Inhoud blog
  • HERINNERINGEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN LUDO MARTENS
  • EEN AFRIKAAN OP GROENLAND
  • BIJ WIJZE VAN LEVEN
  • DE STAD ZINGT (ZONG)
  • FAVORIETE DICHTERS
  • LEOS JANACEK: CAPRICCIO
  • F. GONZALEZ-CRUSSI: DE VIJF ZINTUIGEN
  • VIJFTIG
  • ABSURDE PEN
  • BEVRIJD VAN HET HALSSTARRIG IK
  • HET BEGIN EN HET EINDE
  • 'ER IS ALLEEN DE BEWEGING VAN DE MUZIEK’: ANNA ENQUIST in HET GEHEIM
  • EEN ZORGELIJKE VISIE
  • EEN GEDICHT MOET MOEILIJK ZIJN
  • VADERS EN MOEDERS VERSE SOEP VAN OUDE DUIVEN OP NIEUWJAARDAG
  • DE VOLZIN
  • INCLUSIE
  • KLEINE FILOSOFIE VAN DE VISSER
  • JARMILA: ERNST WEISS
  • LILIANA X
  • TESTAMENT
  • CAFE HOPPER
  • OOH SO GOOD ‘N BLUES
  • WARM IS HET ZEKER
  • ZONDAG
  • MUZIEK BELUISTEREN: HET GROTE LUISTEREN & DE KLEUR VAN KLANKEN
  • UN HOMME ET UNE FEMME
  • MANNEN ZETTEN VAAK EEN HOGE BORST OP
  • 3 BOEKEN VAN BERT KEIZER
  • VANMORGEN WOU IK OPSTAAN
  • HET DRAAIBOEK
  • DAAR IS DE MAN
  • JAN MICHIELS EN TAE-HYUNG KIM VERVANGEN ELISSO VIRSALADZE (DESINGEL, 31 MEI 2010)
  • INTIEME BRIEVEN
  • DE TOREN VAN DE KATHEDRAAL
  • DE STRIJKKWARTETTEN VAN FELIX MENDELSSOHN-BARTOLDY
  • GELEZEN: DAVID VOGEL - HUWELIJKSJAREN
  • FEEST IN DE WIJK
  • DVORAK
  • VAN MORRISON
  • GLENN GOULD BACH GOLDBERGVARIATIES
  • DE BEWEGING
  • VREES NIET: een gedicht van C. BUDDINGH'
  • DE MUEZZIN IS ZIEK
  • JOHANN THEILE: MATTHÄUSPASSION
  • HET WOORD VAN DE MENSEN
  • ARTHUR VINCENT LOURIE
  • HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (1, 2 en 3)
  • SCHIPBREUK: CYRILLE OFFERMANS
  • ORCHIDEE
  • MUZIEK IS GOED VOOR EEN MENS!
  • HOOGSEIZOEN
  • PAOLO FRESU
  • ASGER HAMERIK
  • DE PIANO
  • ALEXANDER PORFIRYEVITCH BORODIN: COMPLETE KAMERMUZIEK
  • K. P. KAVAFIS: DE BANK DER TOEKOMST
  • K. P. KAVAFIS: WIE MISLUKT IS
  • DE WITTGENSTEINS: ALEXANDER WAUGH
  • BO LINDE: VIOOLCONCERT EN CELLOCONCERT
  • PROKOFIEV: HET TWEEDE STRIJKKWARTET
  • KAREL ANCERL (1908-1973)
  • DE JOHN LEE HOOKER KOEIENBLUES
  • DE BEKENDE HAND
  • GEDICHTENDAG 2010: BROOD BAKKEN
  • FRANZ SCHMIDT
  • EEN ZWAKKE GLIMLACH
  • DE OUDE SLAAF EN DE BLOEDHOND
  • DENKERS
  • STOK
  • MORTEN LAURIDSEN
  • KEES WINKLER: OVER HET DICHTEN en MINOR POET
  • MAHLER - LISTMANIA
  • ODE 1, 2 en 3
  • HET MECHANISME VAN DE INSPIRATIE: WILLEM ROGGEMAN
  • HET LIEVELINGSBOEK VAN ELSCHOT: MIDDERNACHT van GEORGES DUHAMEL
  • MUNIR BASHIR
  • DE KUNSTENAAR EN DE TSAAR
  • EEN BOEKENKETTING
  • DE WEG
  • K. P. KAVAFIS: WIE MISLUKT IS
  • HET MUZIKAALSTE GEDICHT
  • EEN MAN ZOCHT NAAR ZIJN GEVOEL
  • HET LICHT RIJDT ZICH IN HET DUISTER VAST
  • DE MAN MET DE DEKEN OP DE RUG
  • DE KREET VAN CORDELIA
  • KEES WINKLER: ARCANA (VARESE, 1927)
  • KEES WINKLER: BEETHOVEN OPUS 73 (EMPEROR CONCERTO)
  • EMIL HAKL: ZOON & VADER
  • ERNST WEISS: DE OOGGETUIGE
  • NIET BIJ BACH ALLEEN
  • DE STILTE VAN DE WERELD VOOR BACH
  • PYOTR ILYICH TCHAIKOVSKY: COMPLETE STRIJKKWARTETTEN
  • HET JAAR LOOPT NAAR ZIJN EINDE
  • ONBEKENDE COMPONISTEN: LADISLAV VYCPALEK en OTAKAR OSTRCIL
  • LEZEN
  • ROBERT R. REILLY: SURPRISED BY BEAUTY
  • JAAR VAN DE HOND
  • DE WERELD IS IN VERWACHTING
  • LINKS LIGGEN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Over mijzelf
    Ik ben Johan Kindt
    Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is logopedist, maar ben nu gepensioneerd..
    Ik ben geboren op 10/10/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Wandelen, koken, muziek beluisteren, lezen, fietsen en naar mensen kijken, ook in de spiegel.
    Categorieën
    Laatste commentaren
  • zeer mooi gedicht! (DIDIER)
        op DE WEG
  • BIJ WIJZE VAN LEVEN
    Over boeken, gedichten en muziek.
    05-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET DRAAIBOEK

    HET DRAAIBOEK



     

    HET DRAAIBOEK

     

    zij zouden met een motor met zijspan

    in het duister

    doorheen het kamp

    langs kronkelende bospaden

    onverwacht opduikende dennenbomen tegemoet moeten rijden,

    dat werd hun verteld

     

    tot overmaat van ramp

    zouden ze zich in het zwakke licht van de maan

    een weg moeten banen

    door de doornstruiken en de nevels van de nacht,

    dat stond in hun opdracht

     

    om vooruit te komen

    zouden zij het onmiddellijke duister

    en vermoede vergezichten blindelings moeten verslinden

    hier en daar zouden lichten aan en uit kunnen gaan

    zodat ze het noorden helemaal zouden verliezen,

    iemand zou alle ingangen afsluiten,

    als ratten zouden ze in de val zitten,

    dat was hen vooraf duidelijk gemaakt

     

    toen pas zouden ze het zien:

    de oorlog zou uitbreken

    de legerlogboeken zouden dode soldaten

    uit het dak van de lijkwagens braken

    waarop mensen zich zouden vermenigvuldigen

    om de leemtes te vullen

    zoals te verwachten zou zijn

     

    maar dat het anders zou lopen,

    dat stond niet in het draaiboek

     

    J. KiNDT
    2008

    05-06-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAAR IS DE MAN

    DAAR IS DE MAN

      

    Daar is de man van de Bijbel.

    Daar is de man van het boek.

    Daar is de man van de twijfel.

    Waar is die man naar op zoek?

     

    Waar is de tijd?

    Wanneer is de ruimte

    en wat met de plicht die hij te doen verzuimde?

     

    Daar is de vrouw in de mode.

    Daar is de vrouw in het boek.

    Daar is de vrouw met een code.

    Waar is die vrouw naar op zoek?

     

    Waar is de tijd?

    Wanneer is de ruimte

    en wat met de plicht die zij te doen verzuimde?

     

    Daar is het kind met het hondje.

    Daar leest het kind in het boek.

    En daar draait het kind in een rondje.

    Waar is dat kind naar op zoek?

     

    Waar is de tijd?

    Wanneer is de ruimte

    en wat met de plicht die het te doen verzuimde?

     

    Daar staan de mensen te praten,

    te praten over dat boek.

    Ze kunnen het praten niet laten.

    Ze weten niet wat ze moeten doen.

     

    Waar is de tijd?

    Wanneer is de ruimte

    en wat met de plicht die zij te doen verzuimden?

     

    Ziedaar de man van de Bijbel.

    Ziedaar de vrouw in het boek.

    en daar danst het kind in een rondje.

    De mensen doen dan maar de ogen toe.

     

    Waar is de tijd?

    Wanneer is er ruimte

    en wat met de plicht die zij te doen verzuimden?

     

    J. KiNDT


      

    04-06-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JAN MICHIELS EN TAE-HYUNG KIM VERVANGEN ELISSO VIRSALADZE (DESINGEL, 31 MEI 2010)

    JAN MICHIELS EN TAE-HYUNG KIM VERVANGEN ELISSO VIRSALADZE (DESINGEL, 31 MEI 2010)

    Eerst is het natuurlijk ontgoochelend als je hoort dat Mevr. Virsaladze niet kan spelen vanwege plotse ziekte. Het moet voor deSingel een race tegen de tijd zijn geweest om op de letterlijke valreep dan toch Jan Michiels en niemand minder dan Tae-Hyung Kim - m. i. ten onrechte 5de laureaat van de KEW 2010,  hij had minstens op 1, 2 of 3 moeten eindigen - te kunnen overtuigen elk een deel van het concert over te nemen.



    Ik vermoed dat Jan Michiels recht uit de auto of taxi moet zijn gestapt om op het podium de 3 Intermezzi op. 117 van Brahms te spelen. Toch deed hij dat op een zeldzaam verstilde intimistische wijze. Niets liet vermoeden dat het daarvoor wellicht allemaal heel hectisch en snel had moeten gaan. Daarna speelde hij de sonate nr. 32, op. 111 van van Beethoven: een krachttoer in het bijzonder wat betreft deel 2: het alles overtreffende arietta. Jan Michiels is in de letterlijke zin een groot vertolker. Zonder vertoon speelt hij deze immense sonate, evenwel juist met een des te grotere accuratesse. En het is precies deze accuratesse die Beethoven's verhaal aangrijpend tot bij de luisteraar overbrengt. Terecht grote bijval.



    Tae-Hyung Kim - studeerde bij Virsaladze - overrompelde meteen in de zesde sonate van van Beethoven op. 10, 2 om daarna te vervolgen met de Fantasiestücke op. 12 van Robert Schumann. Anders dan Jan Michiels is hij een magiër. Hij bespeelt de piano met grote nederigheid en groot respect voor het instrument, de partituur en vooral de te produceren klank, de muziek staat echt centraal. De grote lijnen stromen in golven uit zijn persoon zonder de kleine noten te vergeten. Als luisteraar word je van begin tot einde meegezogen in zijn bedwelmende klankwereld. En zo werd het - geheel in de afwezige geest van Elisso Virsaladze - toch een uitzonderlijk concert, maar dan zonder de hectiek van een concours. Jammer dat het concert af en toe ontsierd werd door grommende basgeluiden die diep vanuit de buik van deSingel naar boven kwamen. Mag ik zeggen dat dit eigenlijk niet zou mogen gebeuren? Overigens wensen we Elisso Virsaladze veel beterschap.

    03-06-2010 om 11:52 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. INTIEME BRIEVEN
     INTIEME BRIEVEN



     

    Ik las

    James Redfields

    ‘Celestijnse Belofte’

    - mijn bewustzijn daalde -

    en ‘De as van mijn moeder’

    van Frank Mc Court.

     

    Wie niet?

     

    Ik las Michel de Montaigne

    - over de toestand der mannelijke edele delen op latere leeftijd -

    en Georges Simenons

    ‘Trois chambres à Manhattan’:

    eindelijk een roman van hem

    die bijna goed afloopt.

     

    Wie wel?

     

    De weemoed van Primo Levi las ik

    in ‘Is dit een mens?’,

    alsook de Kleine Trilogie der Treurigheid

    (Veel honden hebben baasjes,

    veel mannen wel een vrouw.

    Ik heb alleen maar niemand

    waar ik zoveel van hou.)

    van Lévi Weemoedt

    en Rachel Andersons kinderboek

    ‘Een heel gewone dag’

    over een autist en een mongool

    elke dag de bus op naar de school.

     

    Maar nergens

    las of hoorde ik wat mij overkwam,

    tenzij misschien bij Leoš Janáček

    in zijn tweede strijkkwartet

    ‘Listy duvèrné’!

     

    U weet niet wat het zeggen wil?

    ‘Intieme brieven’ zijn het:

    de inhoud hou ik stil.

     

    Toch is mijn verhaal nu ook weer niet zo bijzonder.

    Want deze week stond het onverwacht te lezen in de Libelle.

     

    Een buitenkansje dus

    voor wie het

    in de Muziek of in de Literatuur

    niet zoeken kan of wil.

     

    J. KiNDT
    2010


    Intimate Letters 

    03-06-2010 om 11:06 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TOREN VAN DE KATHEDRAAL

    DE TOREN VAN DE KATHEDRAAL

     

    (gezien door een raam op de tweede verdieping van het pand nummer 11
    aan de Wolstraat te Antwerpen)

     

    *

     

    Elke

    morgen

    rond

    half zeven

    breng jij,

    mijn staande klok,

    mijn privé pendule,

    mij

    uit mijn slaap

    weer tot leven.

     

    Vroeger

    was je alleen

    overdag

    te zien.

    Kunstlicht

    hield ons toen

    ’s nachts

    nog niet uit de slaap.

    En jij was

    lang

    nog niet zo ijdel,

    zelfs in het donker

    te willen opvallen.


    Je beperkte je

    tot het secuur slaan

    van kwartieren,

     halve en hele uren.

    Maar als een trendy BT (Bekende Toren)

    begon je stilaan

    jezelf

    te verhuren.

     

    Je stond erop

    nu ook ’s nachts

    kleur te bekennen.

    Eerlijk,

    daar moesten we aan wennen.

    Belangrijk

    was niet meer alleen

    het juiste uur.

    Ook ’s nachts

    toonde je nu

    schaamteloos

    je politieke

    en religieuze

    signatuur

     

    *

     

    Wit bijvoorbeeld belichtten ze je

    op de donderdag

    voor Pasen

     

    Af en toe,

    om Zurenborg en café Den Draak te plezieren,

    beschenen ze je

    roze

    op zaterdag

     

    Om de 4 à 6 jaar

    bleef alles

    op zondag

    donker en zwart.

     

    Soms maakten ze van jou een toneelhuis,

    een theater,

    een virtuele Blauwe Maandagcompagnie.

    Dan speelden D’Hollander of Haazen

    met je klokkenspel

    Jammer dat Perceval

    geen beiaardier was.

    Hij had er nogal mee

    gerammeld.

     

    Rood aangelopen

    zag ik je nog niet dikwijls.

    Dat was voorbehouden voor

    Bob Cools

    op Het Schoon Verdiep.

     

    *

     

    Voor Antwerpen boekenstad

    wou Tom Lanoye je terecht

    met gracieuze graffiti omkleden.

    Maar zijn stadsgedicht

    kwam tegenover je

    op je concurrent te hangen,

    helaas aan de verkeerde kant

    van De Boerentoren

    zodat je het aan jou gerichte bericht niet kon zien.

     

    Zoiets contrairs mag je van Lanoye verwachten

    Het Andere Boek belichaamt hij in zijn eentje.

    Samen met La Esterella maakte hij het daarna weer goed

    Al bijna een eeuw zingt ze over de Lievevrouwentoren.

     

    *

     

    Soms vraag ik me af of je nog wel eens

    naar beneden,

    naar het verleden,

    kijkt?

     

    Aan je voeten,

    in je schaduw,

    in de Blauwmoezelstraat en op de Lijnwaadmarkt liepen,

    lopen met tussentijden van minuten, uren, dagen, maanden, jaren en eeuwen

    een stoet van bekende en onbekende

    mannen en vrouwen.


    Voorop

    de fantastische fanfare van honger en dorst

    ‘het fanfareke’ van ‘t Blazoen
    en van de gewone man.

     

    Daarna

    Anna Bijns (1493-1575)

    bekend van haar ‘Refereinen’.

     

    Pieter Paul Rubens (1577-1640)

    met op praalwagens ezels

    en op die ezels schilderijen

    van volmaakte naakten en volumineuze vrouwen.

     

    Vervolgens,

    de man die zijn volk leerde lezen,

    Hendrik Conscience (1812-1883)

    met zijn Leeuw van Vlaenderen.

     

    In de optocht ook

    Peter Benoit (1834-1901)

    die De Schelde componeert en dirigeert:

    onder de soli, het koor en het orkest

    Tom Barman en Deus.

     

    Verderop

    Willem Elsschot (1882-1960).

    Hij probeert ‘De verlossing’ en ‘Verzen van vroeger’

    aan de man te brengen.

     

    Nog wat verder

    Gerard Walschap(1898-1989)

    zij aan zij

    met de verpleegster Alice Nahon (1896-1933),

    ja, die van

    ‘het is goed in ’t eigen hart te kijken, nog even voor het slapen gaan’

    en met in de hand zijn boek

    ‘De bejegening van Christus’

    uit 1940.


    Daarachter

    druk gesticulerend

    een op Alice Nahon kritiek spuiende

    Paul van Ostaijen (1896-1928),

    in het zwart,

    met zijn ‘Bezette Stad’.

     

    Maurice Gilliams ook (1900-1982),

    bekend van onder andere

    ‘Winter te Antwerpen’ en

    ‘Elias of het gevecht der nachtegalen’.

     

    Dan snel achter elkaar,

    Julien Schoenaerts (1925-2006)

    orerend uit De Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry,

     

    Hugo Claus (°1929-2008),

    met bundels verzen,

    torsend Het Verdriet van België,

     

    Wannes Van de Velde (°1937-2008)

    en Dario Fo (°San Giano Italië 1926)

    spelen Mistero Buffo.

    Vergeet het niet:

    ne zanger is ne groep!

     

    Panamarenko (alias Henri Van Herreweghe), de luchtschipper,

    geboren en getogen in Antwerpen (°1940),

    als kind gefascineerd door de Duitse V1's,

    de onbemande vliegtuigjes die in 1944

    met hun catastrofale bomlading

    over de Scheldestad vlogen.

    Met een aanloopje probeert hij op te stijgen met een virtueel vliegtuigje, tevergeefs!

     

    Tot slot,

    Jan Decleir (°1946),

    acterend in meer dan 80 films,

    staat daar te schilderen met Fredje Bervoets (°1942)

    en Hugo Claus

    in galerij De Zwarte Panter,

    bij Adriaan Raemdock,

    een horde cameramensen achter hen aan.

     

    *

     

    Vroeger zetten clerici een kruis op je spits.

    Je windhaan wees uitsluitend naar Rome.

    Maar, je had het niet verwacht,

    het misschien te laat zien aankomen.

    Velen wilden niet of niet meer naar Rome,

    hoe kan het bestaan.

    Voor anderen bleken er dan weer meer wegen naar Rome te gaan.

    Ineens moest je kerk zijn, synagoge, tempel en moskee.

    Met duvel volgelopen toeristen gebruikten je als plee.

     

    Aan jouw voeten kwamen Spanjaarden, Nederlanders, Italianen, Turken, Marokkanen, Russen, Roemenen, Joden en Islamieten wonen. Vlamingen ontliepen je en trokken naar Brasschaat

    alwaar hun sterre bleek uitslaat. Een toren van Babel  werd je, kon je het verdragen? Je dacht,

    geen nood, ze worden net als ons. Maar helaas, ze bleven zoals ze waren gekomen.

    Je vreesde wat je vermoedde, dat we ze nodig hadden, dat ze altijd hier zouden blijven, dat we ze zouden moeten nemen zoals ze waren, dat we met hen zouden moeten leren leven

     

    *

     

    Dat het klimaat veranderd was had je al langer gevoeld en het gat in de ozonlaag kwam er nog bij.

    Na decennia van mooie, warme zomers van Antwerpen, is nu plots de winter ingetreden. Velen uit de optocht van eeuwen verdwenen, verdwijnen, ondergronds, sommigen om nooit meer terug te komen.

    Anderen gaan op in rook, nog anderen zochten, zoeken het zomerse zuiden,

    land van Fraternité et Solidarité.

     

    *

     

    Niet zo lang geleden zag je er grijs uit. Je moest node gewassen, naar de kapper, je jas naar de stomerij,

    intussen zijn je transjes weer mooi wit en je krulletjes permanent.

     

    Waar mensen krommer groeien met de tijd, blijf jij, fiere opa, rechtop, al heb je tot steun ijzeren ankers nodig en metalen stangen, niets menselijks is je vreemd. In je tochtige klokkengaten wapperen altijd vlaggen, als eretekens op je revers gespeld.

     

    *

     

    Laatst benam een wolk mij het gezicht. Geheel en al was je met waas omhuld, maar een week later speelde je striptease. Je had - god weet waarom - je bovenlichaam ontbloot, je lagere delen in een boa van mist gewikkeld. Schaam je, toren, het Schipperskwartier en Villa Tinto liggen enkele straten verderop.

     

    Gisteren, bij hondsslecht weer, was je ineens weer verdwenen, misschien voor een borrel in de Kat, de Muze of de Pelikaan. Ik weet het, geen mens die er op let, maar, ze hadden je gewoon eventjes binnen gezet.

    J. KiNDT 2007

    01-06-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE STRIJKKWARTETTEN VAN FELIX MENDELSSOHN-BARTOLDY
    DE STRIJKKWARTETTEN VAN FELIX MENDELSSOHN-BARTOLDY (1809-1847)



    Mijn luistervoorstel is: de 6 strijkkwartetten van Felix Mendelssohn. Mendelssohn is slechts 38 jaar geworden. Al heel jong (hij was een wonderkind) componeerde hij muziek waardoor deze nogal eens het etiket van jong, gracieus, te mooi, oppervlakkig meekreeg. Maar dat klopt slechts zeer gedeeltelijk. Zijn strijkkwartetten (of hij nu 14 was of 20) refereren naar Beethoven en in enkele gevallen kunnen ze er ook mee wedijveren (op. 80).

    Wat er ook van zij, de muziek van Mendelssohn is een balsem voor het oor en spreekt de luisteraar aan op een breed scala van hemelse, melancholische en andere menselijke gevoelens.

    Voor meer informatie, zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Felix_Mendelssohn-Bartholdy

    Er bestaan heel wat integrale opnames van de 6 strijkwartetten. Vanwege de lage prijs, het schitterend authentieke spel en de mooi opname, kies (koos) ik voor het Aurora String Quartet op Naxos (3 losse cd's)

         
    Deze opnames krijgen in de recente Penguin Guide 4 ****! Zeer aanbevolen!

    Onlangs vond ik in een 2dehandszaak in Gent de integrale van deze strijkkwartetten gespeeld door het Coull Quartet op Hyperion (misschien nog beter).

    Product Details

    En nog iets later kocht ik voor een prikje deze opnames met het Weense Artis Quartet op het label Accord:

    Product Details

    Deze laatste is misschien wel de beste!

    31-05-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GELEZEN: DAVID VOGEL - HUWELIJKSJAREN
    GELEZEN: DAVID VOGEL - HUWELIJKSJAREN



    product afbeelding

    David Vogel (1891-1944), tijdgenoot van Kafka is herontdekt. Deze Russisch-joodse intellectueel vestigde zich in 1912 in Wenen, werd er beide oorlogen gevangen genomen en in '44 door de Duitsers omgebracht. Hij schreef in het Hebreeuws waardoor zijn werk niet in brede kring bekend werd. Na de oorlog opgegraven manuscripten zorgden voor een (her-)ontdekking en reconstructie van leven en werk van deze interessante schrijver. 'Huwelijksleven' geeft uitvoerige beschouwingen over het decadente Wenen tussen de beide oorlogen, dat nauwelijks leefruimte biedt aan de armoelijdende kring joodse intellectuelen waarin de hoofdpersoon zich beweegt. Deze nerveuze, gevoelige Gurdweill trouwt onverwacht met een hooghartige, sadistische barones, die hem moedwillig en geraffineerd te gronde richt, fysiek en psychisch. Geen politieke beschrijving - toch is de naderende dreiging voelbaar. Het slopende aftakelingsproces wordt benauwend goed en onontkoombaar beschreven.

    Voor meer informatie: zie ook www.nobelprijsvoordeliteratuur.nl/meulenhoff/result-auteur.asp?Auteur=David%20Vogel

    Verzameld werk - boek - David Vogel -  (2008)  - Dizzie.nl - de boekencommunity van Nederland

    Dit is één van de schrijvers en één van de boeken die je bij toeval of pas later ontdekt (bv. door het vinden van het boek op een rommelmarkt) en waarbij je na het onthutste lezen ervan via internet ontdekt dat schrijver en boek weer erg in de belangstelling staan.

    Dit is een geweldige roman die je lezend verslindt maar waardoor je ook zelf verslonden wordt. Een geweldig boek en een absolute aanrader.

    30-05-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. FEEST IN DE WIJK
     FEEST IN DE WIJK



     

    Op een dag had ik ruzie met mijn vrouw omdat wij allebei weer eens te veel ik wilden zijn.

     

    Die dag, bij toeval, kregen wij tweemaal ‘Enkelvoud’ cadeau:

    Gedichten van Herman de Coninck

    en lazen ze, naast elkaar, simultaan, in de tuin.

     

    Ik en wij, dat moest samen kunnen, dacht ik daarna.

     

    Maar hoe ik ook met de letters schoof, ik kwam niet verder dan ‘wijk’

    en de hardrock van het wijkfeest die er op dat ogenblik overheen donderde.

     

    Ik houd een i over, een geamputeerde ik, een ik op krukken.

     

    In het woord krukken staan gelukkig nog drie k’s waar ik op steunen kan.

     

    Wij, wij hinken in ons eentje achterop!


    J. KiNDT
    1999


    28-05-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DVORAK
    DVORAK

    Regelmatig speuren naar reeds gebruikte voorwerpen op de rommelmarkt of in tweedehands winkels levert altijd wel iets interessants op, want... veel ligt te wachten op het heropgevist worden. Deze week maak ik me sterk dit boekje aan de vergetelheid te hebben 'ontrukt':

    Dvorak Cover

    In dit mooi uitgegeven boekje schetst de auteur het leven en werk van de componist Antonin Dvorak tegen de achtergrond van de politieke en sociale spanningen ten tijde van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk.

    Het eerste hoofdstuk beschrijft de bronnen van de Tsjechische nationale (volks-) muziek. Daarna volgen in 8 hoofdstukken een beschrijving van het leven en het werk van Antonin Dvorak. Het laatste hoofdstuk gaat in op de vraag welk werk van hem als belangrijk en kwalitatief hoogstaand mag worden gerekend. 

    Dit is zo 'n boekje dat je niet van A tot Z hoeft te lezen, maar waarin je je kan verdiepen in allerlei interessante aspecten van het leven van deze componist inclusief een aantal illustraties, foto 's en afbeeldingen van kunstenaars uit die tijd, alsook de volledige lijst van zijn werk, zodat je niet altijd naar de 'Nieuwe Wereld Symfonie' hoeft te grijpen.



    Gegevens:

    Dvorak; Kurt Honolka; Haus Publishing; London; 1974/2000/2004; 165 pagina 's.

    Antonin Dvorak: Symphonic Poems  Dvorak: Biblical Songs
    Dvorak: Complete Symphonies Dvorak: Rusalka

    Dvorak: Requiem  Dvorák: String Quartet No. 10; Cypresses
       
    Dvorák: String Quartets (Complete)  

    27-05-2010 om 11:49 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VAN MORRISON

    VAN MORRISON



     

    Georges Ivan Morrison (°aug. 1945).

    Alias Van the Man.

     

    Ik zag hem vaak optreden.

    Soms met de rug naar het publiek.

    Geen groet.

    Geen woord.

    Een enkele keer zijn muzikanten bij naam noemend.

    Verder alleen maar zijn songs.

     

    Van Morrison bespeelt zijn publiek niet.

    Schrikt van de massa alsof hij geen mens had verwacht.

    Wendt zich,

    Zonnebril altijd op,

    Af van het flitsende licht.

    Vermijdt de pers.

    Waarom?

    Omdat enkel de muziek spreekt?

     

    Van Morrison boeit het publiek

    Door zijn persoonlijkheid en door de muziek

    Die ergens uit voortkomt

    Alsof het iets is dat buiten hem om gebeurt.



     

    Met Greil Marcus in zijn boek STRANDED (1979) ben ik het eens.

     

    ‘Van Morrison heeft met zijn songs een privé-relatie.

    Daar komt niemand tussen.

    Hij verstopt zich in de schaduwen van de spots.

    Zendt golven van wantrouwen,

    Zelfs vijandschap de zaal in,

    Loopt midden in de set het podium af.


    Hoewel hij de luisteraars diep wil raken,

    Voelt hij zich tegelijk door zijn publiek

    Beloerd,

    Bekeken,

    Betrapt.

     

    Daarom neemt hij afstand om dichterbij te kunnen komen.

    Enkel en alleen met zijn muziek lost hij deze paradox op.

     

    Voor hem,

    Geen laserlicht

    Geen rookmachine

    Om te verhullen wat hij niet kan.

     

    Van Morrison verstopt zich

    Om door zijn muziek des te meer te tonen wie hij is'.

     



    Dit jaar in augustus wordt Van Morrison (net als ondergetekende) 65. Als oude knorpot kan hij nu definitief gerekend worden tot de gilde van de bromberen, maar zijn muziek is springlevend. Van dezelfde Greil Marcus verscheen zo pas een nieuw boek dat stilstaat bij de grote muzikale mijlpalen in het werk van Van The Man: When that rough god goes riding, listening to Van Morrison (Public Affairs, 2010).

    When That Rough God Goes Riding: Listening To Van Morrison 

    “Van Morrison,” says Greil Marcus, “remains a singer who can be compared to no other in the history of modern popular music.” When Astral Weeks was released in 1968, it was largely ignored. When it was rereleased as a live album in 2009 it reached the top of the Billboard charts, a first for any Van Morrison recording. The wild swings in the music, mirroring the swings in Morrison’s success and in people’s appreciation (or lack of it) of his music, make Van Morrison one of the most perplexing and mysterious figures in popular modern music, and a perfect subject for the wise and insightful scrutiny of Greil Marcus, one of America’s most dedicated cultural critics. This book is Marcus’s quest to understand Van Morrison’s particular genius through the extraordinary and unclassifiable moments in his long career, beginning in 1965 and continuing in full force to this day. In these dislocations Marcus finds the singer on his own artistic quest precisely to reach some extreme musical threshold, the moments that are not enclosed by the will or the intention of the performer but which somehow emerge at the limits of the musician and his song (From the Editor).

    Mijn favoriete plaat voor nu: No guru, no method, no teacher (1986)



    We blijven luisteren!

    J. KiNDT
    2010

    06-05-2010 om 12:32 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    29-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GLENN GOULD BACH GOLDBERGVARIATIES
    GLENN GOULD BACH GOLDBERGVARIATIES

    Voor veel muziekliefhebbers hebben Glenn Gould's opnames van de Goldbergvariaties van Bach uit 1955 en 1981 'cultstatus'.

    1955 Goldberg Variations


    Bach: Goldberg Variations, BWV 988

    Maar bij het nieuwe nummer van het tijdschrift Diapason zit een cd met de liveversie van de Goldbergvariaties van Bach opgenomen in Salzburg in augustus 1959 (mono). Deze opname is mijns inziens verreweg zijn beste. Het klinkt als een lange improvisatie, in betere tempi, parelend, speels, licht, mooie mono-sound. Wat mij betreft: ik kies voor deze:

    Glenn Gould à Salzbourg - Bach : Variations Goldberg 

    Als ik me niet vergis, zou dit het laatste optreden van Glenn Gould in Europa geweest zijn.

    29-04-2010 om 12:56 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE BEWEGING

    DE BEWEGING


     


    De beweging

    is zo eindeloos op de vlucht

    dat de verwondering

    om de onverhoedse stilstand

    pas later

    mijn bewustzijn vult.

     

    Het inderhaast op gang gebrachte aanvulvermogen

    - als een noodgenerator -

    kan uitval niet gedogen

    maar komt niet verder dan het even vasthouden

    van een vaag herkenbaar beeld

    uit een veel te snel geprojecteerde film

    dat alweer is uitgewist

     

    Is het beeld

    dat mij,

    ondanks vertraagd herhalen,

    steeds ontglipt,

    misschien het zeldzaam jig-saw hemelsblauw

    van dat ene net niet terug te vinden

    micro-macro puzzelstuk

    hoog boven dit onvoltooid volmaakt barokgebouw?


     Bach: die Kunst der Fuge BWV 1080

    Bij de slotfuga à 3 soggetti unvolständig van Die Kunst der Fuge BWV 1080 van J. S. Bach. Een fuga is een meerstemmig muziekstuk waarin het hoofdthema, door één van de partijen ingezet, achtereenvolgens door andere stemmen wordt overgenomen, waarbij de voorgaande stem zoveel mogelijk stipt gevolgd wordt; een muzikale beweging.

    J. KiNDT
    1996

    29-04-2010 om 12:41 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VREES NIET: een gedicht van C. BUDDINGH'
    VREES NIET: een gedicht van C. BUDDINGH'



    Vrees niet: ik maak nog regelmatig grapjes,
    ik sta nog steeds bekend als humorist.
    En niet ten onrechte: ik laat ze ook lachen,
    familie, vrienden, auditoriums.

    Gaat het u slecht? Ik troost u met een kwinkslag.
    Bent u bedroefd? 'k Vermaak u met een Witz.
    Zoals mijn moeder het zo mooi kon zeggen:
    'Ik haal het allemaal uit mijn holle kies.'

    Ik blijf de jongen van de brede grijns,
    de schalkse knipoog, 't gniffelend binnenpretje.
    Het kan nog steeds. 'k Ben nog niet te oud.

    En mocht u menen dat 'k te ernstig word,
    te somber, te weemoedig, te zwaarwichtig?
    Heus, wees gerust: ik lach me nog eens dood.

    (Uit: De eerste zestig, De Bezige Bij, Amsterdam, 1978)

    08-04-2010 om 17:04 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE MUEZZIN IS ZIEK

    DE MUEZZIN IS ZIEK


    De muezzin is ziek

    Zijn zang

    Zijn lied

    Galmt niet meer over de stad

     

    De klokken

    van de toren van de kathedraal

    Zijn vertrokken

    naar Rome

    En niet meer teruggekeerd

     

    Het verkeer valt langzaam stil

    Net een oude pendule

    Die slag om slinger

    Niet meer loopt

    Door een te slappe veer

    Niet opgetrokken gewichten

    Verweerd

    Lang niet meer gesmeerd

     

    De stemmen van mensen

    Altijd en overal

    Tot praten verplicht

    Zijn verstomd

     

    Rest

    Gesis

    Gesuis

    Rest

    Witte ruis

     

    Het is stil in de stad

     

    Stil

     

    Heel stil

     

    In het geheim

    Overleggen

    Katten en ratten

    Mieren met muizen

    Over de verdeling van leegstaande huizen

    En hier en daar

    Staat

    in een vlekje groen

    Nog een koe

    In zichzelf te praten

    Te melken en te malen

    Over de toestand

    Die hopeloos is

    Maar nog niet ernstig genoeg

     

    Het is nu alleen nog wachten

    Op iets of iemand

    Van hogerhand

    Die met één druk op de knop

    Alles weer in werking stelt

    Zoals een kandidaat

    In een quiz als Blokken

    Op de knop drukt

    En daarna

    Het verkeerde antwoord geeft.

     

    J. KiNDT

    2010

    01-04-2010 om 15:32 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JOHANN THEILE: MATTHÄUSPASSION
    JOHANN THEILE: MATTHÄUSPASSION

    Theile - St Matthew Passion

    Natuurlijk staat de Matthäuspassie van Bach (1685-1750) op eenzame hoogte, maar om zo 'n werk tot stand te brengen zijn er andere muzikale wegbereiders nodig geweest. Zo 'n wegbereider was bijvoorbeeld Heinrich Schütz (1585-1672), waarbij het woord 'wegbereider' eigenlijk niet het juiste woord is. Hij was als een voorloper een heel groot en cruciaal componist. Ook hij schreef, naast al zijn andere vokale werken, 3 Passionen en ook nog Die sieben letzte Worte.

    Maar Schütz had ook een leerling, Johann Theile (1646-1724) en deze componeerde in 1673 een Matthäuspassie (10 jaar na de Mattäuspassion van Schutz zelf) die meer nog dan deze van Schütz een voorbereiding leek te gaan worden op deze van Bach (http://en.wikipedia.org/wiki/Johann_Theile).

    De Matthäuspassie van Theile bestaat uit twee delen van ongeveer een half uur. Hij gebruikt hierbij reeds modernere middelen dan Schütz. Daar waar bij Schütz bijvoorbeeld de evangelist (tenor) nog meer reciteert, krijgen we bij Theile een vrijere evangelistenpartij onderlijnd door 2 viola da gamba 's. Ook schakelt hij een viertal aria's in en korte eenvoudige 5-stemmige koralen.
     
    Zo 'n werk als achtergrondmuziek beluisteren doe je eigenlijk niet. Je moet er echt een uurtje voor gaan zitten (bij voorkeur in deze tijd van het jaar) en bij herhaald beluisteren, wat ik ondertussen deed, openbaart zich een heel mooi en emotioneel werk. De hiervoorliggende opname is zowel kunstzinnig als opnametechnisch van grote klasse. Een aanrader!

    Commentaar bij deze opname: 'Period instruments and style are used with great taste and pungency, while the vocalists are highly accomplished solo and ensemble contributors.' (American Record Guide) The Evangelist is a tenor, Christ is a bass. The words of Christ are accompanied by two violins, while Christ sings with two viole da gamba. The other characters are accompanied by continuo only, and all the instruments join with the chorus. Theile's Passion is important as an early example of the introduction of systematic accompaniment for the soloists and for the incorporation of free lyrical elements. Theile's Passion can certainly be enjoyed purely as music, but it can only make its full impact when heard, at least in the imagination, as part of the memorial of Christ's Passion (Bron Arkivmusic).

    31-03-2010 om 10:54 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET WOORD VAN DE MENSEN
    HET WOORD VAN DE MENSEN



    De vrije meningsuiting (een groot goed, doch niet absoluut) komt vrijwel altijd tot ons via de taal. Het is niet omdat bijna alles gezegd moet kunnen worden dat daarmee de kous af is. Naast de soms heel verregaande boodschap is er nog de manier waarop iets wordt gezegd. Deze zogenaamd metacommunicatieve aspecten van de boodschap kunnen destructiever werken dan we denken en de ander daarbij ernstige schade toebrengen. Over het effect van woorden gaan de volgende teksten.

    MENSEN DIE NADENKEN OVER DE WOORDEN



    Mensen die nadenken over
    de woorden, de taal die ze gebruiken,
    lopen minder kans fanatici te worden.

    De sloganschreeuwers in
    deze wereld, of het nu
    openlijke reclame is of iets
    anders, de mensen die slogans
    schreeuwen tot ze er
    rood van zien, denken niet na
    over de woorden die ze
    gebruiken.

    Een taal spreken in in feite
    barrevoets lopen op zeer
    onvoorspelbaar terrein. Er
    kunnen gloeiende kolen,
    doornen of glasscherven op
    de weg liggen.

    Als je tegen een ander
    spreekt, een ouder, een
    vriendin, een geliefde, kan
    juist door het automatische
    gebruik van woorden, ieder
    woord een vreselijke wond
    toebrengen, een onverwachte
    hoop oproepen, een
    belediging zijn, zonder dat je
    weet wat je aan het doen bent.

    (Uit een interview van Amoz Oz, Israëlisch schrijver, in Vrij Nederland, datum onbekend)

    IK BEN ZO BANG VOOR HET WOORD VAN DE MENSEN



    In ben zo bang voor het woord van de mensen
    Zij spreken alles zo duidelijk uit:
    En dit heet hond en dat heet huis,
    En hier is begin en het einde is daar.

    Mij beangstigt ook hun denken, hun spel met de spot,
    Zij weten alles, wat wordt en was;
    Geen berg is nog een wonder voor hen;
    Hun tuin en goed grenst direct aan God.

    Ik wil blijven vermanen en weerstand geven: Blijf ver.
    De dingen zingen hoor ik zo graag.
    Gij raakt hen aan: zij zijn star en stom.
    Gij maakt mij alle dingen kapot.

    (Rainer Maria Rilke, 1898, vertaling Theo de Boer)

    HET WOORD



    Ik wil geen woordenboeken meer,
    vergeefs geraadpleegd.
    Ik wil alleen het woord
    dat daarin nooit zal staan
    en niemand kan bedenken.
    Dat de wereld samenvatten
    en vervangen zou.
    Het woord, meer zon dan de zon,
    waarin wij allen in gemeenschap
    zouden leven,
    zwijgend en
    het proevend.

    (Carlos Drummond de Andrade, onbekende bron)

     

    26-03-2010 om 12:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ARTHUR VINCENT LOURIE
    ARTHUR VINCENT LOURIE

    Dit zijn twee cd 's waar ik regelmatig naar luister. Lourié is geen bekende componist. Voor meer informatie over hem, zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Arthur_Louri%C3%A9

    3 werken die ik graag beluister zijn:

    - Concerto da camera
    - Funeral games in honor of chronos
    - Songs and choruses

    Deze mooie werken staan op de volgende 3 cd 's:

      Lourié, Concerto da camera, Deutsche Kammerph., Kremer, DG, 1993

    Out of Russia - Gidon Kremer  Lourié: Funeral Games, Philh. O., Eschenbach, teldec, 1997

      Lourié: Songs and choruses, Russian chamber choir et al. (http://www.brilliantclassics.com/release.aspx?id=FM00028663)

    Drie interessante cd 's met vooral een heel mooi Concerto da camera, werk dat men meer zou moeten spelen en juist heel goed in te passen valt in bijna om het even welk concertprogramma. Niet te missen!

    26-03-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (1, 2 en 3)
    HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (1, 2 en 3)

    HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (1)

     

    1.

    Iemand vraagt mij naar mijn eerste herinneringen. Ik kan er niet meteen op antwoor­den, maar nu ik erover nadenk, komen drie beelden steeds weer terug. Het zijn beel­den van toen ik drie, vier, vijf jaar oud moet zijn geweest. Ik bevind me op de kleuter­school.

     

    Het eerste beeld is dat van drie donkere gangen.

     

    De korte donkere gang, recht voor mij, leidt naar de ‘koer’ (ook de kin­der-’wee­ceetjes’), de speelplaats. Die plaats is niet ver. Die ligt in het bereik. Daarlangs kan ik naar buiten. Daar moet ik niet stilzitten. Daar kan ik spelen.

     

    De lange duistere gang naar links eindigt bij een deur die toegang ver­schaft tot de Sint Anna­kapel, een plaats van gezang en wierook en, als die deur opengaat, vooral veel licht. Daar lijkt het altijd Pasen, maar, on­danks de wierook, is de geur van moeders koekenbrood nog altijd sterker.

     

    De schijnbaar eindeloos lange pikdonkere gang naar rechts eindigt in volslagen duis­ter. Voor mij is dit het einde, het ontoegankelijke, wat je niet kan of mag weten, het onoplosbare. De zusters doemen er uit het niets op of verdwijnen plots, in zwarte rook opgegaan. Dat geeft aan de drie zusters, die het schooltje beheren: zuster Fina, zuster Renata en zuster Paula, een nog groter aureool van mysterie. Later, toen ik kon le­zen, bleek er op de deur ‘slot’ te staan.

     

    Deze drie zusters vormen de centrale figuren in het tweede beeld.

     

    Van kop tot teen zijn ze in lange zwart-witte gewaden gehuld. Het lijkt erop alsof ze zelfs geen voeten hebben. Ook handen kan ik me niet herinne­ren. Nooit heb ik kunnen vermoeden dat er achter deze gewa­den licha­men met biologische activiteit schuil gaan. Er is helemaal geen lichaam. Alleen het gezicht is zichtbaar. De kappen, strak om het hoofd (hadden ze dan geen haar?) en het gezicht gespannen, maken bewegingen van het aangezicht vrijwel onmogelijk. Daarom zien zusters er altijd boos uit. Al­leen zuster Renata heeft soms van die vuurrode wan­gen als een blo­zende kachel. Ogen dwingen gezag af, neuzen ruiken bliksem­snel wie het in de broek heeft gedaan en monden zijn er voor gebeden en gebo­den. Ik besluit op zoek te gaan naar lichamen achter die gewa­den en heb het gevoel dat dit nu al mijn hele leven zo doorgaat.

     

    Het derde beeld is dat van de speelplaats.

     

    Het lijkt me een reusachtige plaats met dui­zenden joelende kinderen. Later is het niet meer dan een heel klein ‘koertje’ met en­kele tientallen kinderen. Zelf zie ik me achter een reuze bal aanlopen die qua grootte mijn lichaamslengte ver over­stijgt. Dat komt - dat zie ik later pas - door­dat ik zo klein ben en ik de bal vanuit een laag standpunt waarneem.

     

    Ook nu heb ik de neiging alles steeds vanuit andere standpunten te wil­len zien. Elk standpunt geeft immers een an­dere kijk op de werkelijk­heid weer. Bovendien kan ik ie­mand zien zonder gezien te wor­den, kan iemand mij zien zonder dat ik die iemand zie en dan is er nog de grote ziener die er niet is en mij toch ziet. Dat laatste zei een van de zusters altijd en van toen af aan heb ik het onbe­stemde gevoel gehad dat ik al­tijd zou bekeken worden, in de gaten zou worden gehou­den: big brother was watching me.

     

    Drie beelden zijn dit waarvan ik nu besef welke invloed ze op me had­den: de interesse voor de donkere kant van het leven (de gangen); het besef dat een probleem aan de ene kant niet op te lossen valt (slot­gang), aan de andere kant tegelijk een oplossing vindt in het licht (ka­pelgang), maar niet zonder de plaats van het spel (de creativiteit) te zijn doorlopen (speelplaats); het mysterie van vrouwen en de nieuwsgierig­heid naar het lichamelijke leven achter de linnen lagen van de omhul­lende gewaden; alles te willen bekijken vanuit alle mogelijke standpun­ten, ook als je daarvoor op je hoofd moet gaan staan.

     

    2.

    Als ik muzieksessies geef met zeer ernstig verstandelijk gehandicapte mensen, vraag ik me af wat hun herinneringen zijn: dag en nacht helver­lichte lokalen?, geuren van ziekenhuizen en ontsmettingsmiddelen?, va­ders en moeders met zoete woordjes en aanrakingen als balsems?, eenzaamheid en verveling?, nooit muziek of altijd muziek?, alles zien vanuit ruglig in onder­aanzicht?, naakt te kijk liggen?, te warm of te koud?. 

     

    Met hen wil ik terug kruipen langs smalle donkere gangen tot in warme holtes waar we samen gemaakt en geboren zouden worden, aange­boord door de gezamenlijke va­ders en moeders en alles wat er in die nieuwe wereld te ervaren valt, zodat we samen zouden weten wat wij ons later zouden herinneren: de duisternis, het warme lijf, de muziek en door een verre deur op een kier: het licht.

     

    HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (2A)

     

    1.

    Alweer een hele tijd geleden werd in Brussel speelgoed tentoongesteld dat Afri­kaanse kinderen zelf had­den gemaakt. Uit natuurlijke materialen en afval van westerse consumptie­middelen vervaardi­gen zij op vindingrijke en kunstzinnige manier speelgoed: met steentjes, stokjes, touwtjes, doos­jes, blikjes, kroonkurken, ijzerdraad en met de gekste onderdelen uit al­les wat je maar kan bedenken, door de rijke westerling daar achte­loos achtergelaten. Uit het boek (African Children. Art of dreams. Franco Me­rici. Plan International 1992), dat ter gelegenheid van die tentoonstelling werd verspreid, blijkt hoe fier deze kinderen zijn op hun speelgoed.

     

    2.

    Maar er is meer. Uit wat ze gemaakt hebben, kan je zien hoezeer ze zich spiegelen aan de ‘Western Dream’: auto’s, fietsen, motorfietsen, vliegtuigen, vrachtwagens, race­auto’s, tankwa­gens, Panamarenko-ach­tige toestellen en apparaten, sieraden en mu­ziekinstrumenten. Overal hebben ze er de felgekleurde authentieke restanten van merkplaatjes van Marlboro, Cola Light, Pioneer, Toyota of Gauloises op aangebracht. Elk voorwerp is met zorg gemaakt en heeft mooie vormen en kleuren. Soms zijn vreemde onderdelen uit vrachtwagenmoto­ren op zo’n abstracte manier nagebouwd, dat er een nieuwe sculptuur, een nieuw bezield voorwerp lijkt geboren. Toch spe­len de kinderen er ook gewoon in het zand, dui­ken in het weinige water, hoepelen met oude velgen of autobanden, drinken uit kalebassen of zitten gewoon voor zich uit te kij­ken. Hoewel leven en speelgoed primitief zijn, lachen bijna alle kinderen. Ze gaan volledig op in hun spel. Ondanks het ‘primitieve’ karakter ervan zijn de kwaliteit, de ‘be­speelbaarheid’ van het speelgoed en de vin­dingrijkheid groot.

     

    Je zou kunnen zeggen dat de plaats waar deze kinderen geboren zijn, samen met af­komst en status, bepalen welk speelgoed ze hebben.

     

    3.

    Maar was het in de jaren vijftig bij ons in Vlaanderen zo anders?

     

    Kinde­ren van ge­goede af­komst speelden met echte, uit tin gegoten, bikkels. Andere kinderen bikkel­den met steentjes of keitjes.

     

    Kinderen van ge­goede afkomst speelden met nieuwe, glanzende knikkers, grote en kleine. Andere kinderen mochten knikkeren met doffe, bekraste knik­kers, die soms niet geheel rond meer waren en daardoor uit hun baan gingen.

     

    Kinderen van gegoede afkomst hadden brede, grote houten tol­len met een dikke blinkende metalen punt, waar je het vlassen touw makkelijk rond kon winden. Andere kinderen speelden met kleine tollen met smalle, vaak roes­tige metalen pinnen en gebruikten een gewoon touw dat ze eerst met speeksel nat moesten maken om het rond de tol te kunnen draaien.

     

    Kinderen van gegoede afkomst hadden rolschaat­sen en voetbalschoenen, die de andere kinderen, al dan niet tegen één frank, af en toe eens mochten lenen.

     

    Kinderen van gegoede ouders hadden speelgoedhuisjes of kleine tentjes, andere kinderen gingen on­dergronds, groeven een put in de tuin en legden er planken van af­braakhout op of gingen bovengronds en bouwden met dat afbraakhout een gammel huis, tot in de bomen toe.

     

    Ook toen bepaalden afkomst en status het speelgoed dat je bezat.

     

    4.

    Nu hebben alle kinderen, geld of geen geld (desnoods maar op krediet), hetzelfde, door de reclame geplugde, eenzijdige, Bart Smit- en Blok­kerspeelgoed. Er is nog zelden sprake van stijl of kwaliteit. Het ziet er zo dor uit. Het heeft zo weinig ziel. Je raakt er snel op uitge­keken. Het gaat rap stuk.

    Nu bepalen commercie, reclame en media welk speelgoed goed voor je is. En wat vandaag goed voor je is, heeft mor­gen afgedaan.

     

    Dan wordt er alweer iets anders aangeprezen.

     

    HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (2B)

     

    1.

    Opnieuw stonden, rond Sinterklaas, de kranten er vol van: de pop met Down­Syn­droom.

     

    Uit de USA kwam de DS-pop via Nederland naar hier overwaaien. De DS-pop is een pop met alle uiterlijke kenmer­ken van een kind met Downsyndroom.

     

    Eerst reageerde de Stichting Down Syndroom Nederland koel. Uit nieuwsgierigheid werden er echter enkele aangeschaft en gelei­delijk aan werden de reacties positiever. Deze poppen zouden meehelpen aan de emancipatie en integratie van kinderen met Down­syndroom. Vanuit het geïntegreerd onderwijs zou men met dergelijke pop de gewone kinderen beter kunnen voorbereiden op een kind dat anders is.

     

    De Vlaamse Vereni­ging voor Hulp aan Ver­standelijk Gehandicapten zag de pop met Down­syndroom niet zo zitten. De DS-pop zou te veel de verschillen benadrukken, terwijl, volgens de vere­niging, gewone kinderen niet eens zouden zien dat Downsyndroom­kinderen anders zijn (De Volkskrant en De Morgen).

     

    2.

    Dus zeer binnenkort te verwachten zijn: de Rettsyndroompop met de handjes in de mond, de Cho­reo-atheto­tische pop die op batterijen allerlei gekke bewe­gingen maakt, de pop met het Happy-Puppet­syndroom en eeuwige glimlach op het gelaat, de Softenonpop met stompjes van ledematen, de magerzuchtpop, de obesitaspop, de kale pop, de stotte­rende pop en tenslotte, want dat is de logische conclusie, de menspop.

     

    3.
    Conclusie: o
    m alle mensen, de grote, de kleine, de dikke, de dunne, de slimme, de domme, die van hier, die van elders, beter te integreren in onze maat­schappij, moet van elke mens een pop worden gemaakt, zodat elke mens er beter op voorbereid zal zijn dat alle an­dere mensen anders zijn. En zo bepalen vanaf nu, het uitzicht en de verschillen van en tussen mensen, het speelgoed waarmee je speelt.

     

    HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (3)

     

    1.

    Het gebeurde in de derde klas van de lagere school. De onderwijzer was Meester M. Naast de schoolvakken die hij er met grote gedrevenheid in ramde, probeerde hij ons op plastische en aan­schouwelijke wijze de beginselen der hygiëne, godsdienst en wel­levendheid bij te brengen.

     

    Bij onvoldoende gehoor schuwde hij hierbij lijfelijke straf­fen niet. Regelmatig kregen ik en an­dere klasgenootjes dan ook een draai om de oren, want de pedagogische tik was toen nog niet uitgevonden. Een leerling met zwarte randen onder de nagels zette hij voor de hele school te kijk en hij hield donderpreken over de meest af­schrikwekkende ziektes die daar­van het ge­volg zouden zijn.

     

    Elke ochtend werden steeds de­zelfde gebe­den - het onzevader, het weesge­groet, de akten van geloof, hoop, liefde en berouw, de werken van barmhartigheid - afgeram­meld. Wie niet lang genoeg kon opletten, werd bij hemd en broek gepakt en door het raam gegooid. Gelukkig lag onze klas op het gelijkvloers. Je kon dus niet al te diep vallen. En om­dat toen de gemiddelde leerling derde klas lagere school stukken sterker en leniger was dan de getrainde voetballer nu, kon dit niet zoveel kwaad.

     

    Elke morgen haalde de meester, voor de echte lessen begonnen, de aanwezigheidslijst te voorschijn. Wij moesten rechtstaan en, bij het horen van de naam, onze aanwezig­heid te kennen geven. Waarom besefte ik toen niet, maar op het afroepen van onze naam mochten we niet antwoorden met: AANWEZIG! Volgens Mees­ter M. was het enige correcte antwoord: TEGENWOORDIG, meester!

     

    Crey­tens: tegenwoor­dig meester... Deserrano: tegenwoordig meester... Kindt: tegenwoordig mees­ter... Van Over­schelde: tegenwoor­dig meester... . Het klinkt me nu nog in de oren.

     

    2.

    Deze herinneringen schieten mij te binnen bij het lezen van Luisteren naar de ander? Massche­lein in W. Hellinckx en B. Maes (1994) Over de zorg voor personen met een mentale handicap. (p. 63-74, Garant Leu­ven).

     

    Ervaringen leren dat in de omgang en communicatie met zeer ernstig verstandelijk gehandi­cap­ten, de bestaande communicatiemodellen niet toereikend zijn. Zelfs bij een uitgangspunt dat alle gedrag communicatie is en er niet niet gecommuniceerd kan worden, lijkt het bekende zender-boodschap-ontvangermodel alleen maar goed voor didacti­sche doelein­den.

     

    In de om­gang met zeer ernstig verstandelijk gehandi­capten is de zender ver­stoord, de boodschap ern­stig verminkt, de ontvanger let net even niet op en heeft het gedrag en dus de communicatie en dus de ‘persoon’ niet ge­zien.

     

    Ook meer persoonsgerichte communicatiemodellen waarbij de nadruk wordt gelegd op alles wat zich tussen mensen afspeelt, het delen van betekenissen, het zich ver­plaatsen in elkaars stand­punt, het innemen van elkaars perspectief, het kunnen erva­ren wat de andere ervaart, het zich kunnen voorstellen wat de andere zich voorstelt, lijken niet te vol­doen.

     

    Masschelein vraagt zich af of er geen ander model van commu­ni­catie te bedenken is waarbij de verstande­lijk gehandicapte als persoon, als ‘iemand’ niet verdwijnt, wanneer ik hem of haar niet kan begrijpen. Masschelein: “de filosoof Martin Buber presenteert een ander denken van relatie en communi­catie dat min­stens de mogelijkheid van een ‘horen’ van het niet-voorstelbare bij de ander (de niet-talige) laat vermoeden, maar daarmee misschien toch verwijst in de richting van die an­dere”.

     

    Masschelein geeft aan hoe Buber het onderscheid maakt tussen AAN­WEZIG­HEID en TEGENWOORDIGHEID. Buber heeft de wereld van de mens geanalyseerd vanuit twee houdingen, die verbonden zijn met twee grondwoorden die op hun beurt woordparen zijn: Ik-Gij en Ik-Het. Ik-Het verwijst naar de wereld-als-ervaring, Ik-Gij naar de wereld-der-relatie.


    De wereld-als-ervaring is de wereld van het ‘iets’. Ervaringen hebben altijd op ‘iets’ betrek­king. Het is de wereld van voorwerpen, eigenschap­pen, hoedanigheden oorza­kelijkheden. 

     

    De wereld-der-relatie daarentegen heeft betrekking op ‘niets’. Men er­vaart de mens tot wie men ‘Gij’ zegt niet. ‘Gij’ wordt niet gekenmerkt door object-iviteit (het voor­werp-zijn) en dus niet door aanwezigheid, maar door subject-iviteit (het persoon-zijn), dus door tegenwoordig­heid.

     

    Volgens Buber is de wereld van het ‘Gij’ (de wereld-der-relatie) helder­der dan de we­reld van het ‘Het’ (de wereld-als-ervaring). Men ziet het ‘Gij’ niet via een voorstelling (met behulp van taal), maar als het on­mid­dellijk tegenwoordige. Het ‘Gij’ is onmid­dellijk tegenwoordig omdat hier­voor geen begrip, geen voorstelling of fantasie nodig is. Het op deze manier ‘zien’ van de persoon, noemt Buber het ‘schouwen van het ganse wezen’. Dit schouwen van het ‘Gij’, van de andere persoon, kan niet opgevat worden als het vernemen van een inhoud, van ‘iets’. Het ’iets’ behoort immers tot de wereld-der-ervaring, de wereld der dingen. Het is eerder het ont­vangen van een kracht. Die kracht is de kracht van de interpellatie, de vanzelfsprekende be­vraging van mezelf door die an­dere persoon.

     

    Masschelein gaat zo nog bladzijden door en hoezeer hij en Buber hun best doen om duidelijk te zijn, het blijft allemaal ingewikkeld om volgen, maar daarom misschien niet minder waar. Voor de lezer die het nog tot hier is blijven volgen, lijkt het mis­schien niet veel meer dan filo­sofisch geëmmer.

     

    3.

    Wat er ook van zij, na het lezen van dit hoofdstuk, kwam het vraagstuk van meester M. en zijn uitgangspunt dat een leerling niet AANWEZIG is, maar wel TEGEN­WOORDIG, voor mij in een ander daglicht te staan. 

     

    Wellicht gebruikte hij, zonder het zelf te beseffen, het juiste woord. Maar in zijn da­den gaf hij blijk van het feit dat hij ons als voorwerpen behan­delde.

     

    Daardoor maakte hij ons, die hij bij naamafroeping ver­plichtte TEGEN­WOORDIG te zijn, zonder het zelf te weten, weer doodgewoon AAN­WEZIG.

     

    Ja, dat gebeurde in de derde klas van de lagere school bij meester M.

     

    J. KiNDT

    Medio jaren ‘90

    25-03-2010 om 13:26 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHIPBREUK: CYRILLE OFFERMANS
    SCHIPBREUK: CYRILLE OFFERMANS



    Een tijd geleden heb ik dit boek SCHIPBREUK van de Nederlandse essayist Cyrille Offermans gelezen. De ondertitel van dit boek is: Over kennis, cultuur en beschaving.


    In zijn boek ‘De Schipbreuk’ vertrekt Offermans (°1945) van een schilderij van Théodore Géricault, Het Vlot van de Médusa. Hij gebruikt dit waar gebeurde verhaal en dit veelzijdige schilderij als symbool voor de ‘schipbreuk’ die onze cultuur en beschaving telkens weer lijden. In diverse essays brengt hij de ‘schipbreuk’ op deze diverse terreinen in Nederland (ook hier volop van toepassing en ook al gaat het om Nederlandse toestanden, voor ons Vlamingen/Belgen perfect te verstaan) haarscherp in kaart.

     

    In het bijzonder sprongen mij omwille van de prangende verwoording 3 essays in het oog: Gestolen Erfenis (over De Verlichting en hoe basisprincipes uit De Verlichting nu schaamteloos misbruikt worden door mensen als Verdonk en Wilders), Kunst voor Iedereen (over de teloorgang van kunst, cultuur en beschaving) en het naar de keelgrijpende Vreemde Gasten (onder andere over de komst van voor ons vreemde mensen naar onze contreien).

     

    Ik heb dit boek de afgelopen dagen in één ruk uitgelezen en ik heb er heel veel uit geleerd, vooral dan hoe in deze tijd, ongeacht enige kennis over de geschiedenis, beleids- en cultuurmakers, maar ook gewone mensen zich bezondigen aan loos geverbaliseer en het debiteren van al te simpele verklaringen en oplossingen voor hedendaagse complexe problemen.

     

    Ook bevat het boek talloze verwijzingen naar andere bronnen die op hun beurt weer leesperspectieven bieden.

     

    Het is geen fraai beeld dat Offermans ons voorstelt. Maar hij blijft er nog tamelijk optimistisch bij, ook al beseft hij dat het om een achterhoedegevecht gaat. Mijnheer Offermans: dit boek is, ondanks uw relativeringsvermogen en bescheidenheid, een heuse krachttoer!!!
     
    Een ander boeiend boekje van Offermans is: Waarom ik moet liegen tegen mijn demente moeder (uitg.Cossee 2006).

     

    18-03-2010 om 12:56 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ORCHIDEE

    ORCHIDEE



     

    Kijk, daar zit de ongelooflijke Thomas

    Voor hem is het vandaag weer feest

    De kroon op het hoofd

    De rolstoel zijn troon

    Hij is weer eens jarig geweest

    De familie is er, de vrienden, het dameskoor,

    Voor de maaltijd, het bidden van nonkel pastoor

     

    Thomas is niet goed te been

    Hij roept en lacht en slaat zichzelf

    Zingt zonder woorden

    Sinterklaas kapoentje

    Leg wat in mijn schoentje

    Dwars door alles heen

     

    Ze noemen hem een idioot

    Een knuffelbeer

    Een varkentje

    Een kleine clown

    Hij heeft het syndroom van Down

     

    Het leven zoals het is moeten we helaas gedogen

    Merkwaardig toch wat minuscule chromosomen zoal vermogen

     

    Had Thomas er hiervan eentje meer of minder

    Dan was hij misschien een mooie vlinder

    Of misschien wel een Phalaenopsisorchidee

    Die je elke dag heel goed moet verzorgen

    Anders gaat hij niet lang mee

     

    J. KiNDT
    2006

    07-03-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 06/06-12/06 2011
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs