Hartelijk dank aan iedereen die mijn blog leest en eventueel leuke reacties wil achterlaten. Mvg, Mya
Een zestal jaren geleden, heb ik een andere wereld leren kennen, de wereld van de insecten. Door mij te verdiepen in hun manier van leven heb ik geleerd ze te begrijpen, te respecteren en hun noodzakelijke rol in de natuur te erkennen.�
In de wereld zijn er miljoenen verschillende soorten aanwezig. Hun kort bestaan als volwassen insect is vooral gericht op de voortplanting om het voortbestaan van de soort te verzekeren. Ondertussen verrichten zij noodzakelijk werk in de natuur, zoals het bestuiven van bloemen, het opruimen van dood en rottend materiaal in de natuur. Sommigen slachtofferen zich als voedsel voor andere insecten of voor andere dieren zoals vogels.
Het is een harde wereld. In hun samenleving geldt de uitspraak "de ene zijn dood is de andere zijn brood" bijna letterlijk. Roofinsecten, insecten die andere insecten doden om zich te voeden en parasito�de insecten, die andere levende insecten, larven en rupsen gebruiken als voedsel voor hun eigen larven of rupsen houden het evenwicht tussen de soorten zo goed als mogelijk in stand.
Gruwelijke taferelen zijn schering en inslag in het milieu van de insecten maar met dien verstande dat zij instinctief handelen om hun plaats in de natuur te behouden en niet uit geldzucht of machtswellust die bij sommige wezens uit het mensdom de enige drijfveer is.�
Tijdens het observeren heb ik ook vastgesteld dat hun gemeenschap niet veel verschilt van de onze. Sommige bezitten een zachtaardig karakter zoals de zweefvliegen. Maar er zijn o.a. ook wreedaards, opportunisten en profiteurs. Velen hebben komisch talent en dat maakt het dan weer vermakelijk om ze gade te slaan. De slechtste karakters zijn de parasito�de specimen die hun slachtoffers de marteldood laten sterven.�
Ik heb ook een wereld van schoonheid ontdekt. Veel insecten zijn gezegend met schitterende kleuren. Andere zijn dan weer getooid met o.a. prachtige vleugels, kleurrijke ogen of met een lijf met een mooi patroon alsof het geschilderd of getekend is.
Met grote ongerustheid stel ik echter vast dat de diversiteit onder de insecten sterk is afgenomen. Exemplaren die ik vorige jaren nog kon fotograferen, zie ik de laatste tijd niet meer terug.�
Daarom doe ik een oproep aan iedereen om de gifspuit voor goed te verbannen en de tuinen insectenvriendelijk in te richten. Dat levert alleen maar voordelen op, minder onderhoud en afval en een tuin die krioelt van het leven, waar het heerlijk vertoeven is.
Ik kan het weten
12-07-2022
Always in my heart
Vandaag om 20 uur een jaar geleden overleed mijn man Rik. Nadat de dokter hem zei dat er geen behandeling meer mogelijk was, ging hij heel snel achteruit. 's Anderendaags kon hij nog amper ademhalen. Hij probeerde toch nog iets tegen mij te zeggen, maar ik verstond hem niet meer en dat was een heel pijnlijk moment. Met de hulp van sedatieve middelen werd Rik rustig. Zijn allerlaatste uitademing voel ik nog steeds in mijn gezicht. Het was een zucht, heel vredig. Terwijl hij weggleed begon mijn lichaam te schokken en kromp ik in één. Ik wou schreeuwen maar in het ziekenhuis kon ik mij bedwingen. Tranen liepen over mijn wangen. Onwezenlijk, dit kon niet echt zijn. Dit kon zijn laatste adem niet geweest zijn. Dit was een nare droom waaruit ik meteen ging ontwaken. Maar dit gebeurde niet. Het was de keiharde realiteit. Nooit of nooit heb ik gedacht dat wij op deze manier uit mekaar zouden gerukt worden. Ik had het noodlot beter kunnen aanvaarden mits ons nog enkele jaren samen gegund werden, maar het aftakelingsproces verliep ondraaglijk snel. Gekwetst en verscheurd moest ik vanaf dit moment alleen verder in het leven. Plannen en dromen moesten worden opgeborgen. Het enige doel was overleven toen nog in het ongewisse van wat mij allemaal te wachten zou staan. Een jaar is nu reeds voorbij, een jaar zonder lichamelijke affectie in een soms verstikkende leegte. Een jaar waarin ik vooral sterk ben moeten zijn en vechten tegen het verlangen naar. Ik neem hem nog overal waar, via beelden, op mijn netvlies gebrand en door in mijn brein opgeslagen informatie. Ik merk dat ik zelfs woorden, uitdrukkingen, gebaren en zelfs wat smoelenwerk van hem heb overgenomen. Ik kan het nog altijd niet geloven dat hij nooit meer terugkomt. Vaak denk ik dat hij plots thuis zal komen, welgezind zoals steeds, behalve dan als hij terugkwam van het voetbal en Zulte-Waregem weer eens een slechte match had gespeeld. Maar op die manier vond ik hem ook leuk. Nochtans was het in ons huwelijk ook niet altijd peis en vree geweest. Er waren ook twijfels en het kon wel eens goed stormen, maar wij leerden relativeren, mekaars karakter en ergernissen aanvaarden en verdragen waardoor wij dichter naar mekaar toegroeiden. En hier ben ik trots op, dat wij altijd één zijn gebleven. Door altijd maar bezig te zijn, in de natuur te vertoeven en te fotograferen gingen de dagen voorbij. Met de grote steun van familie en van enkele mensen die met kleine of grote gebaren, gemeend, mij vooruit wilden helpen, heb ik mij door dit jaar kunnen worstelen. Tranen van machteloosheid en verdriet vanwege een immens gemis zijn nooit ver weg. Ook vermoeidheid speelt mij vaak parten. Wat we voordien klaar speelden met zijn tweeën, komt nu op mijn smalle schouders terecht met vallen en weer opstaan en dat mag letterlijk genomen worden want dikwijls als ik het te lastig krijg, leg ik mij gewoon neer op de grond totdat de moed terugkomt om geradbraakt weer recht te strompelen.
In het voorbije jaar heb ik ontdekt wie echt om me geeft en begripvol is voor hetgeen er zich in mijn hoofd heeft afgespeeld en nog steeds afspeelt. Wie geduld met me heeft en weet dat ik het moeilijk heb en dat zo weinig mogelijk wil tonen. Wie naar mij luistert zonder te oordelen of veroordelen. Uit zelfbehoud , met pijn in het hart weliswaar, heb ik bijgevolg deuren definitief achter mij op slot gedaan. Wellicht heb ik tijdens de ziekte van Rik en misschien erna ook nog, bepaalde zaken verkeerd aangepakt. Als ik daardoor iemand last heb bezorgd of genegeerd, bied ik mijn oprechte excuses aan
Stilaan begint de zin om nieuwe paden te bewandelen en mensen met dezelfde interesses te leren kennen terug te komen. Toch zal het een zware opdracht zijn, waar ik mij in de toekomst zal proberen op toe te leggen. Negatieve gedachten en ervaringen laten vervagen en dankbaar terugkijken naar het goede en het mooie, wat is geweest, met Rik in mijn hart waar ik mij ook bevind.
Maar alles komt goed. Hier heb ik vertrouwen in. Het rouwproces verloopt bij elke mens anders. Alle goed gemeende raadgevingen ten spijt, moet de goesting om uit de zelfgesponnen cocon weg te geraken uit het diepste van je ziel komen.
'Zo ongelooflijk mooi
'n stukje mij, steeds in mijn gedachten
Voor altijd wij'
Bij deze tekst voeg ik enkele foto's van de vlasbloem, een frêle uitziende bloem, die slechts één dag bloeit op een plant met een ijzersterke vezel, die geschikt is voor veel toepassingen.
De foto's zijn ook een eerbetoon aan Rik, die vele jaren in de vlasnijverheid heeft gewerkt.
Onlangs ging ik wandelen in 't Burreken. 't Burreken is één van de schilderachtigste plekjes in de Vlaamse Ardennen. Het gebied strekt zich uit over de gemeenten Brakel (Zegelsem), Maarkedal (Schorisse) en Horebeke (Sint-Maria-Horebeke) in de kern van de Vlaamse Ardennen. Ik was er vroeger al 2 keer geweest met mijn echtgenoot, die intussen al bijna een jaar overleden is. De eerste keer, het was begin november, toen zagen we geen hand voor ogen vanwege de mist en we zakten voortdurend weg in de modderige paden. Het was een dag die ik op voorhand had aangeduid om naar 't Burreken te gaan wandelen. Uitgerekend op die dag stond er een dikke mist, maar als er iets in mijn hoofd zit, dan zit het niet in mijn ... idd, gat, wat een veelgebruikt gezegde is, door mijn moeder zaliger vaak gebruikt als ik mijn eigen zin wou doordrijven. Ik kan zelfs nog een anekdote vertellen, waarbij mijn wangen diep rood kleurden van schaamte. Daar kan ik later wel iets over vertellen. De tweede keer gingen we naar 't Burreken toen het vroor dat het kraakte. Met weinig zicht of versteven van de kou, we vonden dit natuurreservaat wonderlijk mooi. Het lijkt precies of ik naar dat natuurgebied wil gaan als de weersomstandigheden niet gunstig zijn. Misschien wil ik wel mijn grenzen verleggen, zoals dat nu in de mode is, een stapje zetten uit de comfortzone. En daar is niets mis mee zolang het verantwoord blijft. Achteraf is de voldoening des te groter. Eens goed tjolen om een Waregems woord te gebruiken, doorbreekt de saaie alledaagse sfeer. Dan ervaart men tenminste dat er bloed door het lijf stroomt.
