We zijn al vroeg op en we gaan alvast croissants eten en een koffie drinken in een bar vlakbij. We moeten nog terug naar het hostel om af te rekenen. De eigenares was nog niet wakker. Het is eindelijk zonnig en warm en mijn humeur wordt daarvan beter. We wandelen eerst door een lange en brede laan Santander uit. Het volgende stuk is minder mooi. We wandelen door een aaneenschakeling van dorpjes, langs een graspad naast een spoorlijn, industrie,... In één van de dorpjes is er een bar open en eten calamares fritti voor lunch. We gaan tot in het dorpje Boo. Hier hebben we de keuze. Ofwel lopen we rond de ria, via Puente Arce, die Boo en Mogro van elkaar scheidt, ofwel, en dit doen de meeste pelgrims, volgen we de spoorlijn, gaan de spoorwegbrug over en komen zo in Mogro. Maar over de spoorlijn lopen is verboden en ik vind het eigenlijk ook levensgevaarlijk. Tijdens de briefing, die we in Güemes bij pater Ernesto kregen, werd er over dit stuk verteld. Er werd toen gezegd dat we het best in Boo op een trein wachten en dan met de trein tot in Mogro rijden. Een rit van ongeveer 3 minuten. Ik denk dat dit de beste optie is. De volgende trein is een half uur later, dus dat valt mee. Ondertussen zien we een pelgrim toekomen, een acteur uit Barcelona die we hebben leren kennen in Güemes, maar hij blijft in de herberg van Boo, die een honderd meter verderop ligt, slapen. We nemen de trein voor een wel heel korte rit en merken op dat er op de trein nog pelgrims zitten. Zij zijn vermoedelijk al vanuit Santander vertrokken. Het valt me eigenlijk wel op dat we , buiten de acteur, geen enkele andere pelgrim hebben gezien vandaag. Ik maakte me wat zorgen omdat er niet zoveel beschikbare plaatsen in de volgende herbergen zijn. Mijn plan was om in de herberg van Polanco te slapen, maar daar zijn maar 6 plaatsen, dus ik wilde verder naar Requejada omdat daar iets meer mogelijkheden zijn. In Mogro drinken we nog iets fris in een mooie tuin van een restaurant. Spaanse families zitten hier aan lange tafels te eten. We stappen verder en in de verte zien we de zee terug. Het landschap is aan deze kant van de ria niet meer industrieel. We wandelen terug over stille wegen langs mooie dorpjes en tussen weiden en af en toe een bos. Nele en ik beslissen om een stukje af te snijden en de volgweg te verlaten. We vinden het raar dat de volgweg een heel omweg maakt naar Requejada. Dat gebeurt wel meer en de reden is dat er ergens op de volgweg een oud kerkje of klooster ligt. Maar uit ervaring weten we dat kerken in Spanje dicht zijn en in sommige gevallen zie je alleen nog een hoop stenen als getuige van een heel ver verleden. We wandelen dus verder en we komen, een beetje onverwacht, in Polanco terecht. Hier moet dus ergens de herberg liggen die ik oorspronkelijk had gepland. Ik kan me al voorstellen dat het ondertussen al helemaal vol ligt. Opeens komt een Spaanse dame uit haar huisje gesprongen en duwt ons als het ware haar huis binnen. Ze zegt dat we hier moeten blijven slapen. Nele en ik zijn verbaasd en willen uitleggen dat we eigenlijk verder willen, maar ze dringt echt aan dat we blijven. Bon, we gaan toch even naar haar herberg kijken. Het is een gerestaureerde wasplaats en het ziet er heel