Inhoud blog
  • HERINNERINGEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN LUDO MARTENS
  • EEN AFRIKAAN OP GROENLAND
  • BIJ WIJZE VAN LEVEN
  • DE STAD ZINGT (ZONG)
  • FAVORIETE DICHTERS
  • LEOS JANACEK: CAPRICCIO
  • F. GONZALEZ-CRUSSI: DE VIJF ZINTUIGEN
  • VIJFTIG
  • ABSURDE PEN
  • BEVRIJD VAN HET HALSSTARRIG IK
  • HET BEGIN EN HET EINDE
  • 'ER IS ALLEEN DE BEWEGING VAN DE MUZIEK’: ANNA ENQUIST in HET GEHEIM
  • EEN ZORGELIJKE VISIE
  • EEN GEDICHT MOET MOEILIJK ZIJN
  • VADERS EN MOEDERS VERSE SOEP VAN OUDE DUIVEN OP NIEUWJAARDAG
  • DE VOLZIN
  • INCLUSIE
  • KLEINE FILOSOFIE VAN DE VISSER
  • JARMILA: ERNST WEISS
  • LILIANA X
  • TESTAMENT
  • CAFE HOPPER
  • OOH SO GOOD ‘N BLUES
  • WARM IS HET ZEKER
  • ZONDAG
  • MUZIEK BELUISTEREN: HET GROTE LUISTEREN & DE KLEUR VAN KLANKEN
  • UN HOMME ET UNE FEMME
  • MANNEN ZETTEN VAAK EEN HOGE BORST OP
  • 3 BOEKEN VAN BERT KEIZER
  • VANMORGEN WOU IK OPSTAAN
  • HET DRAAIBOEK
  • DAAR IS DE MAN
  • JAN MICHIELS EN TAE-HYUNG KIM VERVANGEN ELISSO VIRSALADZE (DESINGEL, 31 MEI 2010)
  • INTIEME BRIEVEN
  • DE TOREN VAN DE KATHEDRAAL
  • DE STRIJKKWARTETTEN VAN FELIX MENDELSSOHN-BARTOLDY
  • GELEZEN: DAVID VOGEL - HUWELIJKSJAREN
  • FEEST IN DE WIJK
  • DVORAK
  • VAN MORRISON
  • GLENN GOULD BACH GOLDBERGVARIATIES
  • DE BEWEGING
  • VREES NIET: een gedicht van C. BUDDINGH'
  • DE MUEZZIN IS ZIEK
  • JOHANN THEILE: MATTHÄUSPASSION
  • HET WOORD VAN DE MENSEN
  • ARTHUR VINCENT LOURIE
  • HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (1, 2 en 3)
  • SCHIPBREUK: CYRILLE OFFERMANS
  • ORCHIDEE
  • MUZIEK IS GOED VOOR EEN MENS!
  • HOOGSEIZOEN
  • PAOLO FRESU
  • ASGER HAMERIK
  • DE PIANO
  • ALEXANDER PORFIRYEVITCH BORODIN: COMPLETE KAMERMUZIEK
  • K. P. KAVAFIS: DE BANK DER TOEKOMST
  • K. P. KAVAFIS: WIE MISLUKT IS
  • DE WITTGENSTEINS: ALEXANDER WAUGH
  • BO LINDE: VIOOLCONCERT EN CELLOCONCERT
  • PROKOFIEV: HET TWEEDE STRIJKKWARTET
  • KAREL ANCERL (1908-1973)
  • DE JOHN LEE HOOKER KOEIENBLUES
  • DE BEKENDE HAND
  • GEDICHTENDAG 2010: BROOD BAKKEN
  • FRANZ SCHMIDT
  • EEN ZWAKKE GLIMLACH
  • DE OUDE SLAAF EN DE BLOEDHOND
  • DENKERS
  • STOK
  • MORTEN LAURIDSEN
  • KEES WINKLER: OVER HET DICHTEN en MINOR POET
  • MAHLER - LISTMANIA
  • ODE 1, 2 en 3
  • HET MECHANISME VAN DE INSPIRATIE: WILLEM ROGGEMAN
  • HET LIEVELINGSBOEK VAN ELSCHOT: MIDDERNACHT van GEORGES DUHAMEL
  • MUNIR BASHIR
  • DE KUNSTENAAR EN DE TSAAR
  • EEN BOEKENKETTING
  • DE WEG
  • K. P. KAVAFIS: WIE MISLUKT IS
  • HET MUZIKAALSTE GEDICHT
  • EEN MAN ZOCHT NAAR ZIJN GEVOEL
  • HET LICHT RIJDT ZICH IN HET DUISTER VAST
  • DE MAN MET DE DEKEN OP DE RUG
  • DE KREET VAN CORDELIA
  • KEES WINKLER: ARCANA (VARESE, 1927)
  • KEES WINKLER: BEETHOVEN OPUS 73 (EMPEROR CONCERTO)
  • EMIL HAKL: ZOON & VADER
  • ERNST WEISS: DE OOGGETUIGE
  • NIET BIJ BACH ALLEEN
  • DE STILTE VAN DE WERELD VOOR BACH
  • PYOTR ILYICH TCHAIKOVSKY: COMPLETE STRIJKKWARTETTEN
  • HET JAAR LOOPT NAAR ZIJN EINDE
  • ONBEKENDE COMPONISTEN: LADISLAV VYCPALEK en OTAKAR OSTRCIL
  • LEZEN
  • ROBERT R. REILLY: SURPRISED BY BEAUTY
  • JAAR VAN DE HOND
  • DE WERELD IS IN VERWACHTING
  • LINKS LIGGEN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Over mijzelf
    Ik ben Johan Kindt
    Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is logopedist, maar ben nu gepensioneerd..
    Ik ben geboren op 10/10/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Wandelen, koken, muziek beluisteren, lezen, fietsen en naar mensen kijken, ook in de spiegel.
    Categorieën
    Laatste commentaren
  • zeer mooi gedicht! (DIDIER)
        op DE WEG
  • BIJ WIJZE VAN LEVEN
    Over boeken, gedichten en muziek.
    07-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET BEGIN EN HET EINDE

    HET BEGIN EN HET EINDE



     

    1

    In het begin,

    Er was eens,

    Heden is,

    heel lang geleden,

    een kind geboren

    dat lang en gelukkig zou leven

    maar,

    naar we uit goede bron vernamen,

    het bestierf van het lachen

    toen de engelen zongen

    vrede op aarde

    aan de mensen

    die van bij en van verre kwamen

    maar zich snel weer uit de voeten maakten

    bij het lezen

    dat het Woord

    Vlees was geworden

    (en niet Vis of Vegetarisch).

     

    En nu samen:

    In alle eeuwen der eeuwen,

    Amen!

     

    2

    Normaal

    vormen nu en straks

    het einde

    van wat ooit begon.

    Maar het verleden,

    dat na overlijden en begraven

    schijnbaar rust in vrede,

    kiemt

    ondergronds

    uit zijn kist,

    vertoont
    scheuren,
    scheuten

    loopt uit

    op levenskrachtige letters.

     

    Die letters zetten vervolgens uit

    tot woorden,

    woorden met een bolle buik.

    Ze bevallen

    van een kind,

    enfant,

    infans,

    dat nog niet spreekt.

     

    Voor je het weet

    ontsnappen de betekenissen al uit zijn mond

    en stijgen met een zucht
    tot boven in de lucht

    en daar zitten we dan,

    zo gezellig in ons schuitje.

     

    Kunnen we de waarheid onder ogen zien

    of het verzinsel

    of het simpel menselijk beginsel

    dat alles stof wordt

    of weer nieuw,

    zoals Het Laatste Nieuws

    al oud is

    voor het verschijnen

    en De Morgen

    La Dernière Heure,

     

    ja, stof al op de nieuwe meubels ligt?

     

    J. KiNDT


    07-10-2010 om 12:29 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'ER IS ALLEEN DE BEWEGING VAN DE MUZIEK’: ANNA ENQUIST in HET GEHEIM

    'ER IS ALLEEN DE BEWEGING VAN DE MUZIEK’: ANNA ENQUIST in HET GEHEIM



     

    Onlangs heb ik de roman 'het Geheim' van de Nederlandse schrijfster Anna Enquist (De Arbei­derspers Amsterdam 1997) herlezen.

