DAG 23 : Maria's Maagdelijkheid zoals voorzegd
door Jesaja

OLVrouw van Guadalupe
Artikel: Fr. Félix López, S.H.M.
De H. Augustinus zei dat het
Nieuwe Testament verborgen is in het Oude Testament en dat het Oude Testament
wordt geopenbaard in het Nieuwe Testament. Zo weet de Kerk hoe ze de boeken van
het Oude Testament in een steeds toenemend Licht moet lezen. De openbaring van
God is progressief geweest tot haar hoogtepunt in Christus. Maar zelfs na
Christus groeit de Kerk, verlicht door de Heilige Geest, tot de volle waarheid.
Zo ontdekt de Kerk, Bruid van Christus, de inhoud van alle verlossende
waarheden die opgesloten zaten in de Schrift en de traditie van de Kerk.
Het Tweede Vaticaans Concilie
zegt: "De boeken van het Oude Testament beschrijven de heilsgeschiedenis,
waarmee de komst van Christus in de wereld langzaam werd voorbereid. Deze
vroegste documenten, zoals ze worden gelezen in de Kerk en worden begrepen in
het licht van een verdere en volledige openbaring, breng de figuur van de Vrouw,
de Moeder van de Verlosser, geleidelijk in een duidelijker daglicht."(LG, 55).
Een van de bekendste teksten is
de profetie van Emmanuel, zoals vermeld in Jesaja 7:14: "Daarom zal
de Heer zelf u een teken geven: een maagd is zwanger, zij zal spoedig een zoon
baren en hem Immanuel noemen."


De historische situatie waarin de
profeet dit orakel uitsprak, is dramatisch. De koninkrijken Israël (Efraïm) en
Syrië (Aram) hebben de oorlog verklaard aan het koninkrijk Juda, geregeerd door
Jotham, wiens opvolger Achaz zal zijn. Juda wilde geen bondgenootschap sluiten
met deze twee koninkrijken in het noorden uit angst voor het mogelijke gevaar
van een invasie van Assyrië, geregeerd door Teglat-Phalasar III. Achaz, in het
openbaar verslagen door Israël en Syrië, zocht zijn toevlucht in de
vestingwerken van de hoofdstad. Toen vroeg Achaz, in plaats van naar de Heer te
gaan en zijn wanordelijke gedrag te veranderen, hulp van Teglat-Phalasar III.
De prijs van dit bondgenootschap was een slechte actie van Achaz: hij leverde
het goud en zilver uit de tempel van Jahweh, en hij onderwiep het koninkrijk
van Juda aan Assyrië. Deze alliantie resulteerde in de scheiding van de religie
en doctrine van de ware God, vanwege religieus syncretisme dat de acceptatie
van de Assyrische religie teweegbracht.
De tekst van Jesaja 7:1-9,
beschrijft de eerste ontmoeting van Jesaja en Achaz.
Jesaja 7:1-9: In de tijd dat Achaz, de zoon van
Jotam, regeerde over Juda, trok koning Resin van Aram samen met koning Pekach
van Israël, op naar Jeruzalem. Hij belegerde de stad, maar slaagde er niet in
haar in te nemen. Toen het koningshuis van David het bericht kreeg dat Aram en Efraïm
de krachten gebundeld hadden, sloeg de koning en zijn volk de schrik om het
hart, en zij beefden als bomen in de storm. Toen zei de Heer tegen Jesaja: Ga
samen met je zoon Sear-Jasub op weg om Achaz te ontmoeten. Zeg hem: ´Houd het
hoofd koel, laat u geen schrik aanjagen door die twee smeulende stukken hout,
Resin van Aram en de zoon van Remaljahu (Pekach), hoe hoog hun woede ook
oplaait.
Aram mag dan kwaad tegen u in de zin hebben, net als
Efraïm met die zoon van Remaljahu, en zeggen: Laten we tegen Juda ten strijde
trekken, het verscheuren en overmeesteren, en dan stellen we de zoon van Tabeal
aan als koningÿ maar dit zegt God, de Heer: Het zal niet gebeuren, het zal
niet zo gaan. Immers, het hoofd van Aram is Damascus, en het hoof van Damascus
is die Resin. Nog 65 jaar en het volk van Efraïm bestaat niet meer. Het hoofd
van Efraïm is Samaria, en het hoofd van Samaria is die zoon van Remaljahu. Alleen
als jullie vertrouwen hebben, houden jullie stand.'
De Syriërs en Israëli's richtten
zich tegen Jeruzalem. De Joodse koning beeft, en met hem heel zijn volk,
vanwege de onmiddellijke dreiging van vernietiging. Jesaja moedigt koning Achaz
aan en verzekert hem dat de plannen van zijn vijanden niet zullen worden
vervuld omdat ze indruisen tegen de Goddelijke plannen. De Profeet verzekert de
koning dat de oplossing is om hulp te vragen aan God. Hij alleen kan de
continuïteit van het uitverkoren volk garanderen.
In Jesaja 7:10-13 geeft
God via de profeet een nieuwe kennisgeving aan Achaz door middel van een teken
dat de Goddelijke hulp bekrachtigt.
Jesaja 7:10-13: De Heer liet verder tegen Achaz zeggen: ´Vraag om
een teken van de Heer, uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk, hetzij
uit de hoge Hemel.' Maar Achaz antwoordde: ´Nee, ik zal geen teken vragen, ik
zal de Heer niet op de proef stellen.'
In ongeloof verwerpt de koning
het idee om een teken van Jahweh te vragen, en probeert hij zichzelf te
rechtvaardigen met hypocrisie, bewerend dat het verkeerd is om God te
verzoeken. Jesaja kondigt het Goddelijke teken aan, waarmee hij de valsheid van
de koning blootlegt.
Toen antwoordde Jesaja: ´Luister, huis van David. Is
het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? Daarom zal
de Heer u een teken geven:
Vers 14 toont de inhoud en
vervulling van het teken dat God aan de koning zal geven. Het is de directe
tussenkomst van God.
Zie, de maagd is zwanger, zij zal spoedig een zoon
baren en hem Immanuel noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat
is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen
De kern van de profetie wordt gegeven in vers
14. Als de geboren persoon, Immanuel, de Messias is, is de tekst zowel Messiaans
als Mariaal, omdat het expliciet Zijn moeder noemt, die maagd (almah) werd
genoemd. In Jesaja 9:5 worden de
titels Wonderbare Raadsman, Goddelijke held, Eeuwige Vader, Vredevorst toegepast
op Immanuel. Er staat dat "zijn
heerschappij groot is en dat er geen einde komt aan de Vrede van Davids troon
en zijn koninkrijk" Jesaja 9:6. Deze titels identificeren Immanuel
met de Messias. Zo wordt in Jesaja 11:1-4 ook over Immanuel gezegd: de "Geest van de Heer zal op hem rusten, een
geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest
van kennis en ontzag voor de Heer." Deze krachten stellen hem in staat
het Koninkrijk van waarheid en gerechtigheid te vestigen, een taak die alleen
door de Messias kan worden gedaan.
Gebed van toewijding
|