keurig uit. Het blijkt de herberg te zijn die ik eerst had voorzien. Twee kamers met een stapelbed van drie hoog. Zes plaatsen. En we zijn de enigen. De vrouw vraagt ons of we veel pelgrims in Santander hebben gezien, want er komen de laatste tijd bijna geen pelgrims door Polanco. Ik vertel haar dat haar herberg niet op de volgroute ligt en dat wij eigenlijk per toeval langs hier zijn gekomen door een stuk af te snijden. Hier was ze wel heel verbaasd over, want vroeger liep de weg langs haar herberg. De weg was dus aangepast en ze weet van niets. We beslissen om hier te blijven. We gaan iets drinken in een taverne die net 2 dagen open is gegaan. Ze serveren nog geen maaltijden, want het restaurant is nog niet volledig klaar. Maar voor ons willen ze wel een omelet met gulas del norte (glasalen) maken. We hadden deze doorschijnende aaltjes wel al in de supermarkten zien liggen, maar nog nooit gegeten. Voor alles is een eerste keer. We worden heel vriendelijk bediend door de heel jonge uitbaters. We nemen nog een flesje wijn met 2 glazen mee om dit voor de herberg te drinken. Onze gastvrouw komt nog even voorbij en vraagt of alles naar wens is. Ze geeft ons 3 zoenen als afscheid. Dit doet ons denken aan de Franse gastvrijheid die we nu toch een beetje missen. In Spanje is alles een beetje commerciëler. Nele maakt zich zorgen over bedwantsen. In het gastenboekje, waar inderdaad niet veel meer is ingeschreven de laatste tijd, staat een opmerking van een Fransman van enkele jaren geleden. Hij schrijft dat het huisje vol bedwantsen zit. We kijken toch even na en zien niets. We zullen morgen wel zien.
Deze rustdag was eerst niet gepland, maar de 2 Spaanse vrouwen vertelden dat Santander de moeite waard is om te bekijken. Voor de 2 Spaanse vrouwen is Santander trouwens het einde van hun wandeling. Ze slapen bij een vriendin en keren dan terug naar Barcelona. We slapen wat uit en gaan dan in een bar ontbijten. Het regent vrij hard, geen leuke dag dus. We bezoeken de kathedraal en halen nog een stempel.Dan doen we een terrasje. Het klaart op en de zon geeft wat warmte. In het toerisme bureau kregen we wat tips en we kiezen voor een wandeling langs de kust door het park van Santander en een bezoek aan de vuurtoren Faro de cabo mayor. We nemen de bus tot aan het park. Tijdens de wandeling genieten we van het uitzicht en ik volg een tijdje een zeilwedstrijd die aan de gang is. We stappen verder omhoog langs de kliffen over een pad met rechts de zee en links een mooi park. Aan de vuurtoren is ook een cafétaria en daar eten we iets. Eventjes begint het weer te druppelen, maar dat ging over. We beslisten op op het terras te blijven omdat binnen in de zaak enkele Spanjaarden wel uitzonderlijk veel lawwai maakten. We wandelen nadien terug naar de hoofdstraat om de bus naar het centrum te nemen, maar we mogen de bus niet op omdat we te weinig klein geld meer hebben. Briefjes neemt de buschauffeur niet aan. Wij dus verder langs de dijk om een terras te zoeken om kleingeld te vinden. We nemen een andere bus. In Santander lopen we nog wat rond en Nele trakteert een gin tonic omdat ze juist 3 maanden weg van huis is. We eten iets in de Burger King en gaan nadien langzaam naar het hostel terug.
Dag 86: Güemes - Galizano - Langre - Loredo - Somo - Santander - 14 km
Zoals gewoonlijk springen de eerste al vroeg uit bed. Het geritsel en het slaan van de deur is storend. We doen weer rustig aan en laten de vroeg vertrekkers hun gang gaan. Gelukkig zijn er anderen die het ook rustiger aan doen. Het ontbijt is goed en er is genoeg voor iedereen. Hoe doen ze het toch? Logies, avondmaal en ontbijt en je betaalt gewoon een donativo. We betalen de som die we normaal betalen bij logementen waar avondmaal en ontbijt inbegrepen zijn. Het is heel grijs en somber weer. Vanaf de heuvel zien we in de vallei, waar onze weg door loopt, al een sliert pelgrims bewegen. We hebben in Santander een hostel geboekt voor een zeer goede prijs. Gezien één van de 2 pelgrimsherbergen in Santander gesloten is, veronderstellen dat de overgebleven herberg snel vol zal zijn. We zetten ons ook op de weg. De 2 vriendelijke Spaanse dametjes vertrekken net voor ons. Als we de weg CA-141 bereiken, begint het terug te druppelen en er steekt een koude wind op. We wandelen Galizano binnen en drinken een koffie in een hotel. We zien veel pelgrims aanschuiven in het lokaal winkeltje. Terwijl we op het terras zitten, komen 6 pelgrims uit het hotel. Hun bagage laten ze achter, wordt nadien opgepikt, en ze vertrekken met een klein dagrugzakje. Zo kan je natuurlijk ook naar Santiago wandelen. Hier moeten we beslissen of we langs de officiële weg wandelen of via de kustlijn. We kiezen voor de kust. We gaan richting van de zee en komen al snel aan de kliffen die we vanaf nu volgen. Fantastische uitzichten over de zee en de baai van Santander. Jammer van de striemende regen en de wind. We komen langs een kleine parking met mobile homes en busjes van jongeren die hier willen surfen. Ze staan rond de busjes met hun regenjassen aan en een hete kop koffie in de hand. Vandaag is het geen weer om het water in te gaan. Nochtans is er een sportkamp voor kinderen wel in het water. Ik heb medelijden met deze jongens en meisjes. Die moeten het koud hebben. Vanaf de parking is er geen signalisatie voor de jacobsweg meer. We zoeken onze weg en vinden een surf cafeetje langs de baan waar we een warme chocomelk kunnen drinken. De 2 Spaanse dames komen enige tijd later ook binnen. Nadien gaan we door de regen via Loredo naar het strand van Somo. Daar moeten we de veerboot nemen die ons naar Santander moet brengen. Op het strand zien we voor en achter ons terug veel pelgrims. De Spanjaarden hebben geen regelkledij mee en hebben zich bedekt met plastieken zakken. We wachten allemaal op de veerboot. Twee Nederlandse dames, Hannah en Marijke, komen ook toe. We nemen de veerboot die ons in Santander afzet, vlak voor het toerisme bureau, we gaan daar een stadsplan vragen en eten iets in een bar in de overdekte markthal. We bestellen een glas witte wijn en krijgen een goed gevuld glas met witte martini voor geen geld. Nadien stappen we naar het hostel om in te checken. 's Avonds is het nog altijd aan het gieten. We zoeken iets om te eten en belanden in een snackbar. In het centrum staat een groot scherm opgesteld voor het EK Turkije - Spanje, maar gezien de aanhoudende regen was er bijna geen volk. Na de maaltijd zijn we dan maar terug naar het hostel gegaan.
Dag 85: Santona - Berria - Noja - Castillo - San Miguel de Meruelo - Bareyo - Güemes - 26,2 km
Als we wakker worden, is het Italiaans koppel al vertrokken. Voorbeeldige pelgrims, we hebben niets gehoord of gezien. We pakken in en gaan ontbijten. Het is een karig ontbijt. Een stukje brood met confituur. Het is heel nat buiten, maar het regent gelukkig niet meer. Mijn schoenen heb ik niet volledig droog gekregen en daarom wandel ik het traject van vandaag met sandalen. We lopen langs de bedrijven aan de haven waar de ansjovissen ingeblikt worden. Dan de CA-907 op richting Berria. Het zonnetje probeert er voorzichtig door te komen. We komen langs de gevangenis van Santona en moeten lachen. Onze gids schrijft dat in Berria één van de mooiste stranden van Cantabria ligt, ondanks de enorme penitentiaire inrichting van El Dueso. Wij vinden dat deze gevangenis geen invloed heeft op het mooie strand. We lopen Berria door en gaan dan een pad in dat ons naar het strand voert. We moeten de rots over om aan de andere kant van de baai richting Noja uit te komen. Het pad over de rots kunnen we moeilijk een pad noemen. Het is eerder een geul, vol stenen en losliggende keien, gevormd door water van de veelvuldige regenbuien. Het is dus wat klimwerk en goed opletten waar we onze voeten zetten en zorgen dat we niet blijven hangen aan de doornenstruiken. Maar het uitzicht op het strand van Berria, de immense gevangenis in de verte en de zee zijn geweldig. De afdaling naar het strand van Noja is al even spectaculair als de beklimming. We moeten goed opletten om niet onderuit te gaan. Op hets trand van Noja wacht ik even tot Nele daar is. Een paar Duitsers en Spanjaarden, die ook in de herberg van Pobena waren, komen voorbij. Als Nele beneden is, stappen we verder over het strand naar Noja. In Noja gaan we op een terras zitten, waar ook al andere pelgrims zitten en we drinken iets en eten 2 broodjes. Nele voelt zich vandaag niet echt lekker en ik vind mezelf een boeman als ik haar zeg dat we verder moeten. Het begint weer zachtjes te druppelen. Dat voorspelt niets goed. We wandelen Noja buiten en gaan terug richting binnenland. Eerst volgen we een drukke baan, maar na een tijdje gaan we weer een klein wegje in. Het begint al iets harder te druppelen en we besluiten om de regenbeschermhoes over de rugzak te trekken en de anorak aan te doen. We stappen nu voornamelijk door velden en kleine boerengehuchtjes. Net voor San Miguel de Muerlo hebben we prijs. Een stevige regenbui en best een frisse en onaangename wind. Samen met enkele Spaanse pelgrims gaan we schuilen bij een schuur waarvan het dak iets over de rand uitsteekt. Daar staan of zitten we een tijdje met de rug tegen de muur of al zittend. Het is net voldoende om niet echt nat te worden. Na een tijdje, als de regen wat mindert, stappen we verder naar de stad San Miguel en zoeken een café op om wat te drogen en op te warmen. Dan terug de regen in. Bij het verlaten van San Miguel volgen we de drukke weg, maar na enkele honderden meters gaat het links af op een klein verhard landbouwwegje. We gaan een oude stenen brug over en iets verderop komen we voorbij een private pelgrimsherberg waarvan we de advertenties al enkele dagen hebben zien hangen langs de volgweg. Ik maak er gebruik van om even naar het toilet te gaan. Het ziet er een toffe herberg uit. We moeten echter verder, want we hebben gereserveerd in de herberg van Güemes, een 7 km verder. De rest van de tocht gaat moeilijk. Ik blijf op het tempo van Nele omdat ik zie dat ze het echt moeilijk heeft. Uiteindelijk komen we toe in Güemes en moeten eerst nog een lange helling op om de herberg te bereiken. Pelgrimsherberg "La Cabana del abuelo Peuto" is een belevenis op zich. Het werd opgericht door pater Ernesto, een man met een heel hoog kerstmangehalte, en biedt plaats aan 100 pelgrims. Hier komen we veel pelgrims terug tegen die we sinds Irun hebben ontmoet. De herberg bestaat uit verschillende gebouwen en biedt ook plaats aan jeugdgroepen. Bij aankomst worden we door jonge Amerikaanse vrijwilligers opgevangen en we krijgen onmiddellijk fris water om wat bij te komen. Nadien worden we naar de kamer gebracht en mogen we een beddenbak uitkiezen. Ik stel vast dat ik de enige man in de kamer ben. Om 19.30u worden we verwacht in de gemeenschappelijke zaal voor een briefing. Een Spaanse vrijwilliger vertelt over het leven van pater Ernesto. Om 20u is er voor iedereen een avondmaal. Heerlijke pasta en brood, een fles wijn en een nectarine. Pater Ernesto is ook in de eetzaal en spreekt ons ook nog toe. Een super ervaring. We gaan 's avonds nog ook even naar een uiteezetting van Ernesto over de schilderingen in de kleine kapel die hij zelf gebouwd heeft. Nele en ik zoeken nog een plaats om te reserveren voor morgen. Dan gaan we naar Santander. In de slaapkamer ligt een Keulense politieagente. Ze houdt me een groot stuk van de nacht wakker door luid gesnurk. Het zijn dus niet alleen mannen die snurken.
Dag 84: Islares - El Pontarron de Guriezo - Liendo - Laredo - Santona - 22 km
De ganse nacht hevige regen. Gelukkig blijft in de tent alles droog. Bij het opstaan is de regen gestopt en de zon schijnt zelfs een beetje. We maken de tent leeg en pakken alles in. De tent laten we nog even staan om uit te waaien en nadien hangen we ze aan de wasdraden van de camping. Een natte tent inpakken is geen lolletje en het weegt altijd een beetje meer. We gaan in de campingwinkel nog wat eten kopen voor onderweg en ontbijten doen we op het terras van het restaurant. We zien al veel pelgrims voorbij trekken. Die komen vermoedelijk uit de herberg aan de andere zijde van het dorp. We vertrekken om 10.30u als de tent volledig droog is en gaan onmiddellijk de N-634, een belangrijke weg, op. Gelukkig is het niet zo druk vandaag, want er is niet altijd een voetpad. Net voor we de viaduct van de E-70 (A8) ondelopen, moeten we een keuze maken. Ofwel nemen we de officiële weg de heuvels op en door boswegen, ofwel de variant via de N-634. Minder aantrekkelijk, maar gemakkelijker en 13 km in plaats van 25 km tot Laredo. We kiezen voor de varinate en blijven de weg volgen tot in El Pontarron, waar we snel nog een koffie drinken in de lokale bar. Dan gaat het verder over de ria de heuvels in via haarspeldbochten en soms gevaarlijk in de bochten waar geen voetpad is. De zon schijnt nu volop en dat doet deugd na een natte nacht. We lopen regelmatig onder of langs de autosnemweg die Bilbao en Santander met elkaar verbinden. De Autovia del Cantrabrico. We wandelen zo naar Liendo met de prachtige Indianos architectuur. We drinken nog een pintje, vooraleer we naar de kerk van Liendo lopen. Hier vlakbij is ook de pelgrimsherberg en we zien dat er al enkele mensen zijn toegekomen. Via de I-Phone hadden we al gezien dat het rond 14u zou gaan regenen en dat klopte als een bus. We krijgen een heus onweer over ons heen. Als de regen iets mindert, lopen we verder, maar we zijn nog niet veel verder als plots alle hemelsluizen open gaan. Het water gutst naar beneden en de helling die we opmoeten, wordt herschapen in een snelstromend riviertje. We zijn kletsnat en het water staat in mijn schoenen. We lopen verder de helling op tot we in de voorstad van Laredo komen. Ik giet mijn schoenen uit en doe mijn sandalen aan. De schoenen bind ik aan de rugzak. We zien Laredo onder ons liggen. We moeten nog een heel stuk naar beneden tot we in de stad aankomen. In het centrum zoeken we een bar op om wat op te drogen en we drinken een hete chocomelk. Ik geef mijn fleece aan Nele, zodat ze wat kan opwarmen. We vertrekken richting het strand en volgen de dijk die vol diepe plassen staat. Ik heb het koud en wil zo snel mogelijk de jeugdherberg bereiken om te douchen en op te warmen. Nele wil nog even via het strand wandelen, maar ik heb er geen zin in en loop verder. Ontgoocheld volgt Nele me, niet begrijpend waarom ik niet even het strand op wilde. Nadien, als ik haar had uitgelegd dat ik het echt koud had toen, begreep ze het. We lopen naar het uiteinde van Laredo waar we een veerpont kunnen nemen op het strand om Santona te bereiken. Nele is zelf stuurman op een schip en ze is verbaasd dat het bootje tot op het strand vaart. We stappen op het bootje en varen naar Santona. Ik haal snel een stadsplan aan een toerisme kiosk op de dijk en laat me uitleggen waar de jeugdherberg is. Snel daar naar toe en inchecken. De herberg ligt vlak bij de haven en is een kayak- en zeilschool. De fabrieken van de vermaarde Santona ansjovis liggen vlakbij. We delen de kamer met een heel sympathiek Italiaans koppel die ook een stuk van de Camino lopen. Na de douche doen we de was. Ik blijf het moeilijk hebben om op te warmen. Het eten is vrij laat, om 8.30u. Aan de tafel zijn er 6 pelgrims. Wij, het Italiaans koppel en twee heel leuke Spaanse vriendinnen uit Barcelona. Deze laatsten lopen tot Santander. Nadien vroeg in bed.
Dag 83: Pobena - Onton - Miono - Castro-Urdiales - Allendelagua - Cerdigo - Islares - 24,6 km
Het went niet. Heel vroeg, om half 6 al, staan de eerste pelgrims op. We laten ons meeslepen door de massa en gaan er ook uit. Ontbijten doen we in de bar waar we gisterenavond al gegeten hebben. Er zijn nog pelgrims die hier ontbijten. Het is grijs en het regent een beetje. Vanuit Pobena gaan we onmiddellijk via een trappenweg naar de rotsen met een schitterend uitzicht op zee. We zien hier ook de schepen voor anker liggen, klaar om de haven van Portugalete binnen te varen. Gelukkig stopt het met regenen en komt de zon er door. Het panoramisch pad loopt tot Onton via een gemakkelijk wandelpad dat boven de rotsen loopt. Halfweg Pobena en Onton nemen we afscheid van het Baskenland en wandelen Cantabrië binnen. In Onton moeten we beslissen of we de officiële Camino volgen via onverharde wegen via de Helguerapas of de variant over de Rijksweg. Die laatste is 8 km korter. We beslissen om de Rijksweg te blijven volgen. In een benzinestation, bij de afrit van de E-70, kopen we een fruitsapje en een stuc chocolade. Dan gaan we verder en lopen door naar Miono. Volgens onze gids kunnen we hier wat inkopen doen en zouden er café's zijn, maar niets. We zien niets wat in de verste verte op een winkel of café lijkt. De route die we volgen slingert rond de E-70 en regelmatig gaan we onder een hoge viaduct door terwijl de auto's en vrachtwagens er over razen. De zon is nu volledig terug en het begint heerlijk op te warmen. Het parcours loopt nu via de N-634 en is behoorlijk druk. We stappen dus goed door. Het gaat ook soms stijl naar boven of beneden. Net voor Castro beslissen we om van de N-634, zonder voetpad, af te gaan en we lopen door een residentiële buurt waar nog volop nieuwe appartementen worden bijgebouwd. Via kleine straten komen we uiteindelijk aan de Playa de Brazomar van Castro. We wandelen over een heuse promenade op de dijk. Aan de pier zien we al enkele zwemmers en gezien het al echt warm is, plonsen we ook de zee in. Heerlijk, ondanks het koude water. We wandelen verder tot het centrum dat vlak bij de jachthaven ligt. Van daar hebben we een prachtig uitzicht op de Santa Maria kerk dat het stadsbeeld overheerst. Castro-Urdiales. Castro-Urdiales had tijdens de middeleeuwen samen met Laredo, Santander en San Vicente de la Barquera het monopolie over het handelsverkeer met Vlaanderen. Daarom zien we vermoedelijk een huis dat Casa d'Ostende noemt en komen we langs een strand met de naam Playa Ostende. We eten een sandwich op een bankje aan de dijk en gaan dan verder. Iets rond 14u passeren we, vlak na de stierengevecht arena, de pelgrimsherberg van Castro. Hier staan al veel pelgrims aan te schuiven voor een plaatsje. De meesten herkennen we van deze morgen, maar er zitten ook wat nieuwe gezichten tussen. We beginnen te stijgen naar het volgende gehucht, nu over een minder aantrekkelijk stukje weg. Nele en ik lachen ons een breuk met de beschrijving van het dorp Allendelagua in onze gids. Hierin staat beschreven dat dit boerendorpje naar koeien ruikt. We hebben geen enkele koe geroken. Wat een nutteloze informatie. We wandelen verder naar Cerdigo en lopen een stuk langs de E-70 vooraleer onder deze autoweg te gaan en het dorp te bereiken. Vanaf Cerdigo gaat het via een poortje het bos in en we lopen over een bospad met grote keien en boomwortels. Na het bos komt een grasland op de kam van een rots met weeral een prachtig zicht op zee. Deze kam volgen we een tijdje. Twee jonge vrouwelijke pelgrims halen ons in en lopen voorbij. "Buen Camino" is alles wat ze zeggen. We lopen Islares binnen en komen langs de herberg. Ook hier zien we pelgrims rondlopen. Wij stappen echter door naar de andere kant van Islares om in te checken in de camping. Onderweg komt een jonge Italiaan met zijn fiets naast ons rijden. Hij is in Bordeaux vertrokken en is ook op weg naar Santiago. Hij rijdt vandaag nog door naar Santona. Bij het binnen komen van de camping zien we een bord waarop staat dat er 2 bungalowtjes voor telkens 2 pelgrims beschikbaar zijn. Gezien de weersverwachting voorspelt dat het 's avonds en 's nachts hard gaat regenen gaat onze voorkeur naar deze bungalows uit. Deze zijn echter al ingenomen door Duitsers die ook al in Pobena waren. Het wordt dus toch de tent. De Duitsers zitten op het terras en hebben veel lol. De mannelijke Duitsers waren eerst in de herberg geweest en zijn terug vertrokken. Niet proper en stapelbedden met 3 verdiepingen. De 2 Duitse vriendinnen waren 10 dagen aan het wandelen en keren morgen terug naar huis via Bilbao. We zetten onze tent op voor dat het regent en krijgen Engelse motorrijders met heel kleine tentjes als buren. Dan gaan we een pelgrimsmenu in de bar eten. De Duitsers zijn er ook nog en de dames zijn al behoorlijk dronken. Ze vieren blijkbaar hun laatste dag. Tijdens de nacht regende het heel fel, maar gelukkig bleef in de tent alles droog.
Dag 82:Portugalete - Zierbana/Playa de arena - Pobena - 12,7 km
Het regent weer als we 's morgens vertrekken en het is redelijk fris. Eerst een ontbijtje versieren in een plaatselijke bar en dan weg. Het is vrij druk om langs de grote wegen, die Portugalete verlaten, te marcheren. Maar al gauw komen we op een schitterend fiets/wandelpad terecht met bruggen over de hoofdwegen. Dit fiets/wandelpad volgen we bijna tot onze bestemming. We gaan terug de heuvels in, maar er zijn geen felle beklimmingen of afdalingen. We komen langs kleine dorpjes, verscholen tussen velden en bossen. En dan komen we terug aan de zee. Het regent nog altijd en er staat een gure wind. Hier komen we terug wat pelgrims tegen. We drinken een koffie en eten Pintxos in een bar vlak bij het strand. Langs het strand lopen we naar de voetgangersbrug die ons over de Ria naar Pobena brengt. In de middeleeuwen moesten pelgrims met een bootje deze ria oversteken. We komen vrij vroeg in de herberg (een oude school en beheerd door vrijwilligers) aan. Deze gaat pas om 15u open. We zetten onze rugzak in de rij zoals het hoort en gaan dan nog iets drinken. Tegen dat we terug aan de herberg komen, staat er al een lange rij pelgrims aan te schuiven. Onze rugzakken staan nog altijd aan de deur. Deze nieuwe pelgrims kennen blijkbaar de regel van de rugzak in de rij niet. We worden hartelijk ontvangen door een vrijwilliger. De slaapzaal loopt al snel vol met diverse nationaliteiten. Maar de Duitsers zijn in de meerderheid. 's Avonds eten we in een restaurant een pelgrimsmenu met fles wijn. Nadien terug vroeg in bed. De eersten liggen al in bed. Zitten we terug op een pelgrimpiek?