     

    Ik wil hier een lang fragment uit het boek citeren, niet om voor eigen profijt een tekst van iemand anders te gebruiken, wel om twee dingen in het bijzonder op de voorgrond te plaatsen:

     

    Een: in het fragment wordt door de schrijfster op een zeer herkenbare manier weerge­geven hoe het er in de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap (zwakzinnigen) in de tweede helft van vorige eeuw en tot op de dag van vandaag in Nederland (en mis­schien ook hier) aan toe ging en gaat.

     

    Twee: de schrijfster kent, in de confrontatie met een zeer ernstig verstandelijk gehandi­capte, aan de muziek een belangrijke rol toe.

     

    Om de tekstpassage te kunnen volgen, eerst een korte situering. De hoofdfiguur in de roman 'Het Geheim' is Wanda Wiericke, concertpianiste. Ze gaat op bezoek bij haar verstandelijk ge­handicapte broer Frank. Deze woont binnen de instelling 'De Reehof'. Daar wil ze uiteraard haar broer zien, maar ze wil ook een gesprek met de inrichtings­arts Boudewijn (Bouw) Krag­genburg, die later ook haar man zal worden.

     

    'De portier is een zwakzinnige, denkt Wanda even, voor het tot haar doordringt dat hij een geestelijke is. De man ziet haar kijken en zegt: 'Broeders Penitenten. Wij hebben jarenlang de bewoners verzorgd. Nu zijn er dokters en jonge mensen die ervoor geleerd hebben. Van ons zijn er nog maar een paar over. /.../. 'Ja, ja, ik dacht het wel: Wiericke Frank-paviljoen de Ot­ter. Afdeling bedzaal'. /.../. 'Ja,' zegt Wanda. Ik zou ook graag de dokter van mijn broer spre­ken'. /.../.

     

    Traag wandelt ze door het park, langs glooiende grasvelden en statige kastanjebomen. De vierkante, moderne gebouwen die hier en daar in het bos staan, hebben glazen gevels en zijn vernoemd naar kleine dieren: Eekhoorn, Egel, Mol. /.../. Daar, verderop rechtsaf, daar is de Otter, daar is Frankies huis. /.../.

     

    Achter in de zaal staat een zwarte vleugel met gesloten klep. Achttien luide voetstappen heeft ze nodig om bij het instrument te komen. Ze trekt haar armen uit de mouwen als ze gaat zit­ten. De jas valt achterover op de grond. Een Bechstein. De lessenaar is bewerkt, uitgesneden. De lak bladdert en de lage, brede pedalen zijn dof beslagen. Oud ivoor op de toetsen. Een laag akkoord, diep nazingende snaren. Beetje vals. Heerlijke, parelende discant. Waarom nu het Italiaans Concert? Ze weet het niet. Ze speelt. /.../. Ze hoort niets. Er is alleen de beweging van de muziek, de vreemde ruimte die ze verkent en vult met vertrouwde klanken. Eindelijk ademt ze weer.

     

    Een schaduw over de vloer. Vliegensvlug glijdt een donkere gestalte over het lichte zeil, met schokkende bewegingen. Een verpleegster in een witte kiel rent erachteraan maar blijft plots staan aan de rand van de schemerige zaal. De jongen kruip verder, naar de vleugel toe. Wanda ziet hem uit haar ooghoek en glimlacht. Onder de piano trekt hij zijn benen naar zijn borst en blijft opgekruld liggen tot de muziek zwijgt. Dan komt er uit zijn keel een krakend, wild ge­luid: 'Mbwaah, mbwààh!!' Wanda buigt haar hoofd en zet plechtig het langzame deel in. Ze dekt haar broer toe met de zware basakkoorden en spint daarboven met haar rechterhand een he­mels lied. /.../.

     

    Die herfstdag was hij (Bouw Kraggenburg, de instellingsarts) geërgerd naar de Otter terugge­lopen. /.../. Waarom liet hij haar geen afspraak maken voor een andere dag? /.../. Nee, onzin, hij was gewoon benieuwd. Frank was een lastige patiënt. Hij kende de moeder die eens per maand langskwam en altijd snel weer weg wilde. Een schichtige vrouw, die zich niet in haar kind wou verdiepen. Er was iets met haar, het lukte nooit een echt gesprek aan te gaan, ze had iets vluchtigs en prikkelbaars waar alles op stukliep. Haar bezoeken werden minder frequent en Bouw zocht haar niet meer op als ze op de afdeling kwam. Frank leek het niet uit te maken. Hij zat in zijn hoek en bonsde met zijn hoofd tegen de gecapitonneerde muur. Hij schreeuwde, niet van de pijn maar om zichzelf te vermaken. Eén keer had een verpleeghulp zijn aandacht weten te vangen door op haar blokfluit te spelen. Frank stopte met bewegen en draaide zijn hoofd naar het geluid toe. Hij lachte en was stil. Toen het meisje na een maand wegbleef ver­viel hij in zijn oude gewoontes. Elke poging om hem met getrommel of gezang te verleiden mislukte. Niemand van de vaste verpleegbezetting kon fluit spelen.

     

    Bouw hoorde de piano al toen hij het pad naar de ingang opliep. Hij opende de deur met zijn dienstsleutel en veegde zijn voeten. /.../. Frank Wiericke lag onder de piano. Hij lachte. Hij sloeg zichzelf niet. Hij bonsde niet met zijn hoofd tegen de grond. Hij lag tevreden te luiste­ren. Toen het stil werd zei hij iets. Bouw kreeg een dikke keel en moest knipperen met zijn ogen. Pas daarna keek hij naar de vrouw achter de vleugel. /.../. Zij legde haar bleke handen tegen het klavier en boog zich vanuit haar middel opzij om Frank aan te kijken. Toen speelde ze weer, een langzaam en droevig stuk. Tussen al die stille mensen, in die krankzinnige om­geving, zat de vrouw en speelde voor haar broer, in het donker.

     

    'Er is een dame voor u,' had de broeder-portier gezegd. 'Familie van patiënt Wiericke. Ze wacht in de Otter.' /.../.

     

    Frank Wiericke. Een kind met driedubbele pech. Niet alleen Downs syndroom, maar ook een hersenbeschadiging door een moeizame geboorte en een daaropvolgende jarenlange ondervoe­ding tijdens de bezetting. Geen gezellige, aanhankelijke mongool, zo 'n zonnetje in huis, speels en dankbaar als een lieve hond. Frank was een stuurse jongen die zich nauwelijks liet verzor­gen. Hij sprak niet, herkende niemand en liet zich niet benaderen. Hij durfde niet te lopen maar kroop over de vloer van de bedzaal naar zijn plek tegen de muur om daar zijn hoofd tegenaan te bonzen. Het afdelingshoofd had gymnastiekmatten tegen de muren laten aanbrengen.

     

    Toen Bouw bij de Reehof in dienst kwam trof hij de diep zwakzinnigen in bed aan. Ze lagen de hele dag op gummizeilen tussen de hekken van hun bedden en werden door de broeders in een strak schema gevoerd en gewassen. Hij had een schijn van leven ingevoerd door een soort huiskamer in te richten met matrassen op de vloer. Daar werden de bedpatiënten iedere mor­gen naartoe gedragen zodat ze door het gewapende glas naar de bomen konden kijken. De verple­ging droeg hij op met de patiënten te spelen. Hij gaf ze een budget om ballen en trom­mels aan te schaffen. De broeders penitenten schudden hun hoofden. Zo hoorde het niet. Wie niets kan, moet liggen en verzorgd worden. Orde, reinheid en toewijding, daar ging het om. Wie niets begrijpt kan zelf niet bidden; voor hem moet gebeden worden. Godsdienstoefening en de zorg voor zindelijkheid vulden de dagen, de rest was overbodig.

     

    Met lede ogen moesten de broeders aanzien dat er een gymnastiekleraar in huis kwam om de patiënten te leren bewegen. Er werd beroepspersoneel aangetrokken, jonge mensen die niet konden soppen, die de rommel lieten liggen om een liedje met de patiënt te gaan zingen. Het werd een taaie, langdurige strijd, die de broeders wel moesten verliezen. Ze werden ouder en krachtelozer en hadden de tijd tegen. Bouw voerde de strijd langzaam en beleefd, maar onver­biddelijk. Het passieve verzet prikkelde hem, de vrome onbaatzuchtigheid maakte hem ra­zend, maar de aanblik van de oude mannen in hun vreemde pijen wekte ook zijn respect en mededo­gen. Er kwam een pensioenregeling. En er kwam een psycholoog, zo van de universi­teit en doorkneed in de allernieuwste leertheorieën. /.../.

     

    'Een approach-avoidanceconflict,' zei de psycholoog. 'Ze zijn bang voor de zwakzinnige en willen wegrennen; maar ze worden er ook door gefascineerd en willen erheen. Het resultaat is dat ze op een door angst en nieuwsgierigheid bepaald punt blijven staan. Daar moet je je per­soneel op selecteren. Ze moeten niet te ver van de patiënt afstaan, maar ze moeten zich ook niet op de bewoners storten, dwars door hun afweer heen. Dan hebben ze geen distantie en kunnen ze niet nadenken.'

     

    Door de leertheorie kreeg de Reehof een ander gezicht. De bewoners werden getest, er werden ontwikkelingsprofielen gemaakt en leertrajecten ontworpen. Het doel van zo 'n traject werd niet langer bepaald door de eisen van de maatschappij of de ouders, maar door de veronder­stelde behoeften en de gemeten capaciteiten van de zwakzinnige zelf.

     

    Bouw grinnikte in zichzelf. Wat een tijd! Zelfs de diepste idioot kreeg een programma. Oog­contact maken, een hand uitsteken, een geluid nadoen. Urenlang zaten verpleegsters een pati­ënt te leren hoe hij een sok moest uittrekken. Als het gedrag in de juiste richting ging kreeg te patiënt een snoepje. De maaltijd werd een circusnummer. De bewoners mochten kie­zen wat zij wilden eten en moesten zoveel mogelijk zelf doen. Schalen donderden op de grond, ze schoven het eten met handenvol naar binnen en graaiden de gehaktballen van het bord van hun buurman.

     

    Bouw had vooral gepraat. Met de verpleging, om het vernieuwingstempo af te remmen; met de broeders, om het gevoel dat ze alles verkeerd gedaan hadden wat af te zwakken; met de familie van de bewoners, om uit te leggen waarom alles anders moest. Het ergste was de ont­takeling van de leefomgeving: op last van de psycholoog werden schilderijen en versieringen van de muren gehaald en ging de radio uit. Al die kleuren, vormen en geluiden brachten de patiënten in de war zodat ze niet meer wisten waar ze op moesten letten. De ruimte moest arm aan prik­kels worden, dan zou de aandacht van de zwakzinnige zich vanzelf richten op die ene rode bal die naar hem toerolde. Onmenselijk, zeiden de broeders; ongezellig, zei het perso­neel, het lijkt hier wel een laboratorium. Een absolute noodzaak, betoogde de psycholoog. Bouw legde ge­duldig uit hoe weldadig de stilte was voor het snel overvoerde mechanisme voor prikkelselectie van de meeste bewoners. Hij kreeg gelijk. Langzaamaan begonnen de patiënten te begrijpen waar ze op moesten letten en merkten de verzorgers hoe de kale omge­ving hun tot steun was. Het hielp iedereen behalve Frank. /.../.

     

    De jaren in de zwakzinnigenzorg hadden hem geschoold in het kijken, afwegen en voorzichtig onderhandelen. Hij was gaan houden van het langzame proces. De ontwikkeling van een imbe­ciel kind gaat zo traag, zo bijna onmerkbaar dat daarmee vergeleken een gewoon kind als een raket door z 'n eigen geschiedenis voortschiet. Alle werkers die zich in de Reehof op hun plaats voelden kenden de liefde voor het langzame en de vreugde van een miniem stapje vooruit. Het maakte de wereld tot een veilige plaats, zonder concurrentie en zonder teleurstel­ling. /.../.

     

    Door de inrichting in te gaan hoefde hij (Bouw) geen chirurg te worden maar kon hij in alle rust een terrein betreden waar niemand enig idee van had, een verborgen pad dat kronkelend naar een hoge beleidsfunctie op het ministerie leidde.

     

    Toen hij eenmaal achter zijn bureau zat moest hij toezien hoe de veranderingen die hij in de zwakzinnigenzorg in gang had gezet tot in het absurde werden doorgevoerd. De zwakzinnigen mochten geen zwakzinnigen meer heten, ze werden gehuisvest in de stad, moesten er opinies op na houden en protesteren tegen discriminatie. De inrichtingen werden gesloten. Verplegers werden kameraden, lieten hun haar groeien en verachtten de strakke structuur die Bouw voor de pupillen zo heilzaam vond. Als inspecteur had hij gevochten tegen deze in zijn ogen zo ver­keerde interpretatie van het begrip gelijkwaardigheid.

     

    Uiteindelijk werd het pleit beslecht door het slinken van de geldstroom. De verstandelijk ge­handicapten, zoals ze nu heetten, gingen terug naar hun onderkomens in de bossen en werden daar verzorgd door begeleiders met een dienstrooster. Voor experimenten was geen geld meer. Iedereen had verloren.' /.../.

     

    De roman 'Het geheim' van Anna Enquist is een mooie roman over gevoel, over het le­ven, over muziek die troost kan bieden. In 2000 was deze roman al aan zijn negentiende druk toe.

     

    J. KiNDT

    2008

    07-10-2010 om 12:27 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN ZORGELIJKE VISIE

    EEN ZORGELIJKE VISIE



     

    1.

    Ziehier twee citaten uit willekeurige, onlangs gelezen, beleidsdocu­menten.

     

    'Visie op zorg. De zorgfuncties zijn niet uitsluitend gericht op de persoon met een handicap maar ook op de naaste omgeving. De speci­fieke waarde van het begrip 'kwaliteit van leven' ligt in de aandacht die ge­vraagd wordt voor het perspectief van de gehandicapte per­soon zelf. Hoe de geboden zorg er uitziet, is geen statisch gegeven, maar het re­sultaat van een continu proces van wederzijdse afstem­ming. Streven naar een functiegerichte zorg is streven naar een zorg waarbij men voor elke persoon met een handicap een gepersonali­seerd zorg­pakket kan samen­stellen dat een adequaat en samenhan­gend antwoord biedt op zijn indivi­duele zorgvra­gen en op die van zijn naaste omgeving'.

     

    'Een gemengde werkgroep van staffunctionarissen en directe begelei­ders maakt aan de hand van de indicatoren voor een bepaalde fase van het zorgverleningproces een sterktezwakte­analyse op. Ze kan daartoe de algemene toepassingen uit ons model beoordelen op een drie­punten­schaal; de concrete uitwerkingen dienen als achter­grond om de alge­mene indicatoren te kunnen beoordelen. Zowel de positieve verwezenlij­kingen als de knelpunten binnen de organi­satie­context of het begelei­dingsproces in deze specifieke fase worden dui­delijk ge­maakt. De re­sultaten worden teruggekoppeld en bespro­ken in de gewone team- en beleidsver­gaderingen. Er wordt gekozen welke aspecten van de zorg voor ver­betering in aanmerking komen'.

     

    2.

    Deze voormiddag zing ik liedjes voor Mark, Fons, Johan, Chrisje en de anderen, allemaal mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen.

     

    Mark zit in een hoek van het snoezelgedeelte van de woning. Hij pro­beert met een schoen, die nog om zijn voet zit, in de mond te komen. Hij maakt een grommend geluid. Als ik luid ge­noeg zing, weet ik dat hij mij kan horen. Hij is immers slechthorend. Of hij de lied­jes mooi kan vinden, weet ik niet.

     

    Fons staat gewoontegetrouw naast mij. Soms begeleid ik mezelf bij het zingen op een grote marimbula. Een marim­bula is een Afrikaans instrument, een soort houten kist met aan de voorkant me­talen pen­nen die je met de vingers kan betokkelen. Ik gebruik die kist liever om er, op de achterkant, met een grote vilten trommelstok op te trommelen. Dat maakt een krach­tig en diep geluid dat lijkt op het geluid van een contrabas. Fons is gek op dat geluid. Als ik een liedje zing, staat Fons naast mij. Als hij ziet dat ik de houten kist niet zal gebruiken, pakt hij mij bij de hand en brengt die hand richting trom­mel. Als ik er niet op inga, wordt hij boos. Als ik de trommel wel ge­bruik, begint Fons enthousiast op en neer te wippen en op zijn gelaat verschijnt een engel­achtige glimlach. Soms is Fons helemaal niet zo ok. Een hele tijd ge­leden was hij depressief. In die periode had Fons nergens zin in. Gelukkig voor hem gaat het nu weer beter.

