Inhoud blog
  • Een Logee
  • Kattenschatjes
  • Het eerste zonnetje
  • De Aristocraat en de woeste Ninja
  • siesta en zo (vervolg)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Poezenstreken
    Belevenissen van 2 katten en hun tweebenige dienaar
    12-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nieuwsgierig aagje
    Vanmorgen wilde ik de kattebak leegmaken. Gisteren had ik dat bewust niet
    gedaan, ik hoopte dat haar eigen geur haar een beetje zou helpen om zich thuis
    te voelen. Dus ik met een plastic zakje de woonkamer in, vond Sir William dat
    het toch nog eens tijd was om poolshoogte te komen nemen. Ik heb mij dus
    braafjes op de zetel gezet om de ontwikkelingen te volgen.
    Hij roept, zij antwoordt, en op een bepaald moment was het even een
    tweestemmig duet. Maar daar bleef het bij, en SW haal zijn schouders op en
    draaide zich om. Hij heeft het ondertussen zowat gehad met moeilijke meisjes. En
    wat vond hij daar, voor de keukendeur, aha dat was interessant, eten! Hij begon
    dus doodgemoedereerd haar brokjes op te eten. Krakkerdekrak, je kent dat geluid
    wel.
    Komt daar ineens een klein zwart mormeltje vanachter de zetel. Ze ziet mij
    zitten, twijfelt even, maar besluit dan simpelweg dat ik er niet toe doe. Ze
    kijkt en kijkt naar die andere kat, waarop ze soms ook roept als ze alleen in de
    woonkamer is. En als ze zo roept en ik ga kijken dan is ze daar niet tevreden
    mee. Misschien hoopt ze haar oude vriendjes, mens of kat, te zien verschijnen,
    of ze is enkel geïnteresseerd in SW en niet in mij.
    Hoedanook, ze sluipt tot halverwege de living en kijkt en staart, maar Sir
    William eet onverstoorbaar door, krakkerdekrak, hij heeft absoluut niks in de
    gaten. Ze kijkt nog even om naar mij, maar belsuit wederom dat ik niet terzake
    doe, en ze maakt een omtrekkende beweging, sluipt van de zetel naar de stoel
    naast de piano, en begint van daaruit weer intens te staren. Zo intens dat het
    gekraak ophoudt, het zwart-witte katerhoofdje draait, en ze elkaar aankijken. Ik
    houd mijn hart vast en smeek hem in stilte niet in zijn enthousiaste galop te
    schieten.
    Hij heft een poot op, zet die neer, heft een andere, zet die neer, en zo
    gaat hij, heel traag en behoedzaam, naar haar toe. Zij blijft zitten, laat hem
    naderen tot ze het dicht genoeg vindt, en laat dat dan merken met een stevige
    blaas en een sonore grom (het blijft me verbazen dat dat uit zo'n klein lijfje
    komt). Hij houdt in, zij loopt weg, en hij blijft ter plekke, snuffelt uitvoerig
    aan het plekje waar zij zojuist zat, en wordt, terwijl hij dat doet,
    gadegeslagen door het zwarte hummeltje.  Na anderhalve minuut geursnuiverij
    vindt hij de tijd rijp voor een tweede toenaderingspoging. Hij loopt iets minder
    behoedzaam op haar af, zij blaast (ik zie haar op dat moment niet, maar het
    klinkt als een uit de kluiten gewassen blaasbalg, 't is geen minne, dat zwart
    spookje). Hij draait zich om, kijkt naar mij en als hij zou kunnen praten zou
    hij zeggen: "maak dat die deur open is dat ik het hier afbol want ik heb het
    helemaal gehad met die moeilijke madammen."
    En het is die houding van hem die mij doet vermoeden dat het wel in orde
    zal komen. Zij is duidelijk nieuwsgierig naar hem, zo nieuwsgierig dat ze mijn
    aanwezigheid er gewoon bijneemt, zich midden in de ruimte te kijk zet, omdat ze
    hem wil benaderen. Hij wil wel, maar hoeft niet meer zo nodig, en als het
    geblaas begint is het voor hem welletjes (hij draagt nog genoeg halfgeheelde
    krabbels om te weten wat daarna kan komen, dus hij wandelt daar liever gewoon
    van weg).
    Dus ik ben optimistisch gestemd. En toch ook ongeduldig, ik wil dat kleine
    lieverdje zo graag strelen, knuffelen, op schoot hebben......
    Maar goed, samen met Sir William oefen ik mij in de kunst van de
    zelfbeheersing .  

    12-09-2014 om 13:32 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 en een half uur...
    Zolang is het klein zwart spookje hier. En ze lijkt zowat het scenario van SW te volgen, maar dan alleen een beetje sneller. Vannacht heeft ze, vermoedelijk na grondige verkenning van haar voorlopige territorium, besloten dat "achter de zetels" haar voorlopig toevluchtsoord wordt. Maar toen ik pas geleden in de keuken was, hoorde ik een zeer bekend geluid dat ik toch niet onmiddellijk kon thuisbrengen. Tot mijn euro viel: het spelen met de muis aan het elastiekje op de kattetoren. Redelijk woest, zeker gezien haar geringe afmetingen. Het ontstaarten en uitkleden kan ze natuurlijk niet meer doen, dat heeft SW zeer grondig voor haar gedaan, maar blijkbaar is zo'n zwart plastieken ding ook best tof om mee te spelen. Toen ik even door de living moest stormde ze met haar kleine grappige lijfje richting zetel. Maar toen ik iets vergeten bleek te zijn en twee minuten later weer door de living moest, stormde ze wéér van de toren naar de zetel, dus ze heeft niet echt veel tijd nodig om te bekomen van de terrible schrik die ik haar aanjaag . En toen ik er de derde keer doorheen kwam twijfelde ze zelfs twee seconden of ze nu gewoon op de toren zou blijven zitten of toch...Ze nam het zekere voor het onzekere en stormde toch maar naar haar schuilplaats. En nu ik hier zit te tikken hoor ik weer de plastieken resten van de muis tegen de toren kletsen, dus zo heel erg vreselijk bang zal ze ondertussen niet meer zijn. Het "niks doen" werkt dus, haar gewoon helemaal zelf op haar tempo laten ontdooien en zien waar dat toe leidt. Vannamiddag is SW nog een keer komen vragen om mee de woonkamer in te mogen, en weer riep hij, antwoordde zij en was er een korte o"ntmoeting" half achter de zetel (ik zag hem nog half maar haar in het geheel niet). Ik hoorde haar wel blazen en een beetje grommen, waarop hij braafjes achteruit stapte en naar de keukendeur liep. Wijze jongen, dir Sir William. Hij zal wel iets geleerd hebben uit het gekrab en geklauw van Elvira. Hoe zou het trouwens zijn met dat klein gestreept meisje?

    11-09-2014 om 19:47 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gisteren was Elvira nog hier.....




    Ik heb een lange radiostilte laten vallen, ik weet het. Oh jawel, ik heb
    vaak gedacht dat ik de meelevers dringend op de hoogte zou moeten stellen van de
    poezebelevenissen hier in huis. Maar het is moeilijk geweest. Heel moeilijk. En
    ik heb uiteindelijk een beslissing genomen die ik een half jaar geleden
    ondenkbaar zou hebben gevonden.
    Maar het was geen leven. Niet voor Elvira,  niet voor Sir Wililiam, en
    niet voor mij.
    Elvira was altijd gespannen, altijd op haar qui-vive, en Sir William moest
    maar één snorhaar laten zien of ze schoot in haar defensiemodus, die
    uiteindelijk nogal veel op een aanvalsmodus begon te gelijken. Het manneke had
    dan ook overal putjes en krasjes, om maar niet te spreken over de diepe sporen
    op zijn neus, die nog steeds niet helemaal geheeld zijn, en die misschien wel
    een blijvend souvenir aan Elvira's gezelschap zijn.
    SW begon ook een beetje een banneling te worden. Hij had zo genoeg van haar
    gegrom en geblaas, dat hij de tuin verkoos. Hij lag uren onder de perzikboom, en
    als het regende ging hij in een mandje in de veranda liggen, waar het fris en
    vochtig is, maar wel ver genoeg weg van Elvira's domein, de kattepaal in de
    woonkamer.
    En dan was er het pis- en kakverhaal. Van stress, of het nu angst of colère
    was, daar ben ik nog steeds niet achter, piste en kakte ze in de gang, op mijn
    yogamat,  tegen de voordeur. En ze nam ook elke gelegenheid te baat om te
    proberen langs de voordeur de straat op te vluchten.
    Tegen die voordeur ligt nu een in azijn gedrenkte doek, in een zoveelste
    poging de pisgeur uit het hout te krijgen.
    Het pis- en kak kuisen, het voortdurende gebries en gekrakeel, het vraagt
    zoveel energie dat het niet vol te houden is. En dus heb ik, ook toen ik op reis
    was, de situatie van veraf en dichtbij, langs boven en langs onder, enfin, langs
    alle kanten bekeken. Ik heb geluisterd naar de verslagen van de katsitters, en
    geconcludeerd dat er maar één oplossing  overbleef waar iedereen wel bij
    zou varen: Elvira herplaatsen.
    Nu is dat rap gezegd, maar...
     
    Tja, natuurlijk mis ik dat meiske. Floddermie, aandachtzoeker, speelse
    Trien (enfin, met mensen spelen he, naar benen springen, in vingers happen).
    Gretige eter, trappelaarster die nooit teveel gepakt kon worden. Zalig, zo'n
    katje. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze goed terecht komt, bij iemand
    die haar alle aandacht geeft die ze nodig heeft. Maar daar vertrouw ik op. De
    bezielster van de organisatie waar ik mijn katjes vandaan haal wil alleen maar
    het beste voor de poezebeesten. Ze begreep ook meteen waar ik het over had, toen
    ik haar belde, en ook al wordt Elvira nu eerst weer ergens tijdelijk geplaatst,
    het zal wel goed komen.
    Ondertussen is hier een klein zwart meiske binnengekomen. Pikzwart, met
    hazelnootbruine oogjes. Geboren als wild katje in een kelder, die uiteindelijk
    toegang gaf tot een huis waar een dame met een groot hart voor poezen woont. Dus
    is hazelnootje daar opgevangen, een beetje tam geworden, gesteriliseerd,
    gechipt, en gekaraktiseerd als woeste speelvogel die niet bang is voor andere,
    zelfs grotere, katten. Dus hoop ik nu het beste, met een bang hart. Maar er zijn
    voortekenen: de dame die het pikzwarte meiske vond en bracht, heet Jozefien. En
    het zwarte meiske lijkt Maurits wel. Alleen wat oogkleur betreft wijkt ze af.
    Maar die blik, recht in mijn ogen, recht in mijn ziel, het leek even of Maurits
    was teruggekeerd.
    Alleen moet het meiske nog even wennen. Van woeste speelsheid is momenteel
    niks te zien. Maar goed, wie had de eerste drie weken, toen Sir William achter
    de zetel woonde, gedacht dat hij een enthousiaste aanhankelijke aaibare
    speelvogel zou worden.
    Ze besliste gisterenavond dat ze op de kattentoren wilde, in een van de
    kubusjes, veilig beschut. Daar zat ze, en ze wilde niks. Geen eten, geen
    drinken, en liefst ook niet te veel gestreel en zo. Dat was even wennen, na
    Elvira, die vanaf dag 1 de omgeving exploreerde en op elke schoot sprong die ze
    tegenkwam. Ik moet mij dus ook heel erg inhouden, want eigenlijk wil ik wel om
    de twee minuten gaan kijken of alles goed is met dat hummeltje, of ze niet toch
    een beetje wil eten, of misschien toch even opgepakt wil worden. Misschien voelt
    ze zich wat alleen, of....
    En ik realiseer mij hoe moeilijk het voor Sir William is. Want ik houd hem
    kort nu, ik wil ten allen prijze voorkomen dat hij haar te snel afschrikt met
    zijn overweldigende enthousiasme. Nu moeten we ons alle twee inhouden .
     
    Gisterenavond is hij toch twee seconden aan mijn aandacht ontsnapt, en
    plots hoor ik een gegrom en geblaas uit dat kubusje komen, en uit angst voor een
    herhaling van het Elvira-scenario ben ik wat al te luid, ik had nog nooit tegen
    hem geroepen, en ik zag hem ineenkrimpen, alsof hij slaag verwachtte, de arme
    jongen, zijn verleden zit er nog zo ingeprent. Ik verjoeg hem uit de living, en
    hij strompelde in een keer door naar buiten, en liet zich niet meer zien. Ik ben
    nog een keer of zeven gaan roepen voor ik ging slapen, en rond 4 uur vanmorgen
    heb ik hem nog eens met mijn hoofd door het raam geroepen, ik vreesde dat ik te
    bruut was geweest, en dat hij niet meer terug zou komen.
    Ik was dus enorm blij (mijn hart maakte echt een sprongetje) toen ik
    vanmorgen het luikje hoorde. Hij was terug. Alsof er niks aan de hand was,
    hongerig naar voedsel en naar het rituele streelnummertje dat daarbij hoort.
    Maar ook nieuwsgierig naar dat nieuwe hummeltje in huis, en toen ik naar de
    keuken wilde glippen was hij mij te slim af en stoof de woonkamer in.  Het
    zwartje was van haar plekje gekomen, ze had iets gegeten, ze was in de kattebak
    geweest, en zat nu ergens verstopt. Sir William riep, en zij antwoordde. Hij
    riep weer, en zij antwoordde weer. Het kwam van achter de zetel. Hij stond klaar
    om er op af te vliegen, maar luisterde wonderwel toen ik hem zachtjes aanspoorde
    rustig te zijn. Na wat over en weer gemiauw is hij met mij mee naar de keuken
    gewandeld. Door de deur hebben ze nog een beetje met elkaar gecommuniceerd.
    Naderhand heb ik geprobeerd haar toe te spreken, maar wat ik ook doe, woorden,
    piepjes, halve miauwen, op mij antwoordt ze niet.
    Op zich geeft dat mij hoop, als die twee communiceren zit het er dik in dat
    ze met elkaar overweg gaan kunnen.
     
    Dus voorlopig is het inhouden, inhouden inhouden, dat beestje tijd geven om
    te acclimatiseren. Ik vraag me af voor wie dat het moeilijkst is, voor Sir
    William of voor mij .



    Bijlagen:
    SDC12606.JPG (309.5 KB)   

    11-09-2014 om 13:57 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donna Elvira




    Donna Elvira. Ik vraag me af welke adelstand haar het beste zou passen. Het
    is echt niet normaal hoe dat mini-meisje een Jerommeke commandeert. Ik dacht tot
    voor kort dat ze bang was, maar wat ik daarstraks zag....
     
    Maar eerst: het is ook een zorgenkindje natuurlijk. Al dat kak- en
    pis-gedoe, het leek wel alsof ik terug in het Jozefien-verhaal zat. En dat heeft
    mij ook eventjes beïnvloed. Ik was bang om naar de dierenarts te gaan, bang om
    toe te geven dat er iets aan de hand was, want op 7 maanden twee poezen moeten
    afgeven, het doet iets met je. Dus ik wilde de spoken verjagen en maakte mezelf
    wijs dat het stress was. Ze was zo bang van Sir William dat ze er diarree van
    kreeg en overal plaste behalve in de kattebak. Zelfs in de gietende regen op het
    terras. Dat was enkele dagen geleden, ik wilde haar nog bij haar schabbernak
    grabbelen omdat het echt geen weer was voor wie dan ook om buiten te gaan, het
    goot oude wijven, maar zij ging op het terras zitten, plaste en stoof dan
    sneller dan het licht weer naar binnen.
    Maar woensdag kon ik mijn ogen niet meer sluiten, ze wilde de ganse dag
    niet eten, gaf in de late namiddag ook nog eens over (op het bed natuurlijk,
    waar anders) en als top of the bill vond ik een plas voor de koelkast. Een
    bruine stinkende plas. Jozefien was helemaal terug. En toen wist ik dat ik iets
    moest ondernemen. Dus nam ik haar donderdag mee naar de dierenarts. Een geheel
    nieuwe ervaring: een kat in een transportmand op mijn fiets, en ik hoorde niks.
    geen kik. Nog niet het kleinste geluidje.  Ze vindt dat dus absoluut niet
    erg. Ik had bij wijze van spreken de ganse dag met haar kunnen rondfietsen.
    Misschien vindt ze het zelfs leuk, wie zal het zeggen. Ze vertoonde althans niet
    de minste vorm van stress, tot de dierenarts haar begon te onderzoeken, daar was
    ze hoegenaamd niet van gediend. En toen hij een spuit in haar stak krabde en
    beet ze hem, nooit gezien zoiets. Hij vond het een goed teken dat ze zich
    verzette, en stelde vast dat er vuur zat in het meiske. Jaja, Elvira was de
    juiste naam. Stel je voor dat ik haar Truusje had genoemd, het zou echt nergens
    op slaan.
    Enfin, de dame heeft een darmontsteking, zeer waarschijnlijk veroorzaakt
    door darmparasieten. Wormen dus. Ook al had ik nooit een teken van wat voor worm
    dan ook teruggevonden in haar wijdverspreide uitwerpselen, voor de dierenarts
    was het zo goed als zeker. Anti-worm, en nu zou het dus snel moeten beteren. Dat
    doet het ook, gisterenavond en vandaag heeft ze stevig gegeten, in de kattebak
    gepoept -wel nog wat platjes, maar geen plassen meer- en door het huis
    gegaloppeerd als een veulen in een groene wei vol boterbloempjes.
    Ze viel mij overal aan waar ze mij maar onverhoeds kon bespringen, ze
    waagde zelfs een bewonderenswaardige poging om vanop de grond door de
    trapspijlen naar mijn benen te springen toen ik de trap opging, de poging
    mislukte enigszins, maar het idee en de inzet waren er. Ze was ook heel
    duidelijk in haar etenseisen, storm naar het aanrecht, jump erop, en dan zo'n
    blik van "œkan-dat-nu-niet-wat-sneller-het-had hier-al-lang-moeten-staan-he". Dus
    het gaat duidelijk beter met haar, de wormen zullen in sneltempo aan het
    uitsterven zijn. (Valt zoiets trouwens onder genocide?)
    Maar dan hoorde ik plots gegrom, wat ongebruikelijk is, want het eten gaat
    doorgaans zeer goed, zij op het aanrecht, hij op de grond, ze eten en laten
    elkaar gerust. Tot vandaag dus. Ik loop de keuken in, gealarmeerd door haar
    gegrom, en verwacht iets in de zin van Sir Wiliam die op het aanrecht is
    gesprongen. Maar neen hoor, ik zie haar met haar neus tegen de zijne zitten, op
    de grond, grommend met de oren in haar nek, tot hij met zijn buik over de grond
    afdroop (van zijn eigenste etensbak he) en op een stoel onder de keukentafel
    ineengedoken ging zitten piepen. Terwijl zij smakkend zijn eten begon te
    verstouwen.
    Grr, het kleine spook.
     
    Dus aan al wie voor haar zorgt tijdens mijn afwezigheid: laat je niet
    bedotten, het is dus geen angst he, zij wil gewoon de boel dirigeren. Oh, ze
    ziet er zo lief uit, en zo hulpeloos, en ze kan je aankijken met haar grote ogen
    op een manier die je ter plekke doet smelten. Ze is ook lief he, ze geeft je
    likjes en komt tegen je aanleggen, enfin, het is een fantastisch poezelijntje.
    Maar ze is niet lief voor Sir William. 
     
    Een tijdje later gaf ik hen wat stukjes gekookte kipfilet. Da's een
    aanrader voor katjes met darmproblemen, niks vet, niks saus, en ze zijn er gek
    op: gewoon kipfilet in water gooien met een beetje bouillon (in mijn geval
    biologische vegetarische bouillon) en dat een hele tijd laten koken zodat het
    zeker door en door gaar is. En dan in stukjes trekken. Ik vries daar dan ook wat
    van in, als lekker en gezond tussendoortje, of vervangmaal.
    Maar goed, ik was dus stukjes van die kipfilet aan het trekken, en Sir
    William, die dat al kent, was die zeer gretig aan het aanpakken. Aangezien ik nu
    wist dat ze eigenlijk helemaal niet bang is, en moed genoeg heeft om hem van zijn
    etensbak te verjagen (ik kan er nog niet van over he, ze kan minstens drie keer
    in hem, waar haalt ze het boude lef vandaan) vertikte ik het om toeschietelijk
    te zijn en haar een meter verder te voederen. Foert, ze moest het maar komen
    halen op 10cm.
    En dat deed ze dus. En dat verliep ook eventjes zeer vredig, tot er
    onenigheid ontstond over een op de grond gevallen stukje kip. Sir William, de
    immer gretige, onstuimige, enthousiaste, hapte er zonder nadenken naar, terwijl
    het misschien wel ietsje dichter bij haar lag (ik had toevallig geen meetlat
    bij). En toek, zij madame, met haar elegante witte sokjespoot. En grom, en
    blaas, en nog eens toek.
    Ja, hij klopt soms ook, dat weet ik. Maar zelden als eerste. En ik vermoed
    ook dat hij eigenlijk denkt nog een kitten te zijn, ook al ziet hij er zo niet
    meer uit, met zijn kloefers van poten en zijn gespierde lijf. Dus zijn
    tikje moet volgens mij gezien worden als de aanvallen van Elvira op mijn benen.
    Speels dus, niet bedoelt om te vechten of pijn te doen.
    Meestal toch. Hij gedraagt zich op veel fronten echt als een kitten, hoe
    hij speelt met lintjes, hoe hij in rondjes loopt, achterwaartse salto's maakt,
    enfin, een kitten in een wat groot uitgevallen lijf. Argeloos, zich volledig
    smijtend. En nu heeft hij dus een nuffige barones in huis, in een kittenlijfje,
    maar zich gedragend als een bazige echtgenote die alles voor zichzelf wil. En
    die altijd koppijn heeft als hij wil spelen.
    Zucht.
     
    Bij momenten is het hilarisch, maar ik blijf te doen hebben met dat zwart
    wit bazeke. Al doet Elvira mij ook smelten. Bij wijlen.
     
    In bijlage nog enkele foto(s, Elvira net voor haar eerste dakuitstap (had
    ik toen geweten dat ze zover weg zou gaan, ik had haar bij haar nekvel
    gegrabbeld in plaats van een foto te nemen), en Sir William op de terrastafel,
    en onder zijn geliefde boom in het gras. En een -uiteraard mislukte-
    toenaderingspoging.
     
     












    08-08-2014 om 21:07 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zich wassen is een ernstige bezigheid.




    Zich wassen is een ernstige bezigheid.













    01-08-2014 om 19:06 geschreven door  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kattezorgen
    Ik weet het, ik wéét het, het is veel te lang geleden. Het is eventjes druk geweest met de voorbereiding en het vrijwilligen op het festivalletje in de buurt. Maar meer nog zat ik behoorlijk in de knoei met mijn twee kattenschatjes.  Mijn hart bloedde (en bloedt soms nog) voor die lieve enthousiaste en lang-veel-vaak gefrustreerde Sir William. Dat jongetje wil echt niet veel, hij wil enkel een vriendje, en hij is niet eens kieskeurig, elk gespot kattebeest is een potentieel vriendje voor hem. Helaas zijn alle kattebeesten hier in de buurt, Madame Elvira inbegrepen, te zwaar onder de indruk van zijn gulle enthousiasme. Hij smeekt, hij argumenteert, hij legt zich plat op zijn buik of helemaal op zijn rug, en nog zijn die koppigaards niet te vermurwen. En telkens ik dat zie breekt mijn hart. En dan komt hij af, en doet zijn verhaal. Ganse monologen steekt dat katertje af tegen mij, en hoewel ik niet alles letterlijk begrijp, snap ik de grote lijnen wel, en dan poog ik hem maar weer op te monteren met iets lekkers of met een in de buurt liggend lintje. En weer is hij dan Super Enthousiast, over dat lekkers of dat speeltje. Hij is zo'n levensblije ziel, het is echt onwaarschijnlijk. Dus ik heb een tijdje getwijfeld over Elvira. Of zij wel het juiste katje was om bij ons te wonen. De eerste 10 dagen leek ze zelf ook niet echt happy, ze lag maar ergens te liggen, en geleek in het geheel niet op een levenslustige kitten. We weten natuurlijk niks over haar, behalve dat ze gevonden is, alleen, buiten. Als ze mij kon vertellen wat ze heeft meegemaakt, zou dat waarschijnlijk al veel verduidelijken. En misschien zou ik haar dan ook beter kunnen helpen om zich op haar gemak te voelen, en om haar angst voor ons over-enthousiaste Zwart-Witje te overwinnen. Ik vermoed althans dat het angst is wat haar drijft. Het was natuurlijk erg ongelukkig dat haar eerste close encounter met SW in de kattebak plaatsvond. In de kattebak met klepje dan nog. Zij wilde zeer flink haar behoefte gaan doen, ik stond al helemaal klaar om haar te bewieroken, want ze was nog maar enkele uren hier, en toen kwam van nergens die enthousiasteling aangelopen en stak zijn katerkop door dat luikje. Zij kon niet weg, en gromde, knorde en blies. Zoals altijd kon ik hem ook toen zeer snel terugfluiten -hij is echt ongelooflijk op dat vlak: hem zachtjes roepen of heel even aanraken, al is het aan het tipje van zijn staart, en onmiddellijk trekt hij zich terug, met zo'n blik van "juist ja, ik was weer eventjes te overweldigend, sorry"- maar het kwaad was natuurlijk geschied. Of de oorzaak nu in die kattebak-ontmoeting ligt, of ze misschien al onprettige ervaringen met andere poezen had gehad voor ze bij ons terecht kwam, de situatie is onprettig voor ons alle drie, en er zit eigenlijk niet echt evolutie in. Ze kunnen behoorlijk dicht bij elkaar zijn, samen op bed (met mij ertussen) of, tijdens het eten op en onderaan het aanrecht, zonder incidenten. Maar er is een grens. Als die overschreden wordt is er gegrom, geknor en geblaas. En af en toe een boksmatch. En daaraan verandert dus niks, die grens is nog geen millimeter verlegd. Nochtans volg ik de voorschriften: laat ze elkaar zien op veilige afstand, terwijl ze spelen of eten, zodat ze elkaar associëren met prettige dingen, ik speel erg vaak met SW voor Elvira's neus, zodat ze ziet dat hij echt geen kwaad in de zin heeft. Zelf is Sir William meestentijds echt enorm, het is alsof hij helemaal begrijpt wat hij moet doen, hij houdt afstand, gaat achteruit als ze gromt, laat zich zien maar pretendeert absoluut niet in haar geïnteresseerd te zijn, komt bij mij om streeltjes als het hem te machtig wordt, maar het helpt allemaal niet. Hij doet zo erg zijn best, houdt zich zo in maar ze gaat dus niet overstag. Hij loopt rond met een krab op zijn snoet, een geschalodderd oor, en een ontelbaar aantal pikjes -van die één-nagel-wondjes- op zijn hoofdje en lijf. Zij heeft welgeteld twee kleine wondjes gehad op al die tijd:  eentje boven haar rechteroogje, dat moeilijk geneest omdat ze het korstje er telkens weer afhaalt, en een klein, ondertussen genezen, krabbetje aan haar linker heup. Dat was van zeer in het begin, toen hij zijn zachte pootjes nog niet ontdekt had. Want zelfs dat heeft hij gedaan: hij heeft geleerd te spelen met ingetrokken nageltjes, ik voel het ook als hij bij het spelen mijn been raakt, of mijn arm: hij trekt zijn klauwtjes in. Hij heeft al veel geleerd van Elvira: hij ligt nu vaak met ons op bed, dat deed hij voordien niet. Hij speelt met zachte pootjes, en het komt nog zeer zelden tot geboks. En als het dat toch doet, dan is het meestal madame die de eerste slag uitdeelt. 
    Scene: ik zit buiten op het terras met Elvira, de tweede keer dat ze buiten mag, nog enkel onder mijn toezicht. Ze zit naast mijn stoel op de tegels, hij ligt nog binnen, in de veranda, op zijn rug te kroelen en om haar aandacht te vragen. Op een bepaald moment strekt hij al rollend op zijn rug zijn voorpoten ietsje te ver uit naar het inzicht van La Donna, en lap, daar geeft ze hem een tik. Hij weet niet wat hem overkomt en loopt beteuterd weg. 
    Het gaat niet altijd zo, soms voelt ze zich echt bedreigd en zie ik haar ineenkrimpen en achteruit krabbelen, terwijl hij niet eens een dreigende houding aanneemt. Wat niet wil zeggen dat hij voor haar niet bedreigend kan overkomen. 
    De laatste dagen zie ik een beetje evolutie bij Elviertje. Niet in haar houding t.o.v. Sir William, maar wel in haar totale gedrag. Ze komt af nu, als ze me hoort. Dat kan zijn als ik opsta en zij al naar beneden gelopen was, dan komt ze terug naar boven. Als ik thuiskom toont ze blijdschap om me te zien, dan worden mijn benen aangevallen en krijg ik beetjes en likjes waar ze maar aankan. Ze begint zich blijkbaar toch een beetje thuis te voelen, is nieuwsgieriger, gaat op onderzoek, ligt al eens op een van de bovenste niveautjes van het kattenkasteel. Vandaag mocht ze nog een keer buiten, de vierde keer denk ik, en ze heeft het lage muurtje ontdekt, waar ze zich knus op installeerde. Helaas ging ze op een bepaald moment ook al op onderzoek op de hoge muur (slecht voor mijn hart) maar gelukkig kwam ze vrij snel terug. Ze viel ook de blaadjes aan die bewogen door de wind, enfin, ze deed normale kittendingen. Toen ze zich op dat lage muurtje had geïnstalleerd lag Sir William vlak onder haar in het gras, zo plat als maar kon, zielige prr-tje en mieuwtjes makend, maar het mocht alweer niet baten. Helaas had ik mijn camera niet beneden, en kon ik SW niet mee op de foto zetten. Haar heb ik vanuit het bureauraam nog net te stekken gekregen. Dat is dan weer de keerzijde: met Elvira kan ik mij dingen permitteren die eigenlijk niet kunnen met katten. Voor u verder leest: don't try this at home!! Je kan haar eventjes alleen laten in de tuin, ze gaat er niet vandoor. In tegendeel, anderhalve minuut na de foto stond ze naast me in het bureau. Ze loopt vanaf dag 1 hier rond, terwijl alle deuren open waren 's nachts, ze zou dus in theorie door de luikjes naar buiten gekund hebben, maar ze bleef die eerste dagen gewoon liggen waar je haar neerlegde, dus ik legde haar op een handdoek naast mijn hoofdkussen, en daar lag ze 's morgens nog. Pas na enkele nachten ging ze 's nachts al eens naar de kattebak, en knabbelde ze bij terugkeer een brokje. Verder ging ze niet. Ook nu nog volstaat het de buitendeur toe te houden om haar te beletten de tuin in te gaan. Ze schijnt de kattenluikjes gewoon niet op te merken. Zelfs als ze ontsnapt -grr, wat haat ik dat!-  blijft ze rustig. Sir William woont vijf maanden hier, en hij is nog nooit langs de voordeur buiten geglipt. Ah neen, ik ben super alert in de gang, kijk vijf keer rond vooraleer ik de deur openmaak. Edoch: Donna Elvira heeft het in minder dan drie weken al twee keer gelapt. Twee keer, dat leest u goed. De eerste keer was vorige week zondag, 27 juli. Ik was eventjes naar de poezen komen kijken tussen twee vrijwilligersshiften op het plein door. En ik moest dringend terug. Typisch is dat, zoiets gebeurt wanneer je gehaast bent. Ik kijk in de gang, ik zie niemand. Ik open de deur, en zie iets grijs gestreept voor mij wegflitsen. Waar ze zo snel vandaan kwam, ik zou het niet kunnen zeggen. Ik panikeerde, zij niet. Ze schoot onder de geparkeerde auto voor mijn deur, en ik zag mij weer uren plat op mijn buik op straat liggen (herinnering aan Maurits, lang geleden) of bij mensen gaan bellen om in hun kelder te mogen (Jozefien heeft dat een aantal keer gelapt, ze schrok van een passerende auto en dook het eerste het beste keldergat in waar ze dan niet meer uit raakte). Ik heb geleerd langs de straatkant te gaan, zodat, als de ontsnapte kat van je wegloopt, ze in elk geval naar de veilige stoep loopt en niet naar de gevaarlijke straat. Maar zelfs plat op mijn buik zag ik geen Elvira. Ik ging dan maar voorzichtigjes terug naar het voetpad, en daar zat de dame, voor het enorme wiel (het was een hoge auto) waardoor ik haar vanaf de straatkant inderdaad niet kon zien. Ze keek naar mij, alsof ze zich afvroeg wat voor idiote dingen ik allemaal aan het doen was, liet zich zonder meer benaderen en oppakken, en ik kon haar gewoon terug binnenzetten. Ik heb nog nooit een kat geweten die zo kalm blijft op straat. De meeste katten gaan dan in een zeer alerte overlevingsmodus, schrikken van voorbijrijdende brommers en auto's, stoppen zich weg, laten zich soms uren niet vermurwen om midden onder die auto uit te komen. Zoniet Elvira. Maandagavond lapte ze het opnieuw. Ik liet iemand uit, en voor mijn bezoeker één stap buiten had kunnen zetten zat ze al naast de boom op het voetpad. Ik vermoed dat het daar zeer interessant rook, want ze snuffelde dat het een lust was.  En weer liep ze niet weg (ik ben wel met een omtrekkende beweging en heel traag en voorzichtig genaderd, weer vanaf de straatkant, zodat ze, mocht ze willen weglopen, richting huizen zou gaan). Ze gedroeg zich niet anders dan wanneer ik haar binnen zou oppakken, en liet zich gewillig weer binnenzetten. We kunnen dus concluderen dat Donna Elvira weer een zeer apart geval is, dat ze ondertussen mijn hart gestolen heeft ondanks haar uitvallen naar Sir William, en dat ik dus hoop en bid dat ze haar angst kan overwinnen, en het vriendje worden waar Sir William al zo lang op wacht.   Sir William vindt het waarschijnlijk allemaal minder erg dan ik. Hij gaat zijn gang, gaat vaak op stap, verliest zijn halsbandje, en staat dan letterlijk verzopen kat te wezen voor het bureauraam. Dat was een goede week geleden, hij was zo nat dat ik hem zelfs -zeer tegen zijn zin- heb afgedroogd, voor zover dat lukte. Wie weet hoe lang hij in de gietende regen aan dat luikje aan 't prutsen is geweest. Vanmorgen tegen zessen stond hij weer luidkeels te miauwen voor het bureauraam Hij heeft het helemaal door nu: als dat stomme luikje beneden niet open wil, ga dan je keel openzetten aan dat raam, daar wordt ze wel wakker van, en dan ben je ook knusjes binnen. Ik denk dat ik dat nog een aantal keer ga mogen doen, slaapdronken uit mijn bed klauteren en met een half oog open aan dat raam proberen te geraken om de Sir-die-zijn-halsbandje-verloor binnen te laten. Ik moet ook dringend op zoek naar leuke elastiek, om nieuwe bandjes te maken.    

    01-08-2014 om 00:00 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kattenluik, kater, vriendschap, vertrouwen, twee katten, verzopen kat,
    >> Reageer (0)
    22-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maurits
    Maurits was de tweede kat in mijn leven. Hij kwam Jozefien en mij vervoegen toen zij een jaar was. Hij zag er uit als een kitten van vier weken, maar aangezien hij zelfstandig kon eten toen hij gevonden werd, en hij al twee weken in quarantaine had gezeten, schatten we hem op ongeveer negen weken. Hij was een bijzonder spraakzame kat, vandaar het "Mau" in zijn naam. De eerste weken deed hij niet veel anders dan slapen, eten en miauwen. Hij is de enige kitten die ik ooit zag die niet geïnteresserd was in spelen. Eigenlijk was het geen wonder, hij was zo'n minigewichtje dat hij alle mogeljke energie nodig had om te groeien.
    Maar als er eten voorhanden was, ritste hij er als de bliksem naartoe, en zo kwam hij aan zijn naam: Mau-Rits.
    Hij heeft gedurende een paar maanden echte vreetkicks gehad, hij pikte al wat hij kon vinden, gekookte aardappelen (ik zie hem nog voorbijflitsen, dat volledig zwarte prutske, met zijn bek wagenwijd opengesperd en daar een gekookte aardappel in, zelf gepikt uit de pot, en volledig opgesmikkeld op een veilig plekje) rijst, brood (hij was zo vriendelijk de sneetjes netjes uit de broodzak te halen, zonder de zak te scheuren). En het eten van Jozefien natuurlijk. Hij kon drie keer in haar, maar toch overblufte hij haar, en na zijn eten te hebben binnengespeeld duwde hij haar gewoon opzij. Zij stond dan beduusd te kijken hoe hij haar eten verder opat. Het heeft een vol jaar geduurd voor ze besloot dat niet meer te pikken. Er was een vriendin op bezoek toen het gebeurde, en we zijn haast gestikt in de slappe lach: Hij komt op haar en haar etensbak af, duwt haar met zijn lijfje opzij en begint haar eten verder op te eten. Zij heft haar voorpoot en geeft hem één tik. Niet eens echt hard, met ingetrokken klauwtjes. Hij springt verschrikt opzij, spurt door het kattenluik naar buiten en begint daar gedurende 20 minuten een huilscene op te voeren. Met veel gevoel voor drama, en met veel gekijk naar mij, want ik moest volgens hem te hulp schieten om hem te troosten, terwijl ik het niet meer dan zijn verdiende loon vond, en vooral Jozefien heel erg heb geprezen om haar flinke handelwijze.

    Ach, Mauke, het was soms een dramaqueen, maar zo een lieverd. Ik kan de uren niet tellen dat hij bij mij op schoot heeft gelegen, de neusjes die hij gaf. 
    En ik blijf het een mirakel vinden dat hij uiteindelijk de ordehandhaver van de katten in de buurt werd. Sinds hij er niet meer is, wordt er hier veel meer gevochten onder het kattenvolkje, ze vinden blijkbaar geen nieuwe leider. Maurits had meestal geen fysiek gevecht nodig, hij kon met één blik een andere kater tot de orde roepen. Er waren ook mensen die vonden dat hij heel dreigend kon kijken. Ik vond dat grappig, want zo keek hij nooit naar mij.

    En plots kwam het einde. De vorige dag had de dierenarts nog gezegd dat het helemaal niet ernstig was. Maar toe ik hem de volgende morgen naar adem zag snakken kwam er een longfoto aan te pas, en een echo. Zijn longen bleken vol tumoren te zitten, hij had nog een petieterig stukje long, aan één kant, dat functioneerde. Het is een mirakel hoe hij dat zo lang verborgen heeft kunnen houden. En hoe hij bleef blinken, geen gram gewicht verloor, smakelijk at. Er was niks meer aan te doen, er was groot gevaar op stikken, en dat doe je niemand aan. Dus plots, van de ene dag op de andere, zonder aankondiging, was het exit Maurits. Definitief deze keer. Zoekacties hadden nu geen zin meer.

    Bijlagen:
    14 maart poezen 001.JPG (2.5 MB)   
    Kopie van mau geewt en wast zz 097.JPG (2.5 MB)   

    22-07-2014 om 17:32 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:kitten kat kater zwart alfakat
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoeken naar een vermiste poes

    Niet weten waar je salontijger uithangt is best een ingrijpende ervaring. En het allervervelendst is nog dat er geen goede handleiding bestaat voor deze situatie. Het is een beetje aanmodderen. Waar blijft die centrale website waarop je vermiste katten en honden kan opgeven? Een website die landelijk, zij het opgedeeld in regio’s, kan gebruikt worden door dierenartsen, asielen en particulieren. Dat zou toch een haalbare kaart moeten zijn. Maar voor het zover is moet een baasje dat zijn trouwe viervoetige vriendje mist het zelf rooien. Best lastig, dus ik poogde een aantal nuttige tips op een rijtje te zetten, aan de hand van eigen ervaringen. Als u op dit moment een poes kwijt bent, wens ik u alvast veel sterkte en help ik u hopen op een vreugdevolle reünie. 

     

    Maurits, mijn zwarte kater, is zoek geweest van donderdag 8 tot zaterdag 17 maart 2012.  Snelheid is altijd een grote troef, dus op vrijdag 9 maart heb ik in de directe omgeving flyers in elke brievenbus gestoken. Zaterdag ben ik gaan aanbellen bij elk huis dat op vrijdag een flyer in de bus had gehad.  Het persoonlijk contact versterkt de flyer, je kan de informatie mondeling uitbreiden, en als binnenkomer kan je naar de flyer verwijzen waardoor het direct duidelijk wordt waarvoor je aanbelt. De deur gaat vanzelf verder open zodra men begrijpt dat je niks komt verkopen.

    Er bestaan verschillende meningen over wat er al dan niet niet op zo’n flyer moet staan. Ik ga er van uit dat veel mensen niet echt grondig lezen, dus ik liet het bij een foto, de naam van het dier, mijn adres en gsm nummer, en de vraag om in garage, kelder, tuinhuis te kijken. Tijdens mijn huis aan huis ronde kon ik altijd nog dingen verder toelichten. Een bepaalde dierenorganisatie vond mijn flyer slecht, omdat er niet op stond of mijn kater gecastreerd was. Maar de doorsnee buurtbewoner heeft daar volgens mij geen boodschap aan. Een buurvrouw die mij belde omdat ze een zwarte kat had gezien, wist bijvoorbeeld niet eens of die kat al dan niet een halsbandje droeg.

    Laat je in elk geval niet van de wijs brengen door dergelijke commentaren, maak een keuze, zorg dat je informatie duidelijk is, en dat je een telefoonnummer of adres opgeeft.

    Leg ook wat flyers bij de bakker, de snackbar, het buurtcentrum, de kapper en elke andere plek in de buurt waar wel eens iemand over de vloer komt. Hang de informatie voor je raam, op je auto, bij je dierenarts, in de dierenspeciaalzaak enz.

    Bij de aanbelronde heb je de mogelijkheid om uit te wijden. Over specifieke kenmerken van je dier, maar vooral over het algemene verloren-katten-gedrag. Een kat op de dool gaat in overlevingsmodus. Het is mogelijk dat een buurman zijn garage doorzoekt en zweert dat er geen kat zit, terwijl ze er wel degelijk is. Maar behalve aan zijn eigen vertrouwde mens laat zo’n gestresseerd poezencreatuur zich niet zien.  Daarom heb ik verzocht of mensen wilden nadenken of de afgelopen dagen, bij de eerste lenteachtige warmte, een raam of deur een tijdje had opengestaan. Een kelderdeur, een deur van een tuinhuisje, een raam in de gang dat ‘s winters dicht blijft, dat soort dingen.  Indien ze zich dat herinnerden, vroeg ik of ze die deur of dat raam terug even wilden openzetten, maar zonder er bij te blijven, zodat het gestresseerde beest de kans zou krijgen ongezien weer te ontsnappen.

    Ik woon in een stad, in een rijtjeshuis. Als mens heb je geen toegang tot de buurtuinen, tenzij door de huizen heen. Zeer weinig mensen waren geneigd mij inderdaad door hun huis hun tuin in te laten. In huizen waar ook honden of katten woonden mocht het meestal wel.

    In het huizenblok dat gevormd wordt door de straat waarin ik woon, een parallelstraat en twee straten die daar loodrecht op staan en dus een bijna perfecte rechthoek vormen, bevinden zich een aantal parkeergarages. Dat zijn geweldige schuilplaatsen voor verloren gelopen katten. Dus op zondag besloot ik elk van die garages grondig te doorzoeken. Aangezien ik niet van iedere garage de eigenaar of uitbater kende, heb ik bij de meeste van die garages gewacht tot iemand zijn auto kwam halen of terugzetten, en gevraagd of ik binnen mocht, verwijzend naar de flyer en de huis-aan-huis ronde. Dat maakte dat er geen argwaan was, de hele buurt wist inmiddels dat ik op zoek was naar mijn vermiste kater. Ik wachtte telkens tot de auto eigenaars waren vertrokken, en het een tijdje rustig was, vooraleer ik Maurits begon te roepen.  

    Diezelfde zondag had ik ook een vriendin met hond ter hulp geroepen, maar dat was geen onverdeeld succes. De hond heeft heel erg genoten van het uitje, maar snapte niet waarom ik die lap onder haar snoet hield, en elk spoor dat ze vond eindigde bij een autoband of een parkeermeter. Niet elke hond kan dus spoorzoeken. Maar het valt te proberen, en met een iets beter speurende hond kan het tot goede resultaten leiden.

    Hoe dan ook, we kregen wel veel aandacht door madame de Mechelse Herder, en ik kon nog meer buurtbewoners vertellen dat Maurits, een zwarte kater, zoek was.

    Het leek mij bijzonder belangrijk dat Maurits wist dat ik het niet opgaf, dus ik ben de ganse tijd om de paar uur, ook ‘s nachts, uit mijn raam op de eerste verdieping zijn naam blijven roepen. Aangezien de zintuigen van onze salontijgertjes zoveel secuurder zijn afgesteld dan de onze, hoopte ik dat hij mij zou horen. Aangezien het ‘s nachts beduidend stiller is, ging ik ervanuit dat de kans dat hij mij, of ik hem, zou horen dan het grootst was.

    Ik heb hem op enkele websites gezet, met foto, en alle dierenasiels en dierenartsen in de ruime omgeving verwittigd.

    Een hele goeie tip die ik kreeg, vooral als je in een stad woont, waar je zelf niet in tuinen kan en ook niet altijd zicht hebt op hoe het er achter die hoge gevels allemaal uitziet: google earth of birdeye.com. Via deze websites kan je uitpluizen of je kat zich toegang kan hebben verschaft tot deze of gene plek. Ik ben daar vooral op zoek gegaan naar locaties waar een kat eventueel wel in kan sukkelen, maar niet meer zonder hulp uit geraakt. Af een hoge muur springen kan lukken, maar daar terug opklimmen als er echt nergens houvast is, lukt waarschijnlijk niet. Door een bouwvallig dak van een loods vallen, ok, maar zes meter naar boven klauteren om daar weer uit te raken is andere koek.

    Zoek overal, ook waar het onwaarschijnlijk lijkt.

    Maurits had woensdagavond 7 maart nog thuis “gedineerd” en keek daarna samen met mij TV. Of verplichtte mij om veel te bewegen tijdens het TV kijken, doordat ik langs zijn staart of tussen zijn oren toch genoeg beeld probeerde te zien. De nacht van woensdag op donderdag, het tijdstip van zijn verdwijning, is mijn voordeur niet open geweest. Hij kon dus in principe alleen aan de veilige kant van de huizen in het huizenblok zijn. In een tuin(huis), garage of kelder. Tenzij hij een huis of garage zou zijn binnengeraakt langs de achterzijde, en er aan de straatzijde is uitgeraakt. Dat leek mij erg onwaarschijnlijk en ik heb aanvankelijk vooral in het huizenblok gezocht.

    Maar op dag 10 van zijn verdwijning besloot ik om de zoektocht uit te breiden. Mocht een dergelijke situatie zich nogmaals voordoen, dan zou ik niet tot dag tien wachten. Eigenlijk was dat een fout. Mogelijk had ik hem enkele dagen eerder kunnen vinden. Maar goed, op dag 10 begon ik flyers te bussen in de straten in de verdere omgeving. En af en toe riep ik zijn naam. (Ja, ik werd af en toe vreemd bekeken, maar rare blikken waren op dat moment niet echt mijn bekommernis).

    Ik vond Maurits doordat hij antwoordde op mijn roep. Gek hoe je die ene miauw onmiddellijk, met absolute zekerheid herkent. Ik hoopte dat hij nogmaals zou reageren, zodat ik hem kon lokaliseren. Zijn eerste miauw verraste mij zo dat ik geen idee had waar die vandaan was gekomen. Hij stelde me niet teleur: hij antwoordde nogmaals, zodat ik wist dat ik moest oversteken, en toen zag ik hem. In een kelder.

    Maar daarmee was het niet opgelost. Hoewel hij mij herkende, en antwoordde telkens ik zijn naam riep, was hij niet van plan het me gemakkelijk te maken. Toen ik had aangebeld en uitgelegd dat mijn kater in de kelder zat, mocht ik mee. De man des huizes ging me voor de keldertrap af, de kelder in: fatale fout. Maurits vluchtte het keldergat uit en de straat over. Slecht nieuws voor het hart van een poezenmoeder. Maar ik hoorde geen gierende remmen of andere verontrustende geluiden.

    De vriendelijke man die me zijn huis binnen en zijn kelder in had gelaten, kon me nauwelijks bijhouden terwijl ik terug de trap opstormde, zijn gang door, en buiten verwoede pogingen ondernam om mijn katermanneke terug te vinden.

    Dat lukte: Maurits had zich geïnstalleerd op de parking van een metaaldraaierij die er op zaterdagnamiddag verlaten bijlag. Het gebouw staat ongeveer 25m van de straat af, het plein is op niet-werktijden leeg, maar wel omheind met een hek van twee en halve meter hoog met puntige pieken op. Erover klimmen was geen optie. De metalen omheining was bovendien voorzien van een alarm. Dat alarm laten afgaan zou de zekere vlucht van mijn poezenman betekenen.

    Aangezien de boel verlaten was reageerde er niemand toen ik op de bel drukte, en de vaste telefoon, waarvan het nummer onder de bel stond te blinken, werd evenmin opgenomen. Ik belde een vriendin, en droeg haar op het bedrijf te googelen en een gsm-nummer te zoeken. Tevergeefs.

    Wachten dus. En hopen dat Maurits zich van tussen de paletten onder het afdak van het gebouw tot aan het hek zou durven begeven. Dat werd echter bemoeilijkt door elke passerende auto, elke voetganger die vroeg: “wat zijn jullie aan het doen?”.  Toen mijn zwarte moedigaard al tot halverwege het plein was gesukkeld riep een passant enthousiast “oh, poes!”. Tja, dat leidde tot onmiddellijke terugtrekking onder het afdak tussen de paletten.

    Nog erger: passanten die mee kwamen roepen.

    De vriendelijke man die me in zijn kelder had gelaten, was de ganse tijd op de achtergrond aanwezig, en probeerde voorbijgangers zachtjes aan te sporen verder te gaan. Hij sprak zelfs een groepje zeer luidruchtige tieners aan, die aan de overkant van de straat stonden, en verzocht hen wat rustiger te zijn vanwege de bange poes.

    In de hoop het proces een beetje te versnellen, besloot ik thuis zijn lievelingseten te gaan halen, terwijl de lieve keldermeneer op post bleef. Zodat, ook als Maurits zich zou verplaatsen, ik toch nog zou weten waar hij zat. Het beestje had zich nog niet verroerd toen ik terugkeerde.

    De truc met het eten leek te werken. Uiteindelijk kwam hij steeds dichterbij, snuffelde, at een beetje, en liet zich door het hek heen strelen, maar de stap tussen de spijlen van het hek door maakte hij niet. Ik poogde hem zover te krijgen door het blikje eten langzaam op te schuiven, maar mijn slimme jongen had het door. Toen het blikje kattenvoer zover stond dat hij zijn hele hoofdje door de spijlen moest steken om te kunnen eten, stak hij resoluut een poot onder het hek door, stak die poot in het blikje en trok het met een ferme beweging terug naar zijn kant. Ik zat ondertussen op het voetpad met mijn twee benen naast elkaar voor me uit gestrekt. Zo moet ik thuis ook in de zetel zitten, zodat meneer zich comfortabel kan uitstrekken op mijn benen. Ik hoopte dat deze manier van zitten hem naar me toe zou lokken zodat hij zich op mijn schoot zou installeren. Dat heeft uiteindelijk, na een onwaarschijnlijke hoop geduld,  gewerkt.

    Het heeft zelfs drie keer gewerkt.

    Drie keer, inderdaad. Want toen hij op schoot klom en ik hem in mijn armen nam, leek alles helemaal in orde. Maar toen ik hem in de transportmand wilde steken, stribbelde hij zo furieus tegen dat ik hem moest lossen, en hij spurtte 25m ver, naar het afdak, waar hij zich opnieuw verschool tussen de paletten.

    Een dik uur later had ik hem weer in mijn armen, ik kuste hem, knuffelde hem, vertelde hem hoe blij ik was dat ik hem gezond en wel had teruggevonden. Maar hetzelfde scenario herhaalde zich: hij wilde niet in de transportmand. De kelderman hielp, maar zelfs met z’n tweeën konden we hem niet houden. Maurits ging te keer als een duivel in een wijwatervat, en we moesten hem lossen.

    Tegen die tijd was ik door en door koud van het op de grond zitten. Ik was rond de middag op flyertocht vertrokken, zonder jas, gekleed op de middagzon. Ondertussen liep het tegen zessen. De temperatuur was flink gedaald, de kelderman ging naar huis om te eten, Mau zat terug 25 meter van me vandaan tussen de paletten, onbereikbaar achter een veel te hoog hek met pinnen, en ik was zwaar gefrustreerd.

    Ik moest me even gaan opwarmen, en ik moest mijn poezenmeisje Jozefien haar medicatie toedienen, dus ik riskeerde om een halfuurtje weg te gaan. Toen ik, ingeduffeld als een poolreiziger, terug kwam, klaar om desnoods de hele nacht bij dat hek tegen mijn katertje te praten, stond hij bij het hek. Op de één of andere manier had hij die 25 meter overbrugd. Misschien omdat het rustiger was op straat, misschien omdat hij het maar niks vond dat ik was weggegaan, wie zal het zeggen. Het leek in elk geval alsof hij me stond op te wachten. Ik praatte tegen hem, hij antwoordde, en toonde mij het katteneten dat daar stond voor zwerfpoezen. Hij was zo slim geweest zich ergens te installeren waar hij eten en drinken had. Ik vermoed dat hij al enkele dagen pendelde tussen de kelder (tijdens de kantooruren, wanneer het metaalbedrijf open en de parking vol bedrijvigheid is) en de parking, waar een afdak, stapels paletten om tussen te schuilen en eten voor handen zijn. Hij heeft daar zeker geen 10 dagen gezeten, want de dame die de zwerfpoezen komt eten geven kende hem niet. En het was haar ook nog maar enkele dagen opgevallen dat er meer eten verdween.

    Bovendien kon ik later vaststellen dat zijn klauwen gerafeld en afgesleten waren, en dat zelfs de kussentjes onder zijn pootjes er als een rasp uitzagen. Hij moet dus aanvankelijk ergens hebben vastgezeten, waar hij alleen maar mits aanhoudende pogingen en veel terugglijden is uitgeraakt. Waarna hij het noorden kwijt was en zich ergens installeerde waar hij kon overleven.

     

    Dat is ook de taak van een verloren poes: overleven. Het is de taak van zijn mens om op zoek te gaan.

     

    Ik ben mij ervan bewust dat “zijn mens” wat vreemd klinkt, maar in het geval van poezen kan ik ook niet over “baasje” of “eigenaar” spreken. Wie samenleeft met een of meerdere poezen begrijpt vast wel wat ik bedoel. Een hond aanvaardt jou zonder meer als hoofd van zijn roedel. Een poes aanvaardt eventueel een portie tonijn uit de Atlantische oceaan als ze daar op dat moment zin in heeft.

    Toen ik dus ingeduffeld terugkwam, klaar om deze keer vol te houden tot k mét poes naar huis kon, zette ik mij weer op de grond. Ik probeerde rustig blijven, diep te ademen en hem door geruststellend gepraat te lokken.  Hij kwam weer. Hij lag zalig in mijn armen, maar één blik van mij naar de transportmand en hij begon alweer te wriemelen. De meneer van de kelder kwam aanlopen om te helpen, maar ik wilde geen derde keer riskeren terug naar af te gaan. Dus ik vroeg de man of hij mijn transportbak even mee naar zijn huis wilde nemen, waar ik hem later terug zou ophalen. En tegen alle geldende adviezen over kattentransport in heb ik Maurits in mijn armen naar huis gedragen. Bij momenten kneep ik hem haast fijn, want elke auto, bromfiets of haastige voorbijganger deden hem schrikken, en ik wilde hem echt niet nog een keer uit mijn handen laten ontsnappen. Ik bleef hem geruststellen, en raakte tot voor mijn deur, die ik niet zelf kon opendoen. Weggelopen poezen zijn echt één grote stressbundel, en met één arm zou ik hem nooit kunnen houden. Dus wachtte ik op voetgangers. Ik vroeg een passerende juffrouw om de huissleutel uit mijn jaszak te nemen en mijn voordeur open te doen. In een stad kijken mensen je raar aan als je zoiets vraagt. Ik legde dus uit dat ik Maurits pas had teruggevonden na een zoektocht van tien dagen, en niet wilde riskeren hem weer kwijt te raken. Daarop werd mijn verzoek, zij het schoorvoetend, ingewilligd.

    De stap over de drempel maakte van een stijf van de stress staande kater een compleet relaxte lappenpop. Hij snuffelde wat rond, krabde aan de krabpaal en liep de tuin in. Dat was mijn paniekmoment: in gedachten zag ik hem weer de tuinmuur over gaan en dagen zoek raken. Maar hij wilde blijkbaar alleen maar even kijken of er niet te veel was veranderd tijdens zijn afwezigheid.

    Honger had hij niet geleden, toch zeker de laatste dagen niet, dus de rest van de zaterdagavond lag hij super tevreden te spinnen. En ik spinde even tevreden mee.

    Er zijn cynici die zeggen dat je op flyers een beloning moet uitloven, omdat mensen anders niet zullen helpen. Ik heb gemerkt dat er enorm veel hulp kwam, zonder dat ik iets beloofd had. Maar ik vond het fijn om achteraf te laten merken dat de hulp gewaardeerd werd. En ik wilde ook laten weten dat de verloren zoon veilig was thuisgekomen. Dus bracht ik iedereen die geholpen had, hetzij door te melden dat ze een zwarte kat hadden gezien, hetzij door ongevraagd de info aan hun raam te hangen, door mij in hun tuin te laten of mij extra zoektips te bezorgen, een mini doosje pralines. Diegenen waarvan ik wist dat ze katten of honden hadden, kregen per dier het gepaste snoepje met een rode strik rond. Zo wist iedereen die op de een of andere manier had bijgedragen ook dat het verhaal een goede afloop kende.

    22-07-2014 om 17:22 geschreven door KDW  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 11/04-17/04 2016
  • 14/09-20/09 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs