14/3 Maria: Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart:
Ontvang mijn Moederlijke zegen...
Ik kijk met pijn toe hoe jullie
verder van Mijn Zoon verwijderd raken, wanneer een groot deel van de mensheid
geen behoefte voelt dichter bij Hem te komen en daarmee haasten ze zich naar de
ontmoeting en acceptatie van de Antichrist en zijn leugens, als ze niet wakker
worden uit hun spirituele verlammende slaap. (Kol 2:8)
Ze leven in een groot gat waarin
ze worden gedicteerd hoe ze moeten werken en handelen...
Zonder te willen, zijn ze
gevangenen van de elite, ze bevinden zich in concentratiekampen bij hen thuis,
waardoor ze onzeker worden en hun vermogen om te denken en redeneren afneemt...
Lauw in Geloof, zullen ze tijdelijk
de Tempels (kerken) sluiten, om ze daarna definitief te sluiten en jullie
kinderen, beschouw het als iets normaals, in wat de mensheid op dit moment beleeft.
Kinderen, de trouwe mensen van mijn Zoon, leven
in allerlei soorten strijd. Ze kijken tegen
wapens op, zoals ze gebruiken in oorlogen, maar de strijd groeit voor hun ogen.
Ze (Leiders) leggen tijdelijke beperkingen op om zich van het ene land naar
het andere te begeven, ter voorbereiding voor de komst van de
"microchip", zonder hetwelk ze niet in staat zullen zijn om te kopen
of verkopen, het huis te verlaten of medische hulp te ontvangen. Ze zullen zich
niet van de ene plaats naar de andere kunnen begeven als ze weigeren te worden voorzien
van een microchip. (Openbaring 13:16;17)
Daarom is het noodzakelijk dat je dichter bij
mijn Zoon komt, Hem kent, Hem bemint, Hem trouw blijft en van Zijn Liefde
leeft, zodat je gesterkt voortuitgang boekt temidden van de spirituele strijd
en wereldmacht.
Het communisme rukt op, het is
niet verdwenen, het leeft en het gaat naar zijn doel toe en Mijn kinderen
zullen lijden.
Bid Mijn kinderen, bid, de Balkan (*) is nieuws
voor de mensheid.
Bid Mijn kinderen, bid, Europa zonder economie
is ten prooi aan indringers die rood dragen.
Bid Mijn kinderen, kom zonder uitstel dichter
bij Mijn Zoon, bekering is dringend zodat jullie de Goddelijke Bescherming
waardig zijn.
Bid Mijn kinderen, doen een innerlijk (gewetens)onderzoek,
de Waarschuwing komt eraan.
Bid Mijn kinderen, bid voor de Verenigde
Staten, het wordt gegeseld.
Bid Mijn kinderen, bid voor Mexico, het beeft.
De mensen beschouwen het Kruis
als lijden, Mijn Zoon gaf ze het Overwinningskruis en ze verachten het voor
wereldse afgoden die hun verstrooiing bieden. En het eeuwige leven? Ze
verliezen het in een oogwenk uit dwaasheid.
Bekeer jullie, het is dringend dat mijn
kinderen zich bekeren, zodat ze, wat er ook gebeurt, gesterkt worden in Geloof,
in Liefde voor mijn Zoon (Handelingen 17:30)
Let op, kinderen! Voor
verschillende ziekten waar ik voor gewaarschuwd heb door de Goddelijke Wil,
gebruik dennen. Het Vaderlijk Huis laat Zijn kinderen niet in de steek, het
waarschuwt en beschermt ze op voorhand.
Behoud de naastenliefde, verlies
de innerlijke Vrede niet. De vijand van de ziel, de duivel, vecht tegen het
volk van mijn Zoon, staat erop aanmatigend te zijn, zet hen ertoe aan
agressief, imposant, brutaal te zijn, voedt hun 'ego' totdat ze het beu zijn, zodat
ze een struikelblok zijn voor hun broeders en zusters.
Kleine kinderen, heb elkaar lief,
breng Vrede, onthoud dat je versmolten moet blijven met de Goddelijke Wil.
Bid, gebed is een middel voor de ontmoeting met
Mijn Zoon, ontvang de Sacramenten, waar je ook bent, wees aanbidders van mijn
Zoon, ware aanbidders, die getuigen van de Heilige Geest die in elk van jullie
woont.
Geliefde kinderen van Mijn
Onbevlekt Hart:
Ik zegen jullie, ik bescherm jullie, blijf
verenigd met de Goddelijke Liefde. Kom in mijn Hart, daarin ben je veilig.
Wees niet bang. Ik zegen jullie.
Mama Maria.
3 x Wees gegroet Onbevlekte Maria, zonder zonde
ontvangen
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Onze Gezegende Moeder roept ons
om Liefde te zijn, dit is de vervulling van het Eerste Gebod.
Onze Moeder vertelde me dat haar Allerheiligste
Zoon en zij lijden voor haar kinderen die niet nadenken over de waarde van het
leven en leven zonder de Vrede te bewaren in hun hart, en ze verspreiden lijden
naar hun naaste toe.
Ze vertelde me dat Liefde een
garantie is, zodat de mens te allen tijde een onwankelbaar Geloof behoudt en
niet terugdeinst in de bloedigste vervolgingen. Liefde is voedsel voor de ziel
en brengt Mijn kinderen ertoe zich bewust te worden van de waarde van hun
medemensen, door in hen naar Mijn Zoon te kijken.
Ze eindigde met mij te vertellen:
Zeg hun dat ze moeten liefhebben, dat afgunst het wapen van de duivel is om
tegen Mijn kinderen te vechten.
Vertel hen dat de sterkste degene
is die Liefde is.
Liefde zal de mensheid redden en
de uiteindelijke overwinning zal komen.
Amen.
(*) Balkan-schiereiland. Het
schiereiland wordt bezet door de naties Griekenland, Albanië, Bulgarije,
voormalig Joegoslavië, Kroatië, Slovenië, Macedonië, Roemenië en de regio
Istanboel (Turkije).
Hoewel de staten Kroatië,
Slovenië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Moldavië en Oekraïne niet binnen het
Balkan-schiereiland vallen, worden ze om historische en culturele redenen wel
tot de Balkan-regio gerekend.
DAG 25 : Het gebruik van de beproevingen op
aarde voor een groter goed
Guido Reni De Geboorte van de
H. Maagd Maria
Artikel van Kirstyn Mayden
-24/12/2019
1. Ondanks Maria's vrees vertrouwde ze op Gods
Woord, de leidraad in haar leven
Toen Maria de aankondiging van de
Aartsengel Gabriël ontving dat ze door de Heilige Geest Jezus zou verwekken,
was ze bang. Ze kende haar omstandigheden en de mogelijke gevolgen van een
maagd en ongehuwde moeder. Lucas 1:29:Maria schrok hevig bij het horen van zijn woorden, verwijzend naar de
Aartsengel. Ondanks haar angsten, onzekerheden en vragen besloot Maria te
vertrouwen op Gods Goddelijke plan voor haar leven. Ze gaf zich over aan Gods Wil.
In Lucas 1:38 verkondigt Maria: De
Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd. Maria's
verlangen om God te dienen en zich over te geven aan Hem was groter dan haar
angsten.
Net als bij Maria hebben ook wij
echte angsten in ons leven bij het vervullen van Gods doeleinden. We hebben
vaak meer vragen dan antwoorden. Maar we kunnen leren en geïnspireerd worden
door Maria's verhaal. Ze steunde op Gods Woord en ging verder, vertrouwend op
Gods leiding en richting. Maria geloofde dat God Zijn beloften zou nakomen.
2. Middenin de beproevingen van Maria bleef ze
God prijzen
Te midden van het
levensveranderende nieuws van Maria dat ze de Messias zou baren, bleef ze God prijzen
en danken. Haar twijfels en angsten wankelden niet, maar haar lofliederen
klonken luider. Maria begreep de kracht van haar lofprijzing en dankzegging, en
dat het haar zou ondersteunen tijdens haar komende beproevingen.
Lucas 1:46-55 heeft als titel ´het Magnificat, Maria's Lofzang':
Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht
om God, mijn Redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle
geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de
Machtige voor mij gedaan, Heilig is Zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht
op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toont Zijn macht en de kracht van
Zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun
troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met
gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan
van Israël, Zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloof: Hij
herinnert zich Zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in
eeuwigheid.
Maria prijst God voor Zijn trouw
in haar leven, maar ook voor alle toekomstige generaties. We moeten een actieve
lofprijzing op onze lippen blijven houden om onze geest aan te moedigen en te
versterken. Gods goedheid en trouw zijn consistent en standvastig. Laten we te
midden van onze verschillende beproevingen verder gaan met het vinden van iets
om God voor te danken en te prijzen.
3. Maria's lijden bracht haar dichter bij God
De moeder van Jezus zijn, was de
grootste eer van Maria en de ultieme bron van lijden. Ze was er getuige van dat
Jezus intense spot, tegenstand en de Kruisiging onderging. Ze was de laatste
persoon dit Jezus tot aan zijn dood aan het Kruis vergezelde. Maria droeg een
zware last en verantwoordelijkheid. Zoals elke moeder zou willen, wilde Maria
alleen wat het beste was voor haar Zoon, maar ze leed ook veel pijn en leed
toen ze haar Zoon zag lijden.
In ons lijden wil God dat we
volledig afhankelijk zijn van en steunen op God. Met onze eigen kracht kan ons
persoonlijk lijden pogen om ons te verpletteren, maar we moeten volledig
vertrouwen op de H. Geest om ons te leiden, ons te dragen en ons te
ondersteunen in tijden van tegenspoed. God zal ons troosten in ons lijden en Hij
is een constante aanwezigheid in ons leven. Deuteronomium 31:8: Mozes zei tot Jozua: De Heer zelf gaat voor
je uit, Hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken. Wees niet bang
en laat je door niets ontmoedigen.
Als er tegenspoed komt, heeft God
ons een open uitnodiging gegeven om bij Hem te komen en troost en Vrede in Hem
te vinden.
4. Maria vertrouwde God in het onbekende
Hoewel Marias pad onbekend was,
gaf ze zich over en vertrouwde ze erop dat God verder zou gaan. Het is
gemakkelijk om God te vertrouwen als het goed gaat en je volgende stap
duidelijk is. De grotere beproeving voor ons allemaal is om op God te
vertrouwen als onze volgende stappen onbekend zijn en we niet zeker weten hoe
we verder moeten. Maria besloot God volledig te vertrouwen tijdens haar
onzekerheden en angsten. Ze steunde niet op haar eigen begrip of beperkt
perspectief.
God gaf Maria een buitengewone
zegen bij de geboorte van Jezus, de Messias. Ze wist niet precies hoe God haar
zou gebruiken, maar ze vertrouwde erop dat God alles onder controle had. Net zoals
Maria roept God ons op om te oefenen om Hem dagelijks te vertrouwen met ons
leven en Zijn doel voor ons. Met beperkte informatie en controle moeten we
blijven vertrouwen op Gods pad en voorzienigheid.
5. Maria gaf zich over aan Gods Wil
Maria gaf zich over aan Gods
plannen, niet alleen voor haar leven, maar ook voor het leven van haar Kind. Ze
stond Jezus toe Zijn bediening te doen in zowel vertrouwde als ongemakkelijke
situaties. Maria gaf haar Kind over aan God en Zijn ultieme Wil. Als Maria
probeerde Gods plannen met Jezus te beheersen, zou Hij Zijn doel op aarde niet
hebben vervuld en zou de mensheid niet bevrijd zijn geweest van zijn zonden.
Overgave is een dagelijkse daad van aanbidding aan God en een volledige
erkenning dat we de touwtjes niet in handen hebben, maar dat we elke dag een
kans krijgen om door God geleid te worden.
Om ons leven dagelijks volledig in
handen leggen van God, vereist een groter vertrouwen, nederigheid en eerbied
voor Zijn soevereiniteit. Het is niet gemakkelijk, omdat we elke dag strijden
tegen onze menselijke zwakheid. God zal ons echter de moed geven die nodig is
om elk aspect van ons leven in Gods bekwame handen te leggen. We moeten onze
aandacht verleggen van onze omstandigheden naar een hernieuwde verzekering dat
Gods Wil het beste is. Net zoals bij Maria en Jezus, is onze overgave aan Gods Wil
niet gemakkelijk, maar noodzakelijk voor onze geestelijke groei en rijpheid.
Ik nodig jullie uit om na te
denken over Marias tocht en de lessen uit haar leven. God zegende haar enorm
met de geboorte van Jezus door buitengewone omstandigheden. Ondanks haar
angsten en zorgen, besloot ze te vertrouwen op Gods Woord, God te prijzen door
lijden, God te vertrouwen in het onbekende en zich over te geven aan Gods Wil.
Zijn plannen voor ons leven zullen ons op stormachtige en onzekere wegen
leiden. Dikwijls zullen we de weg niet weten of zullen we onze angsten zien
toenemen. Laat ons bemoedigd zijn door Marias verhaal en herinneren dat God
ons zal leiden.
Laten we in tijden van onzekerheid doorgaan
God te danken en prijzen met de vurigheid van Maria. Laten we God vertrouwen in
het onbekende. Geef je over aan Zijn Wil en wees er zeker van dat het Gods plan
is om ons gelukkig te maken en niet om ons kwaad te doen. Moge ons verlangen om
Gods doel te dienen en te verwezenlijken groter zijn dan onze angsten.
Daarna was er een Joods feest, en
Jezus ging naar Jeruzalem. In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf
zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. Daar lag een groot aantal
zieken, blinden, kreupelen en misvormden. Er was ook iemand bij die al 38 jaar
ziek was. Jezus zal hem liggen; hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen
hem: Wilt u gezond worden?' De zieke antwoordde: Heer, als het water gaat
bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is
een ander al voor mij in het water.' Jezus zei: Sta op, pak uw mat op en
loop.' En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Nu was
het die dag sabbat.
De Joden zeiden dan ook tegen de man
die genezen was: Het is sabbat, het is niet toegestaan een slaapmat te
dragen!ÿ Maar hij zie tegen hen: Degene die mij genezen heeft, zei tegen mij:
´Pak uw mat op en loop.' Wie zei dat tegen u?' vroegen ze. Maar de man die
genezen was kon niet zeggen wie het was, want Jezus was al verdwenen omdat daar
zoveel mensen waren. Later kwam Jezus hem tegen in de tempel en toen zei Hij
tegen hem: U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u iets ergers
overkomen.' De man ging aan de Joden vertellen dat het Jezus was die hem gezond
gemaakt had. Het was omdat Jezus zulke dingen deed op sabbat, dat de Joden
tegen Hem optraden.
H. Romanos Melodos (?-c 560), Byzantijns
geestelijke en dichter. Romanos wordt
beschouwd als de grootste dichter van de Griekse middeleeuwen. Hij schreef meer
dan 1000 kontakions (kerkelijke hymnen) waarvan er ruim 80 bewaard zijn
gebleven.
De pasgedoopten, kinderen van de
doopvont, en wij allen die komen om het Licht te ontvangen, roepen in
dankzegging tot U, O Christus, Onze God: 'U hebt ons verlicht met het Licht van
Uw aangezicht, U hebt ons bekleed met het kleed dat bij Uw Bruiloft past (Ps
4:7; Matt 22:11). Glorie aan U, Glorie aan U, want zo was Uw genadige Wil.'
Wie zal vertellen, wie toont aan
Adam, de eerste geschapen mens, de schoonheid, pracht en waardigheid van Zijn
kinderen? En wie zal ook aan de arme Eva bekendmaken dat haar nakomelingen Koningen
zijn geworden, bekleed met een glorierijk gewaad, en dat zij Hem glorierijk
verheerlijken die hen heeft verheerlijkt, allemaal stralend door hun lichaam,
hun ziel, hun kleding? ( ) En wie heeft ze doen verrijzen? Zeker onze Verrijzenis.
Glorie aan U, Glorie aan U, want zo was Uw welbehagen (...)
Hoe stralend bent u, O Adam ( )
Uw Vijand, die u ziet, krimpt ineen en roept: ´Wie is dit dat ik zie? Ik ken
hem niet. Het stof is vernieuwd (Gen 2:7), de as vergoddelijkt. De arme en
ellendige mens is uitgenodigd, hij heeft een bad genomen en is binnengekomen om
aan tafel te zitten. Hij ging op het feest binnen en heeft het lef gehad om te
eten, de brutaliteit om Degene te drinken die Hem geschapen heeft. En wie heeft
het hem gegeven? Zeker onze Verrijzenis. Glorie aan u, glorie aan u,
want dat was uw welbehagen.
´Zijn vroegere zonden herinnert
hij zich niet, van zijn oorspronkelijke wonden vertoont hij niet het minste
litteken. Wat betreft zijn lange jaren van verlamming, heeft hij ze allemaal in
het bad laten vallen als de kreupele van vanouds en draagt nu zijn bed niet
langer op zijn schouders, maar in werkelijkheid neemt hij het kruis op zich van
Hem die medelijden met hem had en die ik had verloren. In vroegere tijden waste
de Vriend van de mens (Wijsh 1:6) vaak veel mensen in het water, maar ze
blonken niet zo. De Verrijzenis heeft ze doen stralen." - Glorie aan U, Glorie
aan U, want zo was Uw welbehagen.
Zie, je bent opnieuw geschapen, O
pasgedoopte! Zie je, je bent nieuw gemaakt! Buig je rug niet langer onder je
zonden. Het kruis is van jou ter ondersteuning; steun erop. Neem het mee in je
gebed, naar je tafel, naar je bed; neem het overal mee naar toe als je titel
van Glorie (...) Roep naar de demonen: "Met het kruis in mijn hand sta ik rechtop
en houd ik onze Verrijzenis stevig vast." - Glorie aan U, Glorie aan U,
want zo was Uw welbehagen.
Overweging
Je kunt je afvragen waarom Jezus
tussen deze menigte zieke mensen maar één persoon uitkiest die genezen werd, de
rest bleef ziek achter! Jezus laat hier zien dat Hij nu nog niet gekomen is om ALLE
ziekten uit de wereld te bannen, want het Messiaanse rijk was nog niet
aangebroken. Pas bij Zijn wederkomst zal er geen ziekte, geen moeite en
geen pijn meer zijn.
Later vindt hij de man die Hij
genezen had terug in de tempel. Na 38 jaar was dit weer de eerste keer dat hij
in de tempel kwam. Als verlamde mocht hij namelijk niet in de tempel komen
(Leviticus 21:17-18). Hier spreekt Jezus hem aan over zijn zondig verleden en
zegt tegen hem: U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u
iets ergers overkomen'. Jezus zegt hiermee niet dat hij verder zondeloos moet
leven, want dat kan niemand, maar wel dat hij afstand moeten nemen van die
bewuste zonde waardoor hij ziek geworden was. Hier zien we dat Jezus niet
alleen aandacht had voor zijn lichamelijke genezing, maar juist voor zijn
geestelijke genezing!
Christus stelt ieder van ons
dezelfde vraag: "Wil je echt genezen worden - vergeven worden, bevrijd worden
van zonde. De eerste essentiële stap naar vrijheid en genezing is dat we
willen veranderen. De Heer zal ons niet weigeren als we ons tot Hem
wenden en om Zijn vergeving, genade en genezing vragen. Wij moeten baden in
Zijn Bron van Levend Water. (uit: zoeklicht.nl)
Dit
rouwende jonge meisje was getuige dat haar vader van het Vagevuur naar de Hemel
ging 11/2/2017
In de 17e eeuw benaderde een rouwend jong meisje de Benedictijnse
abt Millán de Mirando in het klooster van OLVrouw van Montserrat. Ze smeekte de
abt om drie missen op te dragen voor haar overleden vader.
Zielen
lijden in het Vagevuur
Het jonge meisje was er volledig van overtuigd dat deze Missen
haar vader op weg naar de Hemel zouden bespoedigen en hem zouden verlossen van
de pijnen van het Vagevuur. Bewogen door het kinderlijke geloof van het meisje,
droeg de abt de volgende dag de eerste Mis op.
Tijdens
de mis knielde het jonge meisje en toen ze opkeek, zag ze haar vader bij het
altaar waar de Priester de Mis opdroeg. Ze beschreef haar vader als
"geknield, omringd door angstaanjagende vlammen" en bevond zich op de
onderste trede van het altaar. De Priester werd gewaarschuwd voor dit wonderbaarlijke
fenomeen en hij droeg het meisje op een stukje stof te plaatsen waar haar vader
knielde. Het stukje stof ontbrandde onmiddellijk zodat iedereen het kon zien,
hoewel de Priester de vader van het kind niet kon zien. Dit vertegenwoordigde haar
vader die werd gezuiverd door de vlammen van het Vagevuur.
Er werd een tweede Mis opgedragen voor de zielsrust van
haar vader en opnieuw zag het kleine meisje haar vader. Dit keer stond hij een
trede naast de diaken en was hij 'gekleed in een felgekleurd gewaad'. In dit
stadium bevond haar vader zich nog in het Vagevuur, maar werd hij niet langer
aangeraakt door de vlammen.
In de derde Mis zag ze haar vader voor het laatst. Tijdens
de Eucharistieviering was hij "gekleed in een sneeuwwit gewaad", maar
toen gebeurde er iets buitengewoons aan het einde van de Mis. Het kleine meisje
riep uit: "Daar gaat mijn vader en hij stijgt op in de lucht!" Ze
hoefde zich geen zorgen meer te maken over de ziel van haar vader, omdat ze vol
vertrouwen wist dat hij de poorten van de Hemel had bereikt.
De
tsunami die zich terugtrok toen ze werd gezegend met het Heilig Sacrament
Philip Kosloski 30/8/2017
Het wonder vond naar verluidt plaats in 1906 in Tumaco,
Colombia.
Op 31 januari 1906 vond op het kleine eilandje omstreeks 10
u s morgens een aardbeving plaats die ongeveer 10 minuten duurde. Alle inwoners
van het dorp liepen naar de kerk en smeekten de Pastoor, Fr Gerardo Larrondo om
een processie te leiden met het H. Sacrament. De grote onderzeese aardbeving veroorzaakte
een tsunami die de kusten van veel steden verwoeste. De zee steeg en had reeds
een deel van de kust overstroomd. Ze overspoelde 1 km in het binnenland en de
gigantische golf dreigde alles en iedereen mee te sleuren.
De plaatselijke bewoners geloofden vast dat een
eucharistische processie Gods Hart zou beroeren. Fr Larrondo plaatste de kleine
hosties in het ciborium en nam de grote Hostie apart. Hij verzamelde zijn moed
en de grote gewijde Hostie werd in een monstrans geplaatst. Hij riep zijn volk:
Laten we gaan, mijn volk, laten we naar de kust gaan en moge God ons genadig
zijn. Getroost door de aanwezigheid van de Eucharistische Christus begonnen ze
hun tocht, wenend en schreeuwen tot God.
Moedig naderde Fr. Larrondo de gigantische golf en maakte
het Kruisteken met de H. Eucharistie - en vrijwel onmiddellijk trok de golf
zich terug.
Bij het zien van de terugtrekkende golf riep iedereen luid:
"Wonder, wonder!" De mensen waren ervan overtuigd dat de hand van God
de vernietigende kracht van de tsunami tegenhield en de mensen spaarde vanwege
hun vaste geloof in de kracht van de Eucharistie.
Het nieuws verspreidde zich over het schijnbare wonder en
de mensen van de stad waren verheugd en dankten God voor hun genade in hun
nood. Het mirakel van Tumaco werd over de hele wereld bekend en Fr Larrondo
ontving brieven van Europa om te vragen om zijn gebeden.
De
Rozenkrans van de H. Jozef – Philip Kosloski 3/5/2018 Aleteia
Kruisteken
Op het kruis: O Heer, om de H. Jozef te eren zoals hij verdient,
hebt U hem met lichaam en ziel naar de Hemel gebracht om hem met Glorie te
kronen, waarmee U de wereld, zowel zichtbaar als onzichtbaar, een teken gaf dat
U Jozef tot Uw pleegvader hebt gemaakt, de allerhoogste Rentmeester van al Uw
bezittingen.
Grote kralen: Wij smeken U, O Heer, dat we hulp mogen vinden in de
verdiensten van de Echtgenote van Uw Allerheiligste Moeder, zodat wat we zelf
niet kunnen verkrijgen, ons op zijn voorspraak wordt gegeven. Door Jezus
Christus die leeft en heerst met God de Vader in de eenheid van de Heilige
Geest, één God voor eeuwig en altijd. Amen.
Kleine kralen: Wees gegroet Jozef, zoon van David, gij wiens
heiligheid die van alle Engelen en Heiligen overtreft, gezegend zijt gij onder
de mensen, gij die gekozen werd om de Echtgenoot te zijn van de Gezegende Maagd
Maria, uit wie Jezus werd geboren. Glorierijke H. Jozef, nu heersend met lichaam en ziel in de Hemel, Beschermer van de
Universele Kerk, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onze dood.
Amen.
Op het einde van elk tientje: Glorie zij…
Overweging van elk tientje volgens de Oblaten
van de H. Jozef:
1. Verloving met Maria (Mt 1:18).
2. Aankondiging aan Jozef (Mt 1:19-21).
3. Geboorte en naamgeving van Jezus (Mt 1:22-25).
4. Vlucht naar Egypte (Mt 2: 13-15).
5. Verborgen leven in Nazareth (Mt 2:23; Lc 2:
51-52).
Andere mysteries die deze
mysteries kunnen vervangen zijn: "de terugvinding van Jezus in de Tempel",
de "de dood van de H. Jozef" en de "de kroning van de H. Jozef
in de Hemel."
De drie kostbaarste vruchten van
de deugd van gerechtigheid zijn eenvoud, nederigheid en dankbaarheid.
Eenvoud is de oprechte liefde voor de pure en simpele waarheid. Nederigheid is
de eerlijke erkenning van iemands eigen nietigheid. Dankbaarheid is de
liefdevolle erkenning van ontvangen gunsten. Laten we eens kijken naar de
eenvoud van onze Gezegende Vrouwe.
Er werd maar één keer in het Evangelie
opgenomen dat Onze Heer tijdens Zijn leven op aarde genoegen en voldoening
uitte: toen Hij zich verheugde in de H. Geest en Zijn Vader dankte, omdat de
geheimen van God niet waren onthuld aan de wijzen en verstandigen, maar aan de
kleintjes, zoals de eenvoudige zielen.
Lucas 10:21: Op dat moment begon Jezus vervuld van de H. Geest te juichen en zie: Ik
loof U, Vader, Heer van Hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen
hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U
het gewild.'
Maar wie kan zeggen hoe dikwijls
Hij, terwijl Hij in het huisje te Nazareth woonde, zich van harte verheugde om
de kinderlijke eenvoud van Zijn lieve Moeder te zien, de argeloosheid van Geest
en Hart waarmee ze werkte en bad, en de nobele oprechtheid van haar motieven,
haar daden, haar woorden, haar stilzwijgen? In dat dierbare huisje te Nazareth
leiden allen een leven van onschuld en Heiligheid. Hun voedsel was het
ongezuurde brood van oprechtheid en waarheid. Ze zochten alleen naar God. Ze spraken
met de simpele waarheid van kinderen. Hun ´ja¡ was ´ja¡, hun ´nee¡ was ´nee¡.
Ze dachten en spraken goed over alle mensen, met liefdevolle eenvoud.
Maria zag, net als Jezus, met een
eenvoudige blik God overal, in de vogels in de lucht en de lelies van het veld,
en in mensen en dingen. Ze hield van eenvoud in alles, zelfs in het beoefenen
van de hoogste deugden. Ze was eenvoudig in Geloof en geloofde in de geopenbaarde
waarheid zonder nauwkeurig onderzoek; eenvoudig in Hoop, verheugend in het
komende geluk alsof het al aanwezig was; eenvoudig in Liefde, want ze
hield alleen van God of omwille van God.
Ze was eenvoudig in haar
gedachten, die altijd gericht waren op de Zon van Gerechtigheid, in haar
oordeel nooit beïnvloed door hartstocht; in haar genegenheid maagd en
onberispelijk; in haar woorden en daden vrij van dubbelhartigheid en schijn.
Kortom, Maria toonde zich in alle opzichten eenvoudig als een duif.
Ze zeggen dat genialiteit
eenvoudig is, omdat het maar om één ding geeft, het leeft voor één idee dat al
zijn energie opslokt. Dit geldt voor de Heiligen die, of de wereld het nu
gelooft of niet, de grootste onder de mensen zijn. In hun leven verschijnt een
bewonderenswaardige eenvoud en eenheid in gedachten, doelstellingen en
genegenheid. Ze worden beheerst door één gedachte: God, aan wie ze hun
eenvoudige gebed opzeggen. Deze eenvoud van Geest en Hart wordt in de taal van
de Schrift vergeleken met een scherp zicht Daarom wordt Onze Lieve Vrouw
geprezen in het Hooglied omdat haar ogen zijn als die van de duif. Maria
behoorde inderdaad geheel toe aan haar Geliefde, aangezien Hij helemaal van
haar was. Ze had geen andere Liefde in haar hart dan die van Jezus.
Dit verklaart de heroïsche
onverschrokkenheid van Maria op Golgotha. Zwak en verlegen als ze was, in die
menigte soldaten, beulen en toeschouwers die zich rond het Kruis bevonden, zag
Maria, onverschillig voor gevaar en zichzelf vergetend, niemand anders dan
Jezus. Ze volgde Hem tot aan de voet van het Kruis en rouwde om Hem en zou met Hem
gestorven zijn, zo eenvoudig was haar Liefde.
Na die twee dagen vertrok Jezus uit
Samaria verder naar Galilea, want Hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn
vaderland niet wordt geëerd. Toen Hij in Galilea kwam, ontvingen de mensen Hem
gastvrij; ze hadden alles gezien wat Hij op het feest in Jeruzalem had gedaan, want
daar waren ze zelf bij geweest. Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar Hij
van water wijn had gemaakt. Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon
ziek was: Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd,
was hij naar Hem toe gekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn
zoon, die op sterven lag, te genezen. Jezus zei tegen hem: ‘Als jullie geen
tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet!ÿ Maar de hoveling drong aan: ‘Heer,
ga toch mee, voordat mijn kind sterft.ÿ ‘Ga maar naar huis,ÿ zei Jezus, ‘uw
zoon leeft.ÿ De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. En terwijl
hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat
zijn kind in leven was. Hij vroeg hun sinds wanneer het beter met hem was
gegaan. Ze zeiden: ‘Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.ÿ De
vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Uw zoon
leeft.ÿ Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dit deed Jezus toen
Hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was Zijn tweede wonderteken.
H. Johannes Chrysostomus (c.345-407), Priester
te Antiochië en daarna Bisschop van Constantinopel, Kerkleraar
"Tenzij jullie mensen
tekenen en wonderen zien, zullen jullie niet geloven!" De koninklijke
ambtenaar lijkt niet te geloven dat Jezus de macht heeft om de doden op te
wekken. "Kom naar mij voordat mijn zoon sterft!" Hij lijkt te geloven
dat Jezus niet weet hoe ernstig de ziekte van zijn kind is. Daarom verwijt
Jezus hem om hem te laten zien dat wonderen vooral worden gedaan om zielen te
winnen en te genezen. Zo geneest Jezus de vader, die niet minder ziek is, op
spiritueel vlak, dan de zoon die lichamelijk ziek is, en Hij doet dat om ons te
leren dat we aan Hem gehecht moeten zijn, niet vanwege wonderen, maar vanwege Zijn
Leer die de wonderen bevestigt. Want Hij verricht vooral wonderen om degenen
die niet geloven tot geloof te brengen. (...)
Toen de man naar huis terugkeerde,
"werden hij en zijn hele huisgezin gelovigen." Mensen die Jezus niet
hadden gezien of gehoord (…) geloofden in Hem. Wat kunnen we hieruit leren? We
moeten in Hem geloven zonder wonderen te eisen; we moeten niet van God eisen
dat Hij Zijn macht bewijst. Hoeveel mensen tonen in onze tijd meer Liefde voor
God als hun kinderen of vrouw een of andere vorm van verlichting van hun ziekte
hebben gekregen. Maar zelfs als onze wensen niet worden verhoord, moeten we
evenzeer volharden in dankzegging en lofprijzing. Laten we zowel in tegenspoed
als in voorspoed aan God gehecht blijven.
Overweging
We hebben grote bewondering voor
leiders in posities met grote autoriteit en macht om van hun voetstuk af te
komen en de raad en hulp in te roepen van iemand die als hun ondergeschikte
wordt beschouwd. Het toont nederigheid en wijsheid. Het is meestal het teken
van een groot en moedig leider.
Er was veel moed voor nodig voor
een hoge ambtenaar van het hof in het evangelie van vandaag, om twintig mijl te
reizen op zoek naar Jezus, die zijn zoon zou kunnen genezen. Hij moest zijn
trots inslikken en de spot van zijn collega's verdragen. Jezus zag zijn geloof
en stuurde hem naar huis met de verzekering dat zijn gebed was verhoord. Zijn
familie en vrienden moeten verbaasd zijn geweest toen ze hoorden dat zijn zoon
onmiddellijk weer gezond werd op het moment dat Jezus de woorden had
uitgesproken: uw zoon zal leven!
De genezingen van Jezus tonen
zijn goedheid en vriendelijkheid. Er zijn momenten waarop we genezing,
vergeving, verandering en vernieuwing nodig hebben. De Heer Jezus weigerde
nooit iemand die op Hem vertrouwt. Ook wij kunnen onze twijfels en angsten,
onze trots en schuld aan Zijn voeten aanbieden en vertrouwen op Zijn reddende Woord
en genezende Liefde.
De H. Augustinus leert ons dat
'God het menselijk ras een Genezer zond, een Redder, Iemand die genas zonder
een vergoeding te vragen. Christus kwam ook om degenen te belonen die door Hem
zouden worden genezen. Christus geneest de zieken en schenkt een geschenk aan
degenen die hij geneest. Het geschenk dat Hij schenkt, is Zichzelf.' Preek
156
Herdoen van handelingen en herstel in de Goddelijke Wil - 6
V 36-26/11/1938: Jezus: Eén handeling die in Onze Wil wordt gedaan, is
groter dan een rijzende zon, die de hele aarde, de zee en de bronnen bekleedt.
Alles wordt bekleed door Zijn Licht; zelfs het kleinste grassprietje wordt niet
weggelaten. Precies zo zoekt elke handeling die in Mijn Wil wordt gedaan allen
te bekleden. Het vormt de meest glanzende zilveren mantel binnen en buiten de
mens. Dan, zo rijk versierd, brengt het de mens voor onze aanbiddelijke
Majesteit, waardoor onze eigen Wil tot ons bidt met een stem van Licht, een
stem van Liefde die voor iedereen spreekt. Het produceert een zoete betovering
voor de pupillen van Onze Goddelijke Ogen, het laat Ons alle wezens zien die
bekleed zijn met Ons Goddelijk Licht; en Wijzelf verheerlijken de Kracht van Onze
Fiat, die menselijke ellende kan verbergen door de kracht van Zijn Licht en
ze in Licht kan veranderen. Er is niets dat We die handeling kunnen
ontzeggen, omdat het de kracht heeft om Ons alles te geven en voor alles te
compenseren.
V 36-26/11/1938: Jezus: Bovendien circuleren we voor de ziel op haar tocht
de munt van verdienste. Ons Goddelijke Beeld wordt bedacht bij elk van haar
handelingen, bezield door Onze Wil. Deze munten hebben een oneindige waarde, dus
wanneer de ziel maar wil, heeft ze het geld om Me te betalen voor alles wat ze
maar wil. Daarom is Onze zorg en interesse voor de zielen op hun tocht, omdat
dit de tijd is voor verovering, terwijl er geen veroveringen in de Hemel zijn,
maar alleen vreugde en geluk.
V 36-30/11/1938: Jezus: Bovendien is elke handeling die in Mijn Wil wordt
gedaan een boodschapper van Vrede die de aarde verlaat en de Hemel
binnengaat. Het komt om Vrede te brengen tussen Hemel en aarde. Elk woord dat
in Mijn Wil wordt gezegd, draagt de band van Vrede in zich, en iemand die erin
komt wonen, ontvangt als het voornaamste goed de band van Vrede tussen haarzelf
en ons.
V 36-30/11/1938: Jezus: Onze Wil omvat allen,
en terwijl de ziel haar handelingen vormt, wordt ze de drager van allen. Als de
ziel aanbidt, brengt ze Ons de aanbidding van allen; als ze lijdt, omvat ze het
eerherstel van allen. Eén handeling in Onze Wil moet alles en iedereen
overtreffen, omsluiten en omhelzen, in die mate dat ze de drager van ons Hoogste
Wezen wordt, aangezien We nooit uit Onze Wil komen. Iemand die erin leeft, kan Ons
dus insluiten in elk van haar handelingen, om Ons te brengen waar ze maar wil:
naar de mensen, om Onszelf bekend te maken; aan de hele Schepping, om Ons te
vertellen hoe prachtig Onze werken zijn; aan Onszelf, om Ons te zeggen: 'zie
hoeveel ik van U hou, ik mag U zelfs brengen.
V 36-5/12/1938: Jezus: Het is van de eeuwigheid
af vastgesteld dat We in Onszelf een Leven zullen vormen voor elk geschapen
ding en voor elke handeling die de mens zal doen in Onze Wil. Aangezien Ons Wezen superieur is aan iedereen, is
het juist dat Het in Zijn Levens alle geschapen dingen en alle handelingen van
de menselijke familie overtreft. Maar als de mens niet in Onze Wil leeft,
kunnen We dit niet doen. Het Goddelijke materiaal zou ontbreken om Ons Leven in
haar handelingen vorm te geven Ik zou de plaats om het op te bergen missen.
Ons Leven vormen zonder iemand om ze te ontvangen... waarvoor? Kijk dan eens,
hoe dit werkelijk de prachtigste, krachtigste en verstandigste handeling is -
het gaat over het blootleggen van de Levens die We al in Onze Schoot hebben
voortgebracht. Maar We kunnen ze niet bevrijden, omdat Onze Wil niet heerst.
Vind je het triviaal dat er nog iets ontbreekt in het Scheppingswerk? Het is de
meest interessante handeling, het hoogtepunt, waarin de schepping en alle handelingen
zullen worden omhuld met een pracht die zo zeldzaam is, met een bloei die zo
groot is dat de schoonheid die mensen van Ons hebben gekend, en de Glorie die
ze Ons in het verleden hebben gegeven, allemaal als kleine druppels blijven.
O wat verlangen We ernaar. Hoe
smacht Onze uitzinnige Liefde en verzucht Ze opdat de mens in Onze Wil zou
leven. En aangezien We weten dat het de mens aan veel dingen zal ontbreken
om haar handelingen te gebruiken om Ons Leven vorm te geven, zijn We beschikbaar
om continu te werken om alles te compenseren. In elk van haar handelingen zullen
We haar Onze Liefde, Heiligheid, Goedheid en Schoonheid geven, zodat ze niets
kan missen van wat nodig is om Ons Leven vorm te geven. We zullen Onszelf
voortbrengen en reproduceren, en - o, hoeveel Liefde, Heiligheid en Goedheid
zullen We ervoor terug krijgen. Hoe konden we niet verzuchten dat de mensen in Onze
Wil zouden leven - niet alleen zouden We de mensen hebben, maar ook Ons Leven
dat voortkomt uit hun handelingen. Terwijl we van het ene leven genieten,
komt er nog een - en nog een, volgens alle handelingen die de mensen zullen
doen. Zodra We zien dat de mens wezen op het punt staat één handeling te
verrichten, zullen We ons positioneren en acteurs en toeschouwers van Ons Leven
worden. Wat een vreugde! Wat een geluk, mijn dochter, om Onszelf te kunnen
vormen; om iemand te hebben die Ons kent en van Ons houdt; om Ons koninklijk
paleis in de mens te bezitten!
V 36-8/12/1938: Luisa: Mijn vlucht in de Goddelijke Wil gaat door. Het
lijkt mij dat het in alle dingen kan worden gevonden, natuurlijk en spiritueel,
en met onuitsprekelijke Liefde zegt: 'Ik ben hier, laten We samen handelen -
doe het niet alleen. Zonder Mij zou je niet weten hoe je het moet doen zoals Ik
zou doen. Ik zou achterblijven met de pijn van opzij gezet te zijn, terwijl jij
zou blijven met het verdriet dat je niet de waarde van één enkele handeling van
een Goddelijke Wil in je handelingen hebt.'
V 36-25/12/1938:Jezus: Om Me geboren te laten worden is het
gemakkelijkste - temeer omdat We niet weten hoe We moeilijke dingen moeten
doen. Onze kracht faciliteert alles. Op voorwaarde dat de mens in onze Wil
leeft, is alles klaar. Zodra de ziel erin wil leven, heeft ze al het huis voor haar
Jezus gevormd; op het moment dat ze haar handelingen wil gaan doen, verwekt ze
Mij; terwijl ze haar handeling doet, laat ze Me geboren worden. Zoals ze
liefheeft in Mijn Wil, zo bekleedt ze Me met Licht en verwarmt ze Me van de
grote kou van de mensen. Elke keer dat ze Mij haar wil geeft om de Mijne te
nemen, ben ik geamuseerd - Ik heb Mijn speeltje om mee te spelen en Ik bezing Mijn
overwinning op de menselijke wil, en voel Me als de kleine zegevierende Koning.
Jezus:Iemand die in Mijn Wil leeft, is onafscheidelijk
van Mij; ze wordt elke keer samen met Mij opnieuw geboren. Daarom ben Ik nooit
alleen. Ik laat haar wedergeboren worden met Mij tot Goddelijk Leven - tot
nieuwe Liefde, tot nieuwe Heiligheid en tot nieuwe Pracht. Ze wordt herboren in
de kennis van haar Schepper - herboren in elk van haar handelingen. Meer nog,
bij elke handeling die ze doet, roept ze Mij op om wedergeboren te worden en
een nieuw Paradijs voor haar Jezus te vormen; en Ik laat haar wedergeboren
worden met Mij, om haar gelukkig te maken. Een van Mijn grootste geneugten
is om degenen die met Mij samenwonen gelukkig te maken. Wees daarom oplettend
om in Mijn Wil te leven als je Me gelukkig wilt maken - als je wilt dat Ik in
je handelingen Mijn Paradijs op aarde vind; en Ik zal ervoor zorgen dat je
geniet van de zee van Mijn vreugde en geluk. We zullen elkaar gelukkig maken.
V 36-28/12/1938: Jezus: Geen handeling die in Onze
Wil wordt gedaan, eindigt ooit; het wordt eerder continu herhaald, aangezien Mijn
Wil overal is. Die handeling wordt herhaald in de Hemel, in geschapen dingen en
in al het andere. Daarom overtreft één
handeling in Mijn Wil alles, vult Hemel en aarde, en geeft Ons zoveel liefde en
glorie dat alle andere werken als vele kleine druppels voor de oceaan blijven
bestaan. We verheerlijken Onszelf door de mens die, bedekt door haar
Schepper, samen met Hem werkt.
Brief van Luisa 10/4/1940: Je moet weten dat er zelfs geen nederigheid in de
Goddelijke Wil bestaat, maar puur niets, dat duidelijk weet dat al het goede
dat gedaan kan worden het Al is dat in het niets werkt. Dus het arme niets is
in de handeling van continu geboren worden; het is het Alles dat groeit en
zijn leven vormt in het niets. O kracht van de Goddelijke Wil - zodra de
ziel beslist en erin wil leven, neemt de Allerheiligste Drie-eenheid haar
voornaamste werkingsplaats in haar in. En aangezien dit een handeling van Goddelijke
Wil is, willen ze allemaal hun ereplaats in die handeling: de Koningin des Hemels,
de Engelen, de Heiligen en alle geschapen dingen. Dus met één enkele handeling
in de Goddelijke Wil omsluiten we alles, we omarmen alles en we geven alles aan
God, zelfs alles wat het eeuwige Woord deed op aarde. Het goede dat ten
behoeve van allen neerdalen, is niet te overzien.
Herdoen van handelingen en herstel in de Goddelijke Wil - 5
Sterker nog, Onze waarheden
bevatten alle eeuwen, alle tijden. Zij zijn de drager van alle mensen in de
handeling van degenen die in Onze Wil leven, en in die handeling vinden we
Onszelf en de Liefde en Glorie die iedereen ons zou moeten geven. Om deze
reden, wanneer de mens op het punt staat te werken en de handeling van Onze
Fiat te ontvangen, buigt de hele Hemel in eerbied, verbaasd om een Goddelijke Wil
te zien die in deze handeling werkzaam is. Daarom vinden We alles in deze
handeling gedaan door de mens in onze Wil: Onze kracht die Ons eert zoals We
verdienen; Onze onmetelijkheid die alles bevat en alles ter beschikking stelt; Onze
Wijsheid die voor Ons de mooiste noten zingt; Ons Goddelijk Wezen; de Engelen
die ons prijzen; de Heiligen die, in vervoering, herhalen: 'Heilig, heilig,
driemaal heilig, de Heer Onze God, die met zoveel goedheid werkt en Zijn Liefde
openbaart'.
We kunnen zeggen dat er niets ontbreekt in deze
handeling van de mens. Onze Glorie is compleet, Onze Liefde vindt zoete rust en
perfecte teruggave. Dit is waarom We zo verlangen naar iemand die in Onze Wil
leeft, en het lijkt alsof We niets
hadden gedaan in de Schepping, omdat de grootste handeling die We kunnen doen
ontbreekt: Ons Leven herhaalt zich in de menselijke handeling, waarin We Onszelf
zullen vinden, alles en iedereen. Er is geen goeds dat We niet aan Ons
geliefde schepsel zullen geven, en er zal geen Liefde of Glorie zijn die ze ons
niet zal geven. Ze vindt alles wat ze wil in Ons, en Wij in haar.
V 36-30/7/1938: Jezus: Bovendien moet je weten
dat iemand die in Onze Wil leeft, niet van iemand gescheiden kan worden - zelfs
niet van Onze geschapen dingen, aangezien ze, terwijl ze haar handeling in Onze
Wil doet, ze iedereen in haar handeling oproept en omhelst, zichzelf opdringend aan allen door te doen wat ze
doet. Daarom ontvang Ik in één handeling in Mijn Wil alles, zelfs Mijn eigen Schepping,
om van Mij te houden en Mij te verheerlijken.
V 36-6/8/1938: Jezus: Elke keer dat de mens Mijn
Wil betreedt om haar handelingen te doen, geef Ik haar Mijn Goddelijk Leven,
terwijl zij Mij haar menselijk leven geeft. Daarom blijft de mens voorzien van een Goddelijk Leven voor elke
handeling die ze in mijn Wil verricht, en Ik blijf geëerd en verheerlijkt,
omringd door vele mensenlevens, aangezien één handeling in Mijn Wil volledig
moet zijn. Ik geef alles van Mijzelf, zonder iets van Mijn Hoogste Wezen te
behouden, en zij geeft Mij al heel menselijke wezen. Wat voor goeds
ontvangt de mens dan niet door veel van mijn Goddelijke Levens te bezitten?
Terwijl de mens haar handelingen blijft herhalen, komen er zoveel van Mijn Levens
bij, en Ik geef deugd om haar leven te bevrijden om te kunnen zeggen: 'zoveel Levens
heb Ik haar gegeven, zoveel Levens heeft ze Mij gegeven.'
Ik kan
zeggen dat Ik al mijn voldoening alleen vind als Ik zie dat de mens me elk
moment haar leven geeft - haar wil. Zien dat ze Mij haar
menselijke wil schenkt, is Mijn grootste triomf en, door Liefde ingenomen, zing
Ik Mijn overwinning, Mijn overwinning
die Mij Mijn Leven kost en een wachttijd van ongeveer 6000 jaar, waarin Ik met
zoveel angstige, bittere zuchten verlangde naar de terugkeer van de menselijke
wil in de Mijne. Nu Ik het heb verkregen, voel Ik de behoefte om te rusten
en Mijn overwinning te zingen. Daarom is
er geen mooiere vreugde die ze Mij kan schenken dan te leven in Mijn Wil. En
er is geen grotere pijn die ze Mij kan geven dan zichzelf ervan af te trekken;
Ik voel deze belediging aankomen in de zon, in de wind, in de Hemel - zelfs in Mijn
schoot om het grote geschenk te zien van de menselijke wil die Ik aan de mens
gaf en die zou dienen voor de uitwisseling van Liefde en Leven tussen Ik en
haar, omgezet in een dodelijk wapen om Mij te verwonden. Wat een pijn! Nu laat
de ziel die in mijn Wil komt leven, zo'n harde pijn verdwijnen. Hoe zou Ik dan
niet alles van Mijzelf in haar macht kunnen geven en haar geven wat ze wil?
V 36-6/8/1938: Jezus: Terwijl de mens haar handelingen doet in Mijn Wil,
komen er vele Zonnen op, en aangezien één handeling in mijn Wil zo groot is
dat het niet kan zonder iedereen goed te doen, lopen deze opkomende Zonnen te
midden van de mensen en brengen sommigen de kus van Licht: aan sommigen kracht,
aan sommigen verjagen ze de duisternis, aan sommigen bereiden ze de weg voor,
voor sommigen roepen ze het goede op met de stem van de Bron van Licht.
Een handeling in mijn Wil kan
niet zonder groots goeds voort te brengen. Zodra de zon aan de horizon opkomt
om, met zijn licht, licht voor elk oog te worden, loopt ze om de plant te
rijpen, kleur te geven aan de bloemen, de lucht te zuiveren - om zichzelf aan
iedereen te geven, bijna de aarde te vernieuwen en te versterken, die haar
vreugde en feest vormt. Als ze daarom niet zou opkomen, zou de aarde rouwen en
in tranen uitbarsten.
Meer dan de zon is een handeling in Mijn Wil. Het
Licht van deze handeling stroomt en komt iedereen ten goede, vernieuwend en
versterkend alles in Zijn Licht, behalve degenen die het niet willen ontvangen. En zelfs als ze het niet willen ontvangen, worden ze
gedwongen om het goede van het Licht en de Zon te ontvangen; gedwongen om zijn
hitte te voelen door het Rijk van het Licht. Dat is het Rijk van één handeling
in Mijn Fiat. Het kan niet zonder wonderen van genade en immens goeds voort te
brengen.
V 36-28/8/1938: Jezus: Wanneer de mens Mijn Wil binnengaat en op het punt
staat erin te werken - lief te hebben - wil niemand opzij gezet worden, dus lopen
ze; de Allerheiligste Drie-eenheid loopt, de Maagdelijke Koningin loopt, omdat We
voorrang in die handeling willen; en dan loopt alles en iedereen, behalve
degenen die, ondankbaar, zoiets goeds niet kennen, het niet willen ontvangen.
In één handeling in Mijn Wil kunnen er wonderen zijn die zo groot zijn, dat de
mens ze niet allemaal kan zeggen.
V 36-28/8/1938: Jezus: Daarom kan één handeling in Mijn Wil Mij
alles geven, Mij liefhebben voor allen, en Mij de grootste excessen van Liefde
en werken voor de mensen laten doen. En wanneer Ik in deze
handeling in Mijn Wil de voetsporen van allen vind, Mij liefhebbend in hun
gedachten en woorden, is Mijn vreugde zo groot dat Ik, in Mijn nadruk op Liefde,
tegen haar zeg: je doet wat Ik deed. Hiervoor noem Ik je 'Mijn echo, Mijn Liefde
- kleine echo van Mijn Leven'.
V 36-28/8/1938: Jezus: Elke handeling die de mens in Mijn Goddelijke
Wil verricht, is als een dag voor haar; een dag vol geluk en van alle goeds.
Als ze tien, twintig handelingen doet, krijgt ze zoveel dagen. In
deze dagen neemt ze de hemel als haar eigen en, nog steeds op aarde, neemt ze
de zon, de wind, de lucht, de zee als de hare. Haar natuur neemt de mooiste
bloesems die nooit verwelken. O! Wat een prachtige verschijning zal ze eens in Ons
Hemelse Vaderland maken. Voor zoveel handelingen verricht in Mijn Wil, zal ze
evenveel dagen bezitten - elk met zijn eigen verschillende Zon; zijn blauwe
lucht bezaaid met sterren; zijn kabbelende zee; zijn fluitende wind - fluistert
en waait onstuimige, dominerende Liefde. Evenmin zullen zelfs de prachtigste
bloesems ontbreken - de een verschillend van de ander, voor zo veel handelingen
als ze heeft gedaan in Mijn Wil. Niets prachtigs
en goeds zal ontbreken aan iemand die in Mijn Eeuwige Fiat woonde.
V 36-11/9/1938:Jezus:Onze vervulde Wil omvat alle glorie die de mens Ons kan geven - de Liefde
waarmee We van haar moeten houden en de Liefde waarmee ze van Ons moet houden.
Daarom kunnen We in één handeling van Onze vervulde Wil zeggen dat We alles hebben
gedaan; We hebben alles gegeven, zelfs Onszelf, en We hebben alles ontvangen.
In feite, door in de
Goddelijke Wil te leven, geven We alles aan de mens. Ze neemt alles en kan
Ons alles geven. Aan de andere kant, als ze niet in Onze Wil leeft, als Onze Wil niet wordt vervuld, kunnen We
niet alles geven. Ze zal niet in staat zijn om Onze Liefde te ontvangen of
om zoveel van Ons te houden als We willen. We zijn niet blij om Onszelf bijna
in kleine stukjes te geven, alsof we arm waren. We houden er niet van om Onze
dingen half te geven.
Kunnen geven en niet geven is altijd een leed voor Ons, Onze
Liefde blijft onderdrukt en maakt Ons uitzinnig. Dit is waarom We willen dat de ziel leeft in Onze Goddelijke Wil: We
willen alles geven, altijd, zonder ooit op te houden. Ons Goddelijke Wezen
is nooit uitgeput: hoe meer We geven, hoe meer We kunnen geven, en geven voor Ons
is opluchting en geluk; is uitdrukking van Liefde; is communicatie van het Leven
dat we doen. Mijn Liefde is zo groot dat Ik in de ziel blijf om te groeien.
V 36-30/10/1938: Jezus: Bij een handeling van Liefde in Mijn Wil gebeuren zon
grote wonderen dat de Hemelen concurreren om toeschouwers te zijn en te
genieten van de nieuwe verrassingen van Onze Liefde. Onze Goddelijkheid
wacht met onuitsprekelijke vreugde op de mens om Onze Wil binnen te gaan om Ons
te beminnen - om te kunnen pronken met Onze Liefde - om zich door allen
geliefd te voelen. We ontketenen Onze Liefde, om haar Leven te worden, en niet
alleen Onze Liefde: terwijl de mens haar handelingen herhaalt in Onze Fiat,
ontketenen We nieuwe kracht, goedheid en wijsheid, zodat de mens zich bezield
voelt door nieuwe kracht, goedheid en wijsheid. Allen zullen eraan deelnemen,
en We zullen de vreugde hebben te zien dat de mensen (generaties) bekleed worden
door Onze nieuwe kracht, goedheid en wijsheid. Wat zouden We niet denken
van deze mens die in Onze Wil leeft?
V 36-30/10/1938: Jezus: Terwijl de mens haar handeling in Onze Fiat doet,
voelen We haar band met alle geschapen wezens. In die handeling wil de mens ons
alles en iedereen geven; het lijkt erop dat ze ervoor zorgt dat alle wezens ons
bezoeken, zodat ze Ons allemaal kunnen herkennen, van Ons houden en hun
plichten jegens hun Schepper kunnen vervullen. Ze maakt alles goed, houdt van
alles en iedereen. Niets kan missen in één handeling die in Onze Wil is
gedaan, anders kunnen We niet zeggen dat het Onze handeling is. Onze Wil,
voor decorum en eer, biedt de mens alles aan wat ze Ons zou moeten geven en
doen. Het biedt alle andere mensen en de hele Schepping aan, alsof het haar recht
was.
V 36-6/11/1938: Jezus: Het is voldoende te
zeggen dat zelfs één enkele handeling van Onze Wil zo groot is, dat ze alles en
iedereen omvat. Wanneer de mens
daarom haar handeling aanbiedt om te worden bekleed door Onze Wil, is de glorie
die We ontvangen zo groot dat het de hele Schepping in beslag neemt. De Schepping
is in feite zonder rede, terwijl de handeling waarin de mens Ons laat werken,
de volheid heeft van de menselijke rede die, bekleed met de Goddelijke rede, de
Hemel, de zon en al het andere overtreft.
Als daarom de glorie die We
ontvangen groot is, is de Liefde die We erdoor terugkrijgen bijna ongelooflijk,
en het goede dat de mens ontvangt, is niet te overzien. Zodra de mens haar
handeling geeft en Wij ze tot de Onze maken, willen alle dingen zich aan haar
geven: de zon met zijn spoor, de hemel met zijn onmetelijkheid, de wind met
zijn kracht en rijk. Alle dingen vinden een plaats in die handeling en
willen zichzelf doneren zodat hun God verheerlijkt kan worden met de volheid
van de menselijke rede die ze niet bezitten.
V 36-6/11/1938:Jezus:Alles wat de mens doet in onze Will blijft geschreven in Onze Fiat met
onuitwisbare karakters van Licht. Dit zijn handelingen die, met hun oneindige
waarde, de macht zullen hebben om de mens haar Koninkrijk te geven. Daarom
wachten we tot deze handelingen worden uitgevoerd. Ze zullen zoveel Liefde en Glorie
aan Ons teruggeven, en zoveel genaden aan de mensen, tussen Schepper en
schepsel, en laten Onze Wil heersen te midden van de menselijke familie. Eén
handeling in Onze Wil is zo groot dat we alles kunnen doen en geven.
V 36-6/11/1938: Jezus: Deze handelingen die in Onze Wil worden gedaan,
worden van Goddelijke waarde voorzien. Ieder bezit een nieuw geluk - een nieuwe
vreugde - zodat de mens in haar eigen handelingen ontelbare vreugden,
tevredenheid en eindeloos geluk kan vormen; zij kan zelf een Paradijs van
verrukkingen en zaligsprekingen vormen bovenop het Paradijs dat haar Schepper
haar zal geven.
V 36-13/11/1938: Jezus:De handelingen die in Mijn Wil zijn
verricht, zijn onafscheidelijk, hoewel verschillend van elkaar - onderscheiden
in hun Heiligheid, in hun schoonheid, in liefde en in wijsheid. Ze zullen
het zegel van de Allerheiligste Drie-eenheid dragen, want hoewel de Goddelijke Personen
van elkaar onderscheiden zijn, blijven ze onafscheidelijk: één in wil, één in Heiligheid,
één in schoonheid, enzovoort. Op dezelfde manier zullen deze handelingen
onafscheidelijk zijn maar toch verschillend en in zichzelf het zegel van de Allerhoogste Heilige Drie-eenheid, Drie-Een,
insluiten. Sterker nog, deze handelingen zullen het bezitten als hun eigen
leven. Ze zullen de grootste glorie voor Ons en de hele Hemel zijn, als we zien
dat Onze Goddelijke Levens in hen worden vermenigvuldigd voor evenveel
handelingen die in Onze Wil worden verricht.
Herdoen van handelingen en herstel in de Goddelijke Wil - 4
Zij is de steun waarop Mijn
Goddelijke Wil kan steunen, genietend van het ontwikkelen van Zijn Leven, het verrichten
van ongehoorde wonderen, door Zichzelf te verbergen in het schepsel - alsof het
Zichzelf zou bedekken met haar overblijfselen; temeer daar de schepping en
de wezens hun oorsprong hebben in Zijn Fiat - erin leven, groeien en bewaard
worden. De Fiat is de acteur en het publiek van al de handelingen in de Goddelijke Wil; ze zullen
hun leven leiden in Mijn Fiat, en naar de Hemel vliegen met één handeling die de
Goddelijke Wil verlangt. Alles behoort Gods Wil toe. Alle rechten behoren aan
Gods Wil.
V 35-25/10/1937: Luisa: Toen
bleef ik wegzinken in de Goddelijke Wil... Wat een betoverende kracht bezit
het! Zijn zoetheid - de aantrekkingskracht van Zijn betoveringen - is zodanig
dat men zelfs geen adem wil verliezen. Mijn lieve Jezus voegde eraan toe: Mijn
dochter, de wonderen van Mijn Wil zijn ongehoord. Zijn kracht is zo groot dat,
terwijl het schepsel handelt in Mijn Wil, Mijn Wil alles wat ze eerder heeft
gedaan tot actie oproept, ze samenbrengt en vervolgens aan elke handeling opnieuw zijn verdienste, goedheid en Kracht
aanbiedt, alsof de mens de handeling opnieuw doet - ze verrijkt de handelingen
met zoveel gratie en schoonheid dat het de betovering van de hele Hemel vormt.
Als hemelse dauw bekleedt ze dan alle Heiligen en geeft het hen de nieuwe
glorie en het geluk die het werk van de mens in mijn Wil bevat. Ze giet deze
dauw uit over alle pelgrimerende zielen, zodat zij de kracht en genade ervan in
hun eigen daden kunnen voelen. Hoeveel zielen, verbrand door hartstochten,
zonde en brutale genoegens, voelen de frisheid van deze goddelijke dauw en
blijven in het goede getransformeerd.
Eén
handeling in Mijn Wil overweldigt Hemel en aarde, en als het geen zielen kan
vinden die geneigd zijn om zo'n goed te ontvangen, stelt het zichzelf op de
uitkijk; ze bespioneert de omstandigheden, de kansen en de desillusies van het
leven; klaar om ze te bekleden, ze te balsemen en ze het goede te geven dat deze
handeling bezit. De handelingen in Mijn Wil zijn nooit lui. Ze
zijn vol Licht, Liefde, Heiligheid en Goddelijke zoetheid; ze voelen de
behoefte om Licht te geven aan hen die in duisternis leven; om Liefde te geven
aan degenen die het koud hebben; om Heiligheid te geven aan hen die in zonde
leven; om Goddelijke zoetheid te geven aan hen die zich verbitterd voelen. Deze
handelingen zijn echte kinderen van Mijn Goddelijke FIAT ze stoppen nooit. Ze
blijven dwalen, zelfs eeuwenlang, indien nodig, om het goede te geven dat ze
bezitten. En aangezien ze bezield en bewapend zijn door de Goddelijke Kracht,
kunnen ze zeggen: We kunnen alles doen, omdat een almachtige Goddelijke Wil
ons het leven heeft geschonken.
V 35-25/10/1937: Jezus: Eén handeling, één
ademhaling, één beweging in Mijn Wil bevat zoveel waarde dat Ik Hemel en aarde
kan kopen - alles wat men maar kan wensen. Moge daarom Mijn Wil, en alleen Mijn Wil, jouw leven en jouw alles zijn.
V 35-31/10/1937: Jezus: Eén handeling van Mijn Wil in de mens bevat zoveel
Kracht, Genade, Liefde en Heiligheid dat, als Mijn Wil geen mirakels zou bewerken,
de mens het niet zou kunnen bevatten, omdat het een oneindige handeling
is, en een mens die beperkt is, kan het niet allemaal omvatten. Luister naar
waar Mijn Liefde reikt: terwijl de mens zichzelf ter beschikking stelt en Mijn Wil
in haar handeling roept, werkt Mijn Goddelijke Wil. Bij het handelen roept het Zijn
oneindigheid op, Zijn eeuwige leven, Zijn kracht, die Zichzelf boven alles
oplegt; Zijn Onmetelijkheid die iedereen en alles oproept en omarmt... Niemand
kan terzijde worden geschoven in Zijn werking. Dan, zodra Ze alles heeft
omsloten, vormt mijn Wil Zijn werk.
Zie dan, wat een handeling in Mijn
Wil is: een oneindige Handeling, eeuwig, gewapend met Goddelijke Kracht;
immens, zodat niemand kan zeggen: Ik was er niet bij in die Handeling. Deze handelingen
kunnen niet zonder grote Goddelijke Glorie voor onze Allerhoogste Majesteit
voortbrengen, evenals een immens goed voor de mensen. Deze handelingen die
samen met de mens worden gedaan, werken zoals een God doet, en binden God en de
mens samen: God, om te geven, het schepsel, om te ontvangen. Ze zijn als
voorwendsels voor Onze Liefde, die ons vertellen: De mens gaf ons een plaats
in haar handeling; ze gaf Ons de vrijheid om te doen wat We willen. Onze
liefde dringt zich dus aan ons op om ons te laten geven wat We zijn, en om Onszelf
en onze eigen werkende Wil te eren. Onze Liefde bereikt zulke voorwendsels en
onrustige Liefde dat ze nooit zou willen dat Wij zouden stoppen met geven -
door Onze eindeloze Onmetelijkheid, Onze Almachtige Kracht, Onze Wijsheid, die
alles vervult, voor Ons te plaatsen.
Deze handelingen zijn Goddelijk; ze zijn in
staat om het paspoort voor andere wezens te vormen, om ze het Koninkrijk van Onze
Wil te laten binnengaan. Ze zullen een kind aan Ons Koninkrijk geven, zodat hoe
meer daden er zullen worden verricht in Onze Wil, hoe meer bevolkt Ons
Koninkrijk zal zijn, en al het goede zal overlopen naar degenen die de eersten
zijn geweest die Mijn Wil tot leven hebben gewekt in hun handelingen. Je moet weten dat de eerste paspoorten door Mij en
door Mijn Hemelse Moeder werden gevormd voor de eerste Kinderen van Mijn Wil.
Deze paspoorten dragen Mijn handtekening, geschreven met Mijn Bloed en met het
lijden van de Allerheiligste Maagd. Alle andere paspoorten hebben nog steeds Mijn
handtekening nodig, anders worden ze niet erkend.
V 35-12/11/1937:Jezus:Als het schepsel Mijn Goddelijke Wil de vrijheid geeft om te werken, roept
het Zijn onmetelijkheid en kracht en omvat het iedereen en alles in die
handeling. Onze Goddelijkheid ontvangt in die handeling de Liefde van elk
schepsel. We horen in die handeling de stemmen en de hartslagen van alle
harten, die tegen ons zeggen: Wij houden van U. We houden van U! Ze geeft ons
de aanbidding van iedereen en alles wat ze aan hun Schepper te danken hebben.
Ze bezielt alles, en we horen in die handeling zelfs de zon, de hemel, de
sterren - de hele schepping, die zeggen: We houden van U, we aanbidden U, we
verheerlijken U!
Daarom
ontvangen we alles van Onze Wil die in de mens werkzaam is - Onze Liefde voor
elk schepsel wordt teruggegeven en Onze Glorie is compleet. Onze Wil kan Ons
alles geven, hoewel Onze Wil de handeling van de mens gebruikt. Daarom
zegt de handeling, ingenomen door Liefde jegens degene die Onze Wil in haar
handeling liet werken: Ik geef je alles, mijn dochter. Ik zal je voor Onze
Allerhoogste Majesteit plaatsen als degene die Ons liefhad voor iedereen; die Ons
eer en aanbidding voor allen gaf; die Ons geliefd maakte, zelfs door de zon, de
Hemel... De hele Schepping harmoniseerde, en alle geschapen dingen zeiden onder
elkaar: 'Liefde, liefde voor Onze Schepper.' Daarom geef Ik je de verdienste voor alles: alles is van jou. Mijn Wil
is gewoon niet in staat of bereid om te werken, tenzij Mijn Wil alles omvat en
alles doet.
Luisa: Ik
bleef verrast en zei tegen mezelf: Is het mogelijk? Is dit allemaal echt
mogelijk?
Jezus
voegde eraan toe: Mijn dochter, wees niet verrast. Eén enkele handeling in Mijn Wil is groter dan Hemel en aarde. Zijn
onmetelijkheid kent geen grenzen; Zijn kracht kent geen limiet; Ze heeft alles
en iedereen in handen. Ze werkt met
oneindige Liefde, die Liefde voor iedereen kan geven; en nadat ze voor iedereen
heeft liefgehad - O hoeveel ervan is er nog over! Onze Liefde is perfect. Eerst
houden We van Onszelf; We beveiligen Onze belangen, Onze Glorie en Onze Liefde;
dan dalen we af in de schepselen, beminnen in hen met onze eigen Liefde, en
verheerlijken Onszelf met Onze werken. Wie denkt er niet eerst aan zichzelf?
Daarom, of Onze Wil nu in Onszelf of in de mensen werkt, moet Onze Wil eerst
aan Ons geven wat Ons toekomt en past bij Ons, voor iedereen en voor elk
afzonderlijk; dan zullen de mensen ontvangen overeenkomstig hun gezindheid.
V 35-14/12/1937: Jezus: Eén handeling in Mijn
Wil moet alles omsluiten. Het heeft de kracht en het vermogen om goed te maken
namens iedereen en om goed te doen voor iedereen; anders zou Ze niet handeling, gedaan in Mijn Wil
kunnen worden genoemd. Deze handelingen zitten vol met ongehoorde wonderen, die
ons Scheppende Werk waardig zijn.
V 35-21/12/1937:
Luisa: Mijn lieve Jezus, altijd
vriendelijk, zei: Mijn dochter, het is geen verrassing dat elke handeling
van de mens - zelfs een klein beetje Ik hou van U - gedaan in Mijn Wil en van
nature Zijn scheppend Leven bezit, tot rijpheid komt in het centrum van Zijn Goddelijk
Leven, en natuurlijk het Leven opnieuw verwerft. Alles wat in Mijn Wil
wordt gedaan, wordt in Onze eeuwige Liefde opnieuw tot stand gebracht en
verwerft de lange generatie van vele Goddelijke Levens, die uitsluitend van Ons
zijn.
V 35-24/1/1938: Jezus: Zodra de mens met haar handeling in de Goddelijke
Wil begint, wordt haar Jezus in die handeling gevormd. Mijn Leven heeft de
deugd zichzelf te vermenigvuldigen tot in het oneindige, zo vaak Ik wil.
Daarom kan deze handeling in alle waarheid zeggen: Ik ga weg en ik blijf. Ik
vertrek naar de Hemel om het zalig te verklaren, mijn huis te bereiken en aan
iedereen mijn lieve Jezus bekend te maken, die ik in mijn handeling heb
ingesloten, zodat iedereen van Hem kan genieten en van Hem houdt. Ik blijf op
aarde, als mijn leven, steun en verdediging voor al mijn broeders en zusters. Wat
is een handeling in Mijn Wil prachtig!
V 35-30/1/1938: Jezus: Mijn goede dochter, de wonderen die Mijn FIAT bewerkt
in de handeling van de mens die erin leeft zijn ongehoord. Als Mijn FIAT ziet
dat ze op het punt staat het uit te voeren, loopt Mijn FIAT om de handeling in
handen te nemen; Ze zuivert de handeling, vormt ze en bekleedt ze met Licht.
Dan kijkt ze ernaar om te zien of die handeling zijn Heiligheid en Schoonheid
kan ontvangen: als Mijn FIAT ze kan omsluiten in zijn onmetelijkheid; als ze
zijn kracht, zijn liefde in zich kan laten stromen... Als Mijn FIAT eenmaal
alles heeft gedaan - omdat er niets kan ontbreken aan Zijn handeling - kust Ze
de handeling, omhelst ze en giet Ze Zich er helemaal over uit. Met
onbeschrijfelijke plechtigheid en Liefde, spreekt Mijn FIAT Zijn almachtige
FIAT uit en schept in die handeling een ander Zelf. De Hemelen worden
allemaal aandachtig wanneer Mijn Wil op het punt staat in de handeling van de
mens te werken; ze zijn ontroerd, blijven verbaasd en in vervoering en roepen
uit: Is het mogelijk dat een God en Zijn Wil, DrieHeilig, zoveel Liefde kunnen
bereiken - in die mate dat ze Zichzelf scheppen in de handeling van de mens?
Mijn eigen FIAT gaat terug om te kijken naar
wat Ze heeft gedaan in de handeling van de mens, en Ze voelt zich verrukt -
verheugd bij het zien van Zijn nieuwe Leven. Door onbeschrijfelijke vreugde overspoelt, maakt Ze feest voor de hele Hemel,
en stort Ze overvloedig genaden over de hele aarde. Ik noem deze handelingen 'Mijn
Leven, Mijn Handeling, echo van Mijn Kracht - de wonderen van Mijn Liefde'.
Mijn dochter, maak Me gelukkig.
Dit zijn de geneugten van Mijn Schepping - de feesten van mijn Scheppende Deugd:
in staat zijn om één Mijn Levens te vormen voor elke handeling die door de mens
in de Goddelijke Wil wordt gedaan. Aanroep Mij daarom altijd in je daden, zet
Mij nooit terzijde, en Ik zal altijd nieuwe dingen in je doen - om alle volken
te verbazen. Alleen dan zal Ik de terugkeer en de glorie van de hele Schepping
hebben, wanneer Ik Hemel en aarde zal hebben gevuld met veel van Mijn nieuwe Levens.
V 35-14/2/1938: Jezus: Mijn Wil houdt nooit op.
Ze is alleen tevreden als Ze ziet dat haar handeling alles heeft vervuld; dan
draagt de handeling in Mijn Wil - als een triomf de mens mee die Ze de
vrijheid gaf om in haar handeling te handelen, het bekend te maken en door
iedereen bemind te worden. Dit zijn Onze
feesten - Onze pure geneugten van de Schepping: om Ons in de mens te kunnen
plaatsen, alsof We Onze kracht, onmetelijkheid, Liefde en Glorie naar het
oneindige wilden dupliceren, in de handeling van de mens. En het is geen wonder
- Onze Wil is overal, daarom vliegen Onze handelingen die de handelingen van de
mensen bezielen, en nemen deze handelingen hun toevlucht in Onze Wil, zelfs in
de kleinste schuilplaatsen waar mijn Wil aanwezig is. Deze handelingen
dienen Ons als een teruggave van Liefde voor de hele Schepping, als het liefste
gezelschap - als vertellers van Ons Hoogste Wezen. Daarom is Onze Liefde
uitbundig voor degene die in Onze FIAT wil leven. We zijn allemaal ogen over
haar heen - bijna spionerend - om te zien wanneer ze Ons haar handeling geeft;
om Onze Scheppende deugd erin te laten werken. Dit schepsel is voor Ons de show
van Onze Liefde - de activiteit van Onze Kracht; en ze wordt de herhaler van Ons
eigen Leven.
V 36-15/4/1938: Jezus: Zelfs als niet alle mensen Ons zouden nemen, blijven
we even geliefd en verheerlijkt, want zo is de volheid van één handeling, één
beweging in Onze Wil, zodanig dat al die mensen evenveel kleine druppels water
voor een immense oceaan blijven - zoals vele kleine vlammen voor het grote
licht van de zon.
V 36-16/6/1938: Jezus: Elke handeling die ze in de Goddelijke Wil doet, is
als een Zon die opkomt in volheid van glorie en heiligheid. Ik zoek beschutting
in deze Zonnen om te genieten en te rusten. Dan vind Ik mijn geliefde mens
helemaal ondergedompeld in deze Zonnen, ze ziet er zo prachtig uit.
V 36-16/6/1938: Jezus:In elk woord of elke handeling die in Mijn Wil
wordt gedaan, worden alle eeuwen omarmd, alle mensen zijn ingesloten en
aanwezig. Verleden en toekomst bestaan niet voor Ons en voor wie in Onze Wil
leeft.
DAG 23 : Maria's Maagdelijkheid zoals voorzegd
door Jesaja
OLVrouw van Guadalupe
Artikel: Fr. Félix López, S.H.M.
De H. Augustinus zei dat het
Nieuwe Testament verborgen is in het Oude Testament en dat het Oude Testament
wordt geopenbaard in het Nieuwe Testament. Zo weet de Kerk hoe ze de boeken van
het Oude Testament in een steeds toenemend Licht moet lezen. De openbaring van
God is progressief geweest tot haar hoogtepunt in Christus. Maar zelfs na
Christus groeit de Kerk, verlicht door de Heilige Geest, tot de volle waarheid.
Zo ontdekt de Kerk, Bruid van Christus, de inhoud van alle verlossende
waarheden die opgesloten zaten in de Schrift en de traditie van de Kerk.
Het Tweede Vaticaans Concilie
zegt: "De boeken van het Oude Testament beschrijven de heilsgeschiedenis,
waarmee de komst van Christus in de wereld langzaam werd voorbereid. Deze
vroegste documenten, zoals ze worden gelezen in de Kerk en worden begrepen in
het licht van een verdere en volledige openbaring, breng de figuur van de Vrouw,
de Moeder van de Verlosser, geleidelijk in een duidelijker daglicht."(LG, 55).
Een van de bekendste teksten is
de profetie van Emmanuel, zoals vermeld in Jesaja 7:14:"Daarom zal
de Heer zelf u een teken geven: een maagd is zwanger, zij zal spoedig een zoon
baren en hem Immanuel noemen."
De historische situatie waarin de
profeet dit orakel uitsprak, is dramatisch. De koninkrijken Israël (Efraïm) en
Syrië (Aram) hebben de oorlog verklaard aan het koninkrijk Juda, geregeerd door
Jotham, wiens opvolger Achaz zal zijn. Juda wilde geen bondgenootschap sluiten
met deze twee koninkrijken in het noorden uit angst voor het mogelijke gevaar
van een invasie van Assyrië, geregeerd door Teglat-Phalasar III. Achaz, in het
openbaar verslagen door Israël en Syrië, zocht zijn toevlucht in de
vestingwerken van de hoofdstad. Toen vroeg Achaz, in plaats van naar de Heer te
gaan en zijn wanordelijke gedrag te veranderen, hulp van Teglat-Phalasar III.
De prijs van dit bondgenootschap was een slechte actie van Achaz: hij leverde
het goud en zilver uit de tempel van Jahweh, en hij onderwiep het koninkrijk
van Juda aan Assyrië. Deze alliantie resulteerde in de scheiding van de religie
en doctrine van de ware God, vanwege religieus syncretisme dat de acceptatie
van de Assyrische religie teweegbracht.
De tekst van Jesaja 7:1-9,
beschrijft de eerste ontmoeting van Jesaja en Achaz.
Jesaja 7:1-9:In de tijd dat Achaz, de zoon van
Jotam, regeerde over Juda, trok koning Resin van Aram samen met koning Pekach
van Israël, op naar Jeruzalem. Hij belegerde de stad, maar slaagde er niet in
haar in te nemen. Toen het koningshuis van David het bericht kreeg dat Aram en Efraïm
de krachten gebundeld hadden, sloeg de koning en zijn volk de schrik om het
hart, en zij beefden als bomen in de storm. Toen zei de Heer tegen Jesaja: Ga
samen met je zoon Sear-Jasub op weg om Achaz te ontmoeten. Zeg hem: ´Houd het
hoofd koel, laat u geen schrik aanjagen door die twee smeulende stukken hout,
Resin van Aram en de zoon van Remaljahu (Pekach), hoe hoog hun woede ook
oplaait.
Aram mag dan kwaad tegen u in de zin hebben, net als
Efraïm met die zoon van Remaljahu, en zeggen: Laten we tegen Juda ten strijde
trekken, het verscheuren en overmeesteren, en dan stellen we de zoon van Tabeal
aan als koningÿ maar dit zegt God, de Heer: Het zal niet gebeuren, het zal
niet zo gaan. Immers, het hoofd van Aram is Damascus, en het hoof van Damascus
is die Resin. Nog 65 jaar en het volk van Efraïm bestaat niet meer. Het hoofd
van Efraïm is Samaria, en het hoofd van Samaria is die zoon van Remaljahu. Alleen
als jullie vertrouwen hebben, houden jullie stand.'
De Syriërs en Israëli's richtten
zich tegen Jeruzalem. De Joodse koning beeft, en met hem heel zijn volk,
vanwege de onmiddellijke dreiging van vernietiging. Jesaja moedigt koning Achaz
aan en verzekert hem dat de plannen van zijn vijanden niet zullen worden
vervuld omdat ze indruisen tegen de Goddelijke plannen. De Profeet verzekert de
koning dat de oplossing is om hulp te vragen aan God. Hij alleen kan de
continuïteit van het uitverkoren volk garanderen.
In Jesaja 7:10-13 geeft
God via de profeet een nieuwe kennisgeving aan Achaz door middel van een teken
dat de Goddelijke hulp bekrachtigt.
Jesaja 7:10-13: De Heer liet verder tegen Achaz zeggen: ´Vraag om
een teken van de Heer, uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk, hetzij
uit de hoge Hemel.' Maar Achaz antwoordde: ´Nee, ik zal geen teken vragen, ik
zal de Heer niet op de proef stellen.'
In ongeloof verwerpt de koning
het idee om een teken van Jahweh te vragen, en probeert hij zichzelf te
rechtvaardigen met hypocrisie, bewerend dat het verkeerd is om God te
verzoeken. Jesaja kondigt het Goddelijke teken aan, waarmee hij de valsheid van
de koning blootlegt.
Toen antwoordde Jesaja: ´Luister, huis van David. Is
het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? Daarom zal
de Heer u een teken geven:
Vers 14 toont de inhoud en
vervulling van het teken dat God aan de koning zal geven. Het is de directe
tussenkomst van God.
Zie, de maagd is zwanger, zij zal spoedig een zoon
baren en hem Immanuel noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat
is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen
De kern van de profetie wordt gegeven in vers
14. Als de geboren persoon, Immanuel, de Messias is, is de tekst zowel Messiaans
als Mariaal, omdat het expliciet Zijn moeder noemt, die maagd (almah) werd
genoemd. In Jesaja 9:5 worden de
titels Wonderbare Raadsman, Goddelijke held, Eeuwige Vader, Vredevorst toegepast
op Immanuel. Er staat dat "zijn
heerschappij groot is en dat er geen einde komt aan de Vrede van Davids troon
en zijn koninkrijk" Jesaja 9:6. Deze titels identificeren Immanuel
met de Messias. Zo wordt in Jesaja 11:1-4 ook over Immanuel gezegd: de "Geest van de Heer zal op hem rusten, een
geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest
van kennis en ontzag voor de Heer." Deze krachten stellen hem in staat
het Koninkrijk van waarheid en gerechtigheid te vestigen, een taak die alleen
door de Messias kan worden gedaan.
Jezus zei tot Nicodemus, een farizeeër:
De Mensenzoon moet hoog verheven worden, net zoals Mozes in de woestijn de
slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven
heeft. Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven,
opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God
heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te
vellen, maar om de wereld door Hem te redden. Over wie in Hem gelooft wordt
geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld,
omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Dit is het
oordeel: het Licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de
duisternis dan van het Licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat
het Licht; hij schuwt het Licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie
oprecht handelt zoekt het Licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is
in alles wat Hij doet.
Preek toegeschreven aan de H. Efrem (c. 306-373),
diaken in Syrië, Kerkleraar
Toen het volk morde tot God en Mozes
omdat ze geen brood en geen water hadden en het eten dat God voorzag niet meer
wilden, stuurde de Heer giftige slangen op de Israëlieten af, die hen beten, zodat
velen van hen stierven. (Numeri 21) Toen gingen ze naar Mozes, die voor hen tot
de Heer bad. De Heer beval Mozes een koperen slang te monteren op een paal, en
iedereen die gebeten was, die opkeek naar de koperen slang bleef in leven. Het
was met andere woorden om de zonde ter dood te brengen. (...) Ze moesten kijken
naar een koperen slang, omdat ze de zonde van de eerste ouders, Adam en Eva
hadden herhaald. Adam en Eva hadden allebei gezondigd door van de vrucht van de
boom te eten. De Israëlieten hadden geklaagd over het voedsel. Dit is wat de
psalm getuigt: "zij kwamen in opstand tegen God in de woestenij" (Ps
78 [77]: 17). Ook in het Paradijs was de slang de bron van ontevredenheid en
zonde. (...)
Op deze manier leerden de
kinderen van Israël dat dezelfde slang die de dood van Adam had beraamd, ook de
dood voor hen had gebracht. En daarom hing Mozes het aan de paal zodat, als ze
het zagen, de gelijkenis hen ertoe zou brengen om aan de Boom van Goed en Kwaad
te denken. Degenen die er hun ogen op richtten, werden gered, niet door de
slang, maar als gevolg van hun bekering. Ze keken naar de slang en werden aan
hun zonde herinnerd. Omdat ze gebeten waren, hadden ze berouw en werden ze
opnieuw gered. Hun bekering veranderde de woestijn in een woonplaats van God;
door berouw werd het zondige volk een Kerkelijke Gemeente en, nog beter, ze
aanbaden de voorafbeelding van het Kruis, waar later Jezus, de Redder van de
mensheid, zou op gekruisigd worden.
Overweging
Jezus is
als het Licht in onze wereld gekomen. Hoewel we van nature de voorkeur geven
aan licht boven duisternis, kan het licht ons soms zorgen baren. Licht vertoont
zoveel gebreken, zoveel gebieden in het leven dat we ze misschien liever in het
donker laten,waar ze niet kunnen worden gezien.
We
zijn tenslotte allemaal door God geschapen, naar Zijn beeld, en daarom zijn we
allen kunstwerken. De Vastentijd is een goed moment om aan onszelf te denken
als dit kunstwerk en te zien waar wat restauratiewerk nodig is.
Zoals
alle goede restaurateurs heeft God Licht nodig om Zijn werk te doen. We weten
dat in dit Licht onze onvolkomenheden zullen belicht worden. Deze onvolkomenheden
kunnen in mijn levenswandel zijn, hoe ik met de anderen omga thuis, op het werk
Hoever ben ik van Gods Wet afgedwaald Hoe is het met mijn gebed tot God
gesteld Gebruik ik de tijd om dichter bij God te komen Restauratiewerken
kosten tijd en moeite. Nu we halverwege onze Vastentocht zijn aangekomen, moeten
we eens goed nadenken waar we ons bevinden: hebben we een onwankelbaar geloof
in God, of zijn we ongelovig, of lauw in geloof.
Met het vooruitzicht
op de Waarschuwing, is het nodig dat we NU de pauzeknop van ons drukke leven
indrukken, en als de moeilijke tijden beginnen: kunnen we bij God en Zijn
Moeder terecht, of staan we er alleen voor?
Als we
zien dat we tekort geschoten zijn, kunnen we in onze zwakheid om Zijn vergeving
vragen, zodat we opnieuw in het Licht van de Heer Jezus leven en vernieuwd en
hersteld zijn voor God en onze broeders en zusters in Christus.
De H. Augustinus
leert ons: Als Christenen is het onze taak om dagelijks vorderingen te maken
in de richting van God. Onze Pelgrimstocht op aarde is een school waarin God de
enige Leraar is en ze vereist goede studenten. Op school leren we elke dag
iets. Deze dingen zijn remedies voor onze wonden en materiaal voor onze
studies. Preek 16a
De 7 smarten en vreugden van H. Jozef - Het Koord van de H. Jozef
Verborgen
schatten in het leven van de H. Jozef: het overwegen van zijn 7 smarten en vreugden
Ashley Olik – 2/5/2018
Wanneer je het gedrag van iemand die je bewondert probeert na
te volgen, is het bijzonder nuttig om na te denken over specifieke momenten in
zijn of haar leven. We zien de vruchten van deze praktijk wanneer we de
mysteries van het leven van Christus overwegen in de Rozenkrans, of wanneer we
de mysteries van het leven van Maria overwegen in de toewijding van de Zeven
Smarten.
Een andere mooie maar minder bekende praktijk is de
toewijding die de zeven krachtige momenten in het leven van de H. Jozef. Ze
ontroeren ons omdat ze zowel een verdriet als een vreugde omvatten, net als
zoveel complexe momenten in ons eigen leven.
Een
schipbreuk, een wonderbaarlijke kapitein en een nieuwe toewijding
De oorsprong van het overwegen van de zeven vreugden en
smarten de H. Jozef komt uit een wonderbaarlijke gebeurtenis waarbij twee Franciscaanse
paters betrokken waren:
´Twee paters van de Franciscaner orde voeren langs de kust
van Vlaanderen, toen een verschrikkelijke storm losbarstte, die het schip met
zijn 300 passagiers tot zinken bracht. De twee paters hadden voldoende
tegenwoordigheid van geest om een plank vast te pakken, waarop ze drie dagen
en nachten heen en weer werden geslingerd op de golven. In hun gevaar en ellendige
toestand namen ze hun toevlucht tot de H. Jozef en smeekten ze om zijn hulp.
De Heilige verscheen als een jonge man met mooie trekken, en
moedigde hen aan om zijn hulp in vertrouwen en leidde hen als hun piloot naar
een veilige haven. Zij verlangden zijn naam te kennen, opdat zij hem dankbaar
waren zoÿn grote zegen en gunst. Hij vertelde hen dat hij de H. Jozef was, en
adviseerde hen dagelijks om zeven keer het Onze Vader en Weesgegroet te bidden,
als nagedachtenis van zijn zeven smarten en zeven vreugden. Daarna verdween
hij.
De
zeven smarten en vreugden van de H. Jozef
De 1e smart en vreugde:
De verwarring van de beslissing om al dan niet te scheiden
van Maria, die zwanger is, en de
engelachtige openbaring aan Jozef van de Menswording.
H. Jozef, kuise echtgenoot van de H. Moeder van God, door het
intense verdriet waarmee uw hart
werd doorboord bij de gedachte aan een wrede scheiding van Maria, en door de
diepe vreugde die u voelde toen de
engel u het onuitsprekelijke mysterie openbaarde van de Menswording, verkrijg
voor ons van Jezus en Maria de genade om alle zorgen te overwinnen. Win voor
ons uit het Aanbiddelijke Hart van Jezus de onuitsprekelijke Vrede, waarvan Hij
de Eeuwige Bron is.
Onze Vader – Wees gegroet – Glorie zij
De 2e smart en vreugde:
De bezorgdheid om Jezus in bittere armoede geboren te zien
worden, en het ontzag om de herders
en de 3 Wijzen te zien terwijl ze het Christuskind aanbaden.
H. Jozef, pleegvader van Jezus, door het intense en bittere
verdriet dat uw hart trof toen u het
Kind Jezus in een kribbe zag liggen, en door de vreugde die u voelde toen u zag dat de Wijzen Hem herkenden en aanbaden
als hun God, verkrijg door uw gebeden dat ons hart, gezuiverd door uw
bescherming, een levende kribbe mag worden, waar de Redder van de wereld ons
eerbetoon kan ontvangen en zegenen.
Onze Vader – Wees gegroet –
Glorie zij
De 3e smart en
vreugde:
De pijn om het Bloed van Jezus te zien vergoten worden tijdens
Zijn besnijdenis, en het voorrecht
om de naam "Jezus" aan zijn kind te geven.
H. Jozef, door het intense verdriet waarmee uw hart werd doorboord bij de aanblik van het
bloed dat vloeide van het Kindje Jezus in de besnijdenis, en door de vreugde die uw ziel overspoelde bij uw
voorrecht om de Heilige en mysterieuze Naam van Jezus op te leggen, verkrijg
voor ons dat de verdiensten van dit Kostbaar Bloed op onze ziel mogen worden
toegepast, en dat de Goddelijke Naam van Jezus voor altijd in ons hart gegrift
mag worden.
Onze Vader – Wees gegroet –
Glorie zij
De 4e smart en
vreugde:
De pijn in Jozefs eigen ziel bij het horen van Simeons
profetie over het doorboorde Hart van Maria, en de zoete kennis dat Jezus redding zal brengen.
H. Jozef, door het intense verdriet toen de Simeon verklaarde dat de ziel van Maria zou worden
doorboord met een zwaard van verdriet, en
door uw vreugde toen Simeon eraan toevoegde dat het Goddelijke kind de
opstanding van velen zou zijn, verkrijg voor ons de genade om medelijden te
hebben met het verdriet van Maria en te delen in de redding die Jezus op aarde
bracht.
Onze Vader – Wees gegroet –
Glorie zij
De 5e smart en
vreugde:
De last om naar Egypte te vluchten om te ontsnappen aan
Herodes' bloedbad van de Bethlemense kinderen, en de eer om de Levende God te brengen om de Egyptische afgoden te
verpletteren.
H. Jozef, door uw intense verdriet toen u werd verteld naar Egypte te vluchten, en door uw vreugde bij het zien van de
omverwerping van de afgoden bij de komst van de Levende God, sta toe dat geen werelds
afgodsbeeld ons hart nog bezet, maar dat we helemaal toegewijd zijn, zoals
u,aan de dienst van Jezus en Maria. Mogen
we voor hen alleen leven en gelukkig sterven.
Onze Vader – Wees gegroet –
Glorie zij
De 6e smart en
vreugde:
De angst voor Herodes Archelaüs in Judea, bij zijn terugkeer
uit Egypte, en het wonder van de
vervulling van de profetie van Mozes wanneer de engel de Heilige Familie naar
Nazareth leidt.
H. Jozef, door het intense
verdriet van uw hart veroorzaakt door de vrees voor de tiran Herodes
Archelaüs en door de vreugde in het
delen van het gezelschap van Jezus en Maria in Nazareth. Verkrijg voor ons dat
we vrij zijn van alle angst, dat we kunnen genieten van de vrede van een goed
geweten en dat we in zekerheid kunnen leven, verenigd met Jezus en Maria. Laat
ons ook in het uur van onze dood het effect van uw heilzame hulp ervaren.
Onze Vader – Wees gegroet –
Glorie zij
De 7e smart en
vreugde:
De verschrikking om Jezus drie dagen lang in Jeruzalem te
verliezen, en de opluchting om Hem
in de tempel te vinden.
H. Jozef, door het bittere verdriet van het verlies van het Kind Jezus dat uw hart
verpletterde, en door de heilige vreugde
die uw ziel overspoelde toen u Jezus, uw schat terugvond bij het binnengaan van
de tempel, smeken wij u om niet toe te staan dat we onze Redder Jezus verliezen
door zonde. Maar mocht dit ongeluk ons toch treffen, sta dan toe dat we onvermoeibaar
zoeken naar Hem, net zoals u en de genade verkrijgen om Hem terug te vinden en ons
Zijn grote genade toont, vooral in het uur van de dood; zodat we dit leven
kunnen verlaten om van Zijn aanwezigheid in de Hemel te genieten, om daar voor
altijd Zijn Goddelijke Barmhartigheid, samen met u, te bezingen.
Onze Vader – Wees gegroet –
Glorie zij
Eindgebed:
O God, die in Uw onuitsprekelijke Voorzienigheid de
gezegende Jozef heeft gekozen om de Echtgenoot van Uw Allerheiligste Moeder te
zijn. De H. Jozef is een voorbeeld van geduld, doorzettingsvermogen en hoop. Wij
smeken U: wij, die de H. Jozef op aarde vereren als onze Heilige beschermer, zorg
dat we het verdienen om Hem te hebben als onze bemiddelaar in de Hemel. We
vragen U dit door onze Heer Jezus Christus, Uw Zoon, die met U leeft en heerst
in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.
Het Koord
van de H. Jozef
Het Witte Koord van de H. Jozef bestaat uit een touw uit
100% katoen: aan het ene uiteinde van de koord wordt een lus geknoopt, en dan 7
knopen. De laatste knoop op het andere uiteinde. De koord wordt om de middel
gedragen met de koord door de lus. Ze dient gezegend te worden door een
Priester. Degene die het koord draagt dient dagelijks 7 x het Onze Vader te
bidden samen met dit gebed tot de H. Jozef:
Roemrijke
H. Jozef, vader en beschermer van maagden, trouwe bewaarder, aan wie God het
Kind Jezus, de onschuld zelf, en Maria, de Maagd der maagden, toevertrouwde. Ik
bid en smeek U, door Jezus en Maria, het dubbele pand dat U zo dierbaar is, mij
van alle zonden te bevrijden, mij een zuiver hart en een rein lichaam te geven,
te zorgen dat ik Jezus en Maria standvastig dien in een volkomen zuiverheid.
Amen.
Jezus,
Maria, Jozef, ik geef U mijn hart, mijn geest en mijn leven.
Jezus,
Maria, Jozef, sta mij bij in mijn doodsstrijd.
Jezus,
Maria, Jozef, laat mij in Uw heilig gezelschap in vrede sterven.
Goede H.
Jozef, onze begeleider, bescherm ons en bescherm de H. Kerk.
De Koord van de H. Jozef is een gebruik dat in Antwerpen
ontstond, in 1657 toen een gelovige Augustijner zuster, Zr. Elisabeth die reeds
drie jaar ernstig ziek was en veel pijn had, een koord maakte en het liet
zegenen ter ere van de H. Jozef. Ze droeg het om haar middel en bad voor een
beeld van de H. Jozef. Enkele weken later was ze genezen.
De toewijding van het Wiite Koord van de H.Jozef werd op
19/9/1859 goedgekeurd door het Vaticaan en draagt ook de speciale zegen van
Paus Pius 9. (sint-jozef.nl)
Mijn zoÿn geliefde kinderen, mijn engelen maken een kroon
voor mij en ik ben onder jullie aanwezig. Onthoud altijd dat gebed je hart doet
herleven en nuttig is voor al je broeders en zusters.
Bid, in deze Vasten, in het bijzonder voor die kinderen die
Jezus beledigen met hun grof taalgebruik en allerlei brute woorden. Wees
vrijgevig voor degenen die het nodig hebben, vooral op spiritueel niveau.
Sta altijd klaar om lichamelijke behoeften te lenigen, maar
wees voor het spirituele deel, vooral in deze tijden van beledigingen aan ons
adres, bereid om dagelijks tijd uit te trekken voor ons.
Jezus lijdt veel, vooral vanwege de overtredingen die Hij
ervaart als mokerslagen; zelfs tot mij komen alleen maar vervloekingen en wrede
woorden. Jullie overtredingen komen als bliksemschichten naar de Hemel en
daarom moeten jullie gebeden talrijker worden.
Vraag en het zal worden gegeven. Jullie hebben Onze
aanwezigheid zo nodig omdat Satan jullie verleidt met elk soort aanbod. Laat je
niet door hem manipuleren. Jullie zullen alleen negativiteit en beledigingen
krijgen.
Ik ben bij jullie. Vraag me om bemiddeling voor al jullie
niet-gelovige broeders en zusters en je Vader zal in staat zijn om alle
overtredingen van zijn verwijderde kinderen te vergeven.
Mijn kinderen, bied al je lijden aan en je zal in ruil
daarvoor bekeringen en akten van berouw hebben voor jullie dierbaren. Ik ben
bereid om naar elk verzoek van jullie te luisteren en Jezus zal zondaars
vergeven. Ik zegen jullie.
Maria, Moeder van Jezus
3/3 De Allerheiligste Maria
Mijn lieve kinderen, ik wil jullie allemaal naar vreugde
brengen, maar voorlopig moet je nog steeds in je wereld leven, die onvolmaakt
en verduisterd is door Satan. Jullie geest geniet niet langer van het Licht dat
je vanuit de Hemel werd gegeven, je hebt geen zekerheden, en nog minder de
vreugde die in andere tijden je hart vulde.
Maak een "mea culpa" en dan zal de oude slang van
je wegvluchten. Alleen op deze manier kan je al het goede en mooie dat je hebt
verloren terugwinnen.
Helaas leven teveel van jullie nog steeds in duisternis
vanwege hun zonden en kunnen ze de Heilige Geest niet horen, die elke dag
verder van hen verwijderd is. Ik ervaar zoveel leed voor deze lieve kinderen
overgeleverd aan de genade van de boze geest; daarom kom ik opnieuw om jullie
hulp vragen.
Alleen met gebed en offers die je weet te brengen in
verdriet, kun je het vele verdriet van Jezus verzachten en veel straffen
verwerpen.
Bid en zorg dat anderen bidden. De Vader zou jullie
broeders en zusters in de duisternis het Licht kunnen geven die zij moeten
zoeken, door de Biecht, de vergeving van God en vrede onder jullie.
Luister naar je hart. Help me zodat ik kan bemiddelen bij
de Allerheiligste Drie-eenheid en vrijheid voor mijn kinderen kan verkrijgen
uit de klauwen van Satan. Ik weet dat ik veel vraag, maar als je me helpt,
zullen je verdiensten enorm zijn.
Jullie ongehoorzame broeders en zusters zouden van gedacht
kunnen veranderen en weer het gevoel kunnen krijgen om God, die zij beledigden
met hun veelvuldige weigering, te aanbidden en te danken.
Herdoen van handelingen en herstel in de Goddelijke Wil - 3
V 35-26/9/1937:Jezus: Daarom vormt elke handeling die de
mens in Onze Wil doet - elk woord, elk werk, elke stap - veel verschillende
harmonieën tussen haar en Ons, de een mooier dan de ander. Ze houdt Ons
constant bezig, en Onze Liefde is zodanig dat we haar van buitenaf omringen,
met al Ons werk, terwijl We haar innerlijk bekleden en al Onze handelingen
herhalen die dragers zijn geweest van het Leven, het Leven van de Koningin en
het Leven van het Woord op aarde, dat een voortdurende overvloed aan Liefde was
en Leven gaf aan allen.
V 35-3/10/1937: Jezus: Zodra
de mens Onze Wil zal bezitten, zullen al haar handelingen - klein en groot,
menselijk en spiritueel - bezield worden door Mijn Wil, om op te stijgen tussen
Hemel en aarde; de hemel, de zon, de sterren en de hele Schepping bekleden en
vervlechten. Dan zullen deze handelingen nog hoger stijgen en alle handelingen
van de Koningin van de Hemel bekleden, en zich ermee identificeren. Deze
handelingen zullen de kracht hebben om de handelingen van Onze Goddelijkheid, Onze
vreugde en zaligsprekingen en die van alle Heiligen te bekleden; en als ze
eenmaal alles in zichzelf hebben gesloten, zonder iets weg te laten, allen
zegevierend, zullen ze zich aan onze Goddelijke Majesteit presenteren en zullen
ze zich aan Ons aanbieden als complete handelingen die aan niets ontbreken.
O, wat een vreugde, wat een Glorie
voor Ons, om in deze handelingen de hemel, de zon, alle handelingen van de
Koningin van de Hemel te vinden, de liefde waarmee Zij Ons liefhad, Onze eigen
handelingen, Onze vreugden en Onze onophoudelijke Liefde!
Deze handelingen gedaan in Onze Wil,
verdubbelen voor Ons de glorie van de Schepping; verdubbelen de glorie en de Liefde
die we van de Hoogste Koningin hebben ontvangen; verdubbelen Onze glorie en de
glorie van alle Heiligen. Het is
voldoende te zeggen dat Onze Wil hierin is binnengegaan, om alles te zeggen en
alles te omvatten. Waar Onze Wil ook binnenkomt, weet ze hoe ze een storm van Liefde
en Glorie moet opwekken, en alles in zich centraliseert. Alles is tenslotte van
Onze Wil, en daarom heeft Onze Wil recht over alles.
De wonderen die deze handelingen,
gedaan in Mijn Wil, zich in de ziel vormen, zijn onuitsprekelijk. Door hen
vormt onze Goddelijke Fiat zeeën van Liefde - geen kabbelende zeeën, maar
sprekende zeeën. Ze spreken met zo'n welsprekendheid over Onze Liefde dat we
het erg graag hebben en dat we er altijd willen naar blijven luisteren.
V 35-3/10/1937: Jezus: Ons Hoogste Wezen bezit
van nature altijd een nieuwe Handeling. Daarom zullen deze handelingen,
vastgesteld voor elke mens, nieuw en onderscheiden van elkaar zijn: onderscheiden in hun Heiligheid, altijd nieuw in
hun schoonheid, de een mooier dan de ander, nieuw in hun Liefde, nieuw in kracht,
nieuw in goedheid. Dit zijn handelingen die door Ons werden gevormd en gevoed, en
daarom bezitten ze al Onze kenmerken: prachtig, verschillend in Heiligheid, Liefde
en schoonheid - elk verschillend van de ander. Ze zullen Onze orde zijn, het
type van Onze verschillende schoonheden, de vruchtbaarheid van Onze Liefde, de
harmonie van Onze wijsheid... Onze Handeling laat zien in de schepping dat al Onze
werken - allemaal - prachtig zijn. De hemel is geen zon, wind is geen zee,
bloemen zijn geen vruchten - maar ze zijn allemaal prachtig, hoewel ze van
elkaar verschillen; meer nog, ze vormen de harmonie van de verschillende
schoonheden, het ware beeld van Onze handelingen en van de mensen zelf.
V 35-12/10/1937: Jezus: Bovendien, voor elke handeling die de mens doet in Onze
Goddelijke Wil, verdubbelen we Onze Liefde voor haar. Aangezien deze Liefde
haar bekleed, brengt ze Onze Heiligheid, goedheid en wijsheid met zich mee, zo
blijft de mens verdubbeld in Heiligheid, goedheid en in de kennis van haar
Schepper. Zoals Wij van haar houden met dubbele Liefde, houdt zij van ons met
dubbele Liefde. Onze Liefde is een werkende Liefde, en aangezien ze
voortkomt uit Ons Allerhoogste Wezen om de mens lief te hebben met dubbele Liefde,
geeft het haar de genade om Ons te laten liefhebben met een steeds groter
wordende Liefde. Het is voor Ons onmogelijk om niet iets meer toe te voegen aan
een handeling die zo groots gemaakt is door Onze Wil. We kunnen zeggen dat
deze handelingen de ontvoerders zijn van Onze Liefde. Ze ontvoeren Onze Heiligheid
en vormen hun manier om Ons te leren kennen en hoeveel We van haar houden.
V 35-12/10/1937: Jezus: Als de mens Onze Wil
wil, zijn al haar handelingen als vele boodschappers tussen Hemel en aarde; ze
gaan voortdurend naar boven en naar beneden, omdat ze nu boodschappers zijn van
Vrede, van Liefde, van Glorie. Soms bevelen ze zelfs Onze Goddelijke Gerechtigheid
te stoppen, terwijl ze de toorn ervan op zich nemen. Hoeveel goeds doen deze boodschappers! Zodra We ze
voor onze Troon zien komen, herkennen We Onszelf in deze handelingen die,
vermomd door de menselijke sluiers van de handelingen van de mens, Onze eigen
Wil verbergen - maar het is altijd Onze Wil. We zijn daarom verheugd en zeggen:
Wat een kunst van Liefde heeft het! Het verbergt zich in de handelingen van de
mensen, om niet herkend te worden. Maar We kennen ze hoe dan ook, en aangezien
het Onszelf is die liefhebben, laten we deze handeling doen wat ze wil.
V 35-12/10/1937: Jezus: Daarom noemen We deze handelingen
Onze handelingen', en we erkennen ze als zodanig, hoewel de mens instemde om haar handelingen te geven als kleding om ze
te bedekken.
Herdoen van handelingen en herstel in de Goddelijke Wil - 2
V 15-16/2/1923: Luisa: Ik deed mijn gebruikelijke aanbidding voor het
kruisbeeld, mezelf volledig overgevend aan Zijn liefhebbende Wil. Terwijl ik
dat deed, voelde ik mijn lieve Jezus in mij bewegen. Jezus: Mijn
dochter, vlug, schiet op; ga Mijn Wil binnen en doe alles opnieuw wat Mijn
Mensheid deed, en doe het in de Allerhoogste Wil, zodat je je eigen daden kunt
verenigen met de Mijne en die van Mijn Moeder. Het is verordend dat als
een mens de Eeuwige Wil niet binnengaat en daardoor onze daden in drievoud
uitvoert, de Allerhoogste Wil niet naar de aarde zal neerdalen om zijn weg te
vinden onder de menselijke generaties. Het wil een entourage van
drievoudige daden om zichzelf te onthullen. Schiet dus op."
V 16-20/8/1923:Jezus: Dan is er het voorbeeld van
Mijn Moeder, de ware Heiligheid van het leven in Mijn Wil, al haar innerlijke
verduisterd in de Eeuwige Zon van de Allerhoogste Wil. Ze bleef als verborgen
in iedereen, bracht het goede zonder zich bekend te maken, als
Koningin van Heiligheid van de Heiligen en Draagster van mijn Licht aan
iedereen, en daarom van alle goeds. Meer dan de stilzwijgende zon droeg ze het
Licht zonder woord, vuur zonder geluid, het goede zonder opgemerkt te
worden. Er is geen goed dat niet van Haar voortkomt; en er is geen
mirakel dat niet voortkomt uit Haar; levend in Mijn Wil, leefde Zij verborgen
in iedereen, en was en is de oorsprong van alle goeds.
Ze was zo in vervoering van God,
zo gefixeerd en geordend in de Goddelijke Wil, dat haar hele innerlijk in de
zee van de Eeuwige Wil zwom. Ze kende het hele innerlijke van alle schepselen
en plaatste het hare daar om ze opnieuw te ordenen voor God. Het was werkelijk
het innerlijk van de mens dat meer behoefte had om herdaan te worden, meer
opnieuw geordend te worden dan het exterieure en hieraan meer aan het werk,
leek het dat ze het mindere had weggelaten, terwijl ze de oorsprong was van het
exterieur en van het innerlijke zaken. Toch leek het dat ze geen grote en
sensationele werken deed. Ze ging meer dan de zon onopgemerkt voorbij en
verborgen in de wolk van Licht van de Goddelijke Wil, zozeer dat de Heiligen
schijnbaar meer opvallende dingen deden dan Mijn eigen Moeder. Maar wat zijn de
grootste Heiligen naast Mijn Hemelse Moeder? Het zijn nauwelijks kleine
planeten vergeleken met de grote zon en als ze worden verlicht is de bron
daarvan de zon.
Maar niettegenstaande dat ze geen sensationele
dingen deed, leek ze zelfs niet zichtbaar majestueus en mooi te zijn,
nauwelijks boven de aarde vliegend, helemaal gericht op de Eeuwige Wil waar ze
zo door gefascineerd en verrukt was van liefde en vurigheid, om het van de
Hemel naar de aarde te transporteren. De
Eeuwige Wil dat de menselijke familie zo brutaal had verbannen vanuit de
Hoogste Hemel. Met haar innerlijk helemaal geordend in de Goddelijke Wil, gaf
ze de tijd geen tijd. Als ze dacht, als haar Hart klopte, als ze ademde, in
alles wat ze deed waren fascinerende banden om het Eeuwige Woord op aarde neer
te halen. En in feite (had ze) gewonnen en het grootste mirakel verricht, dat
niemand anders kan doen.
Dit is jouw taak, mijn dochter. Om Mij te
fascineren, Mij zozeer te winnen met je innerlijk, alles opnieuw geordend in de
Allerhoogste Wil, als om het vanuit de Hemel naar de aarde te transporteren,
zodat het bekend wordt en leven heeft zoals in de Hemel, alsook op aarde. Denk niet over het andere na. Voor wie het
meerdere moet doen, is het niet noodzakelijk dat ze het mindere doet, omdat ze
de ruimte krijgt en dat de anderen het mindere doen, om aan iedereen werk te
geven. Ik weet hoeveel nodig is in tijd, plaats, de persoon en wanneer Ik zelfs
externe wonderen moet bekendmaken, mijn meest grootse werken. Je zet altijd je
vlucht voort in Mijn Wil, waarbij je Hemel en aarde vult om Mij zo te
fascineren, zodanig dat je niet in staat bent om het grootste mirakel te
weerstaan dat Mijn Wil heerst temidden van de mensen.
V 17-10/6/1924: Jezus: Terwijl Ik op aarde
leefde, was er geen werk, gedachte, woord enz. van de mens dat Mijn Mensheid
niet in mijn Goddelijke Wil omsloot om alle operaties van de mensen te
dekken. Men kan zeggen dat Ik
voor elke gedachte een gedachte had, een woord voor elk woord. Het was zo voor
alles, zodat Mijn Vader volledig verheerlijkt kon worden en mensen het Licht,
het Leven, de rijkdom en de remedies konden krijgen.
Nu bestaat dit alles in Mijn Wil, en hij die
erin leeft, moet alle mensen omsluiten om al Mijn daden opnieuw te doen. In elk
daarvan zou hij een andere mooie en Goddelijke schaduw van Mijn Wil moeten
plaatsen om Mij de uitwisseling te geven van alles wat Ik deed. Alleen degenen
die in Mijn Wil leven, kunnen Mij deze ruil geven, en Ik wacht erop als een
middel om de Goddelijke Wil in verbinding te brengen met de menselijke wil en
om de menselijke wil het goeds van de Goddelijke Wil te geven die het bevat. Ik
wil dat de mens, handelend als een tussenpersoon door hetzelfde pad af te
leggen dat mijn Mensheid nam in Mijn Wil, de deur opent naar het Koninkrijk van
Mijn Wil dat werd gesloten door de menselijke wil. Daarom is je missie groot;
opoffering en veel aandacht zijn noodzakelijk.
V 18-9/11/1925 : Luisa: Ik was van plan mezelf te versmelten met de H.
Goddelijke Wil volgens mijn gebruikelijke manier en vervolgens mijn Gekruisigde
Jezus te aanbidden; maar aangezien ik meer dan eens verrast was door slaap
terwijl ik mijn daden deed in de Allerhoogste Wil (wat mij nog nooit eerder was
overkomen) en daarom het eerste niet had vervuld noch mijn aanbidding had
gepleegd, zei ik tegen mezelf: 'Ik zal eerst de Gekruisigde aanbidden en, als ik
niet door slaap overweldigd word, zal ik mijzelf versmelten met de Goddelijke
Wil om mijn gebruikelijke handelingen te verrichten.'
Maar terwijl ik dat dacht, ging
mijn lieve Jezus uit mijn binnenste. Hij legde Zijn gezicht dicht bij het
mijne. Jezus: Mijn dochter, eerst wil Ik dat je jezelf
versmelt met Mijn Wil, die voor de Allerhoogste Majesteit komt om alle
menselijke wilsuitingen op te ordenen in de Wil van hun Schepper om met
mijnzelfde Wil alle werken van de menselijke wil die tegen Mijn Wil ingaan, te
herstellen.Eén Wil ging uit van Ons om de mensen te
vergoddelijken, en Wij willen een wil in ruil daarvoor. De meest directe
belediging voor de Schepper treedt op als Onze Wil wordt afgewezen door mensen
die ervoor kiezen om hun eigen wil te doen. Ze weigeren alle goeds van de
Schepping en nemen afstand van Onze gelijkenis.
Lijkt het je weinig te zeggen
dat, terwijl je jezelf versmelt met Mijn Wil, je heel Mijn Wil in je
schoot neemt, die door Zijn vergoddelijkte Handeling een deur is naar elke
mens, en al deze handelingen van Mijn Wil samen te brengen en ze voor Mijn
Hoogste Majesteit te brengen en ze te wisselen met jouw wil en de Mijne samen?
En vind je het een kleinigheid wanneer je, terwijl je hart alle daden herdoet
die door de mensen tegengewerkt werden, je Mijn Wil neemt zodat door meer
handelingen te herhalen, de Goddelijke Wil opnieuw de mensen overneemt,
en ze deze Wil kennen en in hen ontvangen als een eerste handeling, ze deze Wil
liefhebben en deze in alles vervullen?
Wat betreft de aanbidding van
Mijn Wonden, meer dan één mens doet het; maar niemand geeft Mij opnieuw de
rechten van Mijn Wil als de belangrijkste handeling die Ik voor de mens heb
gedaan. Daarom heb ik op jou gewacht om het te doen, omdat je een bijzondere
missie hebt in verband met Mijn Wil. En als slaap je verrast terwijl je dit
doet, zal onze Hemelse Vader je liefdevol aankijken, want Hij zal Zijn
dochtertje in Zijn armen zien slapen dat, zelfs in slaap, de hele tijd in haar
schoot de handelingen van Zijn Wil houdt om ze te herstellen, om ze in liefde
te ruilen, en om elke handeling van Zijn Wil de eer, de soevereiniteit en het
recht te geven die Hem eigen is. Vervul daarom eerst je plicht; en dan, als je
kunt, zal je ook de aanbidding van Mijn Wonden doen. Altijd dank aan Jezus,
want deze nacht, heb ik beide gedaan door Zijn Goedheid.
De Waarde van één Handeling in de Goddelijke
Wil
V 35-15/8/1937: Jezus: Mijn Goddelijke Wil geeft de mens zoveel
kracht dat ze, terwijl ze haar kleinste handelingen doet, zijn Rijk voelt. Als
ze liefheeft, voelt ze het Rijk van zijn Liefde; als ze spreekt, voelt ze de
creatieve kracht ervan; als ze werkt, voelt ze het Rijk en de deugd van zijn
werken die zich overal om haar heen verdringen, die heersend in haar Wil met
haar eigen Rijk deze Wil naar elk hart brengen om ze te doen heersen in elk van
hen. Onze Wil voelt zijn eigen Rijk in de handeling van de mens, en Onze
Wil voelt zich gedwongen om te geven wat de handeling van de mens wil. Als
ze wil liefhebben, laat ze met haar daad Ons beminnen worden en verkrijgt ze
Liefde voor Ons. Als ze wil dat onze Wil regeert, met haar eigen Rijk, brengt
ze Ons tot het punt van bidden dat iedereen de Goddelijke Wil ontvangt. Een
handeling in onze Wil houdt nooit op. Het zegt Ons: Ik ben Uw handeling. U moet
me geven wat ik wil. Je kunt zeggen dat het de controle over Onze
Kracht overneemt, ze dupliceert, ze vermenigvuldigt. De mens, hoewel smekend,
vraagt niet, maar neemt alles wat haar handeling wil; temeer omdat Wij in
Onze Wil geen handeling willen die afwijkt van de Onze. Daarom laten we
over Onszelf heersen en domineren.
V 35-12/9/1937: Jezus:De kracht van één handeling in Mijn Wil lijkt
bijna ongelooflijk. Terwijl je iedereen riep, voelde Ik me geliefd door
iedereen; en aangezien je een vrije wil hebt - die verdienste waard is -
terwijl je je handeling uitzond, ontketende Mijn Wil uit Zichzelf een grotere
liefde, glorie en geluk, waardoor iedereen zich erdoor omgeven voelde. De
Engelen en de Heiligen ontvangen een hogere glorie en geluk, en voelen zich in
ruil daarvoor meer geliefd door God; terwijl degenen op aarde meer hulp en
genade ontvangen, naargelang hun gezindheid.
Alle handelingen die in Mijn Wil
worden gedaan, ontvangen dit grote goed, omdat Mijn Wil van allen is, en
iedereen heeft recht op die handeling. Aangezien het een handeling is van een
pelgrimsziel, die de verdienste krijgt van al het goede dat ze doet, wordt die
verdienste een algemene verdienste, en ook gemeenschappelijke vreugde, liefde
en glorie. Als je wist wat het betekent om
in ruil daarvoor meer door God te worden bemind, en de vreugde en glorie die God
je kan geven, o, hoeveel aandachtiger zou je dan zijn! De Engelen en de Heiligen,
die het kennen, verlangen naar je roeping om dit grote goed te hebben. En als
je ze niet aanroept, zeggen ze bezorgd: Aanroept ze ons vandaag niet? Daarom,
hoewel je op aarde bent, gaat je verdienste naar de Hemel om nieuwe liefde en
nieuw geluk te geven aan de Hemelse bewoners.