Je grenzen verleggen in 't Burreken is zeker niet onmogelijk. Het gebied is bekend om zijn uitgesproken reliëfrijk landschap gevormd door talloze bronnen en beekjes die zich diep in de bodem hebben ingesneden. Het hoogste punt van de centrale kouterrug ligt op 116 m hoogte, terwijl de laagste delen op ongeveer 50 m liggen. In 't Burreken is het ook stil. De natuurlijke geluiden van water, wind en dieren overheersen er. De bossen voornamelijk bestaande uit eiken en beuken zijn eeuwenoud. Door de vele natte plekken waar het grondwater aan de oppervlakte komt staan er bijgevolg zeldzame planten.
Over 't Burreken en zijn geschiedenis valt nog heel wat te vertellen maar ik ga het nu verder houden over de reden van mijn derde bezoek. Ik was er met een missie, de zoektocht naar de orchideeënweide waarop de beheerders enorm trots zijn. Drie uur lang heb ik bij een krachtige wind, heuvel op, heuvel af, gelopen, terwijl roofvogels over mijn hoofd zweefden, alle weiden geïnspecteerd totdat mijn rug zo'n pijn deed dat ik besloot de zoektocht op te geven. Maar toen kreeg ik plots een inval en die werd beloond. Het was alsof Rik me influisterde waar ik de weide kon vinden. Uit verbondenheid roep ik vaak naar hem in de stilte van de natuur, in de hoop een antwoord te mogen ontvangen. Het is op zo'n plekken in de natuur waar ik zijn nabijheid het sterkst voel. Veel te paradijselijk om er alleen zonder geliefde te zijn.
De plaats waar de weinig voorkomende orchideeën onopvallend leven, ga ik niet verklappen. Niet iedereen gaat respectvol om met de natuur. Verleden jaar werd door de beheerders van het gebied met grote ontsteltenis vastgesteld dat een 40tal van deze beschermde orchideeën werden uitgegraven door natuurvandalen. Zoiets staat gelijk aan moord. Orchideeën stellen immers zoveel eisen aan de grond dat ze onmogelijk op een andere plek kunnen overleven. Daarom zijn ze ook zeldzaam.
Ik ben blij dat ik ze heb gezien en heb kunnen fotograferen. Maar het blijft bij deze keer, uit respect voor hun gemeenschap en habitat.
Er zijn zo van die hoogtepunten in de natuur die je als natuurfotograaf voor geen geld wil missen. Zo'n topper is de bloeiende daslook in mei in het Raspaillebos in Geraardsbergen, op de grens van de Vlaamse Ardennen met het Pajottenland (Galmaarden). Dit is een bos dat alles te bieden heeft wat een bos kan bieden: talrijke natuurlijke bospaden, een bonte verzameling van verschillende voorjaarsbloeiers, bronbeekjes en een groot aantal bewoners. Bij het binnengaan van het bos werd ik onmiddellijk verrast door het vrolijk gekwetter van tal van vogels. In geen enkel bos ben ik getrakteerd geworden op zo'n virtuoos fluitconcert, een weldaad voor de oren in een maatschappij vol irritante kunstmatige geluiden. Je wordt er zo rustig in dat bos, dat je ook automatisch trager gaat stappen. Niettegenstaande de vogelgeluiden is het daar bijzonder stil. Ik zie de weinige mensen, die aanwezig zijn in het bos fluisteren tegen mekaar om de stilte niet te verstoren. Soms hoor je toch een schreeuw, dat is één van de vele roofvogels die er huizen. Soms geritsel in de struiken, dat zijn andere bewoners, zoals herten, vossen, bunzings, eekhoorns, wezels, hermelijnen, enz.Het grote niveauverschil in het bos en dat is typisch voor alle bossen op de getuigenheuvels in de Vlaamse Ardennen maken de sfeer magisch. Er bestaan veel verhalen en legendes over het Raspaillebos. Zo zou de roversbende van Jan de Lichte zich hier schuilgehouden hebben. En wie een beetje fantasie heeft, ziet overal, achter bomen, in de struiken, weglopend op de paden, allerlei figuren uit historische romans als spoken opduiken. Merkwaardig, in dit bos vertoef je precies in een totaal ander universum, één van rust, stilte, weldadige zintuiglijke gewaarwordingen en verbeelding. Het Raspaillebos ligt op de westflank van de Moerbekeheuvel. De steile kasseiweg die het boscomplex Raspaillebos, karkoolbos en Kluysbos doorklieft is de Bosberg, heel goed gekend in het wielermilieu. Het hele bosgebied is een restant van het vroegere kolenwoud, een reusachtig oerbos dat zich in de tijd van de Romeinen uitstrekte van, wat nu Brabant tot Picardië is en het middendeel van België bedekte.Na een tijdje wandelen verlaat je het bos. En wat je nu te zien krijgt, is een mozaïek van weilanden en akkers, bronbeekvalleitjes, veldbosjes, houtkanten, oude meidoornhagen, struwelen, knotwilgen en bloemrijke holle wegen in een landschap dat de steile trekken van de Vlaamse Ardennen combineert met de zachte glooiingen van het Pajottenland. Op de wandeling die ik gekozen heb, doe je een ommetje in en langs de Helix. De Helix is een Vlaams Kennis- en Vormingscentrum voor Natuur en Milieu dat educatie en vorming rond milieu, natuur en duurzame ontwikkeling stimuleert en ondersteunt. Het centrum ontwikkelt innoverende educatieve producten en methodieken voor diverse doelgroepen. Dit centrum is zeker een bezoek waard. Na het bezoek aan de Helix, duik je terug het bos in. Nu ben je echt in het sprookjesbos terecht gekomen. Plots overvalt je een frisse geur van uien en voor je je het goed en wel kunt realiseren, vallen je ogen open van verbazing. Grote witte tapijten daslook bedekken de hellingen en de dalen in het bos. Buitengewoon mooi, moet niet onderdoen voor de hyacinten. Je wilt hier niet meer weg, ik toch niet. Even verder val je in een nieuwe verbazing. In de diepte, je kunt er met trapjes naar toe, staat een wit huisje. Het zou het pannenkoekenhuisje uit het sprookje van 'Hans en Grietje' kunnen zijn. Het is een kapelletje, het kapelletje van 't Iffraken. In de tweede helft van de 19de eeuw werd dit kapelletje, toegewijd aan de heilige Apollonia, gebouwd, in de nabijheid van een bron. Een scheut bronwater en een gebed voor Apollonia was in die tijd goed tegen tandpijn. Nog vroeger was deze plaats een Keltische bidplaats. Het vervallen en ingestorte kapelletje werd in 2013 helemaal terug opgebouwd door vrijwilligers, met historische materialen en volgens oude methodes. Het is op deze plek, verleden jaar toen mijn man Rik ziek was, waar ik de longen uit mijn lijf heb geschreeuwd, overmand door verdriet, woede en machteloosheid. Een getier zo snerpend dat de dieren in het bos naar het diepste van hun hol of in de hoogste takken van de bomen zullen gevlucht zijn. Een reactie van ergens kwam er echter niet, de vogels zongen hun liedjes uit en de daslook bleef verder geuren en de omgeving in een witte waas kleuren. 'Het is was het is', dat zei Rik ogenschijnlijk kalm toen de diagnose ons deed instorten.
Hyacintenwandeling in Brakelbos. Ik had het geluk er alleen te zijn op 2 nog andere fotograferende dames na.
De rust aan het begin van de dag, het melancholie opwekkende blauwe schijnsel, het fluiten van de vogels, de eerste zonnestralen door de bomen versterkten de magie van de bloeiende hyacintentapijten, voor mij een ideale inspiratiebron voor het maken van de volgende foto's.
Het is er nog meer genieten op een gewone mooie zondagochtend dan tijdens een wielerkoers. Er is plaats zat om de wielerliefhebbers (zowel dames als heren), die hijgend, de tanden stuk bijtend en die hun laatste restje adem en kracht moeten aanwenden om de top te kunnen bereiken, aan te moedigen. En hij is stijl, die verdomde weg met kasseien, hobbelig, schots, scheef, bol en met spleten ertussen. Eigenlijk bestaat de heuvel geografisch uit 2 delen. De westelijke kant, de kant van Melden (Oudenaarde) heet de Rotelenberg, met de kasseiweg die Steengat genoemd wordt. De oostelijke kant van de heuvel, is de eigenlijke Koppenberg. De straat die geasfalteerd is draagt ook de naam Koppenberg. Het uitzicht op de heuvel is magnifique en op de Koppenberg is er als toemaatje een parel van een bos.
