Busrit vanuit AIROLO over de LUKMANIERPASS naar DISENTIS. Over de OBERALPPASS naar ANDERMATT donderdag, 1 november 2012
foto's: https://plus.google.com/photos/102497882852892734023/albums/5805972940209967425
Het weer ziet er wisselvallig uit. In Airolo regent het voorlopig niet, het heeft zelfs de neiging zonnig te zijn. Maar hoever geraken we op de Lukmanierpass? Op het internet vindt Ervé dat de pas (xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1914 m) met sneeuw is bedekt. We zien wel. We rijden via de gewone weg naar Biasca. Daar nemen we de richting Disentis. Op het bord staat dat de Lukmanierpass open is. Maar er hangen veel wolken. We zien wel hoe ver we geraken. Het eerste doel was in Olivone te geraken en onderweg het eeuwenoude kerkje van Negrentino te bezoeken. De weg is helemaal vrij, maar zowel links als rechts liggen pakken sneeuw. Ervé neemt het besluit om toch nog wat verder te rijden. Achteraf gezien een wijs besluit, want door deze beslissing is het een onvergetelijke dag geworden. Met wat bochtenwerk bereiken we de pashoogte van Lucmagn, 1914 m. Er hangt wel wat mist, maar we zien toch ook de zon over de bergtoppen. De Lukmanierpass of Passo del Lucomagno is tussen de kantons Graubünden en Ticino. De bergpas is met 1.914 m hoogte de laagste bergpas die over de Zwitserse Alpen gaat, de overige bergpassen zijn allemaal hoger dan 2 km. Na wat fotos in de sneeuw en nadat een sneeuwman werd gemaakt, vervolgen we onze weg. Eenmaal de tunnel voorbij zien we een heldere zon over de witte bergen schijnen. De afdaling is een aaneenschakeling van prachtige vergezichten. We houden dan ook enkele keren halt in kleine dorpjes om fotos te maken van de maagdelijk witte landschappen. Zo bereiken we Disentis (12.15 u.). We wandelen tot aan het Benedictijnerklooster en bezoeken de kloosterkerk met patroonheilige St.-Maarten. De kerk bezit een prachtig interieur en het vele goudwerk schittert in de ogen. Je raakt er maar niet op uitgekeken. We trekken via de Rozenkranstrap naar de naar de Mariakapel. Aan de muren hang heel wat ex-votos met eenvoudige schilderwerkje. Buiten de kerk verorberen we onze picknick en maken nog een korte wandeling doorheen Disentis. Eens was het een drukbezochte verblijfplaats van Belgische vakantiegangers van de mutualiteiten. Ervé verbleef hier ettelijke periodes. Het gebouw staat nu al meer dan 20 jaar leeg te verkommeren. Iedereen is om 14.00 u. terug aan de bus. Ondertussen heeft Ervé ook de nodige info genomen over de Oberalppass en die is ook open. We kunnen dus gewoon verder rijden richting Andermatt. Met heel wat bochtenwerk tussen muren van hagelwitte sneeuw stijgen we hoger en hoger. Rondom opent zich een wondermooie witte bergwereld in een stralende zon. Onbeschrijflijk mooi. Boven op de pas (2048 m) kunnen we opnieuw halt houden. Als dartele veulens zijn er die door het dik pak sneeuw trekken. Het meer is zelfs voor een stuk dichtgevroren. We vernemen dat er om 14.50 u. een trein zal aankomen boven op de pas. En inderdaad, met de stiptheid van een Zwitserse klok komt zowel een trein van links als van rechts aan. Ze kruisen elkaar op de pashoogte. De rode kleur van de trein staat in schril contrast met de witte vlakte. Ook voor ons is het nu tijd om de Oberalppas af te dalen. We halen de trein die zich doorheen het landschap naar beneden slingert zelfs in. Ervé legt ons uit dat een trein verschillende cirkels maakt doorheen tunnels in de bergen om zo grote niveauverschillen de overbruggen. De weg om te dalen is heel breed en we bereiken veilig Andermatt. We vinden snel een parking en recht tegenover staat een levensgrote fles Appenzeller, een van Ervé lievelingsdranken uit Zwitserland. Het stadje zelf ligt er doods en verlaten bij op een feestdag zoals vandaag, Allerheiligen. Gelukkig is er toch een zaak waar koffie en taart wordt verkocht open. Tegen 16.15 u. zijn we allen terug aan de bus. Het wordt nog een klein stukje afdalen tot Göschenen, doorheen een prachtige kloof. Het gehele gebied rond Andermatt is ook ingenomen door het leger en kazernes. In Göschenen nemen we nogmaals de 17 km lange Gotthardtunnel. Wanneer we die door zijn, zitten we meteen in het slechte weer, wolken en regen. Wij mogen inderdaad van geluk spreken. De wandelaars hebben het vandaag in en rond Airolo met minder moeten doen. Tijdens het avondmaal (lekkere stukken konijn) krijgen we bezoek van Uchi en Kristof uit Seelisberg. Na het avondmaal wordt ook nog een quiz gespeeld. Zo breekt stilaan het einde van de week aan. Nog één dag te gaan vooraleer terug naar de heimat terug te keren. Ze beloven ons in elk geval voor morgen schitterend weer. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|