Vastentijd 2021
16/3 Evangelie
volgens H. Johannes 5:1-16
Daarna was er een Joods feest, en
Jezus ging naar Jeruzalem. In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een bad met vijf
zuilengangen dat in het Hebreeuws Betzata heet. Daar lag een groot aantal
zieken, blinden, kreupelen en misvormden. Er was ook iemand bij die al 38 jaar
ziek was. Jezus zal hem liggen; hij wist hoe lang hij al ziek was en zei tegen
hem: Wilt u gezond worden?' De zieke antwoordde: Heer, als het water gaat
bewegen is er niemand om mij erin te helpen; ik probeer het wel, maar altijd is
een ander al voor mij in het water.' Jezus zei: Sta op, pak uw mat op en
loop.' En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Nu was
het die dag sabbat.
De Joden zeiden dan ook tegen de man
die genezen was: Het is sabbat, het is niet toegestaan een slaapmat te
dragen!ÿ Maar hij zie tegen hen: Degene die mij genezen heeft, zei tegen mij:
´Pak uw mat op en loop.' Wie zei dat tegen u?' vroegen ze. Maar de man die
genezen was kon niet zeggen wie het was, want Jezus was al verdwenen omdat daar
zoveel mensen waren. Later kwam Jezus hem tegen in de tempel en toen zei Hij
tegen hem: U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u iets ergers
overkomen.' De man ging aan de Joden vertellen dat het Jezus was die hem gezond
gemaakt had. Het was omdat Jezus zulke dingen deed op sabbat, dat de Joden
tegen Hem optraden.
H. Romanos Melodos (?-c 560), Byzantijns
geestelijke en dichter. Romanos wordt
beschouwd als de grootste dichter van de Griekse middeleeuwen. Hij schreef meer
dan 1000 kontakions (kerkelijke hymnen) waarvan er ruim 80 bewaard zijn
gebleven.
De pasgedoopten, kinderen van de
doopvont, en wij allen die komen om het Licht te ontvangen, roepen in
dankzegging tot U, O Christus, Onze God: 'U hebt ons verlicht met het Licht van
Uw aangezicht, U hebt ons bekleed met het kleed dat bij Uw Bruiloft past (Ps
4:7; Matt 22:11). Glorie aan U, Glorie aan U, want zo was Uw genadige Wil.'
Wie zal vertellen, wie toont aan
Adam, de eerste geschapen mens, de schoonheid, pracht en waardigheid van Zijn
kinderen? En wie zal ook aan de arme Eva bekendmaken dat haar nakomelingen Koningen
zijn geworden, bekleed met een glorierijk gewaad, en dat zij Hem glorierijk
verheerlijken die hen heeft verheerlijkt, allemaal stralend door hun lichaam,
hun ziel, hun kleding? (
) En wie heeft ze doen verrijzen? Zeker onze Verrijzenis.
Glorie aan U, Glorie aan U, want zo was Uw welbehagen (...)
Hoe stralend bent u, O Adam (
)
Uw Vijand, die u ziet, krimpt ineen en roept: ´Wie is dit dat ik zie? Ik ken
hem niet. Het stof is vernieuwd (Gen 2:7), de as vergoddelijkt. De arme en
ellendige mens is uitgenodigd, hij heeft een bad genomen en is binnengekomen om
aan tafel te zitten. Hij ging op het feest binnen en heeft het lef gehad om te
eten, de brutaliteit om Degene te drinken die Hem geschapen heeft. En wie heeft
het hem gegeven? Zeker onze Verrijzenis. Glorie aan u, glorie aan u,
want dat was uw welbehagen.
´Zijn vroegere zonden herinnert
hij zich niet, van zijn oorspronkelijke wonden vertoont hij niet het minste
litteken. Wat betreft zijn lange jaren van verlamming, heeft hij ze allemaal in
het bad laten vallen als de kreupele van vanouds en draagt nu zijn bed niet
langer op zijn schouders, maar in werkelijkheid neemt hij het kruis op zich van
Hem die medelijden met hem had en die ik had verloren. In vroegere tijden waste
de Vriend van de mens (Wijsh 1:6) vaak veel mensen in het water, maar ze
blonken niet zo. De Verrijzenis heeft ze doen stralen." - Glorie aan U, Glorie
aan U, want zo was Uw welbehagen.
Zie, je bent opnieuw geschapen, O
pasgedoopte! Zie je, je bent nieuw gemaakt! Buig je rug niet langer onder je
zonden. Het kruis is van jou ter ondersteuning; steun erop. Neem het mee in je
gebed, naar je tafel, naar je bed; neem het overal mee naar toe als je titel
van Glorie (...) Roep naar de demonen: "Met het kruis in mijn hand sta ik rechtop
en houd ik onze Verrijzenis stevig vast." - Glorie aan U, Glorie aan U,
want zo was Uw welbehagen.
Overweging

Je kunt je afvragen waarom Jezus
tussen deze menigte zieke mensen maar één persoon uitkiest die genezen werd, de
rest bleef ziek achter! Jezus laat hier zien dat Hij nu nog niet gekomen is om ALLE
ziekten uit de wereld te bannen, want het Messiaanse rijk was nog niet
aangebroken. Pas bij Zijn wederkomst zal er geen ziekte, geen moeite en
geen pijn meer zijn.
Later vindt hij de man die Hij
genezen had terug in de tempel. Na 38 jaar was dit weer de eerste keer dat hij
in de tempel kwam. Als verlamde mocht hij namelijk niet in de tempel komen
(Leviticus 21:17-18). Hier spreekt Jezus hem aan over zijn zondig verleden en
zegt tegen hem: U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u
iets ergers overkomen'. Jezus zegt hiermee niet dat hij verder zondeloos moet
leven, want dat kan niemand, maar wel dat hij afstand moeten nemen van die
bewuste zonde waardoor hij ziek geworden was. Hier zien we dat Jezus niet
alleen aandacht had voor zijn lichamelijke genezing, maar juist voor zijn
geestelijke genezing!
Christus stelt ieder van ons
dezelfde vraag: "Wil je echt genezen worden - vergeven worden, bevrijd worden
van zonde. De eerste essentiële stap naar vrijheid en genezing is dat we
willen veranderen. De Heer zal ons niet weigeren als we ons tot Hem
wenden en om Zijn vergeving, genade en genezing vragen. Wij moeten baden in
Zijn Bron van Levend Water. (uit: zoeklicht.nl)
|