Een paar meter na het steilste stuk (20%) staat er een bank. Vandaar zie je de coureurs uit de put kruipen, velen meer dood dan levend, de kwijl uit de mond lopend. Het is bewonderenswaardig dat degenen die ervaring hebben, met een vlot en gelijkmatig tempo over de kasseien zweven tot aan de top. En een zeker tempo is nodig. Als men niet meer vooruit geraakt of als men uit het zadel moet, maakt met gegarandeerd kennis met de steenharde ondergrond. Dat overkwam ook Gillian. Een mindere dag vandaag, zei hij. Ik heb hem nochtans al 4 keer boven gereden. Voor zij, die verder moeten met de fiets aan de hand, heb ik evenveel bewondering. Na veel oefenen en met de juiste techniek zullen de doorzetters ooit de top bedwingen.
En ik begrijp hen, zij die met veel moed, van heinde en verre komen en zich laten uitdagen door onze traditionele Vlaamse kasseiwegen. Je bent pas een echte Flandrien als je al de heuvels van de Vlaamse Ardennen hebt beklommen. Een palmares om trots op te zijn, zowel voor een prof als voor een amateur.
In de krant las ik gisteren en vandaag een artikel over de gruwel in Batsja en in andere plaatsen rond Kiev. De laatste tijd kijk ik nog amper naar het TV journaal. De beelden over het leed in Oekraïne kan ik niet verdragen naast het persoonlijke leed waartegen ik dagelijks mijn eigen strijd moet voeren. In de artikels gaat het over de wreedheden en de ontaarde excessen in deze oorlog. Hoe soldaten alle besef van goed en kwaad verliezen en als een bende losgeslagen gekken onschuldige burgers folteren, verkrachten en op een beestachtige wijze afmaken, met het excuus dat Oekraïne moet bevrijd worden van het vuil, de nazi's, te verstaan als de tegenstanders van het Russische politieke regime en de moordenaars van etnische Russen in Oost-Oekraïne, waarvan geen enkel bewijs kan geleverd worden. Wie of wat drijft hen hier toe? In het normale leven zijn de meesten nochtans ook zonen, vaders, echtgenoten, partners, vrienden, deugdzame hardwerkende burgers. Met je volle verstand ben je tot zo'n gruweldaden niet in staat. Het voortdurend in angst moeten leven, het gebrainwashed worden met valse en opruiende informatie vooral via de staatstelevisie, het verplicht moeten uitvoeren van afschuwwekkende commando's, het tekort aan slaap, de oorlog die niet verloopt zoals geopperd, de tegenstand en de geleden verliezen, het gebruik van alcohol en drugs zijn allemaal factoren die leiden, tot frustraties, de drang naar persoonlijke vergeldingsacties, hallucinaties, neuroses.
Het is nu niet mijn bedoeling verzachtende omstandigheden te gaan pleiten ten voordele van de uitvoerders van deze gruweldaden.
Integendeel, Ik hoop dat iedere oorlogsmisdadiger streng berecht wordt, maar hiervoor moet voldoende bewijsmateriaal gevonden kunnen worden. Maar één ding is zeker, de gewone soldaat zal ooit wanneer de realiteitszin terugkeert, te kampen krijgen met een knagend en rusteloos geweten.
Ik hoop dat er iets of iemand is die de grootste dolgedraaide gek en zijn entourage in Rusland, de enige echte schuldigen, tot inkeer kan brengen
Ik hoop dat we onze naasten nooit als vijanden zullen moeten aanzien.
Ik hoop dat de scenario's die zich in mijn brein afspelen en die gaan over wereldoorlog 3 en nucleaire wapens geen werkelijkheid gaan worden. Wat de ware bedoelingen zijn van Poetin en waartoe hij, om zijn doel te bereiken, in staat is, weet iedereen.
Hierbij nog enkele foto's, die me ook even uit de werkelijkheid lieten ontsnappen tijdens het maken ervan, maar dan op een positieve manier.
Voor wat de Russische nr.1 momenteel aan het uitspoken is en in het verleden reeds geflikt heeft om tot op de hoogste trede van de Russische hiërarchie te klimmen, bestaan geen woorden genoeg om afschuw en aversie uit te drukken. Geen enkel normaal mens kan dit vatten of plaatsen. Waar Poetin voor strijdt, gaat over duizenden km² land. Maar heeft ieder er ooit eens bij stil gestaan hoeveel oorlogen, waarbij het niet uitzonderlijk is dat er een geweerschot gelost wordt of waarbij (wederzijdse) pesterijen schering en inslag zijn, in eigen buurt gevoerd worden. Oorlogen die voortvloeien uit onverdraagzaamheid, over een paaltje of een omheining die enkele cm de eigendomsgrens overschrijden. Het doel is toch meer of meer hetzelfde, toch?
Wat mij bezielde om op zondagmorgen, na de storm Eunice, te gaan wandelen in het Provinciaal domein Bergelen in Wevelgem (Gullegem) is moeilijk te verklaren. Mogelijks op zoek naar wat avontuur in een saai solitair bestaan tijdens een eentonig sombere winter. Nochtans ben ik altijd bij de eersten, om te opperen dat iemand niet goed bij z'n hoofd is wanneer hij te voet of met de fiets de baan opgaat tijdens niets of niemand ontziende rukwinden. Wat nog veel lastiger te verklaren is, is wat iemand bezielt om een deel van de wereld geweten- en genadeloos naar de kloten te helpen, voor een stuk grond. Machtswellust wellicht, maar de ervaring heeft mij geleerd dat de oorzaak van een conflict nooit van één enkele kant alleen komt. Alleen kan de ene kant zwaarder doorwegen dan de andere kant. Ooit ben ik eens gaan wandelen in het Kluisbos tijdens een storm. Onverantwoord eigenlijk, maar het geluid van de wind beukend tegen de bomen en het gekraak van takken vind ik opwindend en sensationeel. Het is ook bij die keer gebleven, veel te gevaarlijk realiseer ik mij.
In Bergelen stonden er slechts een drietal voertuigen op de parking en dat is zéér weinig op een zondagmorgen en verontrustend. Ik besloot het wandelpad rond het bos te nemen. Daar wandel ik het liefst, langs de Heulebeek. Ik hou van water. Voor mij hoeft het niet persé de zee te zijn, een plas of een waterloop onderweg maken mij al gelukkig. Ik vraag mij telkens af in eerste instantie, op welke plek de bron of bronnen van de beek zich situeren, op welk punt zij in een grotere beek of rechtstreeks in een rivier vloeit om vervolgens meegenomen te worden door een stroom recht de zee in. De zee maakt deel uit van een oceaan. Oceanen staan in verbinding met mekaar en op die manier zijn de moleculen van het water dat voor mijn ogen voorbij kabbelt binnen afzienbare tijd een toer rond de wereld aan het maken. Gaaf toch.
In het begin verliep de wandeltocht vrij rustig. Er stond wel nog veel wind. Stilaan werd na iedere meter stappen duidelijk wat voor een ravage de storm had aangericht. Overal lagen takken verspreid en de toestand werd nog erger. Zowel jonge als oude bomen zijn niet kunnen ontsnappen aan de verwoestende kracht van de wind. Het leek een oorlogsslagveld waarop ik wandelde, passend als metafoor voor hetgeen zich momenteel afspeelt in Oekraïne. Een schokkend beeld.
Het pad werd echter minder en minder begaanbaar. Op den duur was er zelfs geen pad meer. Stappen ging niet meer. Ik moest ploeteren door de modder en oppassen om niet te vallen. Op bepaalde plaatsen moest ik kruipen over omgevallen bomen die het pad afsloten. De tocht leek eigenlijk meer op een survival dan op een wandelingske in een goed onderhouden domein. Het vechten tegen de vijand deed me deugd. Zouden de OekraIners het ook zo aanvoelen, het zich niet, zomaar zonder tegenwerk, gewonnen willen geven?
Uiteindelijk kwam ik weer op drogere grond terecht en kwam ik een andere wandelaar met een hond tegen. Wat een ravage, zei ik. Kijk eens, de modder kleeft tot aan mijn knieën. In de winter is dit pad niet geschikt voor wandelaars, antwoordde hij. De Heulebeek treedt wel eens uit haar oevers. Daarenboven gebruiken mountainbikers en ruiters ook dit pad, vandaar al die modder. We wandelden samen terug naar de parking. De man liet mij honderduit vertellen over mijn man, zijn ziekte en zijn overlijden zonder mij geen enkele keer onderbroken te hebben. Ik werd er wat ongemakkelijk van dat een totaal onbekend persoon zoveel begrip toonde. Uit zijn verhaal leidde ik af dat het vertoeven in de natuur, ook op hem, een heilzame werking uitoefent om tegenslagen het hoofd te kunnen bieden. Ondertussen had de wind al een serieuze tand bijgestoken, storm Francis kwam er aan, en ik verkoos om terug naar huis te rijden. Je hebt mooie ogen zei de man nog. Er zal zeker iemand de leegte in je hart kunnen opvullen. Waarop ik antwoordde dat ik niet zoekende ben. Ik heb een goeie echtgenoot gehad, precies zoals mijn moeder zei nadat mijn vader op 58 jarige leeftijd overleden was.
Gisterenavond liep ik in de tuin. Ik doe dat vaker want ik hou van de duisternis. In het donker ben ik nooit bang geweest maar wegens de onveiligheid waag ik mij niet meer op straat als het niet echt nodig is, eens de zon onder de horizon is gezakt. Plots werd mijn aandacht getrokken naar boven. Het viel mij op dat er mooie wolkjes zichtbaar waren. In een grote opening tussen de wolken bemerkte ik, die 3 sterren op een rij. Terstond gingen mijn gedachten terug naar het verleden. Van kindsbeen af had ik die sterren vaak gezien aan het nachtelijke firmament, dat mij toen reeds enorm fascineerde. Toen was er nog geen sprake van lichtpollutie en ik zag ontelbaar veel sterren, planeten, sterrenhoopjes, nevels en zelfs een deel van de Melkweg, als een oplichtende melkwitte band, pal boven mijn hoofd. De Melkweg is het sterrenstelsel waarin ons zonnestelsel en dus ook de aarde zich bevinden. De Melkweg bevat 200 tot 600 miljard sterren, en alle sterren die we vanaf de aarde kunnen zien, maken er deel van uit.
Door het zien van die 3 sterren was mijn nieuwsgierigheid getriggerd. Tot welk sterrrenbeeld behoren die nu eigenlijk? Waarom ik dit vroeger nooit opgezocht heb, komt door een nekkwaal die mij pijn bezorgt wanneer ik mijn hoofd achterover buig en waardoor ik bijgevolg het afgeleerd heb om naar boven te kijken. Op internet is het antwoord snel gevonden. Die 3 sterren maken deel uit van het sterrenbeeld Orion. Orion komt mij bekend voor. In Waregem is er nog een boekhandel geweest met die naam, meen ik mij te herinneren. Reeds van in de Oudheid werd er naar de sterren gekeken. Het was toen pikdonker en de mensen hadden niet veel anders te doen dan naar de donkere hemel bezaaid met lichtpuntjes te kijken. Van toen al werden aan groepjes sterren die samen een figuur vormen als ze met een denkbeeldige lijn worden verbonden namen van dieren of goden gegeven. Zo zijn de allereerste sterrenbeelden ontstaan. In realiteit echter staan die sterren niet netjes op een lijn maar zijn miljoenen tot miljarden km van mekaar verwijderd. Sterren en sterrenbeelden werden vroeger ook gebruikt als oriëntatiemiddel in de donkerte.
Op internet heb ik nog meer geleerd over Orion. De heldere ster die links boven de bovenste ster van de 3 te zien is, is Betelgeuze, een oude reus die rood licht uitstraalt. Rechtsonder de bovenste ster van de 3 is de helderste ster van Orion te zien, Rigel, die straalt blauw licht uit. En als je een denkbeeldige lijn trekt tussen de 3 sterren naar beneden en laat uitlopen, komt je uit op Sirius, de helderste ster aan de nachtelijke hemel. Deze ster maakt deel uit van het sterrenbeeld 'Grote hond'. Zou het 'werk'woord cireren afgeleid kunnen zijn van Sirius? Ciceren (boenen) tot de vloeren of de schoenen schitteren als Sirius? Gisterenavond en -nacht waren al deze sterren heel duidelijk te zien en ik heb zelfs de Orionnevel kunnen zien als een wazige vlek naast de 3 sterren. Een nevel is een reusachtige gas- en stofwolk waarin nieuwe sterren geboren worden, een kweekruimte dus.
Wonderlijk en boeiend toch, het universum. Weten dat je vaak naar het verleden kijkt, is gewoonweg bijzonder, want veel sterren die wij vandaag zien, bestaan niet meer, maar die staan zo ver van ons verwijderd dat het licht dat zij in het verleden uitstraalden ons nu pas bereikt. Het kijken naar boven, verruimt je blik, toont je de werkelijkheid en laat je versteld staan van een machtig geheel dat nog steeds uitdijt en waar wij deel van uitmaken. Tijdens het observeren werd ik overspoeld door een zweem van geluk. Ik voelde mij ook niet meer alleen.
Het nachtelijk sterrenkijken zou ik aan iedereen aanraden als de nek het toelaat, maar 's zomers kan je altijd op de rug gaan liggen. Moest ik in een minder verlichte regio wonen, dan had ik er nog een hobby bij. Er zijn nu zelfs apps die de speurtocht naar sterren en planeten heel gemakkelijk maken.
Gisterenavond maakte ik niet enkel kennis met Orion, volgens de Oude Grieken een uitmuntende jager, maar de deels heldere hemel voorspelde mij ook dat de zon de volgende dag zou opstaan vergezeld van een graadje vorst.
Ik heb een brein dat van nature zelden rust kent. Sommige gedachten blijven voortdurend rondspoken of sommige gedachten gaan hun eigen gang zodat het moeilijk is de stroom tegen te houden. Meestal zijn het de negatieve belevenissen die lang kunnen nazinderen en die mijn nachtrust negatief durven beïnvloeden. En wie niet uitgeslapen is, is minder weerbaar waardoor men in een vicieuze cirkel terecht kan komen. Waar gij nu nog je kop over breekt, zei mijn man dikwijls. Op dat gebied was hij eigenlijk mijn tegenpool, het ene oor in, het andere weer uit. Onlangs las ik in de krant een artikel waarin Evy Gruyaert praat over haar angstgevoelens, piekergedrag en haar hoogsensitiviteit. Ook Leen Dendievel spreekt openlijk en schrijft boeken over haar angsten en emoties, een geweldige madam trouwens. Ik heb de eer gekregen haar te ontmoeten toevallig tijdens het winkelen in de Carrefour. En het is goed dat er over deze problematiek kan gepraat worden. Meerdere mensen zullen zichzelf herkennen. Zintuigelijke waarnemingen komen diep binnen bij mij. Vaak heb ik als eerste iets gezien, geroken, gehoord en gevoeld. Ik heb ook heel snel bepaalde situaties of personen door. Mede door een aantal ontgoochelingen neem ik altijd eerst een afwachtende houding aan vooraleer iemand te vriend te nemen. Ik kan uitzinnig van geluk zijn, maar hiertegenover ook heel verdrietig. Ik heb een hoog inlevingsvermogen en draag een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het gevolg is dat ik eerder een luisteraar ben dan een prater. Mijn angsten komen voort uit een drang naar perfectionisme, een drang om te presteren en het willen pleasen van anderen. Schrik hebben om te falen of om iets niet aan te kunnen, schrik hebben om vrijuit te spreken om anderen niet te kwetsen, bang zijn om afgewezen te worden. Die gevoelens werken verlammend en leiden tot concentratieverlies, frustratie, belemmering, verkeerde keuzes en zelfs tot een negatief zelfbeeld. Met de karaktereigenschap hoogsensitiviteit word je geboren. Het heeft te maken met de wijze waarop het brein werkt en uit studies blijkt dat een aantal delen van de hersenen van hoogsensitieve personen sterk actief zijn tijdens het verwerken van bepaalde situaties. Evy is in therapie gegaan om haar angsten en dwangmatig gedrag binnen de perken te leren houden en om negatieve ervaringen gemakkelijker te kunnen loslaten. Om controle te houden over mijn geest vind ik veel baat bij het wandelen in de natuur, de fotografie, het samenzijn met mijn familie en enkele vrienden (innen) waar ik mezelf kan zijn en met liefde omringd ben. Ook schrijven helpt mij om bepaalde gevoelens te kanaliseren. De angsten zijn er met ouder worden wat uitgegaan omdat ik de druk van buitenaf beter kan ventileren. Maar de grote kentering is gekomen door de ziekte en het overlijden van mijn man, door het wegvallen van mijn rots in de branding. De drang om iemand te behagen, om geliefd te willen zijn of tof bevonden te worden is afgezwakt. Ik trek mij in mindere mate aan wat anderen over mij denken. Ik leef in het nu, hou mij bezig met waar ik goed in ben en met wie ik op dezelfde golflengte kan balanceren. Ik omarm het goede, het hartverwarmende dat mij aangeboden wordt en vermijd zoveel mogelijk energievretende toestanden of personen die mij naar beneden halen. Ik moet niet perfect zijn. Ik mag gerust fouten maken. Ik mag de confrontatie aangaan, zonder schuldgevoelens te hebben achteraf. Dat ik de knop heb kunnen omdraaien komt door de wil om te overleven na het overlijden van mijn echtgenoot en dat vergt al de energie die ik in mijn lijf heb. Het is geen taboe meer om professionele hulp of begeleiding te zoeken. En dat zegt Evy ook, je merkt dat je niet de enige bent, de schroom valt snel weg. Ik heb lang getwijfeld of ik deze tekst wel zou publiceren, of ik zo diep in mijn ziel wil laten kijken. Ik heb het nu uiteindelijk toch gedaan omdat eerlijkheid, openheid een grote stap vooruit is naar geluk en respect in een tijd waar alles bespreekbaar wordt. Om op zaterdagavond deze zware kost gemakkelijker door te slikken, bied ik nog een digestief aan in de vorm van een aantal foto's die een beetje over van alles gaan. Er was de laatste tijd veel mist, maar ook waren er zonnige dagen met verrassende zonsondergangen. Ook blijft het voortdurend zeer nat om in de natuur te gaan wandelen. Leuke snoetjes zorgen voor een opgeruimd gemoed en het goede nieuws uit de natuur is dat er al hier en daar wat in bloei staat.
Overmorgen op 25 december om 20uur zal mijn man reeds 6 maanden overleden zijn. Ieder moment van de dag razen nog allerlei vragen waarop nooit een antwoord zal komen door mijn hoofd. Voor mijn ogen speelt de film vanaf het moment van de diagnose tot zijn overlijden zich nog voortdurend af. Ik denk dat wat ons is overkomen, niet echt is gebeurd, en dat ik plots uit een kwade nachtmerrie zal ontwaken waarna de scherpe pijn, het intense gemis en verdriet voorbij zullen zijn. In de periode dat mijn ziek was, ging ik vaak wandelen in de natuur, het liefst relatief ver weg van huis. Uit die wandelingen putte ik kracht, energie en moed (en nog steeds) om de kwade krachten die mijn levenspad saboteren, het hoofd te kunnen bieden. Ik wou ook nog zoveel mogelijk gaan wandelen terwijl mijn man nog in leven was zodat ik bij thuiskomt honderduit zou kunnen vertellen over wat ik gezien, gehoord en meegemaakt had. Immers eens zal het moment komen dat ik in een leeg huis zal thuiskomen waar niemand nog benieuwd is naar mijn wel en wee. Zo reed ik op een dag naar Geraardsbergen, ik wou het magische Raspaillebos verkennen. Het dichte woud bood tijdens de middeleeuwen onderdak aan gespuis dat er ging schuilen na plundertochten. Ook rovershoofdman Jan De Lichte zou er een hol gehad hebben. Zoals bij vertrek afgesproken met mijn man zou ik geregeld berichtjes versturen zodat hij zich niet ongerust hoefde te maken. Het zoeken naar parking rond het bos nam enige tijd in beslag zodat ik nog vlug een berichtje wou sturen vooraleer het bos in te gaan. Maar mijn telefoon schakelde zichzelf plots uit en tot overmaat van ramp kende ik mijn pin code toen nog niet uit het hoofd. Paniek overviel mij en dat was niet de eerste keer tijdens een vooraf te weinig voorbereide wandeltocht. Gelukkig zag ik twee vrouwelijke leerkrachten die aan een tafeltje hun leerlingen aan het opwachten waren. Over mijn toeren deed ik mijn verhaal. De ene leerkracht deelde mijn verdriet. Zij had twee jaar geleden ook haar man op een veel te vroege leeftijd aan kanker verloren en wist dus heel goed wat ik meemaakte. Op mijn vraag heeft zij mijn man opgebeld. Er waren verscheidene pogingen en smsjes nodig vooraleer mijn man een onbekend nummer wou beantwoorden. Vervolgens ben ik terug naar huis gereden, want in wandelen had ik geen zin meer. Korte tijd erna ben ik teruggegaan naar het bos boven op de Bosberg in Galmaarden. Het is er vaak druk door de wielertoeristen die de berg willen oprijden. Aan kapel 't Iffraken, een mystieke plek, van Keltische oorsprong, ben ik uit het dak gegaan. De sterke knoflookachtige geur van het in grote tapijten aanwezige bloeiende daslook beroerde mijn emoties. Ik heb er gehuild, getierd, ongegeneerd de longen uit mijn lijf geschreeuwd. Waarom worden wij, een liefdevol, rechtschapen en gezond levend koppel dat zich preventief laat onderzoeken uit mekaar gescheurd? Waarom krijgt mijn man, de beste man van de wereld, geen kans? De natuur gaf mij geen antwoord maar bood en biedt nog steeds de gelegenheid om mijn gewaarwordingen en ervaringen, soms de meest ongelooflijke, gratis te ventileren.
De diagnose 'kanker' smakte als een donderslag bij heldere hemel op ons neer. Gevoelens van ontsteltenis en verontwaardiging verlamden ons terstond. Geen enkel teken voordien had in die richting gewezen. 2 maanden voor de vaststelling waren de uitslagen van de jaarlijkse controles bij de huisarts nog uitstekend. Nadat we vernamen welke gesofistikeerde operatie gericht op genezing ging uitgevoerd worden in Az Groeninge, konden we onze moed weer bijeenrapen. Helaas kon de chirurg de operatie die hij voor ogen had, door een onvoorziene toestand, niet uitvoeren. Een zware en langdurige chemobehandeling werd nog de enige kans op overleven . Na 3 maanden therapie verscheen een lichtpunt in een periode van onzekerheid en lastige bijwerkingen. De euforie was echter van korte duur. Kort erna stelde ik vast dat het niet verder de goede kant uitging met Rik. De pijn om zijn krachten dag na dag te zien afnemen, reet mijn lichaam van binnen uiteen. Anderzijds bewonderde ik hem om zijn doorzettingsmogen, zijn sterke wil om te genezen, zijn niet afzwakkende optimisme en om de rust waarmee hij met de ziekte omging. Mijn moedige en kranige Rik heeft nooit geklaagd. Zoals hij zijn er geen twee en daarom zie ik hem zo graag en hij mij. Het liedje 'Alles komt goed' van Jaap Reesema zongen wij mee als het op de radio gespeeld werd en die overtuiging hield ons staande. Vaak heb ik het liedje alleen beluisterd telkens als ik de behoefte voelde aan een sterke troostende arm om mij heen, wat in realiteit onmogelijk gemaakt werd door de coronapandemie.
Bedankt papatje dat je mij 45 jaar geluk, onvoorwaardelijke liefde en zekerheid hebt geschonken. Bedankt dat je mij de nodige vrijheid gaf, dat ik mijn frustraties bij jou mocht uiten. Ook tijdens je ziekte, dan nog troostte je mij als het verdriet om jou mij in tranen deed uitbarsten. Bedankt dat ik ook boos op je mocht zijn, dat ik je mocht plagen en ergeren, dat ik zot mocht doen en waar je heel graag in mee ging. Bedankt papatje dat je mijn grootste fan was in wat ik deed en dat je trots op me was.
Nu ik door het noodlot getroffen, gebroken en verslagen alleen achterblijf in het leven, blijven wij evenwel voor altijd door een volmaakte liefde spiritueel met mekaar verbonden en deze verbintenis kan door niets of niemand verstoord worden: "Voor altijd wij".
een welgemeende dankuwel
aan familieleden, vrienden en kennissen voor hun blijken van medeleven, betrokkenheid en voor het aanbieden van hulp
aan Dr. D'hondt en het verpleegteam van Az Groeninge Kortrijk
aan Dr. Haverbeke, Dr. Buyse en het oncologisch team
aan het zorgteam van OLV ziekenhuis Waregem
Met hetgeen machts- of charismatische personen, van oudsher reeds, medemensen allemaal proberen wijs te maken, om hen zoet, volgzaam, dom en zeer werkzaam te houden, met de belofte dat er na het aards bestaan heerlijke dingen staan te gebeuren voor wie zich aan de regels houdt, wel te verstaan. daar heb ik moeite mee om in te geloven. Neem nu het Christelijke geloof bijvoorbeeld, dat een vooruitzicht biedt op het eeuwige leven na de dood, in een paradijs waar alle deugdzame gelovigen met hun geliefden die zij moesten afstaan in het aardse leven herenigd zullen worden. Owee, de slechteriken, die gaan na hun laatste adem te hebben uitgeblazen, zonder pardon, naar de hel waar ze eeuwig zullen gekweld worden door vreselijke fysieke en mentale pijnen. Maar wie neemt nu die selectie op zich, naar de hemel of de hel? Sint-Pieter alleen of beschikt hij over hopelijk betrouwbare informanten? Zijn enkele hoofdzonden al voldoende om in de hel te belanden? Waar zitten al die mensen? Zie ik ook mijn oer voorouders terug, gekleed in een berenvel? Kom ik daar de grootste massamoordenaars uit de geschiedenis tegen? O nee, die zullen vast en zeker in de hel beland zijn. Of toch niet, je weet maar nooit wie een vriendschapspact afgesloten heeft met God. Want wist je dat God als de grootste massamoordenaar wordt beschouwd. God roeide hele volkeren uit door plagen over hen heen te laten neerdalen, door de zondvloed liet hij alle slechteriken verdrinken. Maar misschien ontmoet ik er Jezus zelf of Paulus en de andere apostelen. Maar wat dan met mensen wiens hersenen nooit ten volle tot ontwikkeling of correct tot ontwikkeling zijn gekomen? Zullen die daar plots helder van geest zijn? Zullen zieke mensen weer kerngezond zijn? En kinderen die veel te vroeg gestorven zijn en die nooit enig besef hebben gehad? Zullen zij in het paradijs opgroeien met broertjes en zusjes en liefhebbende ouders? Veel te mooi om waar te zijn eigenlijk. Dat zijn o.a. allemaal vragen waarover ik lig na te denken wanneer ik niet kan slapen. En dat is goed voor mijn rouwproces, dat ik ook weer kan nadenken over andere zaken en niet constant bezig ben met de ziekte en de lijdensweg van mijn man. Wat ik wel opmerk in de hedendaagse tijd is dat theologen, catechisten, geloofsbrengers in tegenstelling met vroeger toen alles wat in de bijbel stond, letterlijk aanvaard moest worden, ons laten inzien dat de Bijbelverhalen historisch niet correct zijn, en ons aanleren om te zoeken naar de diepere betekenis, de symboliek in ieder woord, de boodschap in het verhaal. En dat is eigenlijk niet anders dan wat de moderne psychotherapie mensen probeert bij te brengen om een rustig, evenwichtig en gelukkig mens te zijn of te worden. Maar goed, iedereen moet voor zichzelf uitmaken waarmee of waarin hij zich het best voelt. Daarom heb ik ook respect voor ieders goedbedoelde meningen. Om terug te keren naar de bijbel, in een bepaald verhaal van Mozes vind ik echter geen boodschap van liefde terug. Om kort te vertellen het verhaal gaat over Mozes die na ongeveer 40 dagen bezinning, meditatie en nadenken over regels en manieren om zijn volgelingen bij de tocht door de woestijn naar het beloofde land, orde en discipline bij te brengen, hen terug vindt in een toestand van losbandigheid. Razend als hij is, laat hij de Levieten (de enige volksstam die niet meedeed aan het feestje) 300.000 ketters vermoorden. Waarschijnlijk is dit verhaal ook niet correct, of zelfs niet echt gebeurd. Mozes heeft de rode zee ook niet in tweeën gespleten met zijn staf waardoor de farao en zijn leger verdronken en de Israëlieten die als slaven werden behandeld in Egypte aan de uittocht konden beginnen. In ieder geval er is veel onenigheid tussen historici en archeologen in de zoektocht naar bewijzen. Reïncarnatie is ook zoiets dat op mijn ongeloof mag rekenen. Als ik de boeddhisten goed begrijp, dan verkondigen zij dat als je goed, deugdzaam, tam en lijdzaam, hoe erbarmelijk het bestaan ook moge zijn, leeft, na de dood zal terug keren in een levensvorm die betere perspectieven biedt. En op die manier kan je telkens na ieder fatsoenlijk leven een trapje hoger klimmen, maar de keerzijde van de medaille is dat de kans bestaat dat je ook een trede moet prijsgeven. En dat lijkt mij een angstaanjagend vooruitzicht. Stel nu dat je enkele zware zonden begaat, dan stijgt de kans dat je na de dood reïncarneert in een angorakonijn, dat verschillende keren in zijn leven levend gestroopt wordt. Of in een gans wiens maag veelvuldig volgepropt wordt met voedsel via een buis zodat zijn lever vervet. Of in een varken dat heel zijn leven op een rooster moet liggen en geen vin kan verroeren tot zijn huid vol etterende wonden zit. Of in een labodier op wie men de vreselijkste proeven doet, of in een kikker wiens pootjes levend worden afgerukt en ga maar door. Daarom hou ik het liever bij de wetenschap. Op bevindingen die de slimmeriken onder ons kunnen bewijzen. Ik geloof in de evolutietheorie, in de natuurwetten. De natuurwet die voorschrijft dat informatie (bits om termen uit de computerwereld te gebruiken) onvernietigbaar is, is zeer interessant ivm het begrip 'hiernamaals, ziel, bewustzijn'. Ik geloof in het heelal dat nog steeds uitdijt en dat zwarte gaten heeft, die alle energie om zich heen opslorpen. Ik geloof dat er nog planeten zijn in verre sterrenstelsels waar leven is. Misschien wonen de herenigde families wel verspreid over die planeten, opgedeeld in hemel en hel. De kans bestaat dat astronomen en ruimtereizigers wel eens voor grote verrassingen zullen komen te staan als ze met hun telescopen verder kunnen kijken en misschien via wormgaten sneller in de tijd zullen kunnen reizen. Spiritualisme is ook niet aan mij besteed. Daar ben ik te nuchter voor. En toch gebeuren er dingen in mijn leven die ik verrassend vind. Het zal wel toeval geweest zijn, maar toeval gebeurt soms op de vreemdste momenten. Kort nadat Rik overleden was, landde er een jonge wedstrijdduif op onze oprit. Ik kon zijn ring lezen en ik wist bijgevolg wie de eigenaar was. Toch vertikte ik het om hem op te bellen. Ik wou de duif houden als maatje. Ik ben hem beginnen voederen en al spoedig kwam hij uit mijn hand eten of landde hij op mijn hoofd. Zelfs toen ik een paar huizen verder tot bij mijn broer ging, vloog hij mee. Ik zag er de reïncarnatie (iets waar ik zoals eerder geschreven, niet in geloof) van Rik in. Maar plots was Rikkie, weg. Ik was zo verdrietig en ongerust. Een paar dagen later was Rikkie er weer. Ik weende van geluk toen mijn Rikkie terug was. De duif is dan nog een dag of twee gebleven, heeft flink gegeten en is toen met een krachtige vleugelslag vertrokken naar huis, vermoed ik, in het Noorden van Frankrijk, op een manier dat het precies leek alsof hij vaarwel zei. En toen wist ik, die zie ik nooit meer terug. De ziel van Rik is definitief vertrokken. Nu kon ik aan een pijnlijk rouwproces beginnen. Was er iets dat hem ingaf dat hij een tussenstop moest maken op zijn weg naar huis om iemand met bakken verdriet bij te staan en nadien niet mocht vertrekken, voor altijd, zonder afscheid te nemen? Vaak denk ik terug aan die gebeurtenis met veel pijn omdat mij duidelijk gemaakt werd dat het afscheid definitief was, maar ook met een gevoel van vredigheid. Alles komt uiteindelijk goed. Daarin moeten we geloven.
Het natuurgebied waar ik vaak vertoef om natuurfoto's te maken zijn De Gaverbeekse meersen Zulte-Waregem. Vooral de zonsopgang kan er verbluffend mooi zijn en zeker in periodes van veel regen. Dan ontstaan er veel poelen. De meersen zijn voor het grootste deel niet toegankelijk, maar toch vind ik plekjes waar ik de natuur niet stoor en van waaruit ik mooie foto's kan maken. Het mooist zijn de meersen wanneer ze volledig blank komen te staan en dat gebeurt wanneer de Gaverbeek door overvloedige regen uit haar bedding treedt. De weerspiegelende zonsopgang in het wateroppervlak is fenomenaal mooi en zeker tijdens vorstperiodes en/of mist. Ik denk dat ik nog maar één of twee keer de meersen heb zien veranderen in één groot meer. Wanneer het veel en langdurig regent is voor mij het moment dus aangebroken om iedere dag of meerdere keren per dag te gaan kijken hoe hoog het water zich in de Gaverbeek bevindt. En op een ochtend, zag ik dat de beek uit haar oevers aan het treden was. Ik was van plan slechts een paar foto's te nemen en dan weer weg te rijden omdat ik geen tijd had om mij bezig te houden. Ik parkeerde mijn auto op een plek waar het eigenlijk niet mag. Maar omdat het toch maar voor eventjes was, zag ik geen graten in deze overtreding. Mijn handtas en mijn telefoon liet ik achter. Mijn autosleutel stak ik in mijn vestzak. Ik waadde, met mijn laarzen aan, door zompig gebied tot aan de rand van de beek. Maar zoals het vaker gebeurt, ging ik toch steeds verder en verder omdat ik in de verte, bij iedere stap, een betere plek meende te zien om de overstromende beek te fotograferen. Op zeker ogenblik zei ik tegen mezelf dat het nu wel welletjes was geweest en ik keerde op mijn stappen terug. Toen ik bijna terug aan mijn auto aangekomen was, wilde ik mijn autosleutel uit mijn vestzak halen, maar hij stak er er niet meer in. Op dat moment werd het zwart voor mijn ogen. Mijn man is ernstig ziek en we hebben afgesproken dat ik regelmatig een berichtje zal verzenden wanneer ik alleen op de baan ben. Als het gebeurt dat ik toch de tijd wat uit het oog aan het verliezen ben, stuurt hij mij zelf een bericht, maar als ik dan niet zou antwoorden, zou hij zich vreselijk ongerust maken en waartoe dit kan leiden, daar wil ik liever niet aan denken. Te voet naar huis, was geen optie. Het is te ver. Dus had ik maar één kans en dat was het traject langs de beek terug aflopen. Maar een donkere sleutel terugvinden in lang zompig gras is niet evident. Het traject heb ik een paar keer al huilend en met een hartslag die ik voelde bonken tot in mijn hoofd heen en weer afgestapt. En uiteindelijk zag ik hem liggen, aan de rand van de beek, gereed om mee gesleurd te worden door de sterke stroming. Ik weet dat ik toen heel hard en lang geschreeuwd heb van opluchting. Merkwaardig hoe een mens in nood dierlijke instincten vertoont en ik geneerde mij er niet voor. Bizar is deze expressie in feite niet want het verschil tussen mens en dier is enkel het vermogen tot denken dat bij de mens aanwezig is. Echter kom ik maar al te vaak tot de vaststelling dat een groot aantal mensen deze gift door evolutie verkregen, niet integer en ethisch aanwenden en bijgevolg het eerder verdienen om, beroofd van vrijheid en beweeglijkheid, opgesloten te worden in een kooi met een bord vooraan, waarop geschreven staat: "gevaarlijke mens". Wat bezielt trouwens bepaalde mensen om een dier in een enge kooi te houden? Beseffen zij echt niet hoezeer een opgesloten dier lijdt. Waarschijnlijk wel, maar een dier gevangen houden, heeft hen een gevoel van macht. 'Macht', nog zo'n begrip waar het mens'dom' niet mee kan omgaan. Geen wonder dus dat ik hoe langer hoe meer het dierenrijk verkies.
Thuis heb ik het gebeuren niet meteen verteld. Maar later wel, omdat ik niets voor mijn man kan verzwijgen. Sedertdien heb ik mijn handtas nooit meer in mijn auto achtergelaten. Ik draag ze steeds mee met de schouderriem dwars over mijn lichaam, zodat ik ze ook nergens hoef neer te plaatsen.
Dadizele is nu niet meteen een plaatsnaam die als een bel in de oren klinkt. Maar toch zal het lezen van de naam van deze ondertussen geworden fusiegemeente van Moorslede bij velen van mijn leeftijdsgenoten pretlichtjes in de ogen toveren.
Geestelijken hebben altijd al geweten hoe en naar waar ze kinderen moeten lokken en in mijn geval was dat naar Dadizele via het uitdelen van stempels op een spaarkaart. Als al de vakjes gestempeld waren, mocht je mee met de bus naar Dadizele. Het kwam erop neer dat je dus als leerling van een katholieke lagere school alle weekdagen voor schooltijd naar de mis moest gaan, waarna je een stempel kreeg. Naar de mis gaan was voor mij toen geen enkel probleem. Het behoorde tot de dagelijkse routine. Ik denk dat veel kinderen van mijn leeftijd toen de gave van vroomheid in zich hadden. Ik herinner mij dat ik thuis in mijn spel vaak een misdienst opvoerde waarin ik alle rollen voor mijn rekening nam. Ik verkleedde mij ook graag in de Heilige Maagd Maria, maar dat was vooral om de sjaal rond mijn hoofd te doen, waarmee Maria steeds beeldschoon afgebeeld wordt. Mijn broers speelden ook graag 'pastoor en misdienaar', waarbij mijn oudste broer de godvruchtige pastoor nadeed en mijn tweede broer de weerspannige misdienaar met veel irritaties als gevolg.
Maar wat was er nu zo aantrekkelijk in Dadizele, meen ik jullie te horen repliceren. Wel, in Dadizele was er het Dadipark, het eerste pretpark in België, avant la lettre dat gesloten werd in 2002 na een aantal ongevallen en in 2012 gesloopt. Het Dadipark werd opgericht in 1949 onder invloed van pastoor Gaston Deweer. De man was niet van de domste en wist van het dorp Dadizele een toeristische trekpleister te maken. Immers sedert de 14de eeuw is Dadizele een bedevaartsoord. Terwijl de volwassenen Onze-Lieve-Vrouw met kind komen vereren in de basiliek, kunnen de kinderen zich vermaken in het park in de schaduw van de basiliek , redeneerde de pastoor. En woar ne Vloamink komt, wordt er veel tirre gedoan. De eerste steenlegging van de basiliek, die een 15de eeuwse bedevaartskerk verving, vond plaats in 1857. Die bedevaartskerk werd gebouwd na de afkondiging van het dogma (de stelling) van de onbevlekte ontvangenis. Tot voor kort was ik van mening dat met 'onbevlekte ontvangenis' bedoeld werd dat Maria zwanger geworden was zonder geslachtsgemeenschap te hebben gehad. Maar kijk in de quiz 'één jaar gratis' die nog steeds op donderdagavond op de VRT loopt, werd de pure definitie gegeven; 'onbevlekt ontvangen' wil zeggen dat de ziel van Maria niet bevlekt was met de erfzonde bij haar geboorte met andere woorden: Maria is als enige mens zonder zonden ter wereld gekomen. Het is de schuld van Adam en Eva, die ongehoorzaam waren in het aards paradijs en daardoor Gods morele gezag afwezen dat wij, hun nakomelingen vanaf onze geboorte reeds zondaars zijn. Dit terzijde, maar ik vond het interessant om dit item even aan te kaarten. Vervolgens kende Paus Leo XIII op 31/01/1882 de kerk het statuut van basiliek toe. Samen met de Bloedkapel in Brugge zijn dit de enige basilieken in het bisdom Brugge.
Het Dadipark bevatte heel wat attracties die de kinderen zelf moesten bedienen en die niet zonder gevaar waren. Er was de 800m lange (de langste van Europa) wiebelende houten loopbrug die alleen de onbevreesden, vooral jongens, durfden oplopen. Er waren ook hoge glijbanen, een nautic jet, kabelbanen enz. De schrikkepuiten als ik waagden zich enkel op de gewone speeltuigen, zoals daar zijn een schommel, een wipplank en een draaimolentje.
Nu het speelpark er niet meer is, is Dadizele nog steeds een bezoek waard. Er bevindt zich tegenwoordig een prachtig wandelpark achter de Basiliek en Mariënstede, een voormalig retraitehuis voor priesters van het bisdom Brugge. Mariënstede biedt vandaag onderdak aan volwassenen met een handicap die er wonen met begeleiding. En dan is er nog de prachtige basiliek waarvan het intieme interieur met kaarsjes, lichtjes en zachte religieuze muziek een weldadige rustgevende sfeer uitstraalt. Die sfeer beroerde mij en leidde tot een traantje.
Er is altijd iemand voor wie je een kaarsje wil laten branden.
Zijn ze niet schattig, de ijverige bijen en de dons zachte hommels? Onder meer dankzij deze beestjes, kunnen we in de herfst genieten van lekkere vruchten. Ze zien er een beetje wreedaardig uit als je recht in hun smoeltje kijkt, maar voor de rest zijn het knuffelbeertjes. Druk echter niet te hard, want zo'n beestje durft wel eens steken als het zich bedreigd voelt. O wee, de mensen die allergisch reageren op het gif.
Wanneer de dagen langer worden en de temperatuur boven de 10° graden stijgt, verlaten de honingbijen de tros in de kast, waarin ze overwinterd hebben en gaan op zoek naar voedsel voor hun koningin opdat die het leggen van eitjes weer zou aanvatten. De hommels die nu reeds te zien zijn, zijn koninginnen. Ze hebben hun ondergrondse winterverblijfplaats verlaten om op zoek te gaan naar een geschikte plaats om een kolonie te stichten. Ze zijn een stuk groter dan de werksters en de mannelijke hommels. Aangezien er deze tijd van het jaar nog zeer weinig voedsel te vinden is, zijn de bloesems van wilgen, de bloemen van winterheide, dovenetel en boerenkrokussen van levensbelang voor deze beestjes in het vroege voorjaar.
Als ik een hommelkoningin in mijn tuin zie laveren van het ene tengere boerenkrokusje naar het andere, waaronder deze laatste bijna bezwijken, kan ik het nooit laten om haar even te plagen door over haar rug te strijken of door haar een duwtje in het achterwerk te geven. Hierop reageert ze door wild met haar poten te slaan en met een intimiderend gezoem dat niet uit haar mond komt want ze heeft geen stembanden maar veroorzaakt wordt door het snel op en neer slaan van haar vleugels. Maar al vlug kiest ze het hazenpad, onder een luid gezoem. Nog een goede eigenschap van dit schepseltje is, dat ze zeer snel vergeet en vergevingsgezind is, want even later zie ik ze alweer knoeien op de krokussen want ze heeft veel energie nodig voor haar nabije werkzaamheden. Als goed opgevoede burger ga ik mij bij haar toch even excuseren voor de veroorzaakte verstoring. Een goede verstandhouding moet steeds van 2 kanten komen.
Deze groene gaasvlieg kwam in december uit onze brievenbus gevlogen. Ze had er waarschijnlijk een overwinteringsplaats gezocht, maar door de zachte temperaturen misschien niet in slaap geraakt. Hopelijk heeft ze heden een nieuw onderkomen gevonden, want ondertussen is de temperatuur onder het vriespunt gezakt. De groene gaasvlieg is een frêle insect met doorschijnende vleugels en een lang lijfje. Ze meet zo'n 2,5 cm. Ze lijkt een beetje op een mug, maar heeft de drang naar mensenbloed helemaal niet. Ze voedt zich met bladluizen, maar ook met nectar en stuifmeel uit bloemen. Ook honingdauw, de stroperige uitscheiding van bladluizen staat op het menu. De larven van de gaasvlieg zijn rovers, eerste klas. Ze eten vrijwel alle insecten zolang de prooien maar een zacht lichaam hebben en ze met hun holle kaken de inhoud er uit kunnen zuigen. Ze verorberen bladluizen, bladvlooien, schildluizen, mijten, eieren van vlinders en jonge rupsen, met toch een grote voorkeur voor bladluizen, waarvan ze er in twee à drie weken zo'n 500 kunnen van oppeuzelen. In de winter overwintert de volwassen gaasvlieg vaak in gebouwen. Tijdens deze rustperiode kleurt ze bruin, maar in de lente krijgt ze weer haar groene kleur. Het is niet uitzonderlijk dat je er ééntje of meer aantreft op de muren of het plafond. Laat ze daar maar gerust zitten, want opvallen doen ze niet. Volgende lente, na lang te hebben geslapen, zullen ze grote honger hebben.
De groene gaasvlieg wordt ook goudoogje genoemd en dat is niet verwonderlijk als je naar de oogjes kijkt.
Op een voormiddag in april had ik nog een uurtje de tijd om de zomerklokjes te gaan fotograferen. Je moet weten, deze plantjes zijn eeuwenoud. Het zijn de authentieke inheemse exemplaren die slechts nog op een 3 tal plaatsen in België te vinden zijn. Het aanschouwen van deze relicten beroert mij evenzeer als wat een historicus of kunstliefhebber ervaart bij het bekijken van een historisch kunst- of bouwwerk. De zomerklokjes staan in een moerassig bosje, in een uniek en waardevol natuurgebied dat zich helaas op privé grond bevindt, en moeilijk te betreden is vanwege de drassige grond. Er staat echter nergens aangeduid dat het een privaat domein betreft. Nergens is een draad gespannen of een hek geplaatst. Aan het begin van de wandeling staat één huis waarvan de bewoner mij ondertussen goed kent. Ik meld dan ook altijd mijn komst die slechts éénmaal per jaar plaatsvindt, in de periode dat de klokjes bloeien. Wat ik niet wist is dat de eigenaar, een kranige tachtiger zeer actief is in de voormiddag en zijn domein goed in de gaten houdt, wat ik wellicht ook zou doen, in zijn ̀schoenen staande, maar dan wel om een andere reden. Door de heersende droogte, sedert twee jaar, was ik rap bij de zomerklokjes en ik dacht nog de tijd te zullen hebben om op zoek te gaan naar andere moerasplanten. Wat in gedachten verzonken, had ik niet opgemerkt dat een terreinwagen genaderd was. Zoals gewoonlijk ben ik de vriendelijkheid zelve bij een ontmoeting, maar de norse grijsaard, achter het stuur en tevens de grondbezitter die ik dus meteen leerde kennen op een niet hartelijke manier, gebood mij om onmiddellijk terug te keren en te vertrekken. Ik heb nog tevergeefs geprobeerd uit te leggen wie ik was en wat mijn bedoeling was en wat die zeker niet was. Om zijn vermanende woorden nog krachtiger te laten klinken, verweet hij me nog dat ik een gans uit haar nest had laten opschrikken, wat niet waar was want die gans wandelde gewoon voorbij en tevens ganzen hebben op dit moment nog geen eieren. Niet onder de indruk van zijn machtsvertoon, maar wel ontgoocheld, droop ik af en de oude rijkaard (sorry, maar voor hem kan ik momenteel geen respectvolle termen of woorden verzinnen), stoof weg over het weiland. Een haas kon nog net de moordende wielen ontwijken. Ik trok grote ogen van verontwaardiging en toen hij mij nog eens voorbij reed, zag ik mijn kans om weerwerk te bieden en derhalve had ik hem graag aangesproken over het voorval met de langoor, maar hij weigerde het autoraam nog te openen. Terug bij mijn startpunt aangekomen, stond de bewoner van het huis, over wie ik het eerder had, samen met de jachtopzichter mij op te wachten. In dit gebied wordt gejaagd en dat verwondert mij niet aangezien het een privaat gebied betreft en de voedersilo's die ik heb zien staan. De jachtopzichter was meegekomen met de eigenaar, maar was uitgestapt aan de woning. Ze lieten mij mijn relaas doen over mijn wedervaren en waren niet verrast. Uiteindelijk werd het mij duidelijk dat ze zich ook te plooien hadden naar de wil van 'Het geld'. Vervolgens wisselden de jachtopzichter en ik onze visies over de jacht, een debat dat vreedzaam verlopen is en waarbij geen schoten werden gelost. Maar van die eigenaar daar zou ik wel schrik van hebben.
Volgend jaar vraag ik hoeveel entreegeld er te betalen valt. Misschien maak ik dan meer kans.
Er was geen coup de foudre op deze first date. Integendeel, terwijl hij, tussen de soep en de patatten, mij omschreef als een monsterlijk wezen, spotte ik met zijn petieterig, smal, groen voorkomen van nog geen 10mm groot. Bij het afscheid mocht ik wel nog een foto nemen als souvenir, met de bedoeling er later, heimelijk met mijn vriendinnen, als schoolmeisjes, mee te kunnen lachen. Daarna zijn we elk ons eigen pad weer opgegaan met de vaststelling dat er aan weerskanten geen enkele klik gevoeld werd. Alhoewel, van zijn kant zag het er naar uit dat hij twijfelde daar hij nog vlug bij het verlaten van het restaurant zijn naamkaartje in mijn handen stopte. Megaloceraea recticornus stond erop. Wat een dikdoenerij voor een onooglijk kleine langsprietgraswants. Insectenexpert, de Nederlandse meneer De Koning bij wie ik direct te rade ben gegaan, raadde mij toch zeker enige voorzichtigheid aan want dit creatuur zou een bedrieger kunnen zijn en Stenoderma laevigatum kunnen heten of in nederige Nederlandse termen: gewone smallijf. "Maak je maar niet ongerust", zei ik tegen mr. De Koning. "Zo'n blaaskaak heeft bij mij stante pede afgedaan. Eenvoud siert, daar ben ik stellig van overtuigd." Gelukkig heb ik verder niets meer gehoord van deze engerd, de wants natuurlijk, niet mis te verstaan.
Met wie ze mij, in first dates, ook niet moeten matchen is met de boomsikkelwants (Himacerus apterus).
Het lijkt me een verschrikking om te moeten plaatsnemen recht tegenover een wezen dat nog restanten van spinnetjes en andere kleine insecten tussen de tanden heeft steken. Deze wants is een rover en jaagt op spinnetjes en kleine insecten. Bij gebrek eraan zuigt hij ook plantensappen op. Hij meet 8 tot 11mm. De nimfen lijken als 2 druppels water op hun ouders, maar zijn kleiner.
Bij nader inzien ben ik uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat dating programma's niet aan mij besteed zijn.
Toch heb ik iets positiefs geleerd uit dit datingavontuur: ervaringen maken een mens wijzer.
Ooit, eens aan het einde van een fietstocht bemerkten mijn, op bijzondere natuurelementen getrainde ogen plots een kanjer van een geschubde inktzwam in de berm langs de weg. Wauw! Voor deze trok ik terstond mijn freins toe. Vervolgens haalde ik mijn camera uit de fietszak om daarna een buiklanding uit te voeren, die helaas een pijnlijk gevoel achterliet daar ik niet had gezien dat bramen daar ook hun habitat hadden. De volgende kreet die ik sloeg, was er geen van verrukking maar eerder een uiting van tegenslag. Verdoeme toch! Batterij plat! Terug recht krabbelen, terug naar de fiets strompelen, reservebatterij zoeken, in de camera steken om daarna nogmaals een voorwaartse sliding op de buik uit te voeren, deze keer voorspoedig gelukt; zoveel moeite voor die reus in het gras. Ondertussen waren er al een aantal andere fietsers gepasseerd die verbaasde blikken op mij richtten. In het verleden is het al vaker gebeurd dat mensen die mij in dergelijke houdingen aantroffen, kwamen vragen of ik wel ok was. Beschamend is het wanneer ik mensen laat schrikken door midden op de weg te gaan liggen om een onderwerp, dat voor een niet gepassioneerd natuurfotograaf niet meer is dan een onnozel klein beestje of plantje, te fotograferen. Verdoeme toch! Het is niet mogelijk! De reservebatterij bleek ook niet opgeladen te zijn. Man man man! Miserie, miserie, miserie! Er zat niets anders op dan naar huis te fietsen, 3 km ver, met de tong op de grond, want een krachtige wind zat serieus op kop. Thuis heb ik één batterij laten opladen en erna terug gereden in sneltreinvaart nu, want de wind zat heerlijk in mijn rug te duwen, naar de paraplu, die geduldig op dezelfde plek stond te wachten op mijn terugkeer. Uiteindelijk is de geschubde inktzwam tegen valavond toch op de plaat geraakt. "Ben je nu gerust?", zei mijn echtgenoot, hoofdschuddend tegen mij, bij thuiskomst. Ongelooflijk maar waar, de volgende dag ben ik terug gereden naar de paddenstoel alsof ik bezorgd was dat haar iets zou overkomen zijn. En wat bleek; er was inderdaad iets aan haar veranderd. De lange stijlvolle lange rok met split had ze omgewisseld voor een sexy korte minirok, waaruit halloweengewijs een zwarte vloeistof droop. En dat schijnt normaal te zijn bij vele zwammen, heb ik achteraf gelezen. De meeste zwammen veranderen van vorm en kleur tijdens hun, voor velen, kort bestaan. Bij de geschubde inktzwam is het zo dat een zelf-verteringsproces in werking komt bij het ouder worden. Dit proces begint onderaan de rok en trekt omhoog. De paddenstoel wordt zwart en een zelfde kleurige vloeistof, die vroeger als inkt gebruikt werd, komt vrij. De hele paddenstoel lost als het ware in een dag of twee gewoon op. Op die manier worden de zaadjes (sporen) verspreidt. De geschubde inktzwam is een zwam die goed herkenbaar is en haast het hele jaar door kan aangetroffen worden als de winters zacht zijn. De jonge zwam is eetbaar, voedzaam en bevat veel vitamines en mineralen. Ze is heilzaam bij verscheidene gezondheidsklachten mits correct gebruik. De ouder wordende zwam ziet er minder aantrekkelijk uit tenzij je van een inktsmaakske en een zwarte tong en tanden houdt.
Op de laatste foto zie je de 3stadia van de geschubde inktzwam: jong, ouder en bejaard.