Het is zo ver. Vandaag keren we terug. Met heel gemengde gevoelens pakken we in en verlaten de flat. We eten nog snel een croissant en gaan dan naar het adres dat door BLABLA CAR werd opgegeven. We rijden mee met Hergé, een Fransman uit Pau die 2 weken intensief Spaans is gaan leren in Santiago. Hij rijdt terug naar huis. Het is bloedheet vandaag. Dat wordt puffen in de auto. Hergé rijdt richting de kust en zo zien we tijdens de rit veel plaatsen terug die we enkele dagen en weken geleden te voet zijn voorbij gekomen. Het lijkt zo onrealistisch dat nu alles zo snel gaat. Maar het is leuk om alles terug te zien. 's Namiddags rond 16u zijn we in Santilana del Mar. Hergé zet ons af op een parking. Hij heeft geboekt in een goedkope herberg. Wij zoeken een herberg voor pelgrims die we vinden in het centrum van het stadje. Blijkt dat Hergé in dezelfde herberg heeft geboekt. Het is wel grappig om nu kersverse pelgrims te zien uit verschillende landen die nog enkele weken wandelen voor de boeg hebben en wij die op de terugweg zijn. Ik wordt aangesproken door een jonge Spanjaard die met zijn eerste dag begint en heel veel vragen heeft. We wandelen nog door het stadje dat we bijna een maand geleden, op 20 juni, zijn doorgewandeld. We drinken iets en gaan nadien nog iets eten in een klein restaurantje vlak bij de herberg. We slapen terug in een zaal met stapelbedden en Hergé ligt hier ook. We vragen of we morgen met hem verder kunnen rijden naar Frankrijk en dat is ok voor hem.
17 juli: Santillana del Mar - Perigueux
We rijden dus terug verder met Hergé vandaag. We spreken af dat we hem 25 euro betalen voor ons 2. Hij zal ons afzetten aan het station van Bayonne en dan verder rijden naar Pau. Hergé wil eerst nog even langs de kust aan een strandje stoppen. Geen probleem voor ons en vooral voor Nele klinkt dit als muziek in de oren. Ze houdt zielsveel van de zee en het is het perfecte afscheid van Spanje voor haar. Aan het strand gaat ze dol gelukkig de trapjes af naar het strand en ik glimlach als ik haar zo gelukkig zie. Ik blijf bij Hergé op de klif staan. Nadien vertrekken we weer en we passeren al de plaatsjes die we hebben gedaan. Dat is heel tof, maar ook zo onwezenlijk. Onze dagetappes vliegen nu in de auto om de 20 minuten voorbij. Nu zien we ook duidelijk hoe heuvelachtig het terrein is. Hebben we dat allemaal te voet gedaan, vragen we ons af. Vooral in het Baskenland gaat het zeer fel op en af. Plots staan we aan de Franse grens. Een akelig gevoel. Hier passeerden we op 2 juni, anderhalve maand geleden en nu staan we hier weer op amper 12u rijden. We zijn heel vlug in Bayonne. Het ziet er terug, net zoals toen, vrij mistroostig uit. De cafeetjes zijn dicht, er lopen arme mensen rond het station. We zijn duidelijk terug in Frankrijk. We proberen onze volgende BLABLA CAR te organiseren en we vinden iemand die naar Périgueux rijdt om 15u. Deze persoon komt niet opdagen, maar we vinden een jonge dame die iets later in Biaritz vertrekt. Wij dus de trein op en dan wachten op Aurélie, een verpleegsterstudente. We maken ook onmiddellijk een afspraak met Sophie, waar we in mei nog geslapen hebben. Gelukkig heeft ze nog plaats. Het weerzien met Sophie is heel hartelijk en ze haalt weer alles uit de kast om ons te verwennen. Het tateren heeft ze nog niet afgeleerd. Het is ook fijn om met haar hondje Ella te spelen. Het lijkt alsof we hier gisteren nog waren.
18 juni: Perigueux - Reims
We vinden een volgende rit via BLABLA CAR. Iemand die naar Limoges rijdt en we vinden ook een aansluiting van iemand die naar Reims moet. Schitterend! We kunnen nog zalig lang ontbijten bij Sophie en we doen zelfs nog inkopen vooraleer we moeten vertrekken. We rijden mee met een man die zijn dochter naar de grootouders in Parijs brengt. De weg loopt bijna exact via de route die we nog samen met Paul hebben gelopen. Schitterend gewoon. We herkennen zelfs plaatsjes waar we geluncht hebben of een koffie gedronken. Het is nog altijd bloedheet. Aan het station van Limoges drinken we iets en schrijven de postkaartjes die we in SdC hebben gekocht. We eten iets verderop. En dan de volgende etappe. Naar Reims, waar het ooit begon... Het is bloedheet. 36°C. Van Limoges naar Reims is het een lange rit. We boeken een goedkoop hostelletje in het centrum. In Reims gaan we voor de laatste keer iets samen eten en dat doen we met een fles Champagne. Dat hebben we wel verdiend. Een zalige avond.
19 juni: Reims - Lille - Brussel - Genk
Rond 10u hebben we de volgende afspraak. Een jonge dame rijdt naar Lille. Het is nog altijd zeer warm. Nu rijden we niet meer door bekend gebied. In Lille worden we afgezet aan het station en daar zien we dat er een TGV naar Brussel vertrekt over een 15 minuten. Nu wordt het helemaal te gek. Na bijna 4 maanden traagte brengt die TGV ons naar Brussel op minder dan 30'. Het doet allemaal heel raar aan. In Brussel eten we nog iets en dan neem ik de trein naar Genk. Nele rijdt mee, maar zij gaat er uit in Leuven. Het is niet leuk om in Leuven aan te komen. Voor de eerste keer na 3,5 maanden gaan we elk onze eigen weg. 3,5 maanden hebben we alles moeten delen en nu is het moment gekomen om tijdelijk afscheid te nemen. Het is niet gemakkelijk. Ik blijf op de trein en rij tot Hasselt waar ik uitstap. Ik wil al wandelend terug in Genk toe komen en stap van Hasselt naar Genk. Een heerlijke BBQ wacht op mij. Om 19u stap ik mijn oprit op. Het einde van de Camino is een feit! Het normale leven lonkt... Maar diep in me zelf hoop ik nog lang van de rust, de kalmte, de vriendschap en de verbondenheid van de Camino te genieten. En Nele? Het was een toevallige ontmoeting in het begin van de tocht. Gaandeweg leerden we elkaar beter en beter kennen en we zijn samen blijven wandelen. We hebben elkaar gesteund, we hebben samen genoten van de tocht, we hebben samen pijn gehad, we hebben samen beslissingen moeten nemen en we hebben elkaar heel goed leren kennen. Ik ben blij dat ik dit samen met jou heb mogen doen. Hoi!!!
Gisteren hoorden we dat tijdens deze week het vat elke dag werd gezwaaid tijdens de pelgrimsmis van 12u. Dus, dat wordt de prioriteit voor vandaag. We gaan zeker proberen om zo vlug mogelijk een plaatsje in te nemen in de kathedraal. We ontbijten in een koffiebar op de weg naar het historisch centrum en dan gaan we op souvenierjacht. We kopen ook nog postkaarten die we willen versturen naar families die ons in Frankrijk hebben opgevangen. Mooi op tijd staan we dan in de kathedraal. De zitplaatsen zijn allemaal ingenomen, maar we vinden een plekje aan een pilaar waar we alles goed kunnen zien. Op het moment dat de mis begint stroomt de kathedraal vol en op het einde, als het vat wordt gezwaaid, komen nog heel wat mensen er bij. Foto's nemen of filmopnamen maken mag niet, maar daar trekt niemand zich iets van aan. Ik zet Nele op de sokkel van de pilaar zodat zij toch ook foto's kan maken. Tijdens de mis worden de landen opgesomd van waar pelgrims vandaag in SdC zijn toegekomen. Nadien komt een Franse en een Duitse dame de Fransen en Duitsers uitnodigen voor een gesprek na de mis. Dat lijkt me wel iets en ik vraag Nele of ze zin heeft om met de Duitsers mee te gaan. Nele vindt het niet erg en na de mis sluiten we ons aan bij de Duitse groep. We gaan met een groep van een tiental Duitse pelgrims naar een lokaal dicht bij de kathedraal waar we in een kring onze ervaringen over de wandeling kunnen vertellen. In