Opnieuw
zon trieste morgen met druilerige regenval. Iedereen is reeds vroeg op de
been, de bagages worden in de autos gestopt. Ook voor de busreizigers gebeurt
het laden van de bus in de steeds maar toenemende regenbuien. Pas wanneer het
merendeel reeds het ontbijt heeft genomen verschijnt Ervé in de eetzaal ten
tonele en meteen krijgt hij een daverend applaus. Het is zijn 62ste
verjaardag. Hij mag de kaarsjes uitblazen.
Om 9.00 u.
nemen we afscheid. Rune, de kleindochter van Ervé en Francine moet ook mee met
de bus. Er vloeien traantjes, ze had nog graag wat bij opa en oma gebleven,
maar maandag is er opnieuw school.
Na een paar
kilometer rijden houden we onze 80 km/uur aan in de 16 942 m lange Gotthardtunnel. En niet te geloven! Net zoals deze week is bij het uitrijden
van de tunnel de zon van de partij. De besneeuwde toppen schitteren in onze
ogen. Zo is het heel wat leuker rijden. We dwarsen Luzern en al snel bollen we
op de autoweg naar Basel. Minder leuk is het met de busdeur die voortdurend
piept, dat werkt op de zenuwen. Daarom houden we even halt om de deur eens
opnieuw goed te sluiten. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om even naar
het toilet te trekken en Paul heeft nog ergens een wondermiddeltje. Hij wrijft
op de rubber van de deur een product die hij op zijn fietsketting smeert
wanneer die piept.
Om 11.15 u.
hebben we precies 185 km gereden en bereiken we de Frans/Zwitserse grens. Wij geraken er zonder
problemen tot op de parking, maar de Franse politie onderwerp de auto van een
kleurling aan een grondige controle. Ja, zelfs een oliebusje schroeven ze open
om er in te neuzen. Ondertussen trekken we naar de Zwitserse toiletten, die aan
de Franse kant zijn zoals altijd gesloten.
We
vervolgen onze weg via Mulhouse en de N66 naar de Col du Bussang. We hebben er
ieder jaar reeds halt gehouden aan de bronnen van de Moezel. We willen eens wat
afwisseling en zullen halt houden in een dorpje om te picknicken.
Om 12.45 u. (226 km) trekken we de remmen dicht op de Place de 2 octobre 1944' te Saint-Maurice-sur-Moselle. We picknicken er op de banken op het pleintje. Het
is er heel winderig. Naast ons bruist een snelstromend riviertje die aan de
overzijde van de N66 uitmondt in de Moezel. We gaan er even rondneuzen.
Na de
verplichte 45 min. chauffeursrust vervolgen we onze weg langsheen kleine
dorpjes in de Vogezen om dan uiteindelijk de autoweg naar Remiremont en verder
de snelweg naar Epinal en Nancy te bereiken. Even voor Nancy is het gedaan met
het goede weer en is de regen opnieuw een spelbreker. Het is lastig rijden en
we houden ook nog even een korte plaspauze om even de ogen te laten rusten.
Na Metz en
Thionville bereiken we na 493 km de Frans/Luxemburgse grens. Ondertussen is het gedaan
met regen. Na 521 km bereiken we de Aire de Capellen en kunnen we nog eens wat goedkoper tanken.
En om 17.00 u. zijn we opnieuw aan het bollen, de laatste loodjes van een lange
terugreis. Maar we hebben toch nog een aardig stuk voor de boeg. Precies om
20.00 u. bereiken we de parking van Groot-Bijgaarden en kunnen we afscheid
nemen van Marc en Lutgard, onze lieve gasten die er ook al zoveel jaren bij
zijn.
We bollen
verder naar onze volgende afspraak, de parking van Wetteren. Geen ouders te
bespeuren van Rune. Die staan aan de overzijde. Ze moeten nu nog eerst verder
rijden tot Erpe-Mere, de afrit nemen en terugkeren. Ook Gaston en Roos hebben
hetzelfde probleem. Hun auto staat ook aan de overzijde. Maar voor Gaston is
het geen probleem. Hij zal stappen, eerst tot aan de brug over de snelweg en
dan de andere zijde nemen. Nadat wij afscheid hebben genomen en veder rijden,
nemen we Gaston die duchtig aan het stappen is, een eindje mee en zetten hem af
aan de oprit aan de andere kant. Zo is hij toch al een stuk gevorderd in zijn
gang naar zn wagen.
Volgende
afspraak is Vichte. Daar laten we Luc en Gerda, Pol en Francine met hun bagage
en hun mountainbike uit na weer eens een hartelijk afscheid. De volgende halteplaats
is Kortrijk. Maar wanneer Wim de bus heeft verlaten is het precies 21.45 u.,
net het tijdstip waarop de voetbalwedstrijd van KV Kortrijk beëindigd is. We
hebben pech, net wanneer we de weg naar Wevelgem willen nemen, wordt die door
de politie afgezet. Het is inderdaad op één luttele minuut aangekomen, we
kunnen niet verder dan via Marke en Lauwe naar Wevelgem rijden om er Rita en
Marcel voor hun huis in de Dennenstraat af te zetten. En zo wordt het
uiteindelijk 22.30 u. wanneer ik kan thuiskomen in Rekkem. Een tocht an 844 km zit er op.
Mijn 6de herfstvakantie in Zwitserland zit er op. Of er een 7de volgt is nog
koffiedik kijken. Onze vzw Gemeenteschool hield op te bestaan en is
overgedragen naar de nieuwe vzw Barthel. En blijkbaar wil het nieuwe bestuur
reglementaire vergunningen bekomen om met de bus te rijden. We wachten in
spanning af.
Het weer ziet er wisselvallig uit. In Airolo regent het voorlopig niet, het heeft zelfs de neiging zonnig te zijn. Maar hoever geraken we op de Lukmanierpass? Op het internet vindt Ervé dat de pas (1914 m) met sneeuw is bedekt. We zien wel. We rijden via de gewone weg naar Biasca. Daar nemen we de richting Disentis. Op het bord staat dat de Lukmanierpass open is. Maar er hangen veel wolken. We zien wel hoe ver we geraken. Het eerste doel was in Olivone te geraken en onderweg het eeuwenoude kerkje van Negrentino te bezoeken. De weg is helemaal vrij, maar zowel links als rechts liggen pakken sneeuw. Ervé neemt het besluit om toch nog wat verder te rijden. Achteraf gezien een wijs besluit, want door deze beslissing is het een onvergetelijke dag geworden. Met wat bochtenwerk bereiken we de pashoogte van Lucmagn, 1914 m. Er hangt wel wat mist, maar we zien toch ook de zon over de bergtoppen. De Lukmanierpass of Passo del Lucomagno is tussen de kantons Graubünden en Ticino. De bergpas is met 1.914 m hoogte de laagste bergpas die over de Zwitserse Alpen gaat, de overige bergpassen zijn allemaal hoger dan 2 km. Na wat fotos in de sneeuw en nadat een sneeuwman werd gemaakt, vervolgen we onze weg. Eenmaal de tunnel voorbij zien we een heldere zon over de witte bergen schijnen. De afdaling is een aaneenschakeling van prachtige vergezichten. We houden dan ook enkele keren halt in kleine dorpjes om fotos te maken van de maagdelijk witte landschappen. Zo bereiken we Disentis (12.15 u.). We wandelen tot aan het Benedictijnerklooster en bezoeken de kloosterkerk met patroonheilige St.-Maarten. De kerk bezit een prachtig interieur en het vele goudwerk schittert in de ogen. Je raakt er maar niet op uitgekeken. We trekken via de Rozenkranstrap naar de naar de Mariakapel. Aan de muren hang heel wat ex-votos met eenvoudige schilderwerkje. Buiten de kerk verorberen we onze picknick en maken nog een korte wandeling doorheen Disentis. Eens was het een drukbezochte verblijfplaats van Belgische vakantiegangers van de mutualiteiten. Ervé verbleef hier ettelijke periodes. Het gebouw staat nu al meer dan 20 jaar leeg te verkommeren. Iedereen is om 14.00 u. terug aan de bus. Ondertussen heeft Ervé ook de nodige info genomen over de Oberalppass en die is ook open. We kunnen dus gewoon verder rijden richting Andermatt. Met heel wat bochtenwerk tussen muren van hagelwitte sneeuw stijgen we hoger en hoger. Rondom opent zich een wondermooie witte bergwereld in een stralende zon. Onbeschrijflijk mooi. Boven op de pas (2048 m) kunnen we opnieuw halt houden. Als dartele veulens zijn er die door het dik pak sneeuw trekken. Het meer is zelfs voor een stuk dichtgevroren. We vernemen dat er om 14.50 u. een trein zal aankomen boven op de pas. En inderdaad, met de stiptheid van een Zwitserse klok komt zowel een trein van links als van rechts aan. Ze kruisen elkaar op de pashoogte. De rode kleur van de trein staat in schril contrast met de witte vlakte. Ook voor ons is het nu tijd om de Oberalppas af te dalen. We halen de trein die zich doorheen het landschap naar beneden slingert zelfs in. Ervé legt ons uit dat een trein verschillende cirkels maakt doorheen tunnels in de bergen om zo grote niveauverschillen de overbruggen. De weg om te dalen is heel breed en we bereiken veilig Andermatt. We vinden snel een parking en recht tegenover staat een levensgrote fles Appenzeller, een van Ervé lievelingsdranken uit Zwitserland. Het stadje zelf ligt er doods en verlaten bij op een feestdag zoals vandaag, Allerheiligen. Gelukkig is er toch een zaak waar koffie en taart wordt verkocht open. Tegen 16.15 u. zijn we allen terug aan de bus. Het wordt nog een klein stukje afdalen tot Göschenen, doorheen een prachtige kloof. Het gehele gebied rond Andermatt is ook ingenomen door het leger en kazernes. In Göschenen nemen we nogmaals de 17 km lange Gotthardtunnel. Wanneer we die door zijn, zitten we meteen in het slechte weer, wolken en regen. Wij mogen inderdaad van geluk spreken. De wandelaars hebben het vandaag in en rond Airolo met minder moeten doen. Tijdens het avondmaal (lekkere stukken konijn) krijgen we bezoek van Uchi en Kristof uit Seelisberg. Na het avondmaal wordt ook nog een quiz gespeeld. Zo breekt stilaan het einde van de week aan. Nog één dag te gaan vooraleer terug naar de heimat terug te keren. Ze beloven ons in elk geval voor morgen schitterend weer.
Voor vandaag
werd slecht weer aangekondigd, maar aan de andere kant van de Gotthardpas is
mooi weer. Niet te geloven !!??
Ervé stelde
voor om met de bus naar Seelisberg te rijden. In totaal vertrekken we om 9.30
u. met 30 personen op het busje. We rijden de 17 km lange Gotthardtunnel
door en nemen onmiddellijk de uitrit naar het dorpje Göschenen. Daar stappen Koen en vier wandelaars uit. Zij zullen daar
vandaag wandelen.
Met de rest
van de groep rijden we langs de gewone weg naar Erstfeld. We houden een
fotostop in Wassen om het kerkje te
fotograferen. We rijden verder richting Altdorf. We bereiken eerst Erstfeld. Daar is een tentoonstelling
te zien over de AlpTransit Gotthard. Reeds van in de jaren
1992 is men begonnen met de bouw van een 57-km lange tunnel dwars doorheen
Zwitserland. Het is de bedoeling dat vrachtwagens op weg naar Italië niet
langer meer het land teisteren. Ze zullen allemaal de trein op moeten en worden
zo verder gevoerd. Eind 2015 zou alles moeten in werking treden. De tunnel is
geboord, momenteel is men bezig aan de verdere afwerking.
We
vervolgen onze weg. In Altdorp houden we even halt aan het monument ter ere van
Willem Tell. Er wordt er opnieuw duchtig op los gefotografeerd.
Een zonnige
dag. De busreizigers trekken er vandaag met de trein op uit. Ik mag vandaag eens
lekker meewandelen met de groep van Koen.
In totaal
zijn we met 7 personen. We nemen ons busje en rijden naar het 12 km verder gelegen All'Acqua (1600m). De zon is van
de partij, veel extra truien hoeven we dus niet aan te trekken. Het is een
rustige klim op het met een laagje sneeuw bedekte pad. Af en toe houden we eens
halt om de groep opnieuw te verenigen of om een leuke foto te maken van de
besneeuwde bergtoppen. Spijtig dat hier, zowel links als rechts, enorme pylonen
met elektriciteitsdraden het prachtige landschap verstoren.
Om 11.00 u.
bereiken we reeds de Sac-berghut Piansecco (1884 m). De berghut is wel verlaten, maar is open. We maken van de gelegenheid gebruik
om deze even te bezichtigen. Ook de bovenverdieping met de bedden ontsnapt niet
aan onze nieuwsgierigheid.
We stappen
verder door het sprookjesachtige landschap tot we een plaatsje vinden om te
picknicken (12.20 u.). Wanneer iedereen weer de nodige calorieën heeft naar
binnen gewerkt trekken we opnieuw verder. Het is dan wel even uitkijken welke
de juiste weg is. We nemen de bovenste weg, maar al snel blijkt dat de onderste
weg ook naar hetzelfde pad leidt. Alleen moeten zij die de bovenste hadden
gekozen nu via een stenenveld terug afdalen. Maar ondertussen zien we dat met
snelle spoed, gemzen van de ene steen op de andere springen en veiliger oorden
opzoeken. Terwijl we verder stappen en spijtig zijn dat we geen fotos ervan
konden maken, zien we opnieuw een gems. Ze vlucht de berg op, draait en keert
in onze richting terug. Ze snelt naar beneden en denkt wellicht Welke
sukkelaars lopen daar op twee poten die bergwand af! Inderdaad, overal zien we
in de sneeuw sporen van gemzen. Na met heel wat gezigzag de berg te zijn
afgedaald, worden we onderaan beloond met een prachtige waterval. Er is zowaar
een tafel en stoelen met platte stenen opgebouwd. Een groepsfoto aan tafel mag
uiteraard niet ontbreken.
Zo bereiken
we de Alpi di Pesciora (1920 m). Nog 45 min.
naar Ronco. Maar dat hebben we nooit gehaald. We hebben er 1.30 u. over gedaan.
Met de sneeuw was het soms zoeken naar de weg, was het af en toe voetje voor
voetje afdalen op de gladde hellingen. Zo bereiken we om 16.15 u. de huizen van
Ronco (1480 m). Er wachten ons
nog 2 km terug te wandelen langs de weg naar de startplaats AllAcqua.
Het is een
prachtige wandeling geworden, mooi weer en onvergetelijke vergezichten om U
tegen te zeggen.
Na het
avondmaal beleven we onze vakantie van vorig jaar in Sörenberg opnieuw aan de
hand van de fotomontage die ik had opgemaakt. We hebben heel veel gelachen met
het centrale thema de draden.
Zoals voorspeld, het is een zonnige dag. De bergen rondom
het hotel hebben een totaal ander beeld onder de stralende morgenzon.
Vandaag staan zowel voor de wandelgroep van Koen, als voor
de busreizigers de Ritomsee op het programma. Om 9.30 u. wordt de groep
Koen naar het 5 km verder gelegen Piotta (1005 m) gevoerd. Ze kunnen er om 9.45 u. de funiculaire (kabellift) nemen. Het is
een van de steilste kabeltreintje ter wereld (87,8 %) dat hen in 12 min. naar het 1794 m hooggelegen Piora brengt.
Op de terugrit kan ik even halt houden om een paar fotos te
maken van de snelweg en de ingang van de Gothardtunnel. Ik heb ook nog even de
tijd om het kerkje van Airola te bekijken. Wat een adembenemende schilderijen
op plafond en muren !
Ondertussen staan ook de busreizigers klaar. We vertrekken
om 10.30 u. en maken eerst een ommetje om een de gesloten Gothardpas te zien.
Vandaar rijden we door het centrum van Airolo naar Piotta. Om 11.15 u. stijgt
de kabellift met onze groep de steile helling op. Wat een prachtig vergezicht,
de bergen schitteren in de zon.
Vanaf Piora wandelen wij op een rustig tempo naar de
diepblauw 1850 m
hoog gelegen Ritomsee. De sneeuw smelt, maar in de schaduwrijke plaatsen
ligt er nog sneeuw en ijs. Maar wat een natuurwonder! Honderden stalagmieten
van ijs hangen aan de bergen. Ook aan de in- en uitgang van de tunnel hangen
ijspunten.
Zo bereiken we het bergmeer. We zoeken een plaatsje om te
picknicken. We vinden dat aan het gesloten restaurant Lago Ritom.
Van zodra ik klaar ben maak ik nog een flinke wandeling aan
het mooie bergmeer. De sneeuw ligt op sommige plaatsen vele tientallen cm dik.
De wind snijdt in het gezicht en maar best dat ik een muts en handschoenen bij
heb.
Met de kabellift (14.15 u.) dalen wij af tot het station van
Altanca. We wandelen in een rustig
tempo naar het dorpje aan de Strada
Alta. Van een koffie of iets dergelijks kan geen sprake zijn, alles is
potdicht. Het dorpje bezit echter een wondermooi kerkje uit 16 met een pracht
aan wand- en plafondschilderijen. Je weet niet waar eerst gekeken. Ik wil kost
wat kost een fot van het kerkje met de toren en de achterliggende witte bergen.
Voor een foto heb ik er een steile afdaling voor over. Ondertussen wacht de
rest van de groep op de komst van de kabellift. Maar dat duurt en duurt. Pas om
15.40 u. kunnen we instappen om onze tocht af te ronden.
Met het busje rijden we terug naar Airolo. Ik mag
rechtsomkeer maken om de groep van Koen op te halen die er om 16.40 u. zal
aankomen in Piotta.
Iedereen heeft opnieuw een fijne dag beleefd. De groep met
berggids Ludo had er ook een zware tocht op zitten. Het was een mooie tocht met
veel leuke watervalletjes, maar erg vermoeiend.
De dag eindigt opnieuw met een schitterend en heerlijk avondmaal.