     

    Johan zit meestal in kniezit op de bank, de romp voorover gebogen. Zijn ogen draaien wild in het rond. Hij ziet nauwelijks of helemaal niet. Soms duwt ie met zijn vin­gers tegen een oogbol aan, zodat het oog bijna uit de oogkas komt. Het is geen fraai gezicht. Maar als ik zing en hierbij hard op de trommel sla en ook nog eens zijn naam roep, liefst nog in het ritme van zijn wiegende bovenlichaam, dan gaat Johan rechtop zit­ten en verschijnt er een gelukzalige lach op zijn aangezicht. Minuten lang kan ik zo door gaan. Hij kan er niet genoeg van krijgen.

     

    Chrisje ligt nu op de mat. Daarnet zat ze nog samen met Christiane in een grote groene zetel die ze elkaar benijden. Die zetel is eigenlijk van Christiane. Mis­schien wil Chrisje ook zo'n mooie, grote zetel, een vaste plaats om te zitten. Die vaste plaats, mijn plaats, heb ik thuis ook. Maar het lijk erop dat zij op de belang­rijkste plaats wil zitten, dat dit gebiedje van haar is. Maar dat feest gaat helaas voor haar niet door. Daarom ligt Chrisje nu mokkend op de mat. Ze maakt gekke stemge­lui­den alsof ze ons allemaal een sar­cas­tische opmerking maakt. Ik zit bij haar op de mat. Als ik mijn hand dichterbij breng, is al­les ineens vol speeksel. Ik weet niet waar het vandaan komt. Maar als ik daarna zing, klaart haar gezicht op en moet ze lachen.

     

    Ondertussen zit of ligt Christiane in haar grote groene zetel, of iets daartus­senin. Soms zit ze fier rechtop. Nu lukt het haar niet. Haar gelaat lijkt wel verfrommeld. Toch kan ze er ook heel fris en uit­ge­slapen uitzien. Af en toe roept ze 'rijstpap'. Af en toe staat ze toe dat ik naast haar mag zitten (er is nau­welijks plaats voor twee) om een babbeltje te doen. Soms tilt ze haar bo­ven­kleding omhoog en laat ze daarmee ongewild haar hele heb­ben en houden zien.

     

    Verderop speelt Inge met oude lp 's en platenhoezen. Ze is erg op zich­zelf ge­richt. Ze hoort slecht. Zoals zo vaak, begint ze plots oor­verdovend en onophoudelijk te roepen. Dan moet ze naar haar ka­mer. Want hier­mee leven kan niemand lang. Toch kan Inge ook heel lief zijn. Als ik haar met veel theater groet, zwaait ze soms terug of knikt ze met het hoofd. Ze kan me hierbij aankijken alsof ik van een andere planeet kom.

     

    Charel zit in zijn rolstoel. Omdat ie bij periodes zo'n lastig baasje is, krijgt hij heel wat uren per week een opvoedster voor zich alleen. Hoewel zijn rolstoel vrij stevig is vastgezet, sjok­kelt hij net zolang tot hij serieus van plaats is veranderd en hij ergens bij kan komen (bij voorkeur een elektrisch snoer of een stuk speelgoed) om dan kattenkwaad uit te halen. Als hij het te bont maakt, ga ik voor hem staan en alsof hij een 'klein kind' is, lees ik hem plechtig, maar met een knipoog, de levieten. Hij kent me. Het helpt...  tijdelijk.

     

    Jan zit stilletjes in de hoek. Hij heeft het niet altijd begrepen op zoveel 'lawaai'. Daarom stopt ie zijn vingers in zijn oren. Toch is ie niet onge­voelig voor muziek. Als ie iets zegt, klinkt het als 'schone dinge'. Ik weet niet waaraan ik eerst moet denken: aan het middel­eeuwse 'Alle dinge zyn my te inge' of aan het eveneens middeleeuwse 'levet scone'. Jan is de belicha­ming van beide.

     

    3.

    Ik lig nog steeds naast Chrisje op de mat. Ik zing een lied en begeleid mezelf op de marim­bula. De diepe tonen trillen aangenaam na. Ik voel haar speeksel aan mijn vingers. Mijn spie­ren, (voetbal-)knie en rug doen pijn. Ik zweet want, zoals zo vaak, is de temperatuur in de wo­ning te hoog voor mij. De energie om enthousiast verder te zingen stroomt uit me weg. Maar op een mens staat geen stroomverliesscha­kelaar die het energiecircuit tijdelijk uitschakelt. Een mens zit ook niet in elkaar als een electrowa­gentje dat 's avonds aan een bijlader kan wor­den aangescha­keld om 's morgens weer met volgeladen batte­rijen verder te kunnen.

     

    4.

    Mijn zorgvisie is soms vies, zorgelijk, besmeurd, be­zweet, vermoeid en leeg. Wat is de zin van wat ik doe of deed? Ik wil een em­mer water over me heen.

     

    J. KiNDT

    2007


     

    07-10-2010 om 12:25 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN GEDICHT MOET MOEILIJK ZIJN

    EEN GEDICHT MOET MOEILIJK ZIJN

     

    Een gedicht moet moeilijk zijn,

    op het eerste gezicht nooit goed te verstaan.

    Wolken moeten met benen gaan

    en ogen moeten zweven.

    Bedden, tafels, stoelen,

    alles moet tot bloedens toe,

    een volk moet sneven.

     

    Een gedicht moet moeilijk zijn,

    een vraagstuk uit de driehoeksmeting,

    een ingewikkelde scheikundeles,

    aangeboden achterstevoren,

    met enkel duister en geheimen,

    een mat beslagen raam

    waar niets doorheen kan schijnen.

     

    Een gedicht moet moeilijk zijn,

    moet mythen en symbolen kennen,

    te ontleden intertekstueel.

    Een dichter aan de drank moet het schrijven

    of minstens een homoseksueel.

     

    Een gedicht moet moeilijk zijn,

    afbreekbaar met bulldozer

    of subtieler met pincet.

    De dichter moet een gozer zijn,

    een loser in de goot.

    Hij moet iets in de wolken zien

    of er minstens één mee zijn

     

    Een dichter moet een snoek

    of, als het kan, een soepboer zijn,

    een zeeman of een kuiper of een dwerg

    of een zekere Gerrit Achterberg.

     

    Zo ’n dichter ‘die het tijdstip weet te voorvoelen

    waarop zich deze werking integraal

    voltrekken zal’ in ‘het woordenmateriaal’.

     

    Ja, een gedicht moet somber zijn en zwaar,

    nee niet grappig, maar subversief en naar,

    misschien zelfs naar de Koran of de Bijbel neigen.

     

    En soms,

    soms moet een gedicht

    ook heerlijk kunnen zwijgen.

     

    J. KiNDT

    2008

    05-10-2010 om 13:13 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VADERS EN MOEDERS VERSE SOEP VAN OUDE DUIVEN OP NIEUWJAARDAG

    VADERS EN MOEDERS VERSE SOEP VAN OUDE DUIVEN OP NIEUWJAARDAG

     

    Een eeuw al ligt ons dorp onder de sneeuw.

    Ik ben een kind en bleef het al die tijd.

     

    Vader overleed en bleef maar overlijden,

    tot hij er zeker van was

    dat ik minstens even oud als hij zou zijn geworden,

     

    om te zien misschien

    hoe ik – even handig als hij –

    met een bijl op het houten blok

    de duiven een kopje kleiner zou maken,

     

    hoe het bloed rond zou spatten als een rood lint,

    dat voor mij de wereld als een cadeautje in zou pakken,

     

    hoe moeder daarna alles te geuren zette

    op de Leuvense stoof,

    de vetogen boven kwamen drijven

    als goede kwaliteit (een kind kan het zien),

     

    hoe we samen rond de tafel

    het nieuwe jaar begonnen,

    als uit één bord de hete duivensoep te slurpen zaten.

     

    Oud en nieuw is vaders en moeders verse soep van oude duiven.

     

    J. KiNDT

    05-10-2010 om 13:10 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE VOLZIN

    DE VOLZIN



     

    De volzin

    is

    voor de redenaar

    een meesterlijk instrument.

     

    De klank

    is

    monumentaal,

     

    maar het betoog,

    breed opgebouwd,

    laat je zo steenkoud,

    met groot gevaar

    voor goed verstaan.

     

    Dat

    is

    niet altijd

    zinvol.

     

    Met

    één

    bouwvallig gebaar

    vertelt

    de idioot

    een lang verhaal,


    vanzelfsprekend,


    vernuftig,


    schraal.

     

    J. KiNDT

    2008

    05-10-2010 om 13:08 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INCLUSIE

    INCLUSIE



     

    Het begrip 'inclusie' wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt. 'In­clusie' komt van het Franse 'in­clusion' en betekent insluiting. Het grond­woord stamt uit het Latijn: 'includere' en be­te­kent 'in zich slui­ten, met zich meebrengen, insluiten, bevatten'. 'Inclusief' betekent dan 'met in­be­grip van, er mede onder gere­kend'.

     

    In de zorg voor personen met een handicap zouden we het begrip 'inclu­sie' eigen­lijk alleen mo­gen ge­bruiken in de letterlijke zin van het woord: d. w. z. wanneer die zorg van meet af aan gegeven wordt in of door het gezin en met de ondersteu­ning van de natuurlijke omgeving (familie, vrienden, buurt, sociale verbanden, dorp, gemeente, stad, regio) zelf, waartoe de per­soon met een handicap behoort en wanneer die persoon daar­voor (ondersteund) gebruik kan maken van de nor­male voorzienin­gen. In Vlaanderen zijn hier­van, op enkele uitzonderingen na, slechts wei­nig voor­beelden te vinden.

     

    Meestal wordt het begrip 'inclusie' echter gebruikt om er de nieuwe trend mee aan te duiden waarbij personen met een handicap, die in instellin­gen leefden, weer meer in de 'maatschappij' gaan wonen en van de normale voorzieningen gebruik kunnen maken (onderwijs, werk, dagbe­steding, vrije tijd): kortom, de vroegere 'integratie' met daar nog een schepje boven op.

     

    In feite is het begrip 'inclusie' overbodig. Als je ergens bij hoort hoeft dit niet apart vermeld te worden. Wanneer men het begrip toch gebruikt, bij­voorbeeld wanneer men spreekt over alle men­sen, inclusief mensen met een handicap, dan beschouwt men juist de men­sen met een han­dicap als een aparte groep, alleen al op grond van de aparte vermelding. Wie tot een ge­meen­schap behoort, doet dat van­zelfspre­kend en onver­noemd. Het 'inclusief' vermel­den wijst dan juist op een a priori er niet bij­horen.

     

    Maar er is nog een andere reden waarom het begrip 'inclusie' overbo­dig is. We zou­den de bete­kenis er­van kunnen vergelijken met de betekenis van het de begrip na­tuurlijkheid. Alles wat door de na­tuur en/of door de mens, die deel is van de natuur, ge­maakt of veroorzaakt wordt is natuur­lijk, ook als het om ef­fecten van de natuur of verwezen­lijkingen van de mens gaat die de natuur en/of de mens zelf bedreigen (mensen, bomen, bloe­men, gereedschap, een computer, een vul­kaan­uitbarsting, een or­kaan, luchtvervui­ling, dioxine­besmetting). Eigenlijk bestaat on­na­tuurlijk­heid niet. Niets staat bui­ten de na­tuur.

     

    Zo ook is alles wat de maatschappij voortbrengt al­tijd inclusief maat­schappelijk. Niets staat buiten de maatschap­pij. Segregatie van bijvoor­beeld mensen met een handi­cap is er ge­komen als het resultaat van maat­schappelijke standpunten in een bepaalde periode. Personen met een handicap maakten hoe dan ook deel uit van die maat­schappij, maar ze werden door die maat­schappij aan de rand ervan ge­plaatst. Der­gelijk maat­schappelijk handelen, hoe vreemd ook, wordt door die maatschap­pij in zijn geheel gereali­seerd en is bijgevolg altijd een inclu­sieve aan­gelegenheid.

     

    De meeste zorginitiatieven zijn ontstaan doordat religieuze ordes, carita­tieve or­ganisaties, an­dere ini­tiatiefnemers, de opvang van personen met een handicap or­ganiseerden buiten de oor­spron­kelijke leefge­meen­schap. Vaak waren het eerder 'kunstmatige plaatsen', zoals bijvoorbeeld voorzieningen in de bossen, waar­door mensen met een han­dicap uit een be­paald dorp of uit een bepaalde streek, geïsoleerd, op een totaal andere plaats, soms zelfs in een totaal an­dere regio, 'moesten' gaan wonen.


    Daarmee is niet gezegd dat deze 'inrichtende machten' geen goed werk zouden hebben verricht. Ook het 'in de bossen' hoeft op zich geen negatieve klank te heb­ben, voor zover or­ganisaties 'de natuur' als belangrijk pedagogisch me­dium in het leven van mensen met een ver­standelijke handicap zou­den erkennen. Maar de na­tuur zelf zien als belangrijk peda­gogisch me­dium kwam bij het tot stand brengen van die zorg­initiatieven meestal niet aan de orde.

     

    Vanuit deze segregerende maatschappelijke standpunten (het onderge­bracht wor­den aan de rand van de maatschappij) ontstaat op dit ogen­blik vanuit die instel­lingen een 'te­rug'-bewe­ging van personen met een handicap naar weer meer opge­nomen worden in de kern van die maat­schappij. Aange­zien niets buiten de maat­schappij kan staan, zoals niets buiten de natuur staat, gaat het meer om een plaatsverschuiving van een groep mensen binnen de maat­schappij zelf, om de ac­tieve emanci­patie van mensen met een handicap van de rand van die maat­schappij naar de kern ervan. Im­mers, zoals ik al zei, buiten de maatschappij be­staat niet. Be­staande resi­dentiële initiatieven en hun bewoners hoeven bijgevolg geen inclu­sie na te streven. Ze zijn het al, zij het aan de rand. Wat ze doen, is het terug op zoek gaan naar meer maat­schap­pelijke ver­weven­heid en ver­bondenheid, het opko­men voor een meer opval­lende plaats, meer politieke zeggingskracht in die maatschappij, het on­dersteund en genuanceerd kunnen gebruik maken van de ge­wone voor­zieningen, tenminste voor zover zij daar zelf voor kiezen. Immers, op­leg­gen kunnen we hen niets. Want dan zijn we weer betuttelend bezig.

     

    Het uitein­delijk resultaat zou dan kunnen zijn dat na verloop van tijd men­sen die in instellin­gen woon­den, weer gewoon tot de kern van de ge­meenschap gaan be­horen. Dan pas ontstaat weer het 'echte', er van bij de aanvang gewoon bijhoren. Dat zou­den we dan met een wat pre­ciezer gevoel voor taal echte 'inclusie' kunnen noemen.

     

    Of de maatschappij daar aan toe is (mensen met een handicap tot de 'kern' toela­ten) en of die­zelfde maatschappij daarvoor de nodige on­der­steuning wil bieden is filosofisch, politiek en financieel ge­sproken maar zeer de vraag. Afwachten welke beleids­maatregelen de nieuwe regering zal bie­den. Een ander probleem is bovendien of we wel toestaan dat 'instel­lingsbewoners' en/of hun ouders/vertegenwoordigers blijven kiezen voor het leven in de instelling, waar ze al heel hun leven hebben gewoond. Mijns inziens is ook zo'n keuze heel terecht. Voorbeelden uit het bui­ten­land wijzen er op dat je, voor sommige mensen met een verstandelijke handi­cap, het weg­nemen van de vertrouwde 'veilige' instellingsomgeving niet straffe­loos kan toepassen. 

     

    Laten we ook niet vergeten dat de maatschappij bestaat uit mensen en die men­sen: dat zijn wij met z'n allen. Met z'n allen hebben wij de nei­ging de mensen op te delen in groepen: de rokers en de niet rokers, de dikke en de slanke, de intelli­gente en de domme, de gezonde en de zie­ke. Wie tot de, op dat ogenblik, maat­schappelijk meest aan­vaardbare groep hoort, heeft de nei­ging de men­sen uit die andere, minder aan­vaarde groep te marginali­seren. Maar soms kan het verkeren en wordt het minder aanvaardbare later meer aanvaardbaar en weer omgekeerd. Ve­len gaan er prat op, er het hele jaar 'slank' en 'vakantie-ge­bruind' uit te zien, maar in Londen en Milaan was tot voor kort de nieuwe trend 'mollig en spierwit' en is dit ook al weer niet voor­bijgestreefd?

     

    Voor mij heeft daarom het woord 'inclusie' in de eerste plaats een filoso­fische betekenis. Deze houdt in 'het ongemerkt, onvernoemd en on­voorwaardelijk sa­menleven met men­sen die om wat voor reden dan ook anders zijn, zonder het doel na te streven deze te integreren of te wil­len veranderen en de verschillen (verstandelijk, cultureel, religieus) te aan­vaarden zoals ze zijn. Ja, ik besef dat dit makkelijker gezegd is dan ge­daan. Ja, dit zal wel utopisch en te idea­listisch zijn, want - zo zeggen zelfs mijn beste vrienden -  wacht maar 'tot je er zelf tussen woont'. 

     

    Bij een verder doorgevoerd denken zijn uiteindelijk alle mensen anders. Alleen diegene die de grens wil trekken tussen het normale en het ab­normale, zou­ - aldus Machado de Assis in zijn beroemde verhalen­bundel 'De Psychiater' uit...  1870 -  abnormaal kunnen genoemd wor­den.

     

    J. KiNDT

    2008

    05-10-2010 om 13:06 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KLEINE FILOSOFIE VAN DE VISSER

    KLEINE FILOSOFIE VAN DE VISSER


     

    Af en toe,

    zo nu en dan,

    ga ik op zondagmiddag

    rond de klok van vier

    vissen in de rivier.

    Lotgenoten groet ik verstrooid en soms ook een verdwaalde hond.

    Als ik niet oplet loop ik tot de rivier in zee uitmondt.

     

    Maar het is uiteindelijk aan de brug en uit de wind

    dat ik vandaag mijn vissersstekje vind.

    Ik plaats mijn hengel en mijn lijn,

    zoen de dobbers, schone schijn.

    Ja, een visser kan volmaakt gelukkig zijn.

     

    Zoals de journalist aan de schrijver vraagt: waarom schrijf je?

    (ongelukkige jeugd of iets anders kan ik niet )

    vraagt een wandelaar mij waarom ik vis

    en dit is mijn antwoord:

     

    "Ooit preekte Antonius van Padua tot de vissen

    en ik luister

    of zij zijn preek onder water nog steeds aan elkaar doorvertellen.

     

    Urenlang laat ik daarom mijn dobber

    als een microfoon

    op het water hangen

    tot ik plotseling vast moet stellen

    dat met Antonius’ verhaal

    de vissen

    mij

    hebben gevangen!

     

    J. KiNDT

    2005

    1

    05-10-2010 om 13:05 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JARMILA: ERNST WEISS
    JARMILA: ERNST WEISS

    Ik volg meestal geen boekenlijstjes, maar eerlijk is eerlijk. Dit heel mooie boekje leerde ik kennen na het lezen van een kleine column van Jos Geysels in de cultuurbijlage van een weekblad, een cultuurbijlage die een vriend mij pas weken na verschijningsdatum gaf.



    Het gaat hier om een schitterende novelle uit Bohemen, van de hand van de in Brno geboren schrijver Ernst Weiss (1882-1940) en geschreven in 1937.

    De novelle bestaat eigenlijk uit twee in elkaar verweven verhalen: over een Parijse appelhandelaar die naar Praag gaat voor zaken en daar een straathandelaar in opwindbare kunstvogels ontmoet die hem zijn tragische levensverhaal vertelt en waarin de Parijse handelaar op het einde mee verweven raakt.

    Een dag na de brand in de Rijksdag (1933) verliet Ernst Weiss Berlijn en reisde eerst naar Praag, later naar Parijs waar hij in 1940 zelfmoorde pleegde. Vermoedelijk werd (een deel van) zijn werk door de gestapo in beslag genomen en zou pas later weer opgedoken zijn. Naast veel ander werk schreef hij ondermeer 16 romans.

    Dit is een schitterend verhaal dat je vanaf de eerste zinnen niet meer loslaat en dat je met spijt in het hart na 2 à 3 uur uit hebt. Bekomen van de emotie die zich bij het lezen van dit verhaal in je lijf opbouwt, daarvoor heb je heel wat meer tijd nodig! Een literair kleinood!

    Gegevens: Jarmila. Een liefdesgeschiedenis uit Bohemen.; Ernst Weiss, Van Gennep Amsterdam, 2006, 102 p.

    J. KiNDT

    05-10-2010 om 13:04 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LILIANA X

    LILIANA X




    Ik zag het meisje op het spreekuur.

    Ze bleef zwijgen in lange zinnen.

    ‘Hoe heet je?’, vroeg ik nog eens.

    ‘Liliana’, zei ze plots.

    Dat potje kon ze niet langer gedekt houden.

     

    Nog onder Nicolae Ceaucescu

    in de buurt van Arad, Roemenië, werd ze geboren, maar niet op papier.

    Op zoek naar eten legde iemand haar verloren.

    Nu is ze hier.

     

    Ze lijkt zeven, misschien wel negen.

    Niemand weet het.

    Zo te zien is ze niet jong meer,

    eerder half belegen.

     

    In het labo van dit land

    leert ze de taal

    met haken en ogen.

    Zich verstoppen

    achter heel weinig woorden

    kan ze al wel.

    Zoiets leer je immers

    bliksemsnel.

     

    ‘Koek?’ vraagt ze nog.

    Ze neemt een lange vinger en meteen de hele doos.

     

    ‘Liliana’, vraag ik een laatste keer, ‘hoe heet je nog meer?’

     

    ‘Ik heb twee namen’, zegt ze

    tussen de losse blokken en het bouwen van de toren.

     

    Maar wat ik ook doe, ik krijg ze niet te horen.


    J. KiNDT

    2005


    05-10-2010 om 12:57 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TESTAMENT

    TESTAMENT



     

    Omdat,

    in Nederland

    het octrooi pas in 1912 zal worden ingevoerd,

    eis ik,

    kleine Engelse apotheker,

    die voor altijd anoniem zal blijven

    het recht op

    de enige, echte uitvinder te zijn

    van het zwarte snoepgoed,

    genaamd drop.

    Geen misverstand dus:

    daar heb ik het patent op!

     

    Ik mengde

    zoethoutwortelextract,

    salmiakzout

    en Arabische gom.

    Zo je wil,

    is drop dus

    van deze drie ingrediënten

    de optelsom.

     

    Zoethout (en dus ook drop),

    - dat wisten de Romeinen al -

    is goed bij hoest,

    verkoudheid

    en slijmvliesontsteking,

    Uitzonderlijk zou het ook werken

    bij hersenverweking.

     

    Later zal blijken,

    ik houd het stil,

    dat, bij overdaad,

    salmiakzout en zoethoutextract

    onze zouthuishouding verstoren.

    Sorry, dat ik nu dus loog,

    Maar, in mensentaal,

    uw bloeddruk gaat ervan omhoog.

     

    Waar ik mij echter

    van omdraaien zal in mijn graf,

    - ik erger me nu al krom -

    Is dat jullie zetmeel zullen gebruiken

    In plaats van Arabische gom!

     

    Opgemaakt ten jare 1760,

    document

    waarin ik alles

    ten overvloede

    nog eens bevestig.

     

    J. KiNDT

    2007


     

    05-10-2010 om 12:56 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CAFE HOPPER

    CAFE HOPPER


     

    In café Hopper zit ze recht tegenover me

    Behalve van het alleen bestaan trekt ze zich nergens wat van aan.

    Wind wiegt waanzinnig loom en langzaam de gordijnen.

    Iemand laat de zon heel laag naar binnen schijnen.

    Kijken kan je hier en dromen.

    Edward Hopper zelf kan elk moment binnenkomen.

     

    Zo goed is ze hier bekend dat de ober haar zonder vragen een glas witte wijn brengt.

    Ze is een vrouw, dus doet ze twee dingen tegelijk

    Ze nipt aan haar glas en grijpt haar handtas,

    een gereedschapkist die openvalt, haar privacy te kijk

     

    In café Hopper zit ze recht tegenover me

    Behalve van het alleen bestaan trekt ze zich nergens wat van aan.

    Wind wiegt waanzinnig loom en langzaam de gordijnen.

    Iemand laat de zon heel laag naar binnen schijnen.

    Kijken kan je hier en dromen.

    Edward Hopper zelf kan elk moment binnenkomen.

     

    Ze steekt kauwgum in de mond.

    Zo lijkt ze verdomd veel op Sir Alex Ferguson,

    u weet wel, de Manchester United coach,

    na het lezen van de biografie van zijn vroegere verdediger Jaap Stam.

    Vuurspuwend als een draak,

    Zo rood loopt ze aan.

    Zo nijdig beweegt ze de onderkaak.

     

    In café Hopper zit ze recht tegenover me

    Behalve van het alleen bestaan trekt ze zich nergens wat van aan.

    Wind wiegt waanzinnig loom en langzaam de gordijnen.

    Iemand laat de zon heel laag naar binnen schijnen.

    Kijken kan je hier en dromen.

    Edward Hopper zelf kan elk moment binnenkomen.

     

    Eerst schudt ze nog haar borsten op

    Zoals oma de aardappels na het koken

    Dan rolt ze open en bloot een joint

    steekt er, met het genot van een pyromaan, de brand in.

    Cannabis heeft duistere aandrijfkrachten.

    De ogen rollen en er is meer wit te zien

    dan je bij een levende mag verwachten.

     

    In café Hopper zit ze recht tegenover me

    Behalve van het alleen bestaan trekt ze zich nergens wat van aan.

    Wind wiegt waanzinnig loom en langzaam de gordijnen.

    Iemand laat de zon heel laag naar binnen schijnen.

    Kijken kan je hier en dromen.

    Edward Hopper zelf kan elk moment binnenkomen.

     

    ‘Hé dromer, dichter, poëet’, zegt ze plots, ‘Is er iets te zien’?

     

    Mijn ogen steek ik haastig in mijn zak.

    Op de tast zoek ik mij een weg naar buiten.

    Mijn oren tuiten!

     

    In café Hopper zat ze recht tegenover me

    Behalve van het alleen bestaan trekt ze zich nergens wat van aan.

    Wind wiegt waanzinnig loom en langzaam de gordijnen.

    Iemand laat de zon heel laag naar binnen schijnen.

    Kijken kan je hier en dromen.

    Net als ik buitenga, zie ik Hopper binnenkomen.

     

    Ik weet het nog zo goed als zeker

    De muziek die ik hoor is van George en Ira Gershwin,

    de song ‘They all laughed’,

    opgenomen in december 1957 in New York City:

    Het is the one and only Chet Baker!

     

    J. KiNDT

    2007

    05-10-2010 om 12:55 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOH SO GOOD ‘N BLUES

    OOH SO GOOD ‘N BLUES                                                                           


     


    Een collega vroeg me een gedicht te maken tgv. zijn huwelijksverjaardag, met het verzoek in de tekst titels van rockplaten uit dat jaar te verwerken. Ik heb daarvoor gebruik gemaakt van de beste 47 LP ’s uit 1973, zoals ze verschenen zijn in Christgau ’s Guide, Rockalbums of the 70s. Ziehier het resultaat.

     

    Call me, my sweet                                                                                                      Roep me, zoet,

    my sweet sweet revenge.                                                                                mijn allerzoetste wraak.

    I'm livin' for you                                                                                        Jij bent het voor wie ik leef

    in good and hard times.                                                                               in goede en slechte tijden.

    But, let's get it on,                                                                                      Zullen we, nu de tijd vliegt,

    now that time fades away,                                                                                          maar doorgaan,

    and be free, to be you and me,                                                                        vrij zijn, jou en mij zijn,

    like birds of fire                                                                                                 samen muziek maken

    in concert.                                                                                                                  als vuurvogels?

    Call me,                                                                                              Ik roep dat ik je heel graag zie.

    you are the one and only Laura Lee.                                             Jij bent mijn enige echte Laura Lee.


    J. KiNDT

    (1993)

     

    Al Green: call me - John Prine: sweet revenge - Al Green: livin' for you - Neil Young: Time fades away - Mahavishnu Orchestra: birds of fire - Roy Brown: hard times - Laura Lee: the best of Laura Lee - Marvin Gaye: let's get it on - Marlo Thomas: free to be...you and me - Derek and the Dominoes: in concert - Miles Davis: Miles Davis in concert - Taj Mahal: ooh so good'n blues

     


           

          

    05-10-2010 om 12:53 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WARM IS HET ZEKER

    WARM IS HET ZEKER



     

    Warm is het zeker

    Hier in deze ijskast

    Alwaar ik als een nachtuil schuil

    Met de dag word ik weker en weker

     

    Een graantje pik ik mee

    Van nog een restje rijst

    Ook zit ik aan de biokaas

    En aan het onderkoelde fruit

    Koud zweet breekt me alle kanten uit

     

    Mijn dagelijkse portie anti-oxydanten

    Kan niet ontbreken

    Duizend bommen

    En granaatappelsap

    Ik moet de vaan des opstands planten

    En het ijs nog breken

     

    De ijskast is oerhollands

    Het raampje inclusief

    Zodat je de dief

    En wat nog voorradig is

    En zelfs de bacteriën

    altijd weer kan zien

    Is dit een biecht of een belijdenis

     

    Ik kijk naar buiten

    Daar laait de zon hoog op van de kou

    Vogels vallen uit de bomen

    Mensen eten van een bord of van de straat

    Die daartoe elke dag wordt schoongeveegd

    Recht zo die gaat

     

    In mijn Fritz Philips zit ik de luxe

    Moet geeuwen en gapen

    En kuipjes, pakjes, potjes en vlootjes tellen

    Als schaapjes voor het slapen

     

    Ach, ik vraag het met een zekere schroom

    Is het leven niet 2 vervallen potjes zure room

    of kies ik voor een halve fles champagne

    die, bij een nochtans goed afgestelde thermostaat,

    al een week in deze ijskast open staat


    J. KiNDT
    2008

    05-10-2010 om 12:51 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG

    ZONDAG



     

    zondag

    ondag

    ’n dag

    dag

    ag

    g …….

     

    zondag

    zon: da!

    zond

    zon

    zo!

    z …….


    J. KiNDT

    2008  

     

    05-10-2010 om 12:46 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MUZIEK BELUISTEREN: HET GROTE LUISTEREN & DE KLEUR VAN KLANKEN
    MUZIEK BELUISTEREN: HET GROTE LUISTEREN & DE KLEUR VAN KLANKEN

      

    "Ja, muziek betekent alles. Totdat we er iets over moeten zeggen. Dan staan we met onze mond vol tanden. We komen niet veel verder dan dat er goede en slechte muziek is. Dat er zoveel soorten muziek zijn. Dat het maar net is waar je van houdt. Dat het allemaal een kwestie van smaak is. Muziek is wat zij teweeg brengt en daarmee basta."

    Dit is een beginfragment uit het boek 'HET GEBROKEN OOR' van Elmer Schönberger (Meulenhoff, Amsterdam, 2005). In het begin-essay van dit boek 'HET GROTE LUISTEREN' legt Schönberger uit hoe wij naar muziek luisteren en hoezeer dit de laatste jaren veranderd is. Tegenwoordig is er in onze omgeving steeds muziek aanwezig, maar luisteren we er nog wel naar?

    Ziehier, aldus Schönberger, de pendelbeweging van Het Grote Luisteren: van structuur naar inhoud, van text naar context, maar ten slotte altijd weer terug naar de bron van de klank en niets dan de klank.

    Na dit essay (de Huizinga-lezing 2005), volgen, gerangschikt naar thema, vele muziekbesprekingen uit Vrij Nederland, waarbij we echt wel mogen zeggen dat de 'hedendaagse ernstige muziek' centraal staat.

    Een heel omvangrijk, goed en verrassend geschreven, boeiend boek voor wie op weg wil op het pad van Het Grote Luisteren!



    Ook Patricia de Martelaere heeft het in haar boek 'EEN VERLANGEN NAAR ONTROOSTBAARHEID - Over leven, kunst en dood - (Meulenhoff, Amsterdam, 1993) over een identiek onderwerp.

    In het essay 'De Kleur van Klanken' (p. 124) onderscheidt ze muziek die naar een verhaaltje zou verwijzen (representationisme, programmamuziek) en muziek waarvan het wezen ervan gelegen is in het uitdrukken van emoties (tranen-theorie). Volgens de auteur gaan geen van beide theorieën op. Wel probeert ze een antwoord te formuleren op de 'allesbepalende vraag in deze controverse of muziek op zichzelf, los van elke verbinding met taal, op een zinvolle manier als een soort taal kan worden geïnterpreteerd.' De auteur lijkt het haast in alle opzichten van niet.

    Muziek verwijst niet naar het buitentalige noch naar het emotionele, muziek is - om het met Elmer Schönberger te zeggen - MUZIEK ZONDER MEER. En ... luisteren naar MUZIEK ZONDER MEER vraagt aandacht, inspanning en moeite .... .

    J. KiNDT

    05-10-2010 om 12:44 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UN HOMME ET UNE FEMME

    UN HOMME ET UNE FEMME

     

    UN HOMME ET UNE FEMME 1

     

    Een man

    kwam naar me toe.

    ‘Ken je me nog?’,

    vroeg ze.

     

    Zo snel als ik dit nu opschrijf,

    zo traag had ik op dat moment door dat

    hij

    een vrouw was.

     

    Haar intuïtie leek groter.

     

    Nog voor ze me een hand gaf,

    voelde ze al dat ik dacht,

    dat ik twijfelde

    aan haar geslacht.

     

    Een beetje overmoedig vroeg ze toen,

    ‘hoe gaat het met je vrouw’?

     

    Zo zie je maar hoe ieder fouten maken kan.

     

    Immers, jaren al

    was ik niet meer

    een man.

     

    UN HOMME ET UNE FEMME 2

     

    Loop

    naar de maan!

    Dat zei ik niet.

    Ik dacht het

    en ze deed inderdaad… alsof.

    Schijnbaar zelfverzekerd nam ze haar aanloop.

    Maar ze had me over het hoofd gezien.

    Ze viel voorover, althans zo leek het.

    In werkelijkheid ging ze achteroverliggen.

     

    Ik speelde

    dat ik haar ijdelheid streelde.

    In geveinsde ijver vergat ik haar hoofd.

    Juist dàt had ze niet graag.

     

    Ogenschijnlijk viel ik daarna in slaap.

    In mijn vermeende dromen

    liep ik al jaren naar de maan.

     

    UN HOMME ET UNE FEMME 3

     

    Slaap, waar ben je?

     

    Bij de buren slaat de kwartsklok middernacht.

    Bij ons komt middernacht iets later.

    Oude Friese klokken lopen wel vaker achterop.

     

    Ik daal de trappen af.

    Poorten gaan open.

    Op de agora,

    tussen de zuilen,

    tateren verstaalde maagden

    om een blok reusachtig steenkoud marmer.

    Ik vlei mezelf ertegenaan.

     

    Wanneer de hanen kraaien

    word ik langzaam,

    warmer,

    wakker.

     

    UN HOMME ET UNE FEMME  4

     

    Kijk!

     

    In een film heeft

    iemand,

    ooit,

    een man en een vrouw,

    dicht bij elkaars afstand,

    voor een beeldscherm neergezet.

     

    Dit toestel heeft zichzelf ongemerkt

    naar een andere zender gezapt

    waar,

    opnieuw,

    midden in een andere film

    iemand

    een man en een vrouw

    ver van elkaars nabijheid

    voor een ander beeldscherm heeft neergezet.

     

    En zie!

     

    Ook dit apparaat zapt zichzelf weer op zoek

    naar een andere zender

    waar,

    weer in een andere film,

    iemand

    een man en een vrouw

    ver van elkaars nabijheid,

    dicht bij elkaars afstand

    voor weer een ander beeldscherm heeft neergezet.

     

    Maar…

     

    Op dit late uur is

    stilaan

    alles,

    overal,

    sneeuw en witte ruis en kleurenbalk en mozaïek.

     

    Een spiegel komt naar voor

    en bekijkt

    de man en de vrouw

    die langzaam lomer worden.

     

    Nog voor ze zich in slow motion van kledingstukken hebben ontdaan,

    naderen ze naakt.

    Uit de spiegel treden ze de kamer binnen.

    Daar omhelzen ze elkaar

    op muziek van Henri Mancini.

     

    Nooit eerder zette

    iemand,

    ergens,

    ooit,

    een man en een vrouw

    voor het beeldscherm,

    zo ver van elkaars nabijheid, zo dicht bij elkaars afstand.

     

    J. KiNDT

    2005

    05-10-2010 om 12:42 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MANNEN ZETTEN VAAK EEN HOGE BORST OP

    MANNEN ZETTEN VAAK EEN HOGE BORST OP



     

    Mannen zetten vaak

    een hoge borst op

    maar later

    als ze opa zijn

    is die hoge borst

    een licht golvende vlakte

    een oase in de woestijn

    waarop de kleindochter

    aanbeden

    moegestreden

    gaapt en slaapt

    geheel en al zichzelf ligt zijn

     

    Haar rechter oor

    luistert mijn binnenkant af

    haar linker staat

    op rood

    op wachten

    op groen

    op doorlopen

    oversteken

    nieuwe kinderstreken

     

    Ze slaapt

    heel zeker van zichzelf

    alsof ze nu al weet

    dat ze onder mijn fluistergewelf

    altijd weer wakker wordt

     

    Over opa's binnenwerk

    zet ze misschien later nog eens

    een hoge borst op.


    J. KiNDT

    2006

      

    05-10-2010 om 12:41 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 BOEKEN VAN BERT KEIZER
    3 BOEKEN VAN BERT KEIZER

    Bert Keizer is een Nederlands arts, filosoof en schrijver. Ik ken hem van zijn wekelijkse columns in de krant TROUW en die gaan inderdaad over zijn belevenissen als arts in een verpleegtehuis, over filosofische onderwerpen en zoveel meer. Zo maakte ik kennis met zijn mooie boek 'Het refrein is Hein - leven en sterven in een verpleegtehuis' (uitg. SUN Nijmegen,1994).



    Later las ik van hem 'Ludwig Wittgenstein; Taal, de dwalende gids' (SUN, 2002), een boek waarin hij de lezer op begrijpelijke wijze en in zijn geheel eigen taalgebruik de beroemde filosoof voorstelt.

    Ludwig Wittgenstein 

    En recent las ik het aangrijpende en literair scherpzinnige boek 'Onverklaarbaar bewoond; het wonderlijke domein van de hersenen' (Balans & VU-uitgeverij Amsterdam 2010), waarin Bert Keizer op onnavolgbare wijze beschrijft wat er zoal gebeurt op een afdeling neurochirurgie van een ziekenhuis. Mij valt op hoe de schrijver erin slaagt met heel gewone taal en eerder lapidaire beeldspraak de meest ingewikkelde dingen met veel respect en ethisch besef toch haarscherp uit te leggen.

    'Hopeloos dit. Je ziet zo'n leven wegrollen alsof er steeds meer scheuren ontstaan in een zak vol knikkers (p. 239). 



    Na het lezen van deze 3 boeken en vele van zijn columns durf ik deze schrijver één van de beste hedendaagse schrijvers noemen in ons taalgebied. Van harte aanbevolen, hoewel misschien best even niet in een vakantiepriode, maar daar beslist de eventuele lezer natuurlijk zelf over.

    01-07-2010 om 16:45 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANMORGEN WOU IK OPSTAAN

    VANMORGEN WOU IK OPSTAAN



     

    Vanmorgen wou ik opstaan

    Maar mijn ogen zaten dicht

    Mijn oren vol met wat was

    En is

    Daarbij komen nog

    Een mond zonder smaak

    Een reukloze neus

    En een afgestroopte huid

    Armen en benen

    Zijn nog slechts fantoom

    Was ik dan wakker nu

    Of was dit nog mijn,

    Bij dageraad,

    Doordrammende droom?

     

    Mijn naam bleek slechts een vaag gerucht

    Een naambord

    Een op mij geplakt etiket


    Ik word bij de dingen van dezelfde soort gezet.


    J. KiNDT

    2006


    06-06-2010 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 06/06-12/06 2011
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs