Inhoud blog
  • DIERENZEGENING ST.-BAVO LAUWE
  • Instapviering Eerste Communie
  • Kruisjesviering
  • Mechelen: zegening pelgrims Compostela
  • KERSTCONCERT HARMONIE DE BIE
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    FOTO'S EVR
    foto's en persfoto's
    10-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OEGANDA 2011 - verslag
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Van 9 tot en met 23 april trokken we door Oeganda.
       Eric Vanthournout
       Joost Staelens en Liliane De Pessemier
       Frank Degraeve en Dorine Missiaen

    Lees hieronder het volledig verslag.
    Vanaf nu plaatsen we ook dagelijks foto's bij de tekst, naargelang die bewerkt en klaar zijn.

    Veel leesplezier.

    Eric

    Dag 1: vlucht Zaventem - Entebbe
     zaterdag, 9 april 2011

    Na maanden voorbereiding met o.a. boekjes maken met alle gegevens over het land en de te bezoeken parken, steden en dorpen, het scannen van landkaarten, mailen naar onze reisorganisatie ‘Great Lakes Safaris met de verantwoordelijke Miranda, het aankopen van tickets om te vliegen met Brussels Airlines en dure pillen tegen de malaria die Dorine in Frankrijk heeft gekocht na het bezoek aan 3 Franse apotheken… is de reis eindelijk aangebroken. (Eric)

    Oei, Oei, het begint al moeilijk, maar alles verdwijnt als sneeuw voor de zon. Frank is vanaf gisteren weer de oude. Hij poetste het gehele huis samen met zoon en vriend! Wat een aangename verrassing voor Dorine tot… zij ’s morgens afscheid wou nemen van Hannes! Ze stond met haar voetjes in het water; een gesprongen leiding? Of een fles water omgegooid (denkt Frank) na… (Lilianne)

    7.15 u. Ik ben de laatste om opgehaald te worden aan huis. Met het ganse gezelschap brengt de bestelwagen ons naar Zaventem: Joost en Liliane, Frank en Dorine en Eric.

    VLUCHT ZAVENTEM - KIGALI - ENTEBBE

    8.30 u. Wat een drukte in Zaventem, niet verwonderlijk, het is het begin van de Paasvakantie. Na wat aarzelend zoeken wat we met onze computerprints moeten aanvangen komen we bij Gate 1 terecht. Vandaar sturen ze ons naar Gate 4. We worden tamelijk snel bediend en me mogen de 5 valiezen samen zetten. Gelukkig maar, want ik ben toch zwaar gepakt, extra fototoestellen, statieven, batterijen, omvormer van sigarettenaansteker naar 220 Volt, verlengsnoeren… In totaal hebben we voor de 5 personen maar 88,5 kg bagage. We mogen ook maar 1 handbagage mee hebben en het moet ook gewogen worden. Gelukkig kan Liliane mijn fototas ter hand nemen, anders zat ik alweer in de miserie. De nu de allereerste keer dat ik weet dat de handbagage ook een label krijgt. (Eric)

    Enfin, aangekomen in Zaventem met Marcel van Mimi (n.v.d.r. Mimi is de zus van Joost), (straf wel bedankt) ingecheckt, maar dan… iedereen zat verspreid. Jammer, jammer, jammer, maar… ook hier viel alles weer op zijn pootjes, bleek dat iedereen zo zat en door de hulp van lieve vriendelijke hostessen werden we weer verenigd! Goed, goed en een pluim voor SN Brussels Airlines. (Lil.)

    De vlucht was gepland om 10.40 u. We begeven ons naar Gate T68, nogal heel ver. We vinden nog de tijd om een koffie om frisdrankje te drinken. En zo bereiken we de instapplaats. Voor we instappen krijgen we nog een krant. Wat een geluk, ’t is Het Nieuwsblad, editie Kortrijk - Menen. En dan nog met twee van mijn foto’s. Tegen 10.15 u. hebben we onze plaats gevonden en ons geïnstalleerd. En heel stipt, enkele minuten erna, taxiet het vliegtuig naar de startbaan. Het vliegtuig wordt geleid door een vrouwelijke gezagvoerder, Mevr. Vandenbosch.

    Precies om 11.00 u. klimt het vliegtuig de hoogte in. Op de televisieschermen kunnen we de gegevens volgen: afstand tot bestemming: 6367 km. We zien de hoogte toenemen, de snelheid opdrijven en de buitentemperatuur dalen… (Eric)

    Zitten nu op het vliegtuig aan het aperitief. Eric witte wijn, Joost gin-tonic, Frank: pintje en Dorine cola en ik een cavaatje (moet kunnen hé?)

    Na een lekkere lunch: Joost: kabeljauw, prei, puree. Liliane en Eric: beef, rijst (heel lekker) en boontjes, genieten we van het leuke en boeiende gesprek tussen Eric en zijn reisgenote (21 jaar, studente industriële ingenieur aan de HoWest). Inmiddels is dit meisje al volledig ondergedompeld in Eric’s leven: zijn reizen, zijn familiesamenstelling, zijn ganse leven! Grappig, grappig.

    Joost zit volledig ondergedompeld in zijn Oegandaliteratuur en ik ga seffens de ogen dicht doen! We vliegen momenteel op 11 km hoogte aan een snelheid van 885 km/u. op -58° C ter hoogte van Alexandrië en 4000 km. Boeiend niet. (Liliane)

    Heb net een fotosessie achter de rug. Voor een keer waren wij niet de modellen, maar de fotografen (héhé, hihi). Eric en Eva stonden model, alhoewel zij van zichzelf vindt dat ze een lelijk model is, valt dat heel erg mee.(Liliane)

    16.15 u. Eric is niet te houden!! Hij kan het niet laten om foto’s te nemen o.a. ’t personeel die frisco’s uitdeelt, van hemzelf die een frisco aan ’t likken is… en wat hij allemaal nie aan ’t regelen is om nog bij te doen bij onze 15-daagse reis… met een jonge deerne die naast hem zit tijdens de vlucht. Dus dat belooft… aan verrassende momenten zullen we geen begeven in het midden gebrek hebben met Eric in ons gezelschap!! En dat Joost uiteindelijk maar vliegtuigreizen moet meemaken om zijn zeiltechniek nog beter op punt te stellen… een betere plaats dan hier kan hij zich niet veroorloven om ‘k weet nie wat van windtoestanden, knopen, e.d… dus… je ziet wel, een lange vlucht kan toch meevallen!! Socializing, studeren…

    17.40 u. Liliane had het eventjes te warm?? Hoe zou dat komen? ’t Was wel niet te doen waar ze zich bevonden op het vliegtuig… 30° en puffen maar!! Eric doet zijn ronde op het vliegtuig om wat af te koelen !! Blijkbaar heeft de airco het begeven in het midden van het vliegtuig. Frank en ik hebben meer chance !! We zitten aan de staart van het vliegtuig en het is werkelijk frisser. (Dorine)

    KIGALI - RWANDA

    Het is precies 19.00 u. wanneer het vliegtuig landt in Kigali, de luchthaven in de hoofdplaats van Rwanda. Een aantal passagiers moeten uitstappen en anderen zullen er op komen om de verplaatsing naar Entebbe, nog 338 km te maken. Maar deze ligt in een andere uurzone en daar is het nu reeds 20.00 u.

    Om 20.20 u. is alles klaar om opnieuw op te stijgen., maar eerst wordt het vliegtuig ontsmet. Met sprays lopen de hostesses van achter naar voor. Dat is om eventuele aanboord gekomen muggen en ander ongedierte te verdelgen. De aangekondigde vluchttijd bedraagt 35 min. (Eric)

    ENTEBBE OEGANDA

    Het is 20.55 u. wanneer we landen in Entebbe, tijd om ons uurwerk een uurtje verder te draaien. 22.00 u. Het verlaten van het vliegtuig gaat snel, maar dan… zo’n lange rij wachtende voor ons. Ondanks het feit dat we reeds een Visum hebben, duurt het even langs. Plots komt er een strenge dame van de Immigrationdienst en doet iedereen op 1 recht lijn staan. ‘One line plaese’. De controle op zich duurt voor ons niet zo lang, netjes lachen naar de camera om een foto te laten maken en weg zijn we, de bagage tegemoet. Ook dat lukt vlot en eenmaal het luchthavengebouw uit, staat de man van ons reisagentschap er ons op te wachten.

    We worden vriendelijk verwelkomd en alle bagage wordt achteraan in een grote jeep geladen. Het is inderdaad een grote wagen. Groot ja, gelukkig maar, we zullen er de komende twee weken ons thuis van maken, 3 rijen banken… En zo rijden we onze eerste verblijfplaats ‘Airport Guest House Entebbe’ tegemoet. Na een tiental minuutjes rijden, het laatste gedeelde over een hobbel-de-bobbelweg, bereiken we in het pikdonker onze verblijfplaats. We krijgen het gehele programma voorgeschoteld (wat we al lang uit het hoofd kenden) en moeten dan betalen. Dat duurde nog het langst van al. Het duurde een eeuwigheid vooraleer de dame begreep dat we ieder afzonderlijk wilden betalen. Dan telde ze uiteraard het geld na, maar de 100 dallarbriefjes die te oud waren wilde ze niet. Geld van voor het jaar 2000 wordt niet aanvaard. Toen ze het geld natelde klopte het niet, er was 100 dollar te weinig. Liliane kreeg het op haar heupen, nog even hertellen, er was maar 50 dollar meer te kort. Bij het nogmaals hertellen (die nieuwe briefjes kleven zo gemakkelijk) werd de laatste 50 dollar ook gerecupereerd. Zo konden we eindelijk om 24.30 u. naar ons logement. Slaapwel, want morgen moeten we vroeg het ontbijt nemen. Het vertrek is om 7.30 u. gepland. (Eric)


    Dag 2: Entebbe - Kampala – Murchison Falls National Park
     zondag, 10 april

    Om 5.50 u. besluit ik maar van onder het net vandaan te komen, te douchen en me klaar te maken. Tegen 6.30 u. kan ik in de ontbijtruimte het verslag afwerken en om 7.00 u. zitten we allen aan tafel. Eerst krijgen we een potje met een minibanaantje en wat stukjes verse ananas. Ondertussen bestellen we een pannenkoek met kaas, twee pannenkoeken met banaan, een Frensh toast en een omelet. Een heerlijk ontbijt om onze eerste Oegandadag te beginnen. De koffie daarentegen is gewone oploskoffie.

    Tegen 7.30 u. laden we de bagage in de Toyota. Nog even zien naar de dans van de duizenden muggen, de duizendpoot die wegkruipt en de prachtige bloementuin en weg zijn we. De klok duidt 7.45 u. aan.

    DRUKTE IN KAMPALA

    Na de eerste bocht bevinden we ons onmiddellijk in Oegandese stemming. Verschillende huizen, druk verkeer…. We schieten plaatje na plaatje, want het beschrijven is heel moeilijk hoe de mensen er langs de straat handel drijven, hoe ze rijden… Zo bereiken we na een 20-tal km de buitenwijken van Kampala. Omdat het zondag is, is het verkeer nog te doen, zegt onze chauffeur Henri. En toch zijn er tientallen, misschien wel honderden taxi’s die er als mieren dooreen slalommen. Ook heel veel winkels zijn open. We stoppen aan een apotheek. Ondertussen kan ik nog wat beelden schieten in de straat. En dan trekken we de weg op naar het noorden, een zeer mooie, vlot lopende asfaltweg. Bedoeling is tegen de middag in Masindi te zijn.. We hebben ogen te kort om alles langs de weg gade te slaan, de mensen, de huizen, de activiteiten… Geregeld zien we ook plaatsen waar stenen worden gebakken. Heel vaak zien we mensen met hun allerbeste kleurige klederen aan naar de kerk trekken. Oeganda is voor het overgrote deel katholiek. Aan een grote fruitshop houden we even halt. Henri wil voor ons een tros kleine banaantjes kopen. Ondertussen genieten onze dames van de baby’s. Ze leveren ook leuke foto’s op. Wanneer we opnieuw aan het rijden zijn, vertelt Henri dat bananen het basisvoedsel zijn voor die streek. Zoals wij aardappelen eten, eten zij bananen. Een grote tros, daarmee kan een gemiddeld gezin een drietal dagen verder. Bananen worden het gehele jaar door geplant. 6 à 7 maanden later zijn de vruchten klaar voor consumptie en daarna moeten de bananenplanten afgekapt worden. Bananen kunnen slechts eenmaal vrucht voortbrengen, daarna worden nieuwe bananenplanten geplant.

    MASINDI

    Het is precies middag wanneer we halt houden aan een restaurant in Masindi. We bestellen Talapiavis met rijst of frieten. Onze chauffeur vertelde dat die vis in het Victoriameer leeft, vandaar dat we daar mee gestart zijn. Overheerlijk.

    Tegen 13.15 u. zijn we opnieuw aan het bollen. De eerste straat rechts en we zitten op een gewone aardeweg. De aarde heeft hier wel een heel rode kleur. Die aardeweg bolt ook bijzonder goed. Tegen 14.00 u. bereiken de ‘gate’ die toegang geeft tot het Murchison Park. Henri zorgt dat de nodige formulieren en betalingen in orde worden gebracht. Nu is het wel wat hobbel- de bobbel en af en toe is de weg wel heel slecht. Aanvankelijk zien we nog geen dieren, af en toe wel bavianen (baboons), maar die zijn heel schuchter en vluchten telkens weg. Naarmate we vorderen zien we nog heel wat dieren, maar telkens we de ramen open draaien om foto’s te nemen, worden we bestookt met binnendringende grote vliegen. Zo zien we wrattenzwijnen, Oegandese kobs (te vergelijken met impala’s), waterbucks en een kudde buffels. Plots merkt de chauffeur op de weg een kameleon en kan nog tijdig stoppen. Het is leuk te zien hoe die met een ritueel van de ene poot vooruit, de andere omhoog traag vooruitstapt en zich leuk laat fotograferen. We hebben een prachtig vergezicht over het machtige park. Wanneer we de zijweg naar de watervallen inslaan verslechterd de weg nog. Het gaat voortdurend op en neer, van links naar rechts om de grootste putten te vermijden.

    MURCHISON FALL

    Even voor 16.00 u. bereiken we de hoogte en meteen de parking aan de waterval. Wat een prachtig natuurschouwspel! Het water dondert naar beneden, stuift op, vormt een regenboog… We hebben ogen te kort om het donderend watergeweld te aanschouwen. We genieten van het gebeuren, maar het is wel snikheet. We puffen ongehoord bij de minste beklimming.

    Na het schouwspel keren we het stuk weg terug tot aan de splitsing. We houden nog even halt voor de troep buffels. Die is nu dichter bij de weg gekomen. Buffels zien niet zo goed, vandaar dat de leider enkele stappen naderbij komt.

    Zo bereiken we opnieuw de hoofdweg en wanneer we tientallen maraboes op een boom bemerken, zijn we aan onze overnachtingplaats, het Red Chilli Rest Camp. Ondertussen is het 17.30 u. geworden. Het is genieten van het vergezicht vanuit een zeteltje onder een houten afdak met een lekkere frisse pint.

    We bestellen ons avondmaal, want dat moet vooraf gebeuren aan de bar: aardappelen met kip en suikerboontjes. We trekken gepakt en gezakt ons terug in onze huisjes. Het zijn mooie ronde gebouwtjes, gelukkig hoeven we niet in een van die vele opgeslagen tentjes te overnachten. Wij hebben ten minste een douche, en alhoewel die enkel koud water uit de kranen laat lopen, het is een welkome verfrissing op ons oververhitte lichaam.

    Tegen 19.30 u. worden we verwacht voor het avondmaal. Nog wat napraten en tegen 20.15 u. trek ik me terug om wat aan de foto’s en tekst te werken. Maar overmand door vermoeidheid leg ik me om 21.15 u. te slapen onder het muskietennet. Slechts een paar wakker geworden en precies dan valt de elektriciteit uit, want de electrogroep houdt op met draaien.


    Dag 3: Murchison Falls National Park
     maandag, 11 april

    DE NIJL OVER

    We moeten er vroeg bij zijn deze morgen. Zonder elektriciteit verlaat ik het bed om 5.50 u. Gelukkig ben ik goed voorzien van de nodige lampen en kan ik me toch deftig scheren en alle gerief klaar maken.

    Tegen 6.20 u. staan we aan de bar om een koffie te drinken en ons bestelde ontbijtpakket op te halen. Zo zijn we klaar om met de wagen enkele honderden meter verder te rijden. Na het betalen van de nodige bijdrage gaat het bareel open en mogen we tot aan de overzetpont. Ondertussen is ook onze ranger Geoge zich bij de groep komen voegen. Het is een goedlachse man, met een oud geweer bewapend. De zon verschijnt over de Nijl. Wat een prachtig gezicht met de proestende nijlpaarden in het water. De overzet vertrekt voor tijd en hij is pas enkele tientallen meter ver, of hij mag op zijn passen terugkeren om nog een wagen en tal van arbeiders mee te nemen. Ja, dat komt er van wanneer je voor tijd vertrekt.

    GAME DRIVE IN HET MURCHISON FALLS NATIONAL PARK

    Eenmaal de overkant bereikt begint de tocht doorheen het Murchison Falls National Park. Aanvankelijk zien we niet zoveel dieren, behalve enkele bavianen die schichtig weglopen. Toch ontwaren we plots een eenzame olifant en een buffel. Naargelang we vorderen over de hobbelige wegen zien we meer en meer dieren. Een tankwagen is in een greppel beland. In de grasvlakten zien we zelfs honderden en honderden antilopen, in alle maten en soorten: Uganda Kobs, waterbucks, hartebeesten… Ook meer en meer giraffen verschijnen ten tonele en ook massa’s buffels. De begroeiing is ook sterk afwxisselend, groene vlakten, vlakten met bomen en struiken, droge grasvlakten… Ook een vliegveld en een militair domein zijn er onder gebracht. We mogen daar geen foto’s nemen. Ja, ze moeten me juist dat zeggen. Een militair domein, enkele schamele hutjes bijeen en een vliegveld, een omheinde grasvlakte kleiner dan het voetbalveld van Rekkem Sport. Na heel lang rijden verlaat Henri, onze chauffeur, het pad en rijdt tussen struikjes door. Onze ranger George wil op zoek gaan naar leeuwen, hij hangt buiten aan de wagen. Aanvankelijk zien we er geen. Ze (onze wagen en deze van Matoke Tours met uit Roeselare afkomstige Vlamingen) maken rechtsomkeer en rijden via een andere kant achter de struiken door. Daar staan heel wat stadige giraffen. Plots verschijnt er een jonge leeuwin en die gaat zich wat verder neervlijen. Wat later verschijnt er nog een leeuwin en gaat zich naast de andere leggen. Wat een schouwspel. Ook een derde leeuw komt ten tonele, volgens onze ranger is het de moeder. Ze blijft onbeweeglijk staan, ze heeft de wrattenzwijnen in het oog. Dan wordt de wagen gestart en rijden we tot vlak voor de leeuwen. Ze verroeren van geen vin en geven ons de kans prachtige foto’s te maken van zo dichtbij. Snel, zegt onze ranger, want wat we doen, mogen we niet en kan ons een flinke boete opleveren. Vooraleer verder te rijden, kraakt onze ranger een takje van een struik en legt het op de weg. Het is een teken voor de andere rangers dat daar leeuwen te zien zijn.

    Zo rijden we verder tot aan het Albertmeer. Er zijn heel veel nijlpaarden te zien en ook drie soorten watervogels. De nijlpaarden zitten opeen gepakt. Wanneer ik nader naar de watervogels toetrek om foto’s te maken, vliegen ze op. Wat een schouwspel.

    Zo is het ondertussen al 9.15 u. geworden, tijd om ons ontbijtpakje aan te spreken. Een boterhammetje met kaas en een met ham… ‘Welke Belg kan er zeggen dat hij een ontbijt heeft genomen aan het Albertmeer met in de achtergrond een kudde nijlpaarden?’, merkt er een van ons gezelschap op.

    Om 9.30 u. is het tijd om de terugweg aan te vatten. Weer zien we heel wat dieren en wanneer we foto’s wensen, moeten we maar roepen om te stoppen. Zo zien we hoog in een boom een prachtige visarend. De antilopen en giraffen, we hebben ze in grote getale. Het grote probleem zal opnieuw zijn die honderden foto’s te sorteren…

    Tegen 11.00 u. zijn we opnieuw aan de overzet om de Victorianijl over te steken. Een paar honderd meter verder zijn we opnieuw aan het ‘Red Chilli Restkamp’. We zijn de enigen die er zijn deze middag. Eric heeft verschrikkelijke rugpijn enkan nog moeilijk rechtop. Gelukkig is Dr. Joost er, en met enkele manipulaties is de rugwervel terug op z’n plaats gezet. We genieten in de schuwduw van het afdak van een frisse pint en bestellen ons middagmaal: 5 maal vol-au-vent. We vragen er ook 5 desserts bij, maar als ze alles bij elkaar leggen hebben ze er maar 3 meer in voorraad. En terwijl we aan het eten zijn komen zowaar twee wrattenzwijnen snuffelend op ons af. Daarna is het genieten van een siësta, voor mij betekent het wat tijd om aan de foto’s en het verslag te werken, want alles moet up-to-date worden ingevuld, zoniet vergeet je de helft.

    NIJLCRUISE

    Tegen 14.00 u. staan we klaar aan de wagen. We lopen er allen licht gekleed bij, zo’n verzengende hitte. Op het water zullen we zeker geen trui van doen hebben en goed insmeren tegen de ongenadig brandende zon is meer dan nodig.

    Het is een klein bootje, maar wanneer hij aan de andere kant nog enkele Belgen uit Roeselare oppikt (diezelfde van deze morgen) en enkele Amerikanen, is het snel vol.

    Langzaam vaart het bootje langs de groene oevers. We zijn pas gestart of we zien reeds 4 grazende olifanten, twee volwassen dieren en twee jongeren. Ze slokken pakken fris groen van de Nijloever naar binnen, rustig voortstappend en zien niet naar ons om. We varen verder. Het is de ene kudde na de andere nijlpaarden die we op onze vaart tegenkomen: de ene trekt al eens zijn muil open, de andere veert eens recht,… Onze bootgids wijst ons ook de vele vogels aan: de Kingfisher,… Op een bepaald moment snelt het bootje naar de overkant. De bootsman heeft een grote krokodil gezien. We naderen, maar onze dames schrikken, gillen, en… de krokodil spurt het water in.

    En zo varen we steeds verder en verder, genietend van het water, de natuur, de zon… Na meer dan 2 uur varen bereiken we de Murchisonwaterval, het doel van onze tocht. De gids verwittigt ons dazt we de handen binnen de boot moeten houden, want we varen door de krokodillenpoel. Hier bemerken we inderdaad heel veel krokodillen. Dat komt omdat daar heel veel vis kan verorberd worden. De vissen die bovenaan de waterval worden meegesleurd overleven het niet en komen dood beneden terecht en worden dus een gemakkelijk geserveerd maal voor de kroko’s. De boot blijft op een veilige afstand van de waterval en legt aan op een rots midden de rivier. We mogen de boot verlaten en van op de rots kunnen we kiekjes maken.

    Daarna is het tijd om de terugtocht aan te vatten. Het is reeds 16.45 u. Nu gaat het wat in sneller tempo, maar het is nog een hele vaart terug. Het water spat verfrissend tegen ons aan. Af en toe wordt de vaart verminderd om toch nog iets gade te slaan. En zo bereiken we om 17.45 u. onze oever. De tocht zit er op. Een echt geslaagde dag, een rustige ‘gamedrive’ in de voormiddag en een verfrissende Nijlcruise in de namiddag?

    We wandelen te voet terug naar ons Restcamp op enkele honderden meter van de Nijl. De schuwe bavianen maken zich snel uit de voeten van de weg. We genieten van een frisse Nile (das een ½ liter Oegandees bier) en bestellen ons avondmaal voor 20.00 u. De ene houdt het bij vegetarisch maal met pasta, anderen bij ‘kip met rijst’ en ik houd het bij rundsvlees met puree.

    Nog wat napraten, een douche nemen, avondmalen, weer wat praten en foto’s en verslagen maken… zo zit dag 3 er op.


    Dag 4: Murchison Falls National Park – Fort Portal
     dinsdag, 12 april

    Afspraak om te vertrekken is vandaag 7.00 u. Om 6.00 u. wippen we uit het bed, maar aangezien er ’s morgens geen elektriciteit wordt geproduceerd op de kampplaats, is het behelpen met de zaklamp. Scheren, wassen, bagagezak maken,… alles gebeurt met de zaklamp. Maar tegen 6.30 u. is het stilaan aan het klaar worden en gelukkig maar, we kunnen nog een grondig controleren of we niets lieten slingeren.

    We slurpen een superhete kop koffie aan de bar, de bagage wordt geladen en tegen 7.10 u. zijn we op route. Al snel verlaten we het park via Bugungu Gate (7.20 u.). De aardeweg leidt doorheen verschillende dorpjes en langsheen de weg lopen tientallen kinderen in mooie, kleurige uniformpjes naar school. Wat een massa kinderen, ze komen van alle zijkanten de weg op. In het volgende dorpje is het weer van hetzelfde, maar nu in een ander uniformkleur. We zien een school met honderden joelende kinderen, terwijl anderen nog langs de weg aan het naderen zijn. Aan putten in de weg en stof is er geen gebrek. En ook de baboons zijn opnieuw op de afspraak. Bovenaan een heuvel houden we halt om te genieten van een mooi vergezicht. De vele fietsers met enorme ladingen trekken te voet naar boven of donderen vervaarlijk naar beneden. Opvallend is dat de trappers van de pedalen slechts uit de spil bestaan. Een man maakt zelfs met zijn enorme last houtskool een buiteling en Liliane en Dorine snellen ter hulp om hem opnieuw recht te trekken. De andere is ook een sukkelaar, een T-shirt vol gaten. Omdat hij zich gewillig laat fotograferen besloot ik maar mijn twee T-shirt van de voorbije dagen aan hem weg te geven. Die man was zottekontent en dat zijn er al 2 minder die Bea niet meer moet wassen. De sukkelaar wipte zijn fiets op en door de steile afdaling belandde hij ook op de grond. Hoe geraken die mensen in godsnaam die berg beneden? Echt bewonderenswaardig!

    Tegen 9.45 u. bereiken we Hoima, een tamelijk grote stad. In het Kolping Hotel kunnen we genieten van een lekker ontbijt, geserveerd in de tuin. Ondertussen is de tuinman van dienst in uniform de gevallen bloemblaadjes aan het oprapen. Maar hij had pech, de felle wind zorgde voor een nieuw tapijt. Herbeginnen is de boodschap. Zo heb je hier in Oeganda werk van ’s morgens tot ’s avonds, blaadjes rapen hier, blaadjes rapen daar, blaadjes rapen overal.

    Ondertussen worden de gebakken eieren met lekkere worstjes en tomaat geserveerd.

    Tegen 11.15 u. kunnen we verder rijden, maar… we willen eerst een bank bezoeken om geld te wisselen, we hebben nog steeds geen Oegandese shilling. Buiten aan de deur worden we eerst gescand of we geen bankoverval willen plegen. Dan naar een eerste bediende aan een bureel. Het nummer van het bankbiljet wordt genoteerd, mijn telefoonnummer,… Als alles klaar is, is het dan aanschuiven in de wachtende rij om het geld te krijgen. Daar worden de papieren nogmaals ingetikt in de PC. 20 min. om 50 US-dollar te wisselen. Zo zijn Dorine en Liliane ook in de bank aangekomen. Pech voor Dorine, allemaal kleine coupures, zodat de man zich gek moest schrijven om al die nummers van de bankbiljetten te noteren. Ondertussen trekken Joost en Eric op zoek naar een computermuis, want zijn PC-muisje was kapot. Na zoveel zoeken in winkeltjes , vinden ze uiteindelijk een flashy-muis bij een Indiër in Afrika voor 20.000 US. (Liliana en Dorine zijn er zot van). Die twee vrouwen waren nog steeds in de bank gegijzeld, zodat J en E tijd hadden om stiekem foto’s te gaan nemen in de straat van de vele winkeltjes en het marktje. Dat viel soms wel niet in goed aarde, maar je kent mij… ik trek mij dat allemaal niet aan… hoe meer illegale foto’s, hoe liever. Zo o.a. een die slippers aan het snijden was uit oude autobanden.

    Zo was het 12.00 u. geworden voor we uiteindelijk Hoima konden verlaten.

    De weg is gewoon vol putten en scheuren en onze fantastische chauffeur-gids loodst te wagen van links naar rechts op de stofferige weg. We genieten van het wisselend landschap, van de mensen langs de weg, de kinderen die van of naar school trekken, de mensen werkend op het veld, rustend voor hun huisjes… Echt het Oegandese dagelijkse leven speelt zich als een film voor ons af. In Keyenjojo, op de plaats waar een nieuwe brug wordt gebouwd, stappen we even uit de wagen en trekken te voet over de bouwwerken. Een man is in de rivier zijn laarzen aan het wassen, anderen zijn naarstig ijzer aan het binden, terwijl nog anderen het heel rustig aan doen. In Keyenjojo begint ook de snelweg naar Fort Portal, nog zo’n 48 km ver. Een snelweg heeft niet dezelfde betekenis als bij ons, hier is de weg gewoon geasfalteerd. Links en rechts zijn er grote theeplantage aangelegd. De thee is een groot exportproduct voor Oeganda. En zo bereiken we even voor 16.00 u. onze verblijfplaats, het Rwenzori View Guesthouse in Fort Portal. We hebben dorst en terwijl onze chauffeur met de wagen naar de garage trekt, genieten we van een lekkere frisse pint bier. We hebben ook nog geen middagmaal gehad, en de dienster van het huis bereidt ons enkele crocks met kaas, ham en tomaat.

    BEZOEK AAN LIEN LAMON IN HET VIRIKA HOSPITAAL

    Lien Lamon uit Menen is werkzaam als vroedvrouw in het Virikaziekenhuis in Fort Portal. Henri, onze bestuurder is terug van de garage waar de remmen werden vervangen en brengt ons naar het ziekenhuis. Ondertussen is de eerste regenvlaag voor ons een feit. Mensen schuilen onder alles wat maar enige beschutting biedt: het afdak van een benzinestation, een afdakje van een marktplaatsje… Anderen stappen of rijden gewoon verder. Ook wij hebben niets tegen de regen aan, maar gelukkig is het gestopt met regenen als we het ziekenhuis bereiken. Aan de receptie van het ziekenhuis bellen we Lien op en ze komt ons tegemoet. We trekken mee naar haar verblijfplaats, een mooi ingerichte kamer met keuken. We overhandigen haar het kleedje dat haar moeder vanuit Menen heeft meegegeven. Lien moet naar een feest en ze had geen beste kleed om aan te trekken. Tussen onze dokter Joost en vroedvrouw Lien wordt menig woordje gewisseld over haar werk in het ziekenhuis. Het ergste vindt ze de vele kinderen die sterven bij de geboorte.

    We nemen afscheid, wensen haar nog veel geluk en arbeidsvreugde in Oeganda en beloven de genomen foto’s aan het thuisfront te bezorgen.

    Terug aangekomen in het Guesthouse, is het tijd om een warme douche te nemen. Heerlijk na die koude van de vorige dagen. Pech wanneer de elektriciteit voortdurend uitvalt. Tegen 20.00 u. worden we aan tafel verwacht. We zijner niet alleen, we zitten als een familie samen met nog enkele Nederlanders. Zo is er een bankdirecteur die vanuit Kigali (Rwanda) met zijn vrouw en twee kinderen op vakantie is. Het is heel gezellig en de Nederlandse eigenares van de zaak zet eerst de soep op tafel. Daarna worden de gerechten geserveerd: verschillende groenten, varkensvlees en kip. Als dessert krijgen een soort zure kwark met speculoos erin voorgezet. We genieten deze avond ook voor het eerst van een glaasje witte en rode wijn.

    De avond wordt gesloten met nog wat gezellig napraten, vooraleer we ons op onze kamer terugtrekken.


    Dag 5: Fort Portal – Semliki National Park – Kibale Forest
     woensdag, 13 april

    Ontbijt om 7.00 u. is de afspraak. Waarmee kan je de dag beter inzetten dan verse frisse ananas, papaya en een banaan. Natuurlijk wordt er weer een eitje gebakken en een lekker worstje erbij, dat smaakt altijd.

    Onze bagage gaat opnieuw de auto in. We moeten nog onze drie flessen wijn betalen die we gisterenavond hebben gedronken, en weg zijn we. Het is bijna 8.00 u. wanneer we richting centrum Fort Portal rijden. We zijn bijzonder goed gekleed, lange broek, T-shirt met lange mouwen. De chauffeur heeft gezegd dat we voor de wandeling in het regenwoud goed moeten beschermd zijn tegen de insecten.

    WEGENWERKEN

    In het centrum van Fort Portal wemelt het reeds van de bedrijvigheid. We hebben ogen te kort om alles gade te slaan. Eenmaal uit het centrum zitten we in de bergstreek van de Rift Valley. Tientallen arbeiders zijn aan de weg aan het werken: kranen, tientallen zware vrachtwagens, honderden arbeiders… Het is een Chinese onderneming die de werken leidt… Met een rode en witte vlag, met een masker tegen het stof voor de mond, regelt een dame, en wat verderop een jonge heer, het verkeer. Wat verderaf zijn ze met een groep, ieder met een drilboor, de rots aan het afboren. Stof, stof en nog eens stof en daartussen kinderen die naar school trekken, fietsers met pakken geladen, zwaarder dan zichzelf… We komen voorbij verschillende dorpjes en genieten van de vele schouwspelen: kleurig geklede dames stappend met een pak op het hoofd, groepjes die keuvelend voor hun deur zitten, anderen die sleuren met trossen bananen op een fiets…. Overal geitjes en zeer veel kinderen. Zelfs een paar scholen met spelende kinderen. De vallei zelf is heel prachtig, een oase van groen en in de verte hebben we een zicht op buurland Congo.

    Na meer dan een uur rijden verlaten we de hoofdweg, of wat er moet voor dienen. We komen in een kleinere veldweg terecht midden plantages van bananen en Henri moet zelfs even checken of we wel juist zijn. We zitten precies in een andere wereld. Links en rechts kleine huisjes, bewoners aan het werk… We zitten midden in het echte Afrika, onvoorstelbaar en niet te beschrijven. De weg is heel smal en over stenen en bulten, eens omhoog, eens omlaag trekken we verder richting Semliki Nationale Park, op de grens met Congo en gescheiden door de Semliki River.

    HOT SPRINGS

    Na twee uur hotsen en botsen bereiken we uiteindelijk het park. We worden verwelkomd door gids Dustin. Het is snikheet en we maken ons klaar voor de twee duur durende wandeling: hoge schoenen aan met de broek in de kousen, insmeren tegen de zon en weg zijn we, op zoek naar apen. Stappen in het tropisch regenwoud was heel indrukwekkend. We zijn wellicht de eersten die dit jaar de tocht ondernemen, want onze gids moet met zijn snoeischaar takken wegknippen. Plots wippen we allen op, we voelen overal beten van mieren, op en tussen ons benen, buik, rug,… We slaan en duwen waar we maar kunnen om ze van ons lijf te krijgen. Leuk is anders! Af en toe zien we er wel eens een aap in een boom, maar het is heel moeilijk om ze op beeld vast te leggen. Ze zitten verscholen achter de takken of wippen weg. Bedoeling van de wandeling was ook de ‘Sempaya Hot Springs’ te zien. Zo bereiken we de eerste, de ‘vrouwelijke’. Het kokend water komt uit de grond geborreld. We moeten opletten waar we onze voeten plaatsen, alleen de stenen volgen. De gids geeft uitleg waarom deze geiser de naam ‘vrouwelijk’ kreeg. Terwijl we proberen tot bij de geiser te geraken voor een groepsfoto, worden twee eieren gekookt in het hete water. Kokend heet zijn die eieren en na enige tijd kan Liliane, die nogal tegen wat warmte kan blijkbaar, ze pellen. De eitjes smaken. Zo stappen we verder door het regenwoud op weg naar de ‘mannelijke’ geiser. Oei, wat is er nu aan de gang? De zolen van Dorines hoge schoenen hangen er plots los aan en vallen zelfs helemaal af. Hoe is dat in godsnaam mogelijk dat die zolen het nu begeven en dan nog van beide schoenen? Dat kan geen toeval zijn. Een houten staketsel van de rand van het woud leidt door een hoge grasvlakte naar de plaats. Deze geiser levert heel wat stoom. In de hut genieten we van de omgeving en er is natuurlijk heel wat commentaar op de schoenen.

    Zo keren we door het woud terug naar onze startplaats. Wanneer jet uit het frisse bos komt, voel je meteen de hitte branden op je lijf. In een overdekte hut gebruiken we de meegebrachte picknick: een sandwich met kaas en een met ham. Wat ze hier een sandwich noemen is voor ons een gewone boterham. En als toetje nog een stuk verse ananas en een banaan.

    Tegen 13.00 u. vatten we de terugweg aan over die hobbelige smalle weg tussen de plantages en de huisjes. We proberen weer wat beelden te schieten van de mensen langs de weg, de dames met last op hun hoofd. Kinderen vallen nog gemakkelijk te fotograferen vanuit het open raam, maar de dames draaien zich snel om wanneer ze het fotoapparaat door het raam zien. Nu, aan foto’s zullen we zeker geen gebrek hebben. Zo bereiken we opnieuw de stofferige hoofdweg die naar Fort Portal leidt langsheen de frisgroene Rift Valley. Arbeiders zijn nog steeds volop aan het werken, de vele zware vrachtwagens rijden op en af, waardoor we af en toe eens moeten wachten. Zo zien we hoe een kraan zware rotsblokken laadt. Het moet niet eenvoudig zijn een weg te verbreden in de bergen, de rotsen moeten gewoon weggehaald worden. De mannen met de drilboren, de dame en de jongeling met de vlaggetjes… ze zijn ook nog druk in de weer.

    Na twee uur rijden we opnieuw Fort Portal binnen. Het is er nog steeds een wirwar van bedrijvigheid en vooral omdat er wegens werken een kleine omleiding is, rijden we door de zijstraatjes en kunnen we nog beter de levenswijze van die mensen begrijpen.

    NIEUWE SCHOENEN

    We vragen Henri of hij soms een schoenwinkel weet zijn, want Dorine kan onmogelijk met schoenen zonder zolen nog wandelingen meemaken. Een politieman wijst ons de weg naar een Bata-schoenwinkel. Inderdaad, er staan heel mooie schoenen. Maar de mooie bergschoenen, die zijn veel te groot en kleine maten hebben ze niet. Eric liet zijn oog vallen op heel mooie, sportieve schoenen,, ideaal om tijdens de komende zomer te dragen en dan nog van een heel gekend merk. Ze passen als gegoten en voor die prijs vind je zoiets zeker niet bij ons. Even met zijn allen snel rekenen. Ze kosten 85.000 Ugandese shilling en voor 50 US dollar krijg je er 114 000. Dat komt neer op 30 euro. Dus kopen we die schoenen maar. Terwijl Eric naar de tegenoverliggende ‘Bank of Afrika’ trekt om 50 dallar te wisselen, trekken de dames nog even op zoek. In een zijstraatje met onooglijk kleine winkeltjes vinden ze een schoenwinkeltje. Zonder veel hoop er iets te vinden, vragen ze ‘Verkoop je bergschoenen?’ Ze krijgen een positief antwoord. De dame tovert er mooie Lafuma-bergschoenen tevoorschijn voor 50 000 Ush. Welgezind komt Dorine ons opzoeken om er het geld mee te nemen naar het winkeltje. Das met moeite 25 euro voor een paar mooie bergschoenen. Ze zijn wel een maatje te groot, maar met twee paar kousen moet het zeker lukken.

    We hebben deze nog tijd zat en Henri wil even met zijn wagen naar de garage om zijn banden te laten blazen. Ondertussen worden we afgezet aan een mooi etablissement om er een frisse pint te drinken, want met die hitte en het stof hebben we het wel verdiend. In een bijhorend soevenirwinkeltje vind ik er een leuk Afrikaans popje, een moeder met een kindje op de rug gebonden. Dat zal vast en zeker een leuk geschenkje worden voor Noor.

    Tegen 17.45 u. zetten we onze weg verder naar het Kibale Forest voor een verblijf midden de Afrikaanse jungle. We dachten dat we deze keer in een tent zouden overnachten… maar bij aankomst aan het Primate Kibale Lodge vallen onze monden open van verbazing… zo’n mooie met stro bedekte gebouwen, midden de bomen met in het midden een mooie groene vlakte. We worden hartelijk verwelkomd met een glas fruitsap. Onze zakken worden door boys uit de wagen gehaald en afgestoft. Daarna krijgen we een mooi huisje aangewezen. De boys dragen onze zakken er heen. Wat een leuke huisjes, midden de bomen, met een terrasje, een badkamer… Alles erop en eraan om twee heerlijke nachten door te brengen.

    We spreken af om 19.00 u. in het huisje van Frank en Dorine om er een aperitiefje te nemen en tegen 19.30 u. zitten we aan tafel. Gezellig onder het strooien afdak met kaarslicht. Een voorgerecht Guacamole (voorgerecht op basis van avocado), lekkere soep, aardappelen met beef met gestoomde groentjes en als dessert lemon cake met chocoladesaus. We genieten nog even na van de gezellige warmte bij het brandend haardvuur in de put vooraleer onze huisjes op te zoeken voor de nacht midden het woud.


    Dag 6: Kibale Forest & Bigodi Swamp
     donderdag, 14 april

    Om 6.30 u. word ik gewekt door de hevige regenval. Het giet water, de naam regenseizoen waardig. Maar wanneer we ons om 7.00 u. naar het ontbijt begeven, gebruik makend van een paraplu die ondertussen voor onze deur werd neergezet, is het gedaan met regen.

    We kunnen eerst aanschuiven voor een bordje met ananas en watermeloen met een glaasje fruitsap. De 4 borden met Spanisch eggs en het bord eggs met cheese worden geserveerd met geroosterd brood en koffie.

    We maken ons klaar voor de chimpanseetrekking deze voormiddag: lange broek met de pijpen in de kousen om ons te beschermen tegen de prikkende mierenkolonies, stevige schoenen en de rugzak. Voor we vertrekken hebben we nog zicht op een processie van heen en weer lopende mieren. Het Kibale Forest National Park is een bebost gebied waar de meeste soorten én hoogste concentratie apen in Afrika te vinden zijn!

    CHIMPANZEETREKKING

    Zo bereiken we de startplaats van de trekking op een paar 100 meter van ons Primate Lodge. We zijn er niet alleen, twee groepen van 5, een groep van 6 en een koppeltje wereldreizigers uit Israël. We krijgen de nodige instructies voor het vertrek van wat we mogen en niet mogen doen. Aangezien er 3 groepen van 6 moeten zijn, wordt het koppeltje gescheiden. En zo trekken we het Kibale Rain Forest in. De gidsen staan met elkaar via de walkie talkie in verbinding. We zijn nog maar pas vertrokken of we keren op onze stappen terug. Blijkbaar zitten de chimpansees dichtbij en kreeg Alex, onze begeleider de info doorgespeeld. Inderdaad, we zijn nog niet zo ver of hoog in een boom zien we chimpansees van de ene tak naar de andere springen. We blijven ter plaatse staan om alles in de boom gade te slaan; Onze gids zegt dat ze nu aan het ontbijten zijn, fruit. Vandaar dat we geruime tijd blijven staan. Meer dan een half uur staan we te staren in een boom en zijn al blij als wed een zwarte pels zien. Uiteindelijk verplaatsen we ons rond de boom. Vanaf nu zien we regelmatig chimpansees. Meer dan een uur draaien we cirkels door het bijna ondoordringbare groen, en telkens zien we chimpansees. Een te ligt te slapen, een andere op een tak… Een kleine chimpansees teelt de show wanneer die zich verplaatst. Alle fototoestellen klikken om het meest, in de hoop toch een paar mooie foto’s te hebben. Apen fotograferen zo hoog in de bomen lijkt niet zo eenvoudig. Om 11.15 u. maakt onze gids een einde aan het schouwspel, we moeten terugkeren naar het kamp. Red-tailed monkeys, black and white colobus monkeys en andere primaten hebben we helaas niet gezien.

    We mogen nog een beoordeling invullen en tegen 11.45 u. zijn we opnieuw in de Primate Lodge. Dorstig als we zijn genieten we van een lekkere frisse pint, zetten alle foto’s van Eric, Liliane en Dorine op de PC en bekijken de resultaten. En inderdaad, er zitten heel bruikbare, mooie foto’s tussen, maar het overgrote deel mag gewist worden.

    Tegen 13.00 u. gaan we aan tafel. Vooreerst is de plaats al enig om het middagmaal te nemen, het woud naast ons, een stralende zon en met stro bedekte open gebouwtjes.

    De naam van de lekkere soep onthouden we zelf maar eventjes. De hoofdschotel bestaat uit een stuk vegetarische pizza met fishfingers en gestoofde witte kool, koude aardappeltjes in mayonaise en tomatensalade. En het dessert een lekker bordje fruit: banaan, watermeloen, ananas en passievrucht.

    BIGODI SWAMP

    (swamp = moeras)

    Onze gids deelt ons mede dat we om 14.30 u. zullen vertrekken naar Bigodo, niet zover afgelegen. Frank, die de gehele week last heeft van z’n rug, zal in de lodge blijven. Onderweg houden we nog even halt om een mooi krater te bekijken. Een vrouwtje is er takken aan het verzamelen en een jongetje, met een groot mes in de hand, bekijkt ons ook van kop tot teen. Eenmaal haar takkenbundel klaar, plaatst ze die bovenop het hoofd en vertrekt.

    Tegen 14.45 u. kunnen de wandeling rond het moeras (wetland) aanvatten. Owen, onze gids geeft wat uitleg over de wandeling. Een ontwikkelingshelper stelde de bevolking voor om de streek toeristisch te promoten, zo komt er wat geld binnen voor projecten. De streek bestaat uit heel wat moerassen en in de bomen leven 8 soorten apen. Onze wandeling is pas gestart en we zien in de bomen reeds de eerste apen, de Black and White Colobus. Het is natuurlijk heel moeilijk ze op beeld vast te leggen want ze zitten in het bladerdak. Een eenzame jongeling zit er te wachten met zelfgemaakte beeldjes en hoopt er aan voorbijkomende toeristen te verkopen. Hoeveel zouden er hier per dag voorbijkomen? In elk geval willen we die blij stemmen met het aankopen van een chimpanseebeeldje (5000 US Shilling = 1,75 euro). We lopen verder aan de rand van het moeras en op de vochtige plaatsen zijn houten staketsels aangebracht. We krijgen nog heel wat apen te zien. Ook de landerijen rondom zijn mooi: velden met sperziebonen, velden met tabak, suikerriet,… Halfweg de wandeling kruisen we een andere groep Vlamingen die gestart zijn in tegengestelde richting. Ze hebben nog geen enkele aap gezien. Wij geven ze moed, wij hebben er al heel wat gezien. In een open grasvlakte krijgen we plots zicht op enkele prachtige blauwe vogels, de ‘Grote Blauwe Turaco’. In een weide zijn twee schamel geklede kleine kinderen koeien aan het hoeden. Vandaar trekken we nu dwars door het moeras op houten planken. We lopen tussen de papyrusplanten die welig tieren. Vanuit de uitkijktoren hebben we uitzicht op het moeras. We wandelen verder, nog een half uur, zegt de gids. Maar plots zien we een grote boom met tientallen heen en weer springende apen. We gei!eten van het schouwspel, ze springen van het een naar het ander. Ze komen naar dichterbijstaande bomen. Het is voor ons echt genieten. We staan geboeid te kijken, we vergeten alle tijd. We zien de Red Colubus, Red Tailed Monkey, Gray Chiked Magaby

    Tegen 17.50 u. bereiken opnieuw onze startplaats. Het was een heel leuke wandeling. Bij aankomst zitten een tiental vrouwen samen, ze zijn blijkbaar aan het oefenen. Wanneer onze dames Liliane en Dorine vragen om een foto te nemen, willen ze wel, maar… ze willen zich eerst opstellen. Zodra ze opgesteld zijn beginnen ze een lied. We horen dat het over ‘Uganda’ gaat. We geven ze een daverend applaus en stoppen de leidster wat geld in de hand. Als dank brengen ze ons nog een traditionele dans.

    De terugtocht naar de lodge is opnieuw in enkele minuten afgerond.

    Na een korte rust in de Afrikaanse veranda trekken we ons terug om te genieten van een verfrissende douche; Afspraak bij Eric om 19.30 u. voor het aperitief en om 20.00 u. trekken we naar de eetplaats. Een voorgerechtje, tomatensoep, geroosterde kip met aardappelen.

    Onze gids Henri beloofde voor ons van de groene bananen te laten klaarmaken. Hij heeft een tros groene bananen aangekocht en liet die bereiden. De bananen worden gepeld en gekookt. De ontstanen pasta heet ‘matoke’. De matoke wordt ons geserveerd met pindasaus. Als dessert krijgen we orangecake.

    Zo zit er opnieuw een bijzonder leuke dag er op.


    Dag 7: Kibale Forest – Queen Elizabeth National Park
     vrijdag, 15 april

    We mogen vandaag lang slapen, want we moeten pas om 9.00 u. vertrekken naar Kikorongo, het Simba Safari Camp nabij het Queen Elizabeth National Park.. We starten opnieuw de dag met een heel korte, maar intense regenbui. Frank en Eric genieten van een bijzonder ontbijt: witte bonen in tomatensaus; een worstje en warme tomaat.

    Mijn bagage wordt vanuit het boshuisje door een jonge vrouw, bovenop haar hoofd, naar de Toyota gedragen. Ik voel me wat ongemakkelijk, een vrouw die mijn last moet dragen.

    We zijn pas de weg opgedraaid of we houden reeds halt voor een familie bavianen. Een moeder komt er aangestapt met een baby op de rug. Vader baviaan ziet nauwlettend toe op zijn hele kroost en wanneer hij ons bemerkt, neemt hij onmiddellijk het kleintje tussen zijn armen ter bescherming. We genieten van het spel van de bavianen langs de straat.

    EEN OVERBEVOLKT KLASJE

    Na enkele kilometer neemt Henri een smalle veldweg. We houden halt om een kratermeer in de diepte en het landschap te bewonderen. Hij rijdt langs kleine dorpjes. Plots zien we kinderen in een klaslokaaltje. De kinderen zwaaien ons toe. We verlaten de auto en trekken naar het klasje. De juf is er les aan het geven aan een massa kinderen die opeengepakt zitten in de kleine, donkere ruimte. Via tekeningen in een boek moeten de kinderen de naam van de dieren afdreunen. Na het geven van een fooi mogen we de kinderen fotograferen. Alle kinderen verlaten het klaslokaaltje voor een groepsfoto en soms krijgt er wel eens eentje die te uitbundig doet, een tik van de juf. Het wordt een leuke groepsfoto. De juf vertelt dat ze in de klas normaal 72 leerlingen heeft, maar vandaag zijn er slechts een 60-tal aanwezig. Tal van jeugdigen slaan vanop de straat het schouwspel gade. En zo trekken we verder doorheen de kleine dorpjes. Overal roepen de kinderen ons na ‘How are you?’. Van klein tot groot, iedereen roept ons na.

    Aan de kraters houden we halt en kunnen we genieten van het landschap. Links en rechts is er een kratermeer. Een jongeling met een zwaar beladen fiets geraakt met moeite de heuvel op. Mits een kleine fooi laat hij zich gewillig fotograferen. Uit de tegenovergestelde richting komt een oudere man met een pak op het hoofd. We mogen hem ook fotograferen, maar hij moet geld hebben. Wanneer ik die een stuk van 200 shilling overhandigd protesteert hij heftig, want hij vindt het te weinig.

    Langs de weg willen we even halt houden om de bloem van een bloeiende bananenboom te fotograferen en roepen Henri toe weer even te stoppen. Aan de overzijde van de aardeweg staan twee vrouwen met een kleintje op de arm. Ze kijken ons nieuwsgierig aan. Hoeveel blanken zouden hier al halt hebben gehouden in de ‘middle of nowhere’? En in het veld, midden de bonenplantjes, ligt een baby. Terwijl moeder werkt op het veld, joelt de drie maanden oude baby tussen de bladeren. Verder op de weg ontmoeten we de ene fietser na de andere geladen met groene bananen. ‘Ze brengen de bananen naar de verzamelplaats langs de hoofdweg. Vandaar zullen ze dan getransporteerd worden naar Kampala’, zegt Henri.

    OP DE MARKT

    Zo bereiken we opnieuw een mooie asfaltweg, de highway naar Kasese. In Rwimi zien we een grote markt. We vragen even halt te houden, we willen een bezoek brengen aan die kleurige markt. Henri zegt dat we moeten opletten bij het maken van foto’s. Ik maak dan ook enkel foto’s met het toestel voor mijn buik en zo wordt afgedrukt. Van alles wordt er te koop aangeboden: slippers uit autobanden, kleurige stoffen, kruiden, meel, draagbare radio’s,… Het merkwaardigste is de vleesafdeling. De koeienkoppen liggen zomaar in het gras. Vel, poten en staarten, het ligt er allemaal op de markt, gewoon onvoorstelbaar.

    In Kasese wordt getankt en ondertussen genieten we opnieuw van het schouwspel.. Een aantal km voorbij Kasese hebben we aan onze linkerkant het Queen Elizabeth National Park. We nemen rechts de weg. Een wegwijzer duidt aan dat de grens met Congo nog 38 km ver is. Een 1200 meter verder hebben de toegang tot het Simba Safari Camp, (Sibma = leeuw), in Kikorongo. Het is 12.30 u. geworden en de zon brandt ondertussen opnieuw in alle hevigheid.

    We bestellen ons middagmaal: drie maal frieten met tomaten en twee maal frieten met brood kaas/ham. Je houdt het niet voor mogelijk, in de keuken werken ze met 5 man om wat frieten te bereiden en het duurt meer dan een uur voor we het middagmaal geserveerd krijgen. Als dessert krijgen we nog een kommetje gemengd fruit.

    We hebben rustig de tijd om naar onze huisjes te trekken en wat te rusten. Het doet deugd even binnen te kunnen schuilen, want zo’n warmte zijn wij toch niet gewend. Ik maak nog een korte fototocht doorheen de tuin om de eigenaardige vruchten die aan de bomen hangen te bekijken en er enkele af te plukken voor een nader onderzoek.

    QUEEN ELISABETH NATIONAL PARK

    Tegen 15.30 u. worden we opnieuw aan de auto verwacht. Henri rijdt met ons naar het Queen Elisabeth Nationaal Park. We zijn pas de hoofdweg opgedraaid of we dwarsen de evenaar. Dat is een heel belangrijk moment voor ons, op de evenaar staan! We maken foto’s van de groep, individueel, doen alsof we een evenwichtoefening uitvoeren op de evenaarslijn… Wat verder komen we dan aan het paviljoen waar Queen Elisabeth in 1954 rustte toen ze het park bezocht. Een parkbediende geeft wat uitleg, toont op de kaart waaruit het park bestaat, hoe groot het is…. We kopen er ook allemaal enkele zichtkaarten.

    Vandaar gaat het nu naar het park zelf. Henri kan er vrijuit zijn weg kiezen en houdt geregeld halt om ons de kans te geven de dieren te bekijken en te fotograferen. Het eerste wat we zien zijn enkel buffels. De Ugandese Kobs (= antilopen) zijn er in grote getale. Ook een waterbuck wordt door de telelens gespot. We wippen en hossen verder door en langs de vele putten to we plots een harde slag horen… Henri gaat even uitstappen om te zien. De vering van de wagen heeft het begeven. We moeten stapvoets terugkeren, er zit niets anders op. Langzaam, met voordurend geklop, bereiken we opnieuw de Simba Lodge. Wij kunnen een rustige avond doorbrengen terwijl Henri in Kasese een garage opzoekt. We moeten opnieuw tijdig ons avondmaal bestellen. We houden het deze keer bij beef met aardappelen. Om 20.00 u. nemen we ons avondmaal. Daarna nog wat gezellig samen napraten. Ondertussen komt Henri ook het restaurant binnen, de auto is hersteld. De vering is vervangen. Slaapwel. (ik werk nog eventjes veder aan het verslag en de foto’s tot 22.30 u.)


    Dag 8: Queen Elizabeth National Park
     zaterdag, 16 april

    Iets na 4.00 u. worden we gewekt door de hevige regenval. Gelukkig moeten we nog niet het bed uit, we mogen er nog een paar uurtjes proberen bij te doen. Om 5.40 u. start ik de nieuwe dag. We worden verwacht om 6.20 u. voor een kop koffie en vertrek met de wagen om 6.30 u. voor een ‘game drive’ in het Queen Elisabeth NP. Het regent nog steeds, wel niet zo erg, we hebben nog geen regencape van doen.

    Voor ons, in de ochtendschemering, zien we het Lake George en het meer in de Kikorongokrater. We zijn pas de grote weg opgedraaid of links ontwaren we in het hoge gras een hyena. Hij komt naar ons toe, komt de weg opgelopen, blijft voor de auto staan, bekijkt ons en rent terug de grasvlakte in. Zo dicht hij kwam, geen enkele van ons kon er een deftige foto van schieten. Het was inderdaad nog donkeren dat is natuurlijk heel moeilijk. De zonsopgang fotograferen gaat eenvoudiger, want die blijft er langer staan dan een hyena. We rijden het park in. We worden verwelkomd door kuddes buffels. Ugandian Kobs zijn er in overvloed. Het regent wel niet, maar door de bewolking krijgen we niet snel een klare belichting. Henri rijdt van het ene kleine paadje naar het andere op zoek naar leeuwen, maar van leeuwen geen spoor. Welveel wrattenzwijnen, waterbocks… en mooie vogels o.a. de yellow billed stock, de African fish eagle… We hebben geluk, we zien twee keer de nationale vogel van Oeganda, de grijze kraanvogel. Wat een statig dier. Ook de vlucht van deze vogels zijn voor ons een machtig schouwspel. Maar ondertussen zijn er nergens leeuwen te bespeuren. Henri rijdt terug naar de lodge, maar houdt nog even halt om voor ons geroosterde bananen te kopen. We schieten enkele plaatsjes van de armzalige met verroeste platen bedekte stalletjes, waaronder o.a. een vrouw haar baby borstvoeding geeft. Tegen 10.00 u. bereiken we opnieuw onze lodge. Tijd om het ontbijt te nemen.

    KAZINGA CHANNEL

    Na wat vrije middagtijd worden we opnieuw aan de wagen verwacht om 12.30 u. Er staat een boottocht over het Kazinga Channel op het programma, een natuurlijk kanaal tussen Lake Edward en Lake George.

    Na voor de zoveelste keer de evenaar voorbij te zijn gereden volgen we nog enkele kilometer de hoofdweg. We vragen ons af waarom op die hoofdweg zoveel verkeersdrempels liggen, telkens 5 opeenvolgende strookjes asfalt. Daarna slaan we de zijweg naar Mweya, 22 km aardweg. Links houden we even halt om een andere krate, Lake Nyamunuku, te bekijken. Links van de weg ziet Frank plots een kudde olifanten. Dat is geluk hebben, want op het moment dat je voorbijrijdt kunnen ze evengoed achter een struik zitten en zie je ze niet. Wat een schouwspel, de etende kolossen met jongere dieren en zelfs een heel kleine olifantenbaby. Hij doet ons denken aan Kai Mook.

    We rijden de Kabatoro Main Gate binnen. We zijn mooi op tijd, 13.30 u. We hebben nog even de tijd om de Mweya Safari Lodje te bekijken en van daaruit ook het panaroma op Lake Edward.

    Tegen 14.00 u. komen we aan bij het bootje voor een twee uur durende tocht op de Kazinga Channel. Ons sympathieke gids vertelt ons over het ontstaan van de rivier, de Nijl, het leven in en rondom het water. We zijn net aan het varen of in de verte zien we op de oever honderden dieren. We varen er recht naartoe. Wat een schouwspel, tientallen olifanten waaronder er enkele in het water stoeien. Eveneens een ontelbare kudde buffels. Verschillende onder hen liggen gewoon te relaxen in het water. Ze zoeken afkoeling, de zon straalt inderdaad weer heel hevig hier aan de evenaar. Ze liggen ook in het water om zich van de vervelende insecten te ontdoen, weet onze gids. In het water liggen ook verschillende kuddes nijlpaarden. Ze genieten ook van het heerlijk verfrissende water. Eentje komt als eens dreigend uit het water. We waren rustig verder en om een bocht van het kanaal zien we plots een grote olifant in het water. Wanneer hij ons ziet doet hij alsof hij naar ons wil toestormen. Het water spat op en levert heel mooie beelden op. Even verder zijn twee jonge olifanten in het water aan het spelen. Ze gaan kopje onder, duwen elkaar… leuk om het allemaal intens te bekijken. En zo gaat de tocht verder langs de oever van het kanaal. We genieten van het gekwetter van de vele mooie vogels…. Wanneer we rechtsomkeer maken kunnen het gele scenario van spelende olifanten, waterbuffels en nijlpaarden herbeleven. De boottocht eindigt na 2 u. en als toetje zien we voor het eerst enkele pelikanen.

    Ondertussen begint de maag wel wat te protesteren, maar we moeten verder. Geen middagmaal vandaag, avondmaal om 20.00 u.

    Henri neemt een nadere terugweg op zoek naar leeuwen. Van leeuwen of luipaarden geen spoor. Wel enkele leuke aapjes. Plots houdt Henri halt, langs de weg staat een olifant. Hij wil die niet voorbijrijden, je weet maar nooit. Eenmaal die in de struiken is verdwenen, rijdt Henri wat verder. We zien olifantenfamilie bestaande uit 4 gezinsleden eten. ‘In deze periode is er heel veel voedsel’, informeert Henri ons. Via de Katunguru Gate komen we opnieuw op de hoofdweg terecht. Het is 17.45 u. wanneer we ons Simba Safari Lodge bereiken. Het was inderdaad, zoals ons vooraf in de brochure werd meegedeeld, een van de hoogtepunten van de reis.

    Nu volgen de gewone avondlijke activiteiten: douche, aperitiefje nemen, foto’s van iedereen in de laptop opslaan, avondmalen en slapen gaan. Maar terwijl we na het avondmaal nog even genieten van ons drankje, zien we plots enkele ratten doorheen de eetplaats lopen. Eentje trekt recht de keuken in en even later verschijnt ze opnieuw en loopt naar buiten. En plots voelen we met zijn allen heel veel jeuk. Liliane zit vol bobbels is de nek, Eric heeft de ene beet naast de andere op zijn schouder. Iedereen voelt jeuk aan de voeten of enkels. Hier zijn blijkbaar vlooien aan het werk geweest. Eric kan het beamen, hij zag iets springen op de tafel. Slaapwel.


    Dag 9: Queen Elizabeth N. Park – Bwindi National Park
     zondag, 17 april

    Vandaag zondag is de afspraak voor het ontbijt 7.30 u. Frank en Eric genieten van een Spanish egg met worstjes en tomaat. De valiezen worden weer in de Toyota geladen en om 8.30 u. zijn weer op weg. Eerst wordt de dieseltank gevuld, terwijl wij enkele foto’s schieten voor het bord ‘Border Congo 38 km’. Na enkele km verlaten we de hoofdweg en nemen de secundaire aardeweg naar Ishasha, vooral bekend voor zijn leeuwen die in de bomen rusten.

    Langs de weer is er opnieuw van alles te beleven. Mannen die in groep het gras afslaan met een manchette, werken aan kapotte bruggen, een zwaar beladen vrachtwagen die omver is gevallen… Zo bereiken we de gate die naar het Ishasha NP leidt.

    ISHASHA NATIONAL PARK

    Henri gaat in de nederzetting op zoek naar een ranger die ons naar de leeuwen kan brengen. Via kleine weggetjes rijden we doorheen een prachtig gevarieerd landschap. We zien er op een heuveltje een stenen gebouwtje staan, wellicht een picknickhuisje. Wanneer we er voorbijrijden zien we er plots 4 leeuwen liggen. Eric wipt snel achteraan recht, hapert met z’n broek aan de kapotte armleuning en… een ferme scheur… Iedereen moet uiteraard lachen met de pechvogel. De ranger begrijpt niet waarom iedereen bij die leeuwen nu zo plots moet lachen. De leeuwen slapen gewoon naast elkaar op de betonnen vloer. Met moeite heffen ze even het hoofd op om te zien wie er hen daar nu zo kom storen. Het is niet gemakkelijk om foto’s te maken, 4 slapende leeuwen in een gebouwtje. Gelukkig rijdt Henri wat vooruit en achteruit. Kom, we hebben toch al iets. We rijden verder rond door het gebied, maar hoe iedereen ook staart en tuurt… geen andere leeuwen te zien. Na een uurtje rondrijden eindigen we onze tocht nogmaals aan het huisje. Nog steeds liggen de leeuwen er onbevangen te slapen, zelfs een in een plas urine.

    OP DE GRENS MET CONGO

    Nadat we onze ranger opnieuw hebben afgezet, rijdt Henri met ons naar een ‘campsite’ gelegen aan de grens met Congo. Een rivier, de Ishasha, scheidt beide landen van elkaar. Voor Joost, in Congo geboren, is het een emotioneel moment. De picknick laat zich smaken bij zo’n uitzicht, boterhammetjes met kaas en hesp, een banaan, verse ananas en een brikje mangosap. We genieten nog even van de omgeving en horen de nijlpaarden knorren. Ze liggen wat verder in het water aan Congolese kant. Ook een groep Indiërs van de UN komen er een kijkje nemen.

    Henri rijdt nog een tijdje met ons rond in de omgeving. Het zijn echt zeer slechte wegen, maar de landschappen zijn heel uitzonderlijk. De schakeringen van de verschillende soorten groen zijn echte schilderijtjes.

    Na anderhalf uur rijden, begeeft Henri zich opnieuw naar de uitgang en komt opnieuw op de hoofdweg terecht. Die aardeweg is gewoon kapot gereden door de vele vrachtwagens die naar Congo moeten, het is laveren van links, naar rechts op de weg.

    Plots zien we links een wegwijzer ‘Bwindi’. Zo komen we opnieuw in de bewoonde wereld terecht. We rijden door heel wat dorpen. In Kihihi moet Henri tanken en wij maken er eventjes gebruik van om een kijkje te nemen in het stadje. Ondanks dat het zondag is, zijn weer heel wat winkels open. We bemerken er ook die houten fiets zoals we die in ons Oegandaboek aantroffen. We maken er foto’s en weer hetzelfde liedje, onbeleefd: ‘Give me money!’.

    In de volgende dorpjes zien we enorme massa’s mensen langs de straat. Ze hebben palmtakken in de handen. Inderdaad, vandaag zondag is het palmzondag. Bij het voorbijrijden van de kerk staan er nog honderden mensen te keuvelen. Iedereen heeft zijn beste kledij aan, dames met zijden sjaals, heel kleurrijk. Vanop een heuvel hebben we een prachtig vergezicht op de meanderende rivier beneden, het doet ons denken aan de Ardennen. In de volgende dorpjes staan de huisjes gewoon tussen de bananenplanten. En zo bereiken we om 17.15 u. eindelijk, na een ganse dag schudden, het Bwindi Inpenetrable National Park, het leefgebied van de bedreigde berggorilla’s. (Bwindi in de plaats

    10-04-2011 om 00:00 geschreven door eric  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERSLAG OEGANDA vervolg

    BWINDI

    We krijgen in Buhoma Community Rest Camp ons logement aangeboden, Eric krijgt een stenen huisje, Liliane en Joost, Dorine en Frank worden een tent aangeboden.

    Wat een prachtig zicht op de dichtbegroeide heuvel en weten dat daarin de gorilla’s leven. Ondertussen brengen we de rest van de tijd, in afwachting van het avondmaal, door in het restaurant.

    Dorine en Liliane naaien de scheur in de broek van Eri. Vanaf 18.45 u. wordt elektriciteit geproduceerd en kunnen onze batterijen worden opgeladen.

    Het wordt een heerlijk avondmaal bij kaarslicht. Champignonsoep, aardappelen en/of rijst met een mengeling van gestoofde groenten en rundvlees. Als dessert was er nog een bananencake. We zijn heel alleen in het restaurant, niemand anders komt aan de gedekte tafels zitten. Wat gaan ze daarmee aanvangen, met zo’n voorraad bereid eten? Tegen 21.30 u. trekken we naar onze tenten of lodge en… we mogen niet vergeten onze dagelijkse malariapil te slikken.


    Dag 10: De gorilla’s in het Bwindi National Park
     maandag, 18 april

    Vandaag staat het hoogtepunt van de reis op het programma, het bezoek aan de gorilla’s.

    Is dat nu regen dat we horen en zullen we voor het eerst onze regenjas moeten aantrekken? Helemaal niet, het is gewoon het ruisen van de bladeren in het woud.

    Tegen 7.00 u. waren we aan de ontbijttafel en met een ‘packed lunch’ plaatsen we alles in de auto. We begeven ons naar de briefing voor de gorillatrekking. Omdat we zo vroeg inschreven en de eerste waren die een ‘permit’ bestelden (29 nov. 2010) krijgen we de grootste familiegroep gorilla’s toebedeeld. Per dag mogen er slechts 8 bezoekers bij een groep. De Habinyanja familie, bestaat uit 19 familieleden. Onze ranger heeft uitleg over de trekking: voldoende water meenemen, wandelstok kan goed van pas komen, er kan beroep doen op een drager, geen foto’s maken met flits, niet in de ogen kijken van een gorilla en nederig hurken indien nodig…

    Met de auto rijden we een heel stuk verder. Tegen 9.15 u. bereiken we de plaats waar wij naar de gorilla’s zullen trekken. De dragers staan klaar. Wij nemen voor ons 5 één drager, kwestie van de fototoestellen en lenzen gemakkelijk te kunnen verwisselen. Een groep moet altijd uit 8 personen bestaan, zodat we aangevuld worden met 3 personen uit Londen.

    OOG IN OOG

    We hebben nog geen 15 minuten geklommen en gedaald doorheen het dichte oerwoud, of onze ranger meldt dat we de rugzakken mogen afleggen, een slokje drinken en… inderdaad, we zijn bij de gorilla’s aangekomen.

    Het eerste wat we zien is een blackback die op en neer gaat. Wat is me dat? Het mannetje is gewoon met een wijfje aan het paren. Zodra hij is klaargekomen, draait hij zich om, bekijkt ons… en komt op enkele meter naast ons staan. Hij loert rechtstaand rond, want wat hij nu heeft gedaan is het voorrecht van de silverback. Hij speurt waar de baas van de troep zit en trekt gewoon verder. Wat een beest op 2 m van ons! De ranger slaat met zijn machete takken weg om een weg te banen op zoek naar de andere gorilla’s. Plots even schrikken… wat een gebrul! Blijkbaar sloeg onze ranger wat te dichtbij de takken weg, net voor de silverback. Geen paniek, de silverback gaat rustig zitten en we kunnen die gadeslaan. Wat verderaf maken we kennis met tal van wijfjes en kleintjes. Enkele van die jonge snaken kruipen in de bomen. De silverback verplaatst zich opnieuw, wat een schouwspel! Zo’n beest kan nogal wat winden laten. Het zweet druipt van onze gezichten, is dat nu van de spanning of de inspanning. We horen een groot gekrijs van twee gorilla’s. Die zijn blijkbaar voor fruit ruzie aan het maken, weet onze ranger. De silverback richt zich op, slaat met een forse slag een boompje omver en roept iedereen tot de orde. Hij gaat zich rustig neerzetten, recht tegenover ons en gaat wat bladeren verorberen. Wij schieten met z’n allen het ene plaatje na het andere. Het is moeilijk tussen al die takken heen. Precies om 10.40 u., we zijn dan één uur bij de gorilla’s, wordt de terugweg aangevat. Dat was de afspraak, 1 uur ! Tegen 11.00 u. bereiken we al de rand van het bos en kunnen we terugtocht met de wagen aanvatten. We genieten van prachtige vergezichten, de plukkers in de theeplantages zijn volop aan het werk.

    Precies om 12.00 u. bereiken we opnieuw het hoofdkwartier. We krijgen een diploma aangeboden als herinnering aan deze uitzonderlijke dag. Het was inderdaad een hele ervaring, die we niet dikwijls zullen beleven, oog in oog staan met gorilla’s midden hun habitat, het Bwindi park.

    Zo keren terug naar ons Rest Camp en nemen de tijd om ons lunchpakket te gebruiken.

    WANDELING

    We spreken af om 13.30 u. voor een wandeling langs de rivier. Het wordt een mooi wandelingetje langs het water, omgeven door een prachtige natuur. De vlinders fladderen, menige orchideetjes fleuren het grasveld op, de trompetbloemen zijn ook overal terug te vinden… Na een uurtje zijn we terug en trekken nu verder langs de vele souvenirwinkeltjes. Het is nu het laagseizoen, en we zijn de enige toeristen die er voorbij wandelen. Iedereen wil dat we iets kopen. De speciale biersleutels vinden we bij iedereen terug, maar die zijn te duur, vindt Liliane. Ik wil toch wel een handgesneden gorillaatje met een jong op de rug. De mevrouw van het winkeltje heeft een zoontje van 3 jaar en een dochtertje van 2 maand. We maken enkele foto’s en beloven die door te mailen.

    ZINGENDE EN DANSENDE KINDEREN

    Zo bereiken we opnieuw ons Rest Camp, afspraak om 17.15 u. om naar het optreden van de kinderen te trekken. De kinderen zingen, dansen en springen en worden begeleid door drums. Het is een heel mooi optreden van de kinderen. We steunen ze met een financiële bijdrage en ik koop noigen een muziek-CD met muziek kan er ook nog af.

    Het is 18.30 u. wanneer we het restaurant binnen stappen en in afwachting van het avondmaal nog iets drinken. Deze keer is er heel wat meer volk om het avondmaal te gebruiken. Na de wortelsoep kunnen we ons bedienen aan de matoke (gekookte bananen), rijst of de plakkerige spaghetti, opnieuw een ratatouille van groenten en gefrituurde vis. Niet veel zaaks deze avond. En als dessert krijgen we nog een pannenkoek.

    Tegen 21.15 u. trekken we ons terug in ons tent of lodge. Eigenaardig, we zijn hier altijd zo moe en slapen nochtans veel langer dan we thuis gewend zijn. Eerst nog wat werken aan het verslag van de dag en de foto’s en ik kan ook om 22.30 u. te bed.


    Dag 11: Bwindi National Park – Lake Bunyonyi
     dinsdag, 19 april

    NAAR LAKE BUNYONYI

    Om 6.15 u. is er opnieuw elektriciteit en gaat het licht in de kamer aan. We kunnen opnieuw een douche nemen en alles klaar maken voor het vertrek naar de volgende post.

    Voor de laatste keer maken we de beklimming van het restaurant. Het is inderdaad telkens heel wat dalen om naar onze verblijfplaats te gaan. Het restkamp ligt op een heuvelrug.

    Om 7.50 u. zitten we reeds op de hobbelige weg. We nemen de weg terug naar Kihihi. In een bank wisselen we geld, onze voorraad Ush is opgebruikt. Voor 50 dollar krijgen we meer Ush dan in de andere banken, maar met de euro die Dorine wisselde liep het mis, ze heeft veel te weinig gekregen.

    We vervolgen onze weg. Het is opnieuw een triestige weg, voordurend putten en van links naar rechts laveren op de weg, dalen en stijgen, we zitten in een zeer heuvelachtig gebied.

    NYIAKIBALE ZIEKENHUIS: BEZOEK AAN DE KATHO STUDENTEN

    Eenmaal in Rukungiri (nogal een grote stad) bereiken we de asfaltweg. We telefoneren naar Elise, de studente uit Menen (dochter van de Roby), die er samen met nog 4 andere Katho-studenten werkzaam is voor drie maanden in het Nyakibale Hospital: Sandra Boone (Eke), Elise Robesyn (Menen), Maarten Delaere (Menen), Jolien Leleu (Ieper) en Sanne Vanhecke (Heule). We worden er hartelijk ontvangen en worden er ook door de dokter van dienst ontvangen. Na het invullen van het gulden boek, leiden de studenten ons rond: in de materniteit, de spoed,… we zien er de zieken liggen in zaaltjes… Sandra geeft uitleg over de materniteit en onze dokter Joost kan meepraten over de verschillende handelingen bij de geboorte, de geneesmiddelen… We komen bij de plaats waar de aankomende zieken eerst moeten betalen en dan bij de dokter mogen. In de apotheek moeten eerst de geneesmiddelen worden betaald. We kunnen ook even een kijkje nemen in de radiologie. Tenslotte maken we ook kennis met de Maarten Delaere. Die krijgen we het laatst te zien, want die is werkzaam in het operatiekwartier en het is een drukke dag vandaag. Het is een zeer groot hospitaal, maar je kan je moeilijk voorstellen hoe de patiënten er gehuisvest zijn. Familieleden moeten er ook zorgen voor zieke, zo zijn er afzonderlijke gebouwen waar ze eten kunnen bereiden.

    Vandaar trekken we dan naar hun verblijfplaats, een leuke woning die ze met z’n vijven delen. Ze hebben wel geen stromend water, maar ze hebben geluk… iemand anders haalt het voor hen. Na twee uur nemen we afscheid van de vijf, niet zonder nog enkele groepsfoto’s te hebben genomen en natuurlijk hebben we de pakjes gegeven die we vanuit België meekregen.

    LAKE BUNYONYI

    We rijden nog een heel stuk naar het zuiden. Wanneer we de stad Ntungamo bereiken, houden we halt aan een restaurant om de lunch te nemen. Drie van ons bestellen gegrilde geit met frieten, Dorine houdt het bij kip met frieten. Frank is de slimste, zal achteraf blijken, de rijst met groenten-curry is zacht. Onze geit is waarschijnlijk een oude bok, zo taai. En de kip, amaai, een stukje borst met een vleugel, gewoon niet van elkaar te krijgen, zo hard.

    Tegen 15.15 u. zetten we onze tocht verder. Zo komen we stilaan in het gebied rond Kibale. Deze omgeving wordt ook wel het “Klein Zwitserland van Oeganda” genoemd en is één van de mooiste gebieden in het land. Kibale zelf is een zeer grote stad, het ziet er zwart van het volk (zowel letterlijk als figuurlijk). Even voorbij de stad trekken we nu het gebergte in, tot op een hoogte van 2000 m. (Frank heeft een hoogtemeter).

    Langs de weg is het opvallend hoeveel mensen stenen aan het kloppen zijn. Vanuit het gebergte worden grote stenen gehaald. Die worden dan verwerkt in de huizen. Eenmaal boven hebben we een prachtig zicht op het meer, de Lake Bunyonyi. De naam van het meer betekent letterlijk “Meer van de kleine vogels” wegens het rijke vogelleven in dit gebied.

    Aan het meer is het een echt paradijs, omgeven door de bergen. We hebben drie prachtige kamers aan de waterkant. Fantastisch.

    We moeten tijdig ons ‘diner’ bestellen, want ze hebben de tijd nodig om het te bereiden. We kiezen voor drie maal steak met frieten en twee maal katvis (crayfish) met avocado. En inderdaad, ze hebben heel wat tijd nodig om het op tafel te bestellen. Ze kennen hier vast en zeker het spreekwoord ‘haast en spoed is zelden goed’. We willen twee flessen wijn bestellen een rode en een witte. Vooraleer die mannen dat begrepen hebben? We bestelden ook 5 maal als dessert ‘fruit’. Terwijl we aan het eten zijn, komt een boy met een kan fruitsap en begint in glazen te schenken. Frank en Joost geven te kennen dat ze geen fruitsap nodig hebben. Nadat ze de tafel afgeruimd hebben, wachten we op ons fruitdessert. Na lang wachten doen we even navraag. Dat was dat glas fruitsap. Vandaar dat de boy het zo raar vond dat twee er geen wensten, hoewel we er vijf hadden besteld. Amaai, wat een toestanden hier. En als we om 21.30 u. naar de receptie trekken om voor het eerst van het internet gebruik te kunnen maken, vindt de receptionist het te laat: ‘We hebben genoeg gewerkt voor vandaag, alles wordt gesloten, morgen om 7.30 u.’


    Dag 12: Lake Bunyonyi: Batwa stam (pygmeeën)
     woensdag, 20 april

    EINDELIJK INTERNET

    Om 7.30 u. trekken we met de laptop terug naar de receptie. We kunnen inderdaad internet gebruiken mits betaling. Internet !!! Amaai, ’t is precies als de bediening hier… traag… traag… traag… Ik had een kleine selectie gemaakt van een honderdtal foto’s en ze zelfs een heel stuk verkleind… Het vergde een eeuwigheid om één foto te uploaden… In een half uur tijd hebben we slechts een viertal foto’s kunnen opladen en de tekst.

    Tegen 8.00 u. zitten we aan de ontbijttafel. Geduld is de boodschap. Vooraleer de bestelling is opgenomen en de bediening… En wat voor een bediening… de ene kreeg z’n pannenkoek… het ene gebakken ei werd verwisseld met het andere soort ei… kortom, we hebben alles een beetje gedeeld…

    DE PYGMEEËN

    Tegen 9.30 u. zijn we aan de motorboot die ons over het meer tot bij de stam zal brengen. In een overdekte ruimte van de tuin volgen heel wat mensen een eucharistieviering. Eric beweert het wellicht omwille van het witte donderdag is, maar hij vergist zich schromelijk, we zijn pas woensdag vandaag. Het was al de gehele morgen aan het regenen, maar gelukkig blijft het nu over en moeten we onze regenjas nog niet tevoorschijn toveren. Links en rechts genieten we van het prachtig landschap. De zon doet een poging om door het wolkendek te breken. Een prachtig tapijt van waterlelies ligt aan onze aankomstplaats uitgespreid. De kinderen komen vanaf de heuvel naar beneden gelopen. Wij moeten de heuvel op. Helaas, bij het nemen van een groot hoogteverschil, gleed Eric uit naar beneden, recht met zijn achterwerk op het gezicht van Dorine. Ze kreeg de slappe lach, met alle gevolgen dienst.

    Eenmaal boven gekomen wemelt het van de kinderen. Ze hangen aan ons en lopen mee. Joost is in zijn nopjes met de kinderen, hij leert ze een handklapspelletje en zet het ook met hem op een lopen…

    Eenmaal aangekomen bij de Pygmeeën, komt iedereen naar buiten, van oud naar klein. Ze heffen een lied aan en iedereen zingt uit volle borst mee. De stammoeder danst en nodigt ook Dorine uit om mee te dansen. Bij een volgende dans springen ook de kinderen uit volle kracht mee. De grote borsten van de jongere dames slaan op en neer. Een kleine op de arm van mijn mama leutert aan de borst om er nog een druppel uit te persen… Na het spektakel kunnen we nog een groepsfoto bewerkstelligen en dan bieden ze ons hun handwerk aan. We kopen samen 3 gevlochten mandjes (25.000 Ush). Met een massa kinderen om ons heen wandelen we terug tot bij de heuvel waar de boot ligt aangemeerd. De gehele weg leert Joost ze zingen van “Abenono en bikke bikke bik… hop hop hop”. Niet te geloven, maar er zijn daar zelfs heel jonge kinderen bij met een kindje op de rug.

    We dalen de heuvel af en een vrouw met haar 5 maanden oude baby vaart met ons mee. We vorderen langzaam, want we zien een koppel kraanvogels, otters in het water en tal van andere prachtige vogels.

    VRIJE NAMIDDAG -REGENBUIEN

    Zo bereiken we om 14.00 u. opnieuw de Bunyonyi Overland Resort. Tijd om onze lunch te bestellen.

    Frank en Eric trekken het eerst naar de bar, terwijl de anderen hun schoenen verwisselen. Eric informeert naar bruin bier, ’t was precies of hij in Keulen hoorde donderen. Niet alleen zit er geen spoed in die gasten, ze zijn ook zo dom als het achterste van een koe.

    Dan komt diezelfde jongeling opnemen wat we wensen te eten. Liliane en Eric wensen ook eens de lekkere katvis met avocado. ‘Geen avocado vandaag!’ Nu, een andere boy komt langs en bij kunnen wel de avocado bestellen. Wat is me dat hier toch een zootje? Na lang wachten, heel lang wachten… krijgen we ons middagmaal geserveerd. Ondertussen is het hevig beginnen regenen en af en toe hoort er een harde donderslag bij. Voorlopig kan de regen ons niet deren, deze namiddag staat immers als ‘rust’ in het resort genoteerd. Het is een overheerlijke soep, de hoofdschotel valt bij iedereen in de smaak en het fruit als dessert maakt het geheel compleet. Tegen 15.15 u. kunnen we naar onze ‘cottage’.

    Het blijft maar regenen en de elektriciteit is ook verdwenen. We vullen onze tijd rustig in, de ene met wat lezen, de andere met wat dutten op bed of het verder afwerken van verslag en bewerken van foto’s. In elk geval, onze regenjas hebben we nog steeds niet nodig gehad.

    Tegen 17.15 u., wanneer de zon stilaan weer een poging waagt, trekken we even op verkenning in het resort. In de prachtige tuin staan diverse beelden van dieren. Over het pad kruipt een extra lange en dikke regenworm. Nooit zagen wij zo’n exemplaar en we slaan die met volle aandacht gade.

    We trