Ik ben Johan Kindt
Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is logopedist, maar ben nu gepensioneerd..
Ik ben geboren op 10/10/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, koken, muziek beluisteren, lezen, fietsen en naar mensen kijken, ook in de spiegel.
Alweer een hele tijd geleden las ik het onderschatte boek Een Afrikaan op Groenland van Tété - Michel Kpomassie (1981, Veen Uitgevers, Utrecht 1984): een boek over een Afrikaan die in Groenland terecht komt en er geconfronteerd wordt met kou, sneeuw en ijs, begrippen die niet tot zijn ervaringsrepertorium behoren.
Voor mij was het destijds een iets minder moeilijk te overbruggen cultuurverschil om uit West Vlaanderen over Antwerpen, Turnhout/Tilburg en nu al weer sinds 11 jaar in Antwerpen aan te landen. Zoals zoveel mensen hier ben ik niet echt een Antwerpenaar. Ik houd van deze stad, maar tegelijkertijd zie ik misschien meer dan anderen de minder leuke kanten ervan, als daar zijn stof, lawaai, zwerfvuil, hectisch verkeer en allerlei andere U welbekende maatschappelijke problemen, eigen aan de grootstad.
Wel zijn sommige Antwerpenaars onverbeterlijke zeurpieten. Een losse tegel op de stoep is algauw de schuld van die van t Schoon Verdiep. Toch zijn er zoveel mooie en interessante dingen te beleven, bijvoorbeeld wanneer een anonieme celliste op het Hendrik Conscienceplein voor een paar toevallige passanten volledig belangeloos de cellosuites van Bach zit te spelen. Zonder ook maar één euro te besteden word je op straat, of je het nu wil of niet, geconfronteerd met toneelstukken, muziek, mode of misdaad. Je hebt het zelf maar voor het uitkiezen, tenminste als je je ogen en oren goed openhoudt.
De slagzin ZOT VAN A is goed gevonden, maar wel lichtjes overdreven. Om te beginnen is het niet echt goed Nederlands en ook die uitroepende schitteringtekens om de A hoeven voor mij niet. De stad is van zichzelf al mooi genoeg.
Als ex-inwoner van Turnhout denk ik met plezier aan die tijd terug. Het is de geboorteplaats van mijn kinderen. Er waren en zijn vele vrienden en bekenden. Ik heb geweldige herinneringen aan de Warande van Erik Anthonis tot Staf Pelckmans met het Ro-theater, Luther Allison, Orfeo van Bo Holten, Robert Cray, Randy Newman en het Chilingirian String Quartet (de reeks is eindeloos), aan de mooie boeken van Walter van den Broeck, aan het ver op zijn tijd vooruitlopende Stad voor de mens en ga zo maar door...
Maar Turnhout is ook een beetje een in zichzelf gekeerde stad. Als onechte Turnhouter kwam je er slechts moeilijk in. De Korte Begijnenstraat had destijds bijna overal een vinger in de pap. Tekenend was dat bijna al onze vrienden niet uit Turnhout afkomstig waren.
Zo meteen fiets ik over de Stadswaag naar huis. Veel studentenleven is hier niet meer. Dat zit wat verderop aan de Academie voor Schone Kunsten (Artesis) en ook de Gard Civic is al lang voor goed verdwenen. De bomen hebben er in dit seizoen nooit geziene goudgele bladeren.
Als schrijver Tété - Michel Kpomassie destijds hier was terechtgekomen in plaats van in Groenland, zou dit prachtig goudkoperen seizoen voor hem misschien een even grote cultuurshock zijn geweest. J. KiNDT