de groep zitten een aantal mensen die we eerder op de tocht zijn tegen gekomen. Voor enkelen was deze praatgroep zeer ingrijpend en de tranen vloeiden bij sommigen van de wangen. Zo'n Camino blijft wel plakken bij velen. Ook ik heb het moeilijk omdat het einde van deze tocht toch heel dichtbij is. Nele is stil. Ik weet dat we met dezelfde gedachten zitten. Na de praatgroep gaan we iets eten met de Duitsers en vertellen nog eens over onze ervaringen. Nele en ik moeten in de namiddag gaan uitzoeken hoe we morgen terug naar België zullen gaan. We halen informatie bij een busmaatschappij en stappen ook naar het station om te kijken of het mogelijk is om via de kust met de trein terug te keren. We worden heel onvriendelijk behandeld door een Spaanse loketbediende van de infostand. We besluiten om een alternatief te zoeken. In Irun vertelde een Française dat ze veel gebruikt maakt van BLA BLA CAR. Waarom dit niet proberen? We hebben geluk. Morgen vertrekt iemand met de auto naar Santilana del Mar en hij heeft plaats voor 2 personen. Schitterend. We rijden voor een zacht prijsje met de auto en volgen voor het grootste deel de route die we gewandeld hebben. We reserveren. Nadien nog de stad in. Souveniertjes jagen en dan iets eten op een terrasje. Geen pelgrimsmenu meer. SdC is een toeristische trekpleister en dat merken we aan de prijzen. 's Avonds gaan we nog naar het plein van de kathedraal waar een optreden start. We worden verwend met vuurwerk en dat doet toch iets. Een prachtige afsluiter voor ons. We zien nog een Belgische fietser uit Herve met de fiets toekomen. Hij is grappig als hij selfies begint te maken. Dan lopen we terug naar de flat voor de laatste avond. Een raar gevoel.
Dag 113: Monto do Gozo - Santiago de Compostela - 4,4 km
We zijn vroeg wakker voor onze laatste wandeldag, omdat we tegen 9u aan de kathedraal van SdC willen zijn. We willen graag het wierookvat zien zwaaien in de kathedraal, maar niemand kan zeggen wanneer het vat zal zwaaien. Niemand weet blijkbaar wanneer de pelgrimsmis doorgaat. We hoorden al 9u, 10u, 11u en 12u. We pakken stil in. Elk met onze gedachten. Na het afscheid van het Belgisch koppel dat bij ons in de kamer lag, vertrekken we uiteindelijk voor de laatste etappe van onze Camino. Onderweg komen we nog een groep pelgrims tegen die in de kant van de weg slapen. We zitten al snel in de voorsteden van Santiago met grote gebouwen, grote wegen, winkels en veel verkeer. Het is gedaan met de natuur. Het is gemakkelijk om de weg te volgen. We moeten alleen maar de vele pelgrims volgen die voor ons lopen. Onderweg eten we chokokoeken en drinken we een koffie in een bar langs de drukke weg en dan lopen we verder naar het historische centrum van SdC. En plots, eigenlijk een beetje onverwacht, staan we op het plein dat voor de kathedraal ligt. De aankomst. Ik weet niet wat ik voel. Intense vreugde omdat het doel bereikt is en een intense droefheid dat het gedaan is. Hélène uit Frankrijk had ons in Arcy-sur-Cure al verwittigd voor dit dubbel gevoel. Veel tijd om van het moment te genieten hebben we niet, want Frank en Vanessa staan ons al op te wachten. Ze vliegen in onze armen. Ze zijn gisteren aangekomen en verblijven in een hostelletje. Deze namiddag vliegen ze al terug naar huis. Frank moet morgen al terug aan het werk. Nele en ik gaan naar het pelgrimsbureau om de Compostela af te halen, terwijl Frank en Vanessa op een terrasje op ons wachten. Normaal gezien staan er lange rijen aan het pelgrimsbureau, maar we hebben geluk. Er staan maar een 20-tal mensen voor ons. We worden dus snel bediend en ontvangen de Compostela en een attest met het aantal km dat we hebben afgelegd. Dan drinken we met Frank en Vanessa nog de laatste koffie. Om 11u spreken we af met Javie, onze gastheer van de Air B&B voor vanavond. Hij zal ons aan de fontein in het centrum zal oppikken. Frank en Vanessa lopen met ons mee en daar, als Javie is toegekomen, nemen we uitgebreid afscheid van het Duitse koppel dat we onderweg hebben leren kennen. Het afscheid valt zwaar. We volgen Javie die iets verder, net buiten het historische centrum, een flat bewoond. Heel keurig en een schitterend uitzicht op de kathedraal. Javie is een vlotte jonge man en heeft al de hele wereld afgereisd. We blijven niet lang in de flat, want we willen Santiago bezoeken. Het weer speelt goed mee. De zon schijnt en het is lekker warm. We kuieren wat door het historische centrum. Overal zien we pelgrims. Sommigen komen net toe, anderen zijn al ingekwartierd in een herberg, hotel of een kamer. We eten een salade in een klein restaurantje. Tijdens de namiddag gaan we ook even naar de "huiskamer van de Lage Landen". Een Nederlandse dame en heer ontvangen ons hartelijk. We vragen hen of Harry en Hennemieke, die we voor het laatste in Vézelay hebben gezien, hier al voorbij gekomen zijn. En ja, ze zijn de dag voordien in SdC toegekomen, vandaag hadden ze een rustdag en morgen wandelen ze verder naar Finistere. Dus, met een beetje geluk zien we ze nog. We gaan de kathedraal bezoeken en schuiven, samen met vele pelgrims en toeristen, aan om de handen op de schouders van de buste van Saint-Jacques te leggen, we bezoeken de crypte en bewonderen de kathedraal. Als we nadien terug in de stad zijn, drinken we op een terrasje een Gin-Tonic om op onze reis te klinken. En dan zie ik plots, een paar tiental meter verder, de ruige haardos van Harry. Het weerzien is geweldig. Het is van 19 april geleden dat we Harry en Hennemieke voor het laatste hebben gezien. En nu zien we ze terug, 3 maanden later en ongeveer 1.600 km verder. Harry is geen haar veranderd en kan het nog altijd goed uitleggen met de nodige grimassen en bewegingen van zijn armen. Iets later komen we ook Maria terug tegen. Ze was begonnen aan deze Camino met de hoop te vinden wat ze verder met haar leven moest. Ik vraag haar of ze gevonden had wat ze zocht en ze zegt "Ja, ik ga terug naar huis. Alles is klaar en duidelijk nu". 's Avonds blijven we nog wat rondlopen in de stad en gaan naar de misdienst in de kathedraal in de hoop dat we het vat zien zwaaien, maar nee, geen vat voor vandaag. Hopelijk morgen dan. We eten in een Italiaans restaurant een pasta. Dan naar de flat van Javie.
Dag 112: Pedrouzo - Labacolla - San Marcos - Monte Do Gozo - 15,7 km
We bibberen uit onze tent. Het was vrij fris tijdens de nacht. We pakken in en lopen de stad in om te ontbijten. Frank en Vanessa wuiven ons al toe vanop een terrasje. We gaan nog even bij hen zitten en babbelen nog wat. Zij gaan vandaag rechtstreeks door naar SdC. Als ze vertrekken, zoeken we nog een plaatsje om te eten en we gaan elk om beurten naar het toilet om ons wat te wassen. Terwijl we ontbijten worden jongeren door hun ouders afgezet. Ze wandelen in groep richting SdC. Vermoedelijk een school. Wij zetten ons ook op de weg. Vandaag komen we langs veel eucalyptus bossen. We komen regelmatig pelgrims tegen, maar het valt wel mee. Wel moeten we regelmatig opzij springen voor pelgrims die met de fiets voorbij razen. Gelukkig begint de zon er door te komen en het warmt snel op. Ter hoogte van het vliegveld Labacolla is er een leuk dorpje met een café en terras dat overvol pelgrims zit. Een groep Spaanse fietsers komt ook juist toe en ze zetten hun fietsen tegen het laatste tafeltje dat nog vrij is. We schuiven de fietsen op zij en zetten ons er bij. De man die juist naast me zit, spreekt me in het Duits aan. Hij zegt dat we elkaar kennen. Ik moest even goed kijken en nadenken, maar plots weet ik het weer. Het is de Duitser die we laatst op 21 juni hadden gezien op de Norte. Toen was hij vrij corpulent en hij had een loodzware rugzak bij. Nu was hij slank en de rugzak was een stuk lichter geworden. Hij is de Norte blijven volgen en dan via de Costa en niet de Primitivo verder gegaan. Jawadde, die man was veranderd zeg. Nele en ik stappen verder en willen in een camping, net voor Monte do Gozo overnachten. De camping trekt echter op niets. Het lijkt wel een vervallen camping uit de jaren 60' of 70'. We stappen dus verder naar de Monte. We komen de Duitser terug tegen en hij zegt dat hij in de herberg slaapt. Er is nog plaats. We bekijken eerst het standbeeld dat werd opgericht voor het pausbezoek jaren terug en gaan dan kijken naar het complex waar de herberg ligt. Het ziet er allemaal desolaat uit. Verlaten en niet verzorgd. Nele en ik tossen om te beslissen of we vandaag nog door stappen naar SdC of toch nog één avond hier blijven. De uitslag is Monte Do Gozo. We checken in en we krijgen een kamer toegewezen. De herberg zit vol met jongerengroepen uit Spanje en dat hebben we gehoord. Spanjaarden kunnen luidruchtig zijn. We installeren ons en een Belgisch koppel uit Lichtaart komt ook in de kamer liggen. Ze zijn op de terugweg van SdC met de fiets. We doen samen de was en gaan dan iets te eten zoeken. Het menu vond ik niet echt goed. Na het eten gaan Nele en ik nog op de berg. We zien nog net de zon achter de heuvels verdwijnen, en dan gaan we naar de standbeelden van de 2 pelgrims die naar SdC uitkijken. We zien nog net een glimp van de kathedraal in de verte die dan langzaam in het donker verdwijnt. Het is een onwezenlijk gevoel. Compostela is nog maar 4,7 km van ons verwijderd. Ik weet niet of ik blij moet zijn of triestig. Rond 23u gaan we slapen. Morgen vroeg op voor het laatste stukje van onze tocht.
Dag 111: Ribadiso da Baixo - Arzua - Salceda - Santa Irene - Rua - Pedrouzo - 23 km
Het was best fris vannacht in de tent. Rond 8u kruipen we uit de tent en het is vrij fris en mistig. De tent is vochtig. We merken dat we de laatsten zijn. De andere pelgrims zijn al vertrokken. We wassen ons en pakken langzaam in en gaan dan in het restaurantje wat ontbijten. De Berlijnse zien we ook nog. Toch opmerkelijk dat de pelgrims met een tent het toch rustiger aan doen. Dan zetten we ons op weg. Dit stukje is niet meer zo aantrekkelijk. We komen veel pelgrims tegen onderweg, maar niet zo overweldigend als er werd beweerd. We lunchen in een kleine halteplaats op een terras en eten een gerecht dat de baas ons voor stelt. Dan gaat het verder tot Pedrouzo. Op onze App zien we een herberg waar een tent kan opgezet worden, dus, daar willen we naar toe. Pedrouzo is, net als Melide, geen aantrekkelijk stadje. Veel restaurantjes en cafeetjes en natuurlijk herbergen. De meesten zitten al stampvol. We gaan naar de herberg, maar daar blijkt dat er geen mogelijkheid is om een tent op te zetten. Jammer, en alles zit ver vol. De dame van de herberg, die meer op een hotel of jeugdherberg lijkt, stelt voor om de tent op te zetten op een speelpleintje iets verderop. Ze zegt dat er ook al een Duits meisje met de tent staat. Dat zal onze Berlijnse dan wel zijn. We gaan naar het speelpleintje en zetten de tent op. Dan ga ik een plaats zoeken om te douchen. In de herberg moeten we 6 euro betalen voor de douche en in de andere herberg mogen alleen maar gasten douchen. Dus, geen douche vandaag. We zoeken wel een publiek waterpunt straks. Het is ondertussen wel heel fris geworden. We duffelen ons in en gaan het stadje in om wat te eten. Hier komen we Frank en Vanessa weer tegen op een terrasje. Een hartelijk weerzien. Frank schreef net in zijn boekje dat Luc en Nele de tofste pelgrims waren die hij was tegen gekomen. Hij vroeg of we net na Lugo onze namen had zien staan. Hij had met zijn wandelstok de namen Luc en Nele in het hete asfalt gekrast. Dat hebben we jammer genoeg niet gezien. Frank en Vanessa hadden in een hostelletje geboekt omdat de herbergen vol zaten. Frank krijgt tranen in de ogen als hij over zijn Camino vertelt. Hij heeft het best moeilijk dat het bijna gedaan is. We eten samen nog een pizza met Frank en Vanessa en blijven nog een hele tijd praten. Nadien gaan Nele en ik een publieke kraan zoeken. We poetsen onze tanden en wassen ons een beetje. Het is ondertussen vrij koud geworden. We trekken veel kleren aan en kruipen in de tent. Het tentje van onze Berlijnse staat aan de andere kant van het speeltuintje, maar we zien haar niet. Vermoedelijk slaapt ze al.
Dag 110: Puente Ferreira - Leboreira - San Xurxo de Augas Santas - Merlan - As Seixas - Casacarrino - Hospital Das Seixas - Viloriz - Villamor - Mascano - Melide - Parabispo - Boente - Castaneda - Ribadiso da Baixo - 31,8 km
We zijn, samen met de andere pelgrims redelijk vroeg op. We hebben het ontbijt besteld en krijgen eindelijk ook eens echt brood. Het ontbijt is super. We zitten aan het tafeltje met een Italiaanse vrouw. Om 7.30u zijn we op weg. Onze laatste dertiger staat op het menu vandaag en we komen vandaag ook door Melide. Dit is het stadje waar de Camino Primitivo en de Camino Frances samen komen. Ze hadden ons onderweg al op de hoogte gebracht dat we vanaf Melide terecht zouden komen in een pelgrim circus en dat we moesten opletten dat we niet onder de voet zouden lopen van de massa's pelgrims op de Frances. We zijn benieuwd. Het is best fris en nevelig in de ochtend als we vertrekken. Vandaag is het weer stijgen tot in Hospital Das Seixas dat op 700 meter hoogte ligt. Het is best een aangename wandeling door weiden en kleine dorpjes. Hier en daar verrijzen nieuwe stopplaatsen voor pelgrims en we hebben geluk dat we een halte vinden in een cafeetje voor pelgrims dat nog maar pas open is. Hier zitten dus ook al veel pelgrims. Bekende en nieuwe gezichten. We stijgen verder en het wordt best bergachtig tot aan de top van Hospital Das Seixas. En dan begint de afdaling naar Melide dat niet meer zo ver ligt, maar niet dichterbij lijkt te komen. Afstanden kunnen bedriegen. Melide valt als stadje wel tegen. Veel winkels en veel verkeer, maar niet zo mooi. We worden niet onder de voet gelopen door de pelgrims van de Frances, maar we merken dat het wel drukker is geworden. Overal zien we pelgrims en we zien ook meer grotere groepen en jongeren. We drinken iets en gaan dan in een supermarkt onze lunch kopen en eten dit op een bankje op. We vervolgen de weg en worden letterlijk omringd door pelgrimgroepen, meestal jongeren die al zingend de Camino doen en ook enkelen die er blijkbaar een kroegentocht van maken. De rust van de vorige maanden is definitief voorbij en daar moeten we echt even aan wennen. In de latere namiddag komen we aan in een grote herberg die door de overheid wordt beheerd. Er zijn verschillende huisjes met grote slaapzalen en sanitair dat op dat van een grote camping lijkt. Aan de wasdraden hangen honderden kledingstukken te drogen. De herberg ligt aan een kabbelend riviertje aan een oude Romeinse brug. Als we toekomen zien we al tientallen jongere pelgrims in het water, alhoewel het toch redelijk fris is. We vragen of het mogelijk is om het tentje op te stellen en dat is geen probleem. De prijs blijft wel dezelfde als voor een kamer. We besluiten om in de tent te slapen, eerder dan in een slaapzaal met tientallen andere pelgrims. Vlakbij is er een een restaurantje en gezien het Italiaanse koppel, dat we net voor Bilbao hadden gesproken, ons hadden aangeraden om hier zeker de steak te nemen, doen we dit ook. Het was een goede keuze. Een super grote steak met groentjes en frietjes en een zeer goede prijs. Hier treffen we weer het Australische gezin en babbelen nog wat met hen. Ze hebben besloten om de volgende dag rechtstreeks naar Compostela te lopen. Respect, dat is meer dan 42 km stappen en de Australische man had last met zijn voeten. Ik begrijp soms niet waarom mensen dit zich zelf aandoen. Na het eten zetten we ons nog aan de rand van het beekje en vullen onze dagboekjes in. We geraken aan de praat met een Chinese jonge dame en een jonge man uit Tibet. Ze doen de tocht samen en hebben elkaar leren kennen als student in Spanje. Ook het meisje met de tent uit Berlijn komen we terug tegen. Ze slaapt in de herberg schuin tegenover onze herberg.We kruipen vroeg de tent in. Morgen is er weer een dag.