Het heeft de ganse nacht gegoten. We staan redelijk vroeg op, pakken in en vertrekken. Het miezelt nog als we vertrekken. We doen eerst wat inkopen en gaan dan onze croissants eten in een café. Het gaat beter met Nele. Ze heeft er terug zin in. We stappen via de Pont Vieux over de Gave de Pau en verlaten zo het centrum van Orthez. Het regent nog altijd. Eerst lopen we door kleine straatjes met bebouwing en dan terug naar een drukke verkeersweg. Het gaat flink omhoog. Net voor de autoroute A64 volgen we een GR pad. Daar zien we voor de eerste keer in de verte de Pyrénéeen. Het laatste stukje Frankrijk dat we nog moeten doen ligt voor ons. We merken dat we de Pyrénéeen naderen. Vandaag gaat het flink bergop en bergaf. We klimmen in totaal 600 meter en we moeten 580 meter afdalen vandaag. Het parcours is heel afwisselend. Regelmatig kleine asfaltwegjes, maar ook bossen en velden staan op het menu. Er zijn niet zoveel dorpjes tussen Orthez en Osserain. Het weer doet ook raar. Het ene moment een gure en koude wind met slagregen, op het andere moment komt de zon er door en warmt het snel op. Zo stappen we door tot L'Hopital-d'Orion. We hebben honger en we willen eten, maar ondertussen begint het weer te regenen en er is niets om te schuilen. We zetten ons in een kinderspeelhuisje van de speeltuin, trekken de poncho een beetje over de openingen en proberen warm te blijven terwijl we eten. Als we terug vertrekken, gaan we even naar de kerk op nog geen 100 meter. Blijkt dat er een zaaltje is waar pelgrims kunnen schuilen en eten. Hadden we dit maar geweten. Het is te merken dat hier veel pelgrims voorbij komen. Er hangen veel Jacobsschelpen aan de muren, er staat een mooi beeld van een pelgrim vlak bij het kerkplein en de bewegwijzering is ook super. Buiten de normale schildjes en pijlen, zien we ook regelmatig de afstanden tot de volgende steden.We gaan verder door een zeer gevarieerd landschap. De rivieren en beken zijn echt gezwollen door de vele regen en de bospaden liggen er heel modderig bij. Nele wisselt haar 3 paar sokken om de voeten zo droog mogelijk te houden. Als we een steile helling opgaan via een glibberig modderpad, schuif ik uit en val. Mijn zijkant en armen hangen vol modder. In Sauveterre-de-Béarn worden we verrast door het mooie dorp met mooie uitzichten, oude huisjes, een oude brug, een mooie kerk en de vallei van de Gave d'Oloron. In de verte zien we de pyrénéeen. Alhoewel het zondag is, zijn er veel cafeetjes open. Dit dank zij de toeristen. We drinken ook iets op een terrasje. Dan stappen we verder naar de rivier en gaan de brug van de Gave d'Oloron over. Nu zijn we officieel in Baskenland. Het is nog even stappen tot we Osserain bereiken. Het is een heel klein dorpje. Mannen spelen Pelota, een oeroud Baskisch ballenspel dat een beetje op squash lijkt. Onze gastheer, Pascal, staat ons al op te wachten. Een vriendelijke, wat oudere man, die alleen leeft. Hij is erg begaan met de pelgrims, dat is duidelijk. We mogen onze was doen in het washok en Pascal helpt om de was op te hangen. Hij maakt nadien een heerlijke maaltijd klaar. De schoenen mogen in een oude wieg in de veranda drogen.
Nele voelt zich belabberd. Pijn aan de voeten en stijf. Ze heeft nu ook pijn in de ellebogen en de rug. Ik ga snel wat koffiekoeken halen bij de bakker en maak koffie. We ontbijten en bespreken wat we kunnen doen. We besluiten om zeker in de voormiddag in Saint Sever te blijven en we houden de optie open om het stuk naar Hagetmau met de bus te doen. Saint-Sever is mooi met de Benedictijnenabdij die de stad een belangrijke maakten voor middeleeuwse pelgrims. We gaan naar het toerismebureel en de post en we bezoeken aansluitend de kerk. Onze rugzakken kunnen we in het toerismebureau achterlaten. We beslissen om toch maar de bus te nemen naar Hagetmau. We drinken nog een koffie en gaan dan naar de bushalte. Nele is niet echt blij met deze rit, want ze wilde graag alles uitwandelen, maar ze begrijpt ook dat het nodig is om wat te rusten. De rit naar Hagetmau duurt niet zo lang. We moeten van de bushalte nog een stukje lopen tot in het centrum. We komen een kapper tegen en ik vraag daar of ik even mijn baard kan laten doen. Geen probleem, na 10 minuutjes wordt mijn baard keurig bij gewerkt en als ik nadien vraag hoeveel ik moet betalen, zegt de kapper dat het ok is omdat we pelgrims zijn en al zo ver hebben gestapt. De zon schijnt ondertussen volle bak. We wandelen naar het centrum om informatie te vragen over pelgrimslogementen. Het bureau is natuurlijk toe. We drinken iets op een zonovergoten terras en gaan dan op zoek om iets te eten. Alles is dicht. Geen bakker, geen supermarkt, geen restaurantje,... Alles potdicht. Tot we een patisserie zaak vinden. Noodgedwongen moeten we een pruimentaart kopen als lunch. Die lag nog enkele uren later nog altijd op mijn maag. Als uiteindelijk het toerismebureau opengaat, blijkt er geen pelgrimslogement te zijn. Bussen naar Orthez, de volgende stopplaats, zijn er ook niet meer. We nemen dan maar een taxi tot Orthez. We verlaten de Landes en zijn nu in Pyrénées-Atlantiques. In Orthez gaan we naar een hotel met pelgrimstarief iets buiten de stad. Het ziet er allemaal wat vuil en oud uit, maar de uitbater is een zeer vriendelijke man en de kamer is ok. 's Avonds eten we een Kebab en natuurlijk ja... Het begint weer te gieten. We gaan vroeg naar bed.
Dag 64: Mont-de-Marsan - Benquet - Saint-Sever - 19 km
Als we wakker worden is Simone al vertrokken en we hebben helemaal niets gehoord. Een professionele pelgrim. We doen het rustig aan want het is vandaag een korte etappe. We gaan in het centrum zoeken naar een bakker, maar vinden die niet zo gemakkelijk. Wel veel patisserietjes, maar wie eet nu een taartje als ontbijt. We zetten ons op de weg en vinden dan toch een bakker buiten het centrum. We eten een croissant en een chocokoek + koffie. Straks gaan we naar een groot winkelcomplex net buiten de stad om nieuwe schoenen te zoeken voor Nele. We gaan via de D624, een grote en drukke toegangsweg naar Mont-de-Marsan, naar het complex dat zo'n 3 à 4 km buiten het centrum ligt. Henny, onze vrijwilligster rijdt ons voorbij en toetert eens. Nadien zien we haar op de parking van het winkelcomplex staan. Dat is dus wat ze doet. 's Morgens poetst ze de réfuge en als ze klaar is zit ze in de mobilehome tot ze weer naar de réfuge gaat om nieuwe pelgrims op te vangen. Eerst gaan we naar de Intersport, maar de keuze aan dameswandelschoenen is bedroevend. Dan proberen we de Decathlon. Die hebben een betere keuze. Nele wordt geholpen door een uiterst onvriendelijke verkoopster. Ik heb het wel gehad met de Fransen die hun zin voor commerce hebben verloren. Het principe "Klant is koning" is hier ver te vinden. Hier is een klant een lastpost. Zonder schoenen vertrekken we verder om terug op de route te geraken. Het is grijs en regenachtig. Het gaat vandaag door een variatie van bossen, weiden en akkers. Ook de hellingen ontbreken vandaag niet. Nele heeft het echt heel moeilijk vandaag. Haar voeten doen enorm zeer. Als ik haar achter mij hoor zuchten, weet ik dat ze het niet leuk vindt. Ik kan niet meer doen dan haar op te beuren, regelmatig te rusten en het ritme te verlagen. 's Namiddags stoppen we bij een stapel natte boomstammen in het bos en ik probeer haar wat te laten eten, maar ze heeft echt geen zin. We moeten nog een heel stuk doen tot in Saint Sever en ik moet haar aanmanen om verder te stappen. Om de km vraagt ze me hoe ver het nog is met een diepe zucht als ik het antwoord geef. Ik zit echt in met haar. Ik probeer zoveel mogelijk de weg in te korten door langs drukkere wegen te lopen en dat lukt vrij goed. Het laatste stuk tot Saint-Sever is wel heel stijl omhoog. We zien het stadje liggen als we nog aan de noordzijde van het riviertje "Adour" lopen en Saint-Sever torent aan heel hoog op een helling aan de andere zijde van de Adour. Dat wordt nog even puffen. Nele blijft fel achter. Uiteindelijk komen we aan bij het klooster waar pelgrims welkom zijn. Een Fransman, die goed nederlands spreekt, vangt ons op. Het is er heel netjes en we kunnen de was doen. Er is ook een fijn ingerichte keuken. Nele gaat even op bed liggen, maar valt al heel snel in een heel diepe slaap. We moeten wel nog eten, maar ze heeft echt geen zin. Ik ga naar het centrum en ga iets eten. Het doet raar, want het is de eerste keer, sinds ik met Nele wandel, dat ik alleen ben. Heel eentonig... Ik eet snel mijn gerecht op en bestel een tonijnsalade voor Nele. Misschien dat ze straks wel iets wil eten. Ik spoed me terug naar het klooster waar Nele nog altijd diep slaapt. Ik maak haar wakker en na wat aandringen komt ze mee naar de keuken. Eerst heeft ze geen zin om te eten, maar het doet me deugd als ik zie dat ze een paar hapjes eet en dan de salade toch helemaal volledig op eet. Ik maak ook nog een thee voor ons alle twee. De was had ik al gedaan en ik hang alles te drogen en dan gaan we slapen. We zien wel hoe het morgen zal gaan.
Dag 63: Roquefort-de-Marsan - Bostens - Gailliers - Bougue - Mont-de-Marsan - 27,5 km
Ons trio is weer snel uit bed. Omdat er toch maar 2 douches zijn, wachten we een beetje tot ze aan de ontbijttafel zitten. We zien hen nog voor ze vertrekken. Ze zouden ook naar Mont-de-Marsan gaan. Als we zelf gaan ontbijten, merken we dat het brood bijna op is. Pierre is nog naar een bakker gegaan, maar deze was gesloten. We eten dus een heel karig ontbijt. Als we vertrekken gaan we eerst de kerk binnen. Die wordt momenteel gerestaureerd. Dan gaan we verder.Het parcours vandaag gaat over vlakke asfaltwegen met bomen en veel groen, maar ook af en toe stukken mul zand waar je moeilijk op vooruit gaat. Als we het eerste dorpje na 8 km tegen komen, wacht een verrassing. Een halte pélerins waar je iets kan drinken of eten. Er is koffie, thee, fruitsap, water,... Je betaalt een donativo. Leuk om hier eventjes te schuilen, want het weer is vrij wisselvallig. De halte is een onderdeel van het kerkgebouw en daar gaan we ook binnen. Van zodra je de deur open doet begint het licht te branden en hoor je muziek op de achtergrond. Een heel mooi dorpje. Ook de volgende dorpjes zijn heel mooi. In Gailliers stoppen we en drinken iets in een café/restaurant/bakkerij met heel vriendelijke mensen. We kopen een pak New Yorkers voor bij de koffie. Nadien lunchen we op een muurtje tegenover de zaak. Twee fietsers met volledige bepakking komen voorbij en stoppen. Het is een koppel uit Karlsruhe en we babbelen een beetje. Ze zijn al op de terugweg van Santiago en rijden terug naar huis. We wandelen verder tot in Bougue, nog zo'n prachtig dorpje. Hier staat de paal dat we nog maar 970 km verwijderd zijn van Santiago. We drinken een Orangina en stappen verder. Nu begint het terug wat heuvelachtig te worden. We moeten stijl omhoog naar een weg die rechtstreeks naar Mont-de-Marsan gaat. Het is terug een oude spoorwegbedding, mooi tussen de bomen en die volgen we 9 km. Gezien dat de weg loodrecht gaat, wordt het soms een beetje eentonig. Nele bijt terug op haar tanden. Ik zie dat ze weer pijn heeft en ga langzamer wandelen. Ik babbel constant met haar en dat lijkt haar toch te verstrooien. Ze stapt dapper verder. Eénmaal in de bebouwde kom van Mont-de-Marsan is het weer saaie boel. Door voorsteden lopen is niet altijd even plezant. In het centrum wijst een man ons de weg naar de réfuge. We moeten de sleutel afhalen in een Chinese supermarkt. Henny uit Nederland is de vrijwilligster van dienst. Vrijwilliger zijn in de pelgrim réfuges is haar leven. Voor de rest leeft ze in een mobilehome. De réfuge is een oud bad complex en dat zie je nog aan het interieur. Deze réfuge, beheerd door de organisatie van de Landes is zoals alle andere heel keurig. Er is een andere pelgrim, Simone uit Duitsland. Ze is een beroepspelgrim, want ze doet dit al voor de 7de keer. Nu komt ze van Santiago en is via de Primitivo en de Camino del Norte tot hier geraakt. Ze vond het parcours in Spanje uitputtend en zwaar. Henny toont waar we heel goed tegen pelgrimtarief kunnen eten. We gaan dus naar Resto Casa en nemen een meer dan voortreffelijk pelgrimsmenu. Natuurlijk begint het weer te regenen. Als we terug in de réfuge zijn, gaan Nele en ik nog even in het voortuintje zitten. Nadien het bed in. Simone slaapt al lang.
Dag 62: Captieux - Bourriot-Bergonce - Roquefort-de-Marsan - 29 km
We staan vroeg op, samen met de anderen. Ons trio haast zich weer naar buiten en zijn snel op stap. Ze gaan vandaag weer heel ver wandelen. 40 km of zo, ze weten het nog niet. Wij en de Nederlanders doen het rustig aan. We hebben een redelijke afstand af te leggen, maar alles is vlak. De Nederlanders gaan maar tot in Bourriot-Bergonce waar ze een gite gereserveerd hebben. Ze vragen of we daar ook willen overnachten, want er zijn 2 kamers. Wij willen echter verder stappen om op schema te blijven. Het is nog wat fris 's morgens, maar de zon is toch al van de partij. Het wordt een lange en eenzame tocht door de Landes met maar één dorpje op het traject. We moeten dus voldoende water en eten mee nemen. Bij het verlaten van Captieux komen we al snel terug op de oude spoorlijn. Dat wandelt goed en het is vlak. Maar halverwege gaat het voornamelijk over witte zandwegen tussen de pijnbomen en eiken. De Landes op en top. We lunchen op een bankje langs de weg en na een tijdje komen de Nederlanders ook al aan. Ze gaan hier ook lunchen. Wij stappen verder, want er zijn nog een pak kilometers af te leggen. Nele heeft terug heel veel pijn aan haar voeten. Ik begrijp niet hoe ze het vol houdt. Nele is een echte doorzetter. We babbelen veel onderweg en dat doodt de tijd en de kilometers. In Bourriot-Bergonce is onze enige kans om een cafeetje te vinden. En we vonden het. Jammer genoeg gesloten. Maar het is een mooi gebouwtje met een leuk overdekt terras vol bloemen. We zetten ons aan een tafeltje en kijken wat we nog in de rugzak hebben. Als we terug willen vertrekken, gaat de zaak open. We bestellen dus een biertje. De dame van het café is helemaal niet vriendelijk, maar dat is haar probleem. Wij genieten. Het laatste stuk is vrij zwaar. We moeten nog door een bos met een camping en zwemvijver en dat duurt nog even voor we de bebouwing van Roquefort-de-Marsan bereiken. Dan is het nog een heel stuk tot aan de herberg van de Societé Landaise des Amies de Saint-Jacques. In een klein straatje vinden we de réfuge. Een mooi opgeknapt plekje met moderne uitrusting. Pierre, de hospitalier en vrijwilliger, ontvangt ons met open armen. En raad eens, ja, ons trio zit hier ook al wijn te drinken. Dat waren dan een heel kleine 40 km. Nele en ik vinden hen toch opschepperig, maar goed, iedereen doet de weg zoals hij of zij wil. Pierre maakt nog avondeten voor ons. Worst met boontjes en nadien nog yoghurt en kaas en wijn. Best ok. We gaan vroeg slapen omdat het trio ook weer snel in bed ligt.
Dag 61: Bazas - Pujade - Bernos - Beaulac - Londeix - Captieux - 20,6 km
Vandaag kunnen we het rustig aan doen. Het weer ziet er ook al een beetje beter uit. Ontbijten doen we in het kasteel. Dit was tegen alle verwachtingen in toch wel best ok. We hebben al ergere ontbijten gehad in Frankrijk. Nadien inpakken. De eigenares verwittigt Nele dat ze alles moet opruimen en proper maken. Net alsof we landlopers zijn. Ik ga betalen en ze vraagt 2 euro extra voor 15 minuten wasmachine. We keken even of er recensies zijn over dit hotel. Ok, niet zo goed. We schrijven ook een negatieve beoordeling op booking.com. Onze opvolgers zijn gewaarschuwd. We wandelen Bazas in en bezoeken de kathedraal. Heel mooi! Nadien nestelen we ons op een terras, drinken een koffie en eten een grote merengue Sint Jacobsschelp. Een specialiteit van het huis. En daar zien we Hugo weer. Ik roep hem en hij komt er bij zitten. Hij heeft weer iets om over te klagen. Zijn schoenen zijn kapot en hij had er veel voor betaald en het is maandag en de schoenwinkels zijn dicht,... Tja, dat kan gebeuren. Ik ben wel verbaasd om hem hier te zien. Hij had ons verteld dat hij toch langere afstanden zou doen en toch komen we hem altijd tegen. Hij vraagt waar Pol is en we leggen uit dat hij terug in België is. Om 11.30u vertrekken we pas. Het is niet zo'n verre wandeling en een waterzonnetje begint te schijnen. We gaan in Bazas een Voie Vert op. Een schitterende spoorlijn die nu wandelweg is. Altijd rechtdoor door mooie bossen en kleine dorpjes. We komen nu wel echt in de Landes en verlaten Gironde. Vele pelgrims noemen de 2 à 3 dagen door de Landes de meest vervelende van de hele tocht. Nele en ik vinden dat de Landes wel mooi zijn. Het doet een beetje denken aan onze Kempen met de dennen en de zandgronden. Het weer is goed, maar af en toe krijgen we een regenbuitje over ons. Het wordt een hele dag van jasje uit, jasje aan. Uiteindelijk komen we dan in het stadje Captieux aan en gaan naar het gemeentehuis om de sleutel van de gite te ontvangen. De gite zit al goed vol, maar we hadden gereserveerd. Er is een ouder Nederlands koppel dat graag Nederlands praat met ons en raar maar waar, ons trio dat 40 km zou gaan doen. Toch raar dat we ze dan altijd maar weer tegen komen. Nele en ik gaan wat boodschappen doen voor de volgende dag en dan drinken we een pintje op een terras met het Nederlands koppel. Nadien eten we een pizza en drinken een rosé wijntje op een bankje voor de kerk.