Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Poezenstreken
Belevenissen van 2 katten en hun tweebenige dienaar
11-07-2014
7-7-14
7-7-14, ik had er nog niet bij stilgestaan, maar das inderdaad een hele
mooie datum. En Mauke op 13-11-13.
Ja hoor, er is veel om dankbaar voor te zijn, ik krijg veel steun, ik heb
tijdens de nacht van dinsdag op woensdag een grote genade ontvangen, ik weet
niet precies hoe dat gegaan is, de droom die ik mij herinner ging heel ergens
anders over, maar ik werd woensdag wakker met zoveel troost, alsof ik ineens al
een week verder was, en daar heeft zij op de een of andere manier de hand in
gehad. In elk
geval, plots was het alsof het verdriet al een stuk verwerkt was, ik moest niet
meer de hele dag huilen, ik werd wakker, wist dat ze er niet meer was, en toch
was het redelijk ok. Als dat haar manier van contact is, dan is dat ook weer
iets om zeer dankbaar voor te zijn.
Ik krijg zondag zelfs al een ander poesje. Das uiteraard geen vervanging
he, maar SW is zo zielig nu, hij is echt een gezelschapspoes, grootgebracht in
een groep poezen, en krijgt hier in de buurt maar niet uitgelegd dat hij
vriendjes wil zijn, de andere poezen blazen en grommen en krijsen naar hem,
terwijl hij alleen maar nabijheid wil. Daarom heb ik een kitten
gevraagd, die is zelf nog speels en zal beter overweg kunnen met zijn ongebreideld
enthousiasme. Houd dat nog efkes uit de roddelpers, want mijn ma heeft maandag
(toen ik Jozefien ging begraven) nog gezegd dat ik zeker geen tweede poes meer in
huis mocht nemen. Maar mijn hart breekt als ik dat manneke keer op keer zie
proberen en dan komt hij naar mij gelopen terwijl hij zielige geluidjes maakt.
Ik hoopte van nog even weg te kunnen dit jaar, maar hem hier alleen in huis
achter laten is sowieso geen optie. Misschien moet ik sowieso thuisblijven, dat
zal van het nieuwke afhangen, en van de band die er tussen hen zal zijn.
De laatste dagen is hij zooo lief geweest voor Fien, likjes, neusjes, we
hebben een keer elk aan een kant van haar gezeten en het was alsof we haar
allebei energie probeerden te geven. Er zijn erg mooie momenten geweest.
Het is een heel andere verwerking dan bij Mauke, het was natuurlijk ook
veel minder onverwacht. Ook het contact met haar, als dat er is, is minder
duidelijk, maar die nacht, dat was ongelooflijk. Ik was zo gesterkt ineens, daar
moet zij echt voor iets tussen zitten. Ze staat niet toe dat ik dramatiseer, dat
ik sentimenteel word bij elk ding dat ik tegenkom waar zij nog op gelegen heeft
of aan gelikt heeft of..... terwijl dat bij Mauke wel zo was.
Het is wat het is, het is mooi geweest, we hebben een zeer zeer innige band
gehad, wat communicatie betreft is Fien nog altijd nummer 1, we begrepen elkaar
door en door, ze wist hoe ze mij kon opvrolijken, ze wist precies hoever ze
mocht gaan met deugnietenstreken, als ik echt geambeteerd werd dan stopte ze, en
ook nu is het een communicatie die precies van binnenuit komt. Zonder veel
poeha, het gaat vanzelf zoals dat tussen ons ging.
En ik realiseer me dat ik nu van SW moet genieten, en binnenkort ook van
zijn vriendinnetje, want ook met hen heb ik weer een weg te gaan, een verhaal te
schrijven, en ondertussen blijven Jozefien en Maurits mijn zielenmaatjes.
Merci voor je steun en het kaarsje, dankuwel, van mij, en van haar.
Straf hoeveel leegte een katje van nog geen 3 kilo kan achterlaten. Het
huis is leeg, en ik voel me ook leeg. Ik realiseer mij nu pas wat een immens
groot deel van mijn leven zij uitmaakte. Misschien merkten anderen dat wel meer
dan ik. Ik loop hier zon beetje doelloos rond, ik moet niet meer op mijn qui
vive zijn, ik hoef me geen zorgen meer te maken, ik moet geen nieuwe dingen meer
verzinnen om klei of medicatie zo te mengen dat het wordt opgegeten. Ik moet
niet meer bedenken wat ik nog zou kunnen uitproberen om haar toch wat te laten
aankomen. Er staat nu een potje met droge brokjes, een schaaltje voor natvoer,
en een grote schaal water. Geen 4-5 bakjes voor natvoer, met een keur aan
restjes errond verspreid.
Alles draaide rond haar, en ik had het niet eens door. Ik weet wel dat ik
een maand geleden of zo overwoog of ik nog even weg zou kunnen, op dezelfde
manier dan vorig jaar: mits iemand te vinden die hier in huis inwoont, zodat de
uffra haar X aantal voedingen per dag kan krijgen. Ik begon toen te bedenken wat
ik allemaal zou moeten uitleggen aan die persoon, en stelde vast dat het
eigenlijk niet te doen was. Terwijl het bij mij allemaal zowat ongemerkt ging,
maar het is voor mij dan ook heel geleidelijk gekomen, eens dit proberen, eens
dat doen, en nog iets, en dat zo en nog eens zus en.....
En het grootste deel van de dag lag ze ergens, en wilde ze gewoon met rust
gelaten worden. Enfin, een kort woordje, een licht aaitje over haar bolletje,
dat kon nog wel, en daar werd je altijd voor beloond met een tevreden gespin.
Zelfs maandagmorgen, toen ze twee keer aan haar favoriete Aldivlootje likte,
deed ze nog die moeite. Maar toch was er zoveel om aan te denken, en als iets
op de ene manier niet lukte had ik nog wel een aantal andere manieren achter de
hand, maar begin dat allemaal maar eens uit te leggen.
Dus besloot ik maar niks vast te leggen, en zeker nergens heen te gaan
zolang de dame er nog was.
Voor SW zorgen is werkelijk geen werk, maar hem nu alleen achterlaten, dat
lijkt me ook heel erg. Ik zit te denken misschien eerst gezelschap voor hem te
vinden, en ik denk dat het een kitten moet zijn, volwassen poezen worden immers
overdonderd door zijn enthousiasme.
Hij is nog regelmatig op zoek naar Jozefien. Gisterenavond is hij zelfs in
de regen buiten naar haar op zoek geweest, hij was haar echt aan het roepen, ik
herkende de geluidjes die hij maakte als hij toenadering zocht, het is zo erg
dat ik het hem niet kan uitleggen. Dus ik denk dat ik maar heel snel op zoek ga
naar een kitten. Dat lijkt misschien cru, maar dit is zo anders dan Mauke. Na
zijn dood had ik echt wel enkele maanden nodig om een nieuwe poes te kunnen
toelaten. Maar zijn overgaan kwam dan ook als een donderslag bij heldere hemel.
Jozefientje was zichtbaar en voelbaar op, in maart dacht ik al dat ze het niet
zou halen, maar mits dat infuus heeft ze dan toch nog enkele leuke maanden
gehad. En natuurlijk hoopte ik wel, echt klaar ben je er nooit voor, maar ik
merk toch dat dit een andere verwerking is. Net doordat het afscheid beetje bij
beetje aangekondigd was. Niet dat het geen pijn doet, niet dat ik geen tranen
vergiet, maar de verlamming die er was de eerste dagen na Mauke, die is er nu
niet. Ik kan functioneren.
Vannacht heb ik ook een zielemassage gekregen. Ik weet niet hoe ik het moet
uitleggen, en de droom die ik mij herinner heeft niks, maar dan ook niks met
Jozefien te maken. Maar zij of mijn engelbewaarders hebben vannacht gezorgd dat
de scherpste snijdende pijn weg was, dat ik kon wakker worden, mij realiseren
dat Jozefien er niet meer was, en toch niet onmiddellijk in snikken uit moest
barsten. Er is mij een soort van genade verleend, heel merkbaar. Het verschil
tegenover gisteren is groot, en daar heeft zij de hand in. Hoe precies, dat kan
ik niet uitleggen.
Ik weet ondertussen ook dat niemand ooit de vervanging van iemand is. SW is
zeker niet in de plaats van Maurits gekomen, hij is een heel ander iemand, met
andere kuren en streken. Dus wie er nu ook komt, kater of kattinnetje, hij of
zij zal ook nooit de herinneringen aan Jozefien doen vervagen. En als SW
gelukkig is met het nieuwe vriendje, en het hier in huis peis en vree is, zal
zij glimlachend zien dat het goed is. Dat gevoel heb ik heel erg.
Dat neemt niet weg dat er hoe dan ook nog tranen moeten vloeien, maar zelfs
voor Maurits vloeien er af en toe nog. Dat is de keerzijde van hechte banden;
het doet verdomd pijn als ze worden doorgeknipt. Ook al zijn we in feite met
alles en iedereen verbonden, en zeker met zij die ons lief geweest zijn, toch is
dat fysiek scheiden geen pretje. Maar ik ben tegelijk ook vervuld van
dankbaarheid, voor de genade van vannacht, voor de 12 jaar innige verbondenheid
met een zeer bijzonder zieltje, voor de herinneringen aan Maurits en de 10 jaar
durende knuffelrelatie, en het contact dat ik nog met hem had na zijn
overgaan.
Iemand schreef: de grootte van je pijn is de keerzijde van de omvang van je
liefde voor haar, en dat klopt ten dele wel he, je hebt niet zoveel pijn bij een
afscheid als je niet om iemand gegeven hebt natuurlijk.
Ze laat een immense leegte na, omdat de zorg voor haar stilletjes aan zo
was opgelopen, zonder dat ik het zelf in de gaten had, dat ik er bijna continu
mee bezig was. Toen ik overwoog om dit jaar eventueel toch even op reis te gaan,
en begon te bedenken wat ik dan allemaal zou moeten uitleggen aan de catsitter,
realiseerde ik mij al dat dat niet te doen was. Het was een uitleg zonder einde,
terwijl ik het zo niet voelde. Het gaat geleidelijk, er komt telkens iets bij,
en omdat je haar al zo lang kent en zo graag ziet merk je dat niet eens. Ik
realiseer mij nu ook dat alles in het teken van Jozefien stond, of ik ergens
naartoe ging en hoe laat ik vertrok, want ik moest haar voldoende vaak kunnen
eten geven.
Het is wel jammer dat er zo vlak voor haar afscheid nog troubles zijn
geweest met de buren, ze heeft dat zeker gevoeld, en dat maakte mij weer zo
onzeker over de beslissing, ik wilde echt enkel in haar belang beslissen, en
geen andere dingen laten meewegen.
Maar goed, ze kon maandag amper nog bewegen, alleen jammer dat ze toch nog
een ongelukje had in de transportmand onderweg, ze had daar een hekel aan, en is
nu moeten gaan met een staart vol kaka, dat vond ik echt erg, zon elegante,
fiere dame. Ik had het wel voorzien, ik had wat doeken en een oud T-shirt bij,
zodat ik haar toch nog een beetje kon helpen, en ik heb naderhand haar staart
nog wel wat gewassen en gekamd.
Maar het was inderdaad duidelijk, het langer rekken zou echt niet ok zijn
geweest. Ze heeft zich ook totaal niet verzet. Niet dat Maurits zich echt
verzette, maar voor die sliep, dat duurde toch even, daar heb ik nog tegen
gepraat, die keek in mijn ogen, en ik zei hem niet meer te vechten, ga maar, je
mag naar huis. Jozefien was gewoon zo op dat ze haar hoofdje neerlegde tijdens
de prik. Dat was tegelijk ook wel jammer, dat ik niet de kans kreeg nog iets te
zeggen. Hoewel alles eigenlijk al gezegd was natuurlijk. Toen ik haar hier
oppakte en nog heel eventjes tegen mij aanhield, alvorens haar in de
transportmand te zetten, wisten we het allebei. Dat ze zich tegen mij aanvleidde
was haar afscheid, want je weet het, het was geen pakkepoes of schootpoes.
De laatste keer dat ze bij mij op schoot heeft gezeten is tijdens de
hagelbollennacht van sinksen.
Al bij al ben ik ook wel een beetje opgelucht. Ik heb heel vaak gevreesd
dat ze zou beslissen zich terug te trekken om ergens alleen te sterven. En
iemand die je zo graag gezien hebt en die je zoveel liefde en plezier heeft
gegeven wil je niet laten creperen he. Maar je wil natuurlijk ook niet te vroeg
zijn.
Zondag was het nog niet duidelijk. Van zondag op maandag heb ik amper
geslapen, alle scenarios gingen nog door mijn hoofd, het
tuin-aanpassingsproject, dat eigenlijk maandag ging gebeuren, met daarbij een
wondermiddel tegen diarree en een Jozefien die opknapte, of het afbellen van het
tuinproject omdat het niet meer nodig was.
Maar maandag was het wel duidelijk, de eerste keer in 12 jaar dat ze mij
liet opstaan, naar beneden komen, haar zoeken en roepen, zonder dat ze eten kwam
vragen. Ze kon amper op haar pootjes staan, raakte niet in haar doos....
Ik denk dat het echt de juiste dag was.
En nu vind ik mijn draai niet. Ik hoef niet meer te checken hoe haar oogjes
staan, of er ergens iets ligt dat opgekuist moet worden, of er nog genoeg eten
staat. Haar lichaampje ligt vlak naast dat van Maurits.
En ik vond het wel ok dat de hemel vandaag heel de dag huilde.
Maar het hoort erbij, voor wat hoort wat, het doet nu pijn, maar het is het
waard. Ik heb zoveel geleerd van Jozefien, ze heeft mij zoveel steun geboden, zo
vaak laten glimlachen. Ze was blij telkens ik thuiskwam, ik was blij telkens ik
haar zag. Ze is gebleven toen de angst bij ons in huis woonde, ze is gebleven
nadat hij haar....
Dat neem ik mezelf kwalijk, dat ik dàt niet eerder heb doorgehad. Maar dat
zegt ook iets over hoe goed hij in zijn vak is, dieren kunnen bedriegen, het
vertrouwen winnen van twee katten en dat dan misbruiken, dàt is voor mij zijn
grootste kwaad. En niet omdat hij iets tegen dieren heeft he, gewoon om mij te
treffen, zodat ik teveel aan mijn hoofd had en er niet aan zou denken de
financiën te checken. Daarom moest hij schelden en problemen maken en over de
katten zagen, en eventueel nog een stapje verder gaan.
Het is allemaal zo met elkaar verweven, er komen nu zoveel herinneringen
boven, ik zie ons nog met zn drieën in de zetel zitten in die vreselijkste
periode eind 2009, en met zn drieën een halve meter omhoog springen bij het
geluid van de sleutel in het slot, en dan Maurits en Jozefien roef naar buiten. Maar elke dag
hielden ze mij wel gezelschap tot dat geluid, ze bleven niet weg, ze lieten mij
niet in de steek.
Ik zie Jozefien nog, zes weken oud, op haar achterpootjes staan,
voorpootjes tegen het glas, die eerste week, toen ik nog dacht dat poezen niet
binnen of in bed mochten slapen. Ze was zooo blij wanneer ze me zag alms ik 's morgens beneden kwam, ze wilde
binnen, bij mij zijn, en ik voelde me zoo schuldig. Ik vond dat ze eigenlijk een
beetje boos zou moeten zijn omdat ik haar s nachts buitensloot (ze had dat
waskot om in te slapen en daar stond haar eten ook de eerste twee weken). Nu ja,
jong als ze was wist ze toch al hoe iemand om haar pootje te winden, en het
heeft niet lang geduurd of dat eten stond binnen en het bed was haar vaste
slaapplaats.
En zo kunnen we nog even doorgaan.
Maar ik zal seffens nog eens eventjes met SW gaan spelen zie. Die is nog
steeds op zoek naar Jozefien. En ik kan het hem niet uitleggen he.
Sir Wiliam is een beetje in de war. Ik heb namelijk besloten zijn
eetspullen op Jozefiens eerdere plek te zetten, de meest logische eetplek. Er is
geen enkele reden meer waarom dat manneke in de living zou moeten eten, ik hoef
geen deuren meer dicht te doen om te voorkomen dat de één de ander zijn
medicatie opeet, dus ineens vooruit met de geit. Die verandering is vandaag net
zo moeilijk als morgen of overmorgen, en die plek leeg laten maakt het gemis
niet groter of kleiner. Maar hij vindt het vreemd, en gedraagt zich bij wijlen
alsof hij moet pikken van die plek, zoals tot nog toe ook het geval was. En even
geleden heeft hij op zijn voormalige eetplek in de living wreed staan blèren,
rondjes draaien en naar mij kijken. Niet dat hij het eten niet had opgegeten,
he, dat hij hij wel gedaan. Maar hij zou het geapprecieerd hebben om op zijn
gekende plek ook nog iets te krijgen.
Tja, gewoonten. Ik zie uiteraard ook nog overal Jozefien. Het trof me met
een schok daarstraks, het mandje in de veranda: daar lag ze vanmorgen nog in,
ademend en warm. En nu is ze begraven. Ze was al helemaal stijf toen ik haar in
de aarde legde. En zooo mager.
Sir William wilde absoluut niks met haar lijfje te maken hebben, maar toen
ik van bij mijn ouders terug thuiskwam met de lege draagmand liep hij daar
hoopvol naartoe. Ik ben benieuwd of hij snel went aan de nieuwe situatie. Hij
ligt nu weer helemaal opgerold in dat fleecen poezenmandje, ik zie enkel wat
zwart en twee oortjes. Ook voor hem is het duidelijk wennen.
En de veranderingen aan de tuin werden uiteraard afgeblazen.
Het lijkt hier zo stil. Zo onwaarschijnlijk stil.
En ik ben zoo blij dat SW hier is. Toen ik mij net toch forceerde om iets
te eten, heeft hij mij zo bezig gehouden en afgeleid door zijn capriolen, dat ik
zelfs niet de hele tijd aan Jozefien heb gedacht. Ik ben hem het concept
wijzen aan het leren. Jozefien was daar indertijd zeer snel mee weg, bij Mauke
heeft het een ietsiepietsie langer geduurd. Eerst dacht ik dat het bij SW niet
ging lukken, wegens zijn woeste enthousiasme. Maar jawel hoor, hij is in die
fase waarin hij eerst nog effe onbegrijpend naar de vinger kijkt, maar na een
duw op zijn hoofdje beseft dat het dus dààr ligt.
Hij is echt hilarisch soms, hij komt altijd als je hem roept, echt altijd,
maar soms is hij zo woest in galop dat hij je voorbij stormt omdat zijn remmen
niet hard genoeg werken, en dan moet hij een eindje terugkomen. Awel, zulke
dingen zijn net wat een mens nodig heeft op trieste dagen. Of je nu wil of niet,
je moet er even van glimlachen.
Ik had het er nog over toen mijn pa mij terugbracht, eigenlijk merkte mijn
pa het eerst op: hoe ongelooflijk snel hij leert, die enthousiaste jongen. Mijn
pa ziet hem natuurlijk met tussenpozen, en dan valt het des te meer op wat hij
weer heeft bijgeleerd.
Ik ben blij dat ik seffens naar een vergadering kan i.v.m. het wijktheater
dat we aan het ineensteken zijn. Het zal mijn gedachten wat afleiden, en het is
goed dat ik hier effe buiten kan, ik voel mij een beetje verloren in huis, ik
weet precies niet goed wat aangevangen.
Mijn Fienetrientje, nooit meer haar stemmetje horen. Ze had een uitgebreide
vocabulaire en ik wist van elk miauwke wat het betekende. Lief vragen, boos,
ongeduldig, eisen. Nog los van haar lichaamstaal. Zij heeft me leren
communiceren met poezen, doordat zij zich zo goed kon uitdrukken, besefte ik wat
mogelijk was.
Enfin, daar kan SW nu mee de vruchten van plukken.
Hij is ondertussen zo diep weggezakt dat het gewoon nog een fleecen mandje
met oortjes lijkt.
Gans het weekend, en eigenlijk al veel langer, worstelde ik ermee. Ik wilde
het juiste voor haar doen, maar wilde haar liefst toch ook zo lang mogelijk bij
mij houden.
Ze heeft het zeer, zeer duidelijk gemaakt.
Vanmorgen was de eerste keer in iets meer dan twaalf jaar dat ze niet om
eten kwam vragen. Ik vond haar zelfs niet, en toen ik haar vond bleek ik haar al
te zijn gepasseerd, ze lag muisstil in een mandje, wel in het zicht, maar ze had
zichzelf bijna onzichtbaar gemaakt.
Bij een aaitje over haar bol spinde ze nog. Maar nog steeds vroeg ze niks
te eten. Toen ik dan maar begon alle overschotten van gisteren weg te werken (er
stonden wel zeven of acht schaaltjes, pogingen om haar kippenbouillon met rijst
te laten drinken, gekookte en geprakte aardappel met een beetje saus van haar
laatste favoriete katteneten, een vlootje boecht van den Aldi waar ze de laatste
tijd toch het allergekst van was, enz. Toen ik wilde beginnen aan die opruim,
merkte ik dat het er nat was. En niet zon beetje, alles was nat, het was niet
per ongeluk wat drinkwater erover gemorst, alle potjes, de placemat, onder en
rond de placemat, het was kletsnat. Het was pipi.
Jozefien, de immer graag etende, die de laatste weken eigenlijk enkel nog
plezier schepte in eten en af en toe een aaitje over haar bol, maakte mij
duidelijk dat ze zelfs niet meer wilde eten. Veel duidelijker kon ze het me niet
maken denk ik.
Sir William voelde dat er iets op til was, hij voelde dat gisteren ook al,
en wilde graag veel bij haar zijn, hij kwam haar neusjes geven, en probeerde
haar te likken, maar voor haar hoefde het allemaal niet, het ambeteerde haar. Ik
heb zelfs vanmorgen voor we vertrokken SW eventjes uit de living gezet, zodat ze
nog even op haar gemak kon zijn. Ik heb toch nog geprobeerd haar een vlootje
boecht van den Aldi te geven, en ze heeft er nog even manmoedig aan gelikt. En
omdat ik haar gisteren nog buiten aan de volgeregende gieter had zien drinken,
ben ik daaruit een beetje water gaan halen, dat ik ook in een kommetje in haar
doos heb gezet, en daar heeft ze nog even van gedronken. Toen ze in de doos
wilde springen, haalde ze het niet, ze bleef met haar lies op de rand hangen,
haar achterpootjes bungelden buitenboord. Ik hielp, en ze verzette zich niet,
gromde niet, dat vertelde mij meer dan wat dan ook.
Jozefientje-zelf-doen, die zich liet helpen zonder commentaar, dat was
sowieso on-Jozefiens. En super foute boel.
Toch is ze nog uit haar doos gekomen en in de zetel gaan liggen, hoe ze dat
deed weet ik niet, ze was altijd al een kei in ongeziene verschijningen en
verdwijningen. Ik was even weg, en plots zat ze in de zetel. En de volgende
flits zat ze in mijn zetel, op de plek waar ik altijd zit. Dat is de laatste
plek waar ze gezeten heeft, vol in mijn geur. Een mooi afscheid zal ik maar
denken. Ik heb haar opgepakt, en ze heeft zich tegen mij aan gevleid. Ik moest
denken aan de toer door het huis die we maakten toen ze toekwam als kitten. Ze
woog nu waarschijnlijk maar evenveel als toen ze dat zes weken oude bolleke was.
Even heb ik nog genoten van dat kleine, warme, levende lijfje tegen mij aan, en
toen moest ze in de draagmand. Haar verzet was pro forma, het kostte mij deze
keer totaal geen kracht om haar erin en het deurtje dicht te krijgen. Het was
een trieste rit, ik vechtend tegen de tranen, en zij, ocharmkes, nog geplaagd
door een diarreeopstoot. Ook al zat ik op de fiets, ik rook het, en hoorde haar
klagen. Dat vond ik nog het ergst, dat ze zo is moeten gaan.
De dokter heeft nog even gevoeld aan haar darmen (de bobbels die ik voelde)
en zei dat ze waarschijnlijk diffuse darmkanker had, dus geen compacte
gezwellen, maar algemeen verspreid. Want haar darmen waren volledig opgezet. Dus
aan mijn vraag naar een middel om de diarree te stoppen kon niet worden voldaan.
Eigenlijk wist ik het wel, maar ik moest het toch nog vragen.
Het ging ongelooflijk snel. Duizend keer sneller dan bij Maurits. De naald
zat nog niet in haar lijfje of ze legde haar kopje neer. Ze was binnen de
milliseconde in slaap. Of misschien zelfs ineens over. Er was geen strijd, geen
verzet. Het was zomaar plots ineens over.
Weer thuis heb ik haar een beetje proberen te fatsoeneren, haar staart die
vol hing wat uitgewassen, een beetje gekamd. En nog was ik bang haar pijn te
doen. Dadelijk komen mijn ouders, zodat ik haar samen met hen naast Maurits kan
begraven.
SW loopt wat onwennig rond, wil niet bij haar lijfje in de buurt komen. Zo
verwoed hij gisteren en vanmorgen poogde in haar nabijheid te zijn, zo verwoed
houdt hij nu afstand. Oh ja, hij wist het, hij stond te huilen in de gang toen
we vertrokken. Toen ik haar de vorige keer meenam om haar te laten scheren, keek
hij even op en vervolgde zijn weg.
Jozefien, de mooiste, de liefste, de intelligentste. Nooit heeft ze gekrabd
of gebeten. Hoewel ze niet graag gepakt werd, liet ze het toch toe als het echt
moest, ze liet dan wel verbaal merken dat het haar tegenstond, maar dat was het
dan ook. Ook wanneer SW haar teveel ambeteerde bleef het bij wat grommen. Het
was een grootse ziel, en dat is het nog steeds. Alleen loopt ze hier niet meer
rond, en zal ik haar vreselijk verschrikkelijk missen. Het zal nog heel wat
tranen duren voor ik met droge ogen over haar zal kunnen praten.
Maar ik ben ontzettend blij en dankbaar voor die 12 jaar waarin ik van haar
gezelschap mocht genieten. Het was een privilege.
Dank je, Jozefien, dat je mij uitkoos om je leven bij door te brengen.
Vergeef me dat ik niet op tijd opmerkte dat V je slecht behandelde. En houd me
alsjeblief nog eventjes gezelschap. T
reuzel nog even op weg naar de poezenhemel, kom vannacht in mijn dromen nog even bij me.....