en door naar Le Chesne, toch nog best een stukje. Daar zijn maar 4/5 ligplaatsen met stroom en water. Zorg dat je een Franse stekker bij je hebt. Het was loeiheet en wij zijn boven in de Brasserie een heel koude Leffe gaan drinken, zonder naar de prijs te vragen. Op één been kan je niet lopen, dus er nog een kouwe smakkeronie erachter aan. Toch effe 18,00! Heb je wat te eten? Ja hoor, maak je maar geen zorgen! Nee, schat, kan je wat te eten maken voor ons? Ja hoor, zeg het maar! Heb je een kaart? Ja hoor, van de omgeving! Nee schat een menukaart? Nee, je kan kiezen uit een salade, salade of een salade. Iedere kost 8,50 en is zeker de moeite waard. Lieverd, doe ons dan maar een salade. We moeten zeggen, het was ook een SALADE, met vlees, ham, spekkies, garnalen, kwamkwammer (de verleden tijd van komkommer) tomaat, olijven, frietjes en een lekker wit wijntje erbij. Er was nog een bootje bijgekomen, genesteld in de hoek en niet goed gehumeurd. De volgende dag zouden wij op tijd vertrekken, omdat de 27 + 4 sluizen zijn tijd zouden vragen. Om 08.30 uur ging er een Engelse woonboot voorbij, met een Duits jacht erachter. Dan maar een half uur wachten. De sluis was 10 min verder varen. 09.15 maar weggegaan, alleen! en de sluis was vrij. Het was mooi om te dalen en de uitzichten waren mooi.
De eerste paar sluizen gingen vlot, de één uit, de ander in. Dan dubbel rood. Hoe kom je aan de kant om via de intercom de sluismeester te waarschuwen? Niet dus, dan de boot maar dwars voor de deuren! Even prikken en daar kwam de dame al aan op de brommer. Probleem opgelost, maar hoe kom je dan weer bij de deuren weg? Het handboek sluisvaren erbij gepakt, wat aan het roer gedraaid en we lagen weer met de neus in de wind. Het uitzicht was mooi en we genoten van de tocht, tot zo ver. De sluisjuf meldde ons, dat er een péniche opgaand was bij de volgende sluis en wij even aan de kant moesten. Geen probleem, echter, de Engelsmans en Duitser lagen ook te wachten aan bakboordkant, op de kant met landvasten in de hand, de zaffels. De péniche kwam statig de sluis uit, stak over en ging de andere weer in. De Duitser begon te brullen: Holländer, ga de sluis in, wij wachten wel. De Engelse Pub was het daar niet mee eens en trok zijn sirene open. Achter ons was de Nederlandse optimist ook aangekomen, maar deed niets. Wij wel, gas open en de sluis in. De Duitser er achter aan, stang trekken, deurtjes dicht en hoppa. Wij zijn samen verder de trap afgedonderd en legden na een paar uur aan in Attigny, onder de bomen. Tied veur een pintje! Vondt de Duitser ook, de stoelen op de kant, kruiken vol en de damp sloeg eraf. Wat was er nu aan de hand Derik? O, de vrouw van de Engelsman moest alles doen, deed alles verkeerd, volgens pa en werd verrot gescholden of gemept. Blij dat wij met jullie in de sluis konden. Na een tijdje kwamen de Engelsen en Sipke voorbij varen, zonder ons een blik waardig te gunnen. Wat hebben wij gehuild (van het lachen). 08.06 Van Attigny tot Rethel is maar 3 uur varen en maar 4 sluisjes. Je moet even zoeken naar de aanlegplaats, een lange kade, waar een toilet/douche gebouw staat en een paar palen met stroom en water. De meeste waren al bezet, maar wij konden er nog bij. De douches werkten echt, alleen de verlichting was kapot. Dan maar met de deur op een kier! Boodschappen doen was geen probleem, Aldi, Lidl, Intermarché, Carrefour, alles bij de hand, ook diesel. De stad is best aardig en leuk een wandeling door te maken. Wij zijn ook een dagje langer gebleven. De humorist kwam er ook weer aan en had alleen maar te mopperen. Wij lieten hem in zijn sop gaar koken. Van Rethel via Asfeld, waar niets te doen was, naar Berry au Bac, waar wij een plekje aan de kant vonden. Een kruising van vaarwegen en bar ongezellig. Corrie had contact met een Nederlandse beroeps en ik kreeg de indruk, dat er ruzie was. Geïrriteerd door alles beslistte ik de trossen los te gooien, de sluis naar Reims te waarschuwen en te vertrekken. Direct na de sluis was eigenlijk een perfecte plek om te overnachten, maar door de dwarse bui werd het pas bij sluis 4, met pick-nick tafel. Corrie legde mij toen uit wat er aan de hand was en ik moest even mijn hoofd buigen, wat een oetlul! Reims zag er niet zo imposant uit, veel industrie en de haven lokte ook al niet. Aan twee kanten de snelweg, dan een drukke weg langs de haven en geen prettige aanlegplaatsen. Door naar Sillery, een uurtje varen en nog een paar plekken vrij. Duidelijk een Engelse enclave, veel grote boten, 25-30 mtr en iedereen bleef zeker een paar weken! Door een dispuut tussen de haven en gemeente was het liggeld vrij en met een kaart kon je de van de douches gebruik maken. De Intermarché op loopafstand, dus kat in het bakkie. Het weer was goed en wij stelden onze buren voor te gaan BBQ-en. Leuk, doen we, even vlees halen en onze vrienden even inlichten. Zo tegen 16.30 stonden er een paar stoelen en tafels en bbq's en begonnen wij aan de borrel. Nog geen uur later ws het grasveld vol, ca 14 man (en vrouw) en stonden de lokale bewoners te kijken wat die bootjeszotten nou toch allemaal deden. "Monsieur, effe preuven?" Ja dat zal wel zijn, dikke mik, dat moesten zij ook hebben! Het werd een gezellig feestje. De volgende dag met de bus naar Reims geweest. Of het was de verkeerde dag, of alles was nog dicht, maar gezellig was het niet. De catheraal was van buiten wel mooi, van binnen werd hij gerestaureerd. Nee, dat was een misser. Wij zijn toch langer blijven hangen dan wij dachten en pas 19.06 zijn wij verder gegaan naar Mareuil sur Ay, 13 sluizen, 1 brug en 2 tunnels, die goed verlicht waren. Condé op de hoek zag er niet uit, dus verder naar Mareuil een heel mooie aanlegplaats aan het park met mooie gebouwen en veel champagne huizen.
Het weer was nog steeds goed en de sfeer aan de kaai prima. Natuurlijk moest de champagne geproefd worden en meestal bleef het niet bij één fles. Epernay lieten wij liggen, ten eerste weer 4km terug, ten tweede is de haven duur en ligt nogal ver van het centrum. Zal voor een volgende keer zijn. De Marne stroomde nog behoorlijk en 14 km/h was zo gemaakt. De uitzichten waren eenorm, veel wijngaarden en kastelen. Damery is een goede aanlegplaats, maar ja, je bent net vertrokken. Ook Reuil heeft een afmeerplaats met stroom en water, maar ook hier ben je net onderweg. Het Ile d'Amour werd aan stuurboord gerond en na een sluis met megaande steiger legden wij aan in Dormans, een steiger voor ca 3 boten bij een camping. Een klein Belgisch bootje, met een klein Belgje, hielp ons aanleggen. Het Belgje knoopte de landvast zes keer om de bolder, maar ik kwam niet aan de kant. Hij zat te strak. De landvastenmevrouw vreg aan het Belgje: Belgje, ik zou graag de landvast op de boot terug hebben. Belgje: zo zit hij goed! Nee Belgje, ik wil hem terug. Allez Madame, as da ge niet kunt varen, hier hedde em. Trap et af en zoek et uut. Dank je Belgje, zo is het goed jongen. Daar lagen wij dan, aan de camping waar gedouched kon worden, de bakker 's-ochtends vroeg om 08.30 toeterend over de camping reed en een bagette verkocht. De stad heeft voldoende supers om goed in te slaan en is ca 15 min lopen. Er is één hoofdstraat met wat bezienswaardigheden. Wij probeerden nog in gesprek te komen met ons Belgje, maar hij deed de gordijnen dicht. Ga maar zitten sippen, Manneke! Ons gas was weer eens op en gelukkig was er een beschikbaar. De Marne meandert door het land en is mooi om te varen. Al te veel sluizen zijn er niet, dus het schiet lekker op. Mezi-Moulins heeft een mooie gotische kerk uit de 13e eeuw en in Mont-Saint-Père is de schilder Leon Lhemmitte geboren. Nog een 8-tal km en Château-Thierry kwam in beeld. Een grote stad met een imposante kade om aan te leggen. Wij keken er al naar uit. Het bleef bij kijken, want, de kermis had de stad aangedaan en de steiger werd kompleet in beslag genomen door de exploitanten. Geen stroom, geen water, alleen een pestherrie. Zelfs de kade bij de silo was vol. Nogent l'Artaud, 2 plaatsen lag ook vol en na nog eens 30 km kwamen wij in La Ferté-sous-Jouarre. Achter het eilandje was de haven en er was nog plaats aan een steiger. Na te hebben aangelegd, kwam een buurman van de volgende steiger vertellen, dat de stroom daar niet werktte. Weer verkassen en gelukkig hadden wij de laatste plek met alles erop en eraan, dachten wij. De Franse buurman met zo'n lelleboot, was de was gaan doen en sprong de stop door. Iemand kwam hem repareren, maar Fransie wist van niets. De volgende dag was hij vertrokken! La Ferté is een aardige stad, goed boodschappen te doen en lekker uitrusten van 8 uur varen. In Ferté werden vroeger molenstenen gemaakt en waren meer dan 1500 mensen werkzaam in deze industrie met export zelfs naar de USA. Op 26.06 weer eens verder, de bedoeling was Meaux! Langs St.Jean les Deux Jumeaux, een grote slinger Congis sur Thérouanne, Mary sur Marne (nergens een aanlegplaats) Germigny l'Evêque en Poincy met een haven direct na de barrage. Verder niets! Het werd weer een lange dag van 60 km varen. Maar wij waren er nog niet! De haven van Meaux was leeg!!! Gebeld naar de capitainerie en deze vermeldde, dat er de komende 7 dagen nautische feesten waren en daarom de haven leeg was. Nautische feesten en wij met onze ..... spelen! Een werfje lag al vol, drie dik en kon niemand meer nemen. Dan maar door, kleine tunnel, sluisje, het canal de Meaux à Chalifert, Montry, de tunnel van Chalifert, de sluis door en bakbord uit weer de Marne op en dan nog eens 4 km varen voordat wij, keikapot, aanlegden aan een éénbootsteiger van de jachthaven van Lagny.