Het heeft de hele nacht geregend. Gelukkig zitten we hoog en droog in het sportzaal. We gaan terug naar La Réole om een winkel te zoeken om iets voor het ontbijt en de lunch te kopen. Het is zondag, we moeten dus voor de mondvoorraad zorgen. We doen onze inkopen in een lokale supermarkt die open is en nadien zoeken we een café om een koffie te drinken. Het is grijs en kil en het miezert een beetje, maar er is geen regen. We eten onze croissants met een koffie tot Pol plots aankondigt dat hij misschien beter vandaag kan stoppen en terug keert naar België. Nele en ik kijken hem met veel ongeloof aan. Ik begrijp hem wel. Hij heeft nog altijd last van de enkel, hij loopt al een tijd met natte schoenen en in La Réole is er een station. De volgende plaatsen die we gaan aandoen zijn kleinere gehuchten zonder station. Verder zijn er treinstakingen aangekondigd. Pol neemt een beslissing. Hij vertrekt en om 11u heeft hij een trein. We nemen afscheid van elkaar, want Nele en ik moeten verder. Nele kan haar emoties niet verbergen en pinkt een traan weg. We gaan weg en verlaten La Réole. We praten niet onderweg. Nele heeft het echt moeilijk nu Pol er niet meer bij is. We gaan hem missen. We volgen een eindje de Garonne. Het begint terug zachtjes te regen. De wolken in de lucht zien er verdacht donker uit. Dit voorspelt niets goed. Even voor Puybaran gaan alle regensluizen open. We rennen naar de dichtsbijzijnde schuur om te schuilen en wachten tot het grootste deel regen gevallen is. We lopen van de Garonne naar Puybaran. We moeten een wel heel steile helling op om het centrum te bereiken. We zetten de weg verder over een open vlakte en lap, de 2de zondvloed komt er aan. Er is niets, maar dan ook helemaal niets om te schuilen. De wind blaast de regen vanuit rechts tegen ons aan. Het lijkt wel een storm op de Noordzee. We ploeteren zwijgend verder. Goed dat Pol dit niet meer moet meemaken. We gaan door naar Pondaurat en gaan even een kerk binnen die open staat. De buien komen en gaan. We stappen verder langs het heel mooie dorpje Pondaurat met de mooie brug en de oude molens. We wandelen langs een brede laan door het bos en dan, als we de autobaan A62 overgaan, over velden. In Savignac vinden we nog een winkeltje dat net gaat sluiten. We kopen snel nog wat om te eten en gaan aansluitend de lunch eten onder het portaal van de kerk om toch een beetje droog te blijven. Nele had al gezien dat we niet ver van het dorpje Cadillac passeren en wil dit graag eens zien. Ik ben blij dat Nele zich stilaan erover zet dat Pol er niet meer bij is. Het dorpje Cadillac is niet veel meer dan een handvol boerderijtjes en een Cadillac hebben we niet gezien. We lopen door een boomgaard tot we terug aan de D12 komen die we enkele km moeten volgen tot Auros. In Auros was er een dorpsfeest aan de gang met een tweedehandsbeurs, maar er is weinig volk. Te veel regen en daarom blijven de mensen thuis. We drinken een koffietje uit een plastieken bekertje om toch wat op te warmen. We nemen de weg langs de kerk van Auros en Château Auros en komen terug op de drukke D12. We volgen die weg een 7 km. Op een gegeven moment moeten we naar links, maar ik zie dat de Sint Jacobsweg wel een hele omweg maakt. Als we de D12 blijven volgen, lopen we recht Bazas binnen. We beslissen om de laatste 4 km verder op de D12 te doen. Het is genoeg geweest met al die regen. We lopen Bazas binnen en gaan op zoek naar Château Saint Vincent. Een echt kasteeltje aan de rand van Bazas. We worden vrij onvriendelijk onthaald door de uitbaatster. Ze legt ons in een grote en koude slaapzaal. Zelfs de douche kon ons niet echt opwarmen. Nele trekt haar dikke jas aan en kruipt onder de dekens. Ik probeer een was te doen in de wasmachine die daar staat wat een boze reactie uitlokte van de eigenares. We maken met restjes iets klaar en gaan snel in bed.
's Morgens staan we met alle pelgrims op. Ontbijten doen we in de herberg. Iedereen maakt zich klaar en één voor één vertrekken de pelgrims voor hun volgende traject. De enkel van Pol is nog altijd fel gezwollen. Een Fransman zegt dat deze kwetsuur het einde van de tocht is voor Pol. De vrijwilligers stellen voor om Pol met de wagen naar La Réole te brengen. Ze moeten in de stad zijn om inkopen te doen voor de maaltijd van de volgende pelgrims. Nele en ik vertrekken en Pol blijft achter. François geeft nog aan hoe we het beste Saint-Ferme kunnen verlaten om terug op de weg te vallen. Het is heel zonnig en de voorspellingen zeggen dat het 32° gaat worden vandaag. Daarom is het goed dat we al om 7.45u weg zijn. Het is puur genieten vandaag. Heerlijke zon, mooi parcours, mooie uitzichten met leuke dorpjes en een kasteel,... Nele en ik doen het rustig aan. Op een gegeven moment lopen we op een smal weggetje als plots een auto achter ons toetert. We gaan opzij en zien dan François en Françoise voorbij rijden met een lachende Pol op de achterbank. Wat een koddig zicht. François deed met Pol de volgweg zodat hij ook nog wat van dit stuk van de Jacobsweg kon genieten. Heel attent. Nele en ik stappen door tot in Saint-Hilaire-de-la-Noaille en daar lunchen we aan een brugje over een beekje. Ik zie plots een grijs busje met daarin Belgische militairen voorbij rijden. Wat doen die hier? Even later stopt een auto met een dame en vraagt of we pelgrims zijn. Ze is eigenaar van een gite iets verder en stelt ons voor om bij haar koffie te drinken. Ze legt ook uit dat de weg die via haar gite gaat veel mooier en korter is dan de weg die in ons boekje staat beschreven. En als ze hoort dat we uit Belgïe komen, zegt ze dat er Belgische militairen in haar gite slapen. Ja, reden genoeg om naar haar gite te gaan. In de gite maken we kennis met militairen van het Trainingscentrum Para uit Schaffen. Ze zijn hier om sprongen te doen op het vliegveldje van La Réole. We blijven een tijdje met hen babbelen en gaan dan verder via de weg die de gastvrouw heeft aangeduid. Ondertussen is het + 30° en het is volop genieten. We hebben al zoveel regen en koud weer gehad dat we maar al te blij zijn met dit schitterende weer. Pol stuurt me een sms om te zeggen dat hij op een terrasje zit aan de spoorlijn en dat hij op ons wacht. We lopen de eerste bebouwing van La Réole binnen en gaan naar het centrum om iets te drinken. Met Pol spreken we af dat we hem gaan zien aan de camping. Het is nog altijd warm en we bouwen de tentjes op. De uitbater van de camping verwittigt ons dat er onweders code oranje worden verwacht. Hij zal om 19u de deur van de sporthal openen zodat we kunnen schuilen als het te erg zou worden. We lopen terug naar het stadje, doen de was en zoeken iets om te eten. Nele en Pol hebben super veel lol. Het begint te druppelen als we terug naar de camping willen. Af en toe krijgen we zelfs een hevigere bui over ons heen. Pol wil niet in de regen slapen en pakt zijn spullen en gaat de sporthal binnen. Nele en ik volgen. Plots trekken de wolken dicht en krijgen we een fantastische wolken en bliksem spel te zien. Het begint harder te regenen, maar we zitten droog binnen. De natte tenten hangen al te drogen. Een motorrijder komt toe en wil onder een afdak schuilen en slapen. We nodigen hem uit om ook binnen te liggen, wat hij maar al te graag aannam.
Dag 58: Sainte-Foy-la-Grande - Lèves-et-Thoumeyrougues - Caplong - Pellegrue - Saint-Ferme - 27,5 km
We staan op tijd op. Nele gaat nog naar de bakker en komt even later heel enthousiast terug. Ze heeft een bakker gevonden waar je ook kan eten. Een leuk plaatsje zegt ze. We nemen afscheid van Hugo. Hij gaat verder. We vonden Hugo een beetje vreemd omdat hij alles zo negatief bekeek. Hij vertelde van herbergen die echt smerig of slecht waren, terwijl wij dezelfde herbergen juist leuk vonden. Ook de herberg waar we samen waren vond hij niet kunnen. Wij zijn al blij als we een bed, een douche en een toilet hebben. We pakken ook in en gaan bij de bakker Viennoises eten bij een heerlijke koffie. Als we Sainte-Foy buitenlopen, komen we op een kruispunt 3 andere pelgrims tegen. Een dame uit Koblenz, maar afkomstig van Dresden en 2 Fransmannen. Eén van de 2 sleurt een karretje mee waar zijn spullen op liggen. We wandelen een heel stuk langs een drukke baan zonder voetpad. Het is dus wel oppassen geblazen. Maar dan gaat het weer de velden in. Eerst stijl omhoog en dan door kleine mooie dorpjes die verscholen liggen tussen de wijngaarden. In Lèves-et-Thourmeyrouges komen we het trio terug tegen. Ze wandelen verder en wij gaan snel een koffie drinken in een restaurant. Daar babbelen we even met 2 koppels uit New York die een fietsvakantie houden in deze streek. Dan gaat het voor ons verder tot we in Caplong toekomen. We noemen dit dorpje al lachend Klaplong. Hier komen we Hugo weer tegen. Hij had net een lunchpauze gehad en stapt verder. Wij lunchen op een rond graspleintje voor het gemeentehuis. We stappen verder en Pol begint plots pijn te krijgen aan zijn enkel. Vooral als het bergaf gaat, zie je dat hij het lastig heeft. We stappen verder tot we in Pellegrue aankomen. De enkel van Pol is goed opgezwollen. We zoeken een apotheek en kopen een compressiekous en een Ice pack voor hem. Nadien doen we snel nog wat inkopen in een supermarkt. Pol beslist om niet verder te stappen. Hij zal proberen om naar Saint-Ferme te liften. Hij heeft zijn duim nog maar net in de lucht en er stopt al een auto. De chauffeur is een Brit die in de omgeving een huis renoveert. Hij wil Pol wel naar Saint-Ferme brengen. Nele en ik stappen verder door de wijngaarden. Ondertussen is het grijze weer opgeklaard en schijnt de zon heerlijk. Ik volg de weg nog altijd op mijn kaartje tot plots de wegwijzers voor de Jacobsroute naar rechts gaan. Dit klopt niet met de gegevens op mijn kaart en ik probeer uit te zoeken waar de weg naar rechts naar toe kan leiden. Het klopt niet. We besluiten de weg op de kaart te volgen. En dan zien we waarom we naar rechts geleid werden. Er zijn wegen bijgekomen en wegen verdwenen. De weg die wij moeten volgen loopt dood in een groot grasland met bos. Het was wat zoeken om via de nieuwe weg, die niet op mijn kaart staat, de kortste route te nemen. Uiteindelijk komen we in Saint-Ferme toe. Een mooi dorpje met een heel opvallende en imposante Benedictijner abdij. De weg naar de herberg is al aangeduid. Pol zit op de trap van de herberg op ons te wachten. Hij had heel slecht nieuws vertelde hij. Hij had de wandelstokken in de koffer van de Engelsman laten liggen. De vrijwilligers van de herberg, François en Françoise, ontvangen ons heel hartelijk met een drankje. De herberg is tip-top in orde. Er zijn veel pelgrims in de herberg. Ons trio is er ook al, Hugo is er en dan nog een Duitser op de fiets en wij. Een gezellige bende. We krijgen van de vrijwilligers een super avondmaal en vertellen er op los. Zoals het de gewoonte is in herbergen gaan we heel vroeg naar bed.
Dag 57: Monfaucon - Le Fleix - Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt - Sainte-Foy-la-Grande - 14 km
De hele nacht heeft het gegoten. We moeten weer een natte tent inpakken. We douchen, ontbijten wat en pakken verder in. Het is kil en grijs en alles ligt er nat en modderig bij. De weg gaat eerst over een asfaltweg die door de bossen loopt, nadien gaan we kiezelwegen op. We komen terug in de wijnstreek, dus weer meer hellingen. Bij de eerste wijngaard gaat het onmiddellijk stijl omhoog in de richting van een radiomast op een beboste heuvel. Op de top rusten we wat uit en zien in de verte al de rivier de Dordogne liggen met de kerktorens en de bebouwing van Sainte-Foy-la-Grande. Maar het is nog een heel stuk. We lopen nog een heel eind door deze kleine wijnstreek en aan de mooie huizen kunnen we zien dat het geen arme streek is. Op het parcours vinden we op regelmatige afstanden Sint Jacobs versieringen en gedichten. Het gaat niet zo goed met mij. Mijn rugzak trekt scheef, mijn benen willen niet goed mee en ik heb er vandaag niet veel zin in. De afdaling naar Sainte-Foy is via een zeer smal boswegje met keien en is nogal spectaculair. We geraken alle 3 zonder te vallen beneden. Dan gaat het verder door de straatjes van Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt dat langs de rivier Dordogne ligt. Aan de andere kant van de rivier zien we de bebouwing en de kerktoren van Sainte-Foy-la-Grande. We moeten even naar links als we de D20 oversteken en komen in een park met wandelpaden die ons naar het centrum brengen. Heel mooi dat stukje langs de rivier. Aan de brug zetten we ons neer op een terrasje en eten wat. Ondertussen schijnt de zon weer en wordt het snel warmer. We hangen onze natte spullen over de rugzak zodat ze kunnen drogen. Nele wil nog wat verder wandelen, maar ik heb geen zin om nog verder te gaan. We kijken in ons boekje of we kunnen logeren in de buurt. Er is nog plaats in een huisje dat door het hospitaal wordt beheerd. We gaan de brug over en verlaten de Dordogne en komen in de Gironde. We stappen door het oude deel van Sainte-Foy met mooie oude huizen en veel winkels. Er zijn ook al veel toeristen in de stad. We zoeken de weg naar het hospitaal en daar leggen ze uit waar het huisje, waar we overnachten, zich bevindt. Een vrijwilligerskoppel doet open en toont ons de locatie. Ze hebben vers brood mee voor ons ontbijt van morgen en uit een magazijntje mogen we eten kiezen voor 's avonds. Dat allemaal voor 6 euro p/p. Het is een klein huisje met 3 kamers, een heel klein koertje en een douche + toilet + piepklein keukentje dat op het koertje uitgeeft. We hangen onze tenten te drogen op het koertje. Even later komt er nog een andere pelgrim binnen. Hugo uit de buurt van Brussel. We gaan nog even het stadje in en 's avonds maakt Pol voor ons een heerlijke Tagliatelle.
Dag 56: Mussidan - Saint-Gery - Verrière - Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt - Monfaucon - 24, km
Er was een goed plan. 's Morgens bij de bakker broodjes halen voor ontbijt en wat inkopen doen voor de lunch. Alles is echter dicht. Woensdag hebben alle winkels rustdag. De avond er voor hebben we al met moeite een klein winkeltje gevonden dat open was. Dat winkeltje zou open zijn in de ochtend ook. Was de eigenaar ziek of had hij geen zin, de rolluiken bleven dicht. Wat is dat toch in Frankrijk.We horen dat er nog ergens een bakker is op ongeveer 1 km van de stad, maar volledig uit de richting voor ons. We horen ook dat er toch een klein winkeltje zou open gaan om 9u. Er zit dus niets anders op dan even te wachten, want op de volgweg van vandaag en morgen moeten we een heel stuk door een bos met weinig voorzieningen. Om 9u staan we aan de winkel en kiezen uit de heel beperkte voorraad wat we nodig hebben. In de gite eten we dan nog spek en eitjes. In de microgolf oven klaargemaakt gezien het elektrisch vuurtje bijna niet verwarmd. Willemijn is ondertussen al vertrokken. Rond 10.30u kunnen we eindelijk vertrekken. We wandelen op een mooie route en éénmaal we onder de A89 doorgaan, komen we Willemijn terug tegen. Ze rust op een brugje. Ze wandelt nog een 7 km mee en stopt daar. Nele en Willemijn lopen achterop te keuvelen, Pol en ik zitten goed voorop. We stappen door en onderweg kopen we nog 2 flessen wijn bij een lokale wijnboer. We gaan naar de camping en zetten de tenten op een perceel. Gelukkig kunnen we nog iets kopen voor ontbijt. De camping is nog niet officieel open, het is dus een beetje behelpen. Om 19u begint het weer te regenen. We wachten tot de bui voorbij is en eten dan snel iets onder een afdakje op de speeltuin. Het is heel kil. Na het douchen snel de tent in. We krijgen tijdens de nacht enkele heel stevige buien te verwerken.
Dag 55: Saint-Astier - Planèze - Neuvic-sur-l'Isle - Douzillac - Saint-Louis-en-l'Isle - Sourzac - Saint Frant de Pradoux - Mussidan - 24 km
Het loopt allemaal een beetje chaotisch bij het vertrek. We geraken maar niet op gang en ik krijg onverwacht nog een lang telefoontje van thuis.Het is pas iets voor 10u dat we kunnen vertrekken. De kasteelheer vertelde ons gisteren al dat het niet nodig is om helemaal terug naar Saint-Astier te gaan om terug op de weg te geraken. Vanuit het kasteel loopt een mooie GR die we kunnen volgen en die ons op ongeveer 7 km terug op de weg brengt. Na ons vertrek vinden we geen aanduidingen van een GR pad en volgen dus de aanwijzingen die de kasteelheer heeft gegeven, maar we merken na enige tijd dat dit niet kan kloppen. We zijn toch terug op weg naar Saint-Astier. We keren op onze stappen terug en nemen een klein boswegje met de hoop dat we een GR teken gaan zien. Bij een kruising in het bos is er het eerste teken. Even later komen we terug uit aan het kasteel, maar aan een andere ingang. We blijven de tekens volgen en we komen in een mooie streek terecht. Veel koele eiken- en dennenbossen met goed begaanbare paden en soms een lastiger keienpad. De dorpjes die we voorbij komen zijn heel mooi en stralen rust uit. We wandelen verder, bergop en bergaf, tot we uiteindelijk afdalen naar de vallei van de l'Isle. We moeten dringend eten en onze proviand is op. Het eerste stadje met winkels is in Neuvic sur l'Isle. Dat is ook onze aansluiting van de GR met de Jacobsweg. We komen voorbij een camping en zien dat er een restaurant aan verbonden is. Neuvic ligt nog een beetje verder en de Jacobsroute gaat na de camping onmiddellijk naar rechts. Daarom beslissen we om snel een dagmenu te eten in het restaurant. Het eten was heel goed, maar het duurde veel te lang en we hadden al zo veel tijd verloren. Het probleem was dat we voor 16u in Mussidan moesten zijn om de sleutel van de gite, die we gereserveerd hebben, af te halen op het gemeentehuis. Dat wordt een moeilijke. Ik bel alvast de gemeente en zeg hen dat we 16u niet gaan halen. Ik bekijk de kaart nog eens en zie dat onze weg terug de heuvels en de bossen in gaat met natuurlijk vele hellingen. We kunnen ook de vallei van de L'Isle volgen via groene wegen die gloednieuw zijn. Deze vallei is omsloten door de L'Isle en de autoweg A89. We doen dit laatste en zetten er een flinke kadans in. Nele en Pol vinden dat niet geweldig. Even voor 16u wordt ik gebeld door de gemeente met de vraag waar we zijn. Ik leg uit dat we zeker niet zullen toekomen voor 16u, maar wel tussen 16.30 en 16.45u. Dat was ok. De sleutel wordt aan de conciërge gegeven die ons zal opwachten aan de gite. In de gite is ook een Nederlandse dame, Willemijn, Ze is blij met het bezoek en begint koffie en thee te zetten voor ons. Na het douchen zoeken we een winkeltje om wat brood en toespijs te kopen. Goed gegeten buiten op het pleintje voor de herberg, onze was gedaan in een wasserette vlakbij, nog wat gewandeld door Mussidan en dan het bed in. Morgen doen we de inkopen voor ontbijt en lunch.
Het is mooi weer. We nemen afscheid van Sophie en vertrekken. Het eerste stuk loopt langs de voorsteden van Périgueux en een hoofdweg met winkelcomplexen die we gedurende enkele kilometers volgen. We beslissen om deze weg te blijven volgen in plaats van de officiële weg te volgen die ons terug de heuvels in stuurt. Het is wel een drukke weg die we moeten wandelen, maar ook mooi omdat de weg de rivier L'Isle blijft volgen. Na een goede 13 km moeten we aan de abdij van Chancelade rechts in om een kleine 2 km verder een bosweg links in te slagen. We lopen nu terug in een prachtig bos en het gaat weer goed omhoog en omlaag. Op een gegeven moment zakken we terug af naar de rivier L'Isle. We blijven de weg volgen langs de L'Isle via een nieuw aangelegde Voie Vert, gebouwd met ondersteuning van de EU. Het resultaat mag er zijn. Mooie bruggen over de rivier, goed wandelbare fiets- en wandelpaden door velden en bossen. Aangenaam om te wandelen. Uiteindelijk bereiken we het stadje Saint-Astier dat wel uitgestorven lijkt. Het is wel nog een stuk naar het kasteel van Puy-Ferrat, waar we gereserveerd hebben om te overnachten. De weg naar het kasteel is niet goed aangeduid, maar we vragen de weg aan 2 dames die op een bankje zitten. Het is nog even terug een stijgende bosweg in om uiteindelijk het kasteel te bereiken. Eventjes denken we dat we verkeerd zitten. Een gigantisch kasteel met prachtige tuinen doemt voor ons op. Een bord aan de toegang tot het domein zegt dat dit een hotel is, waar de kamers +/- 100 euro voor een overnachting kosten. Hmmm. Maar het klopt. Een man op een grasmaaier komt naar ons toe en verwelkomt ons. Het is de eigenaar. Hij toont ons het kasteel met zijn prachtige, authentieke keuken en eetzaal en aansluitend toont hij ons de kamers. Het lijkt of we in de jaren 1600 zijn beland. We zijn de enige bezoekers. Gisteren was er nog een vrouwelijke pelgrim. Nadat we ons geïnstalleerd hebben doen we een rondgang in het kasteel en de tuinen. Nadien maken we een spaghetti pesto in de kasteelkeuken en eten we met kaarslicht en een goede fles wijn als koningen in de grote eetzaal. Wat een belevenis. Elke dag is een verrassing. Pelgrims betalen dus geen 100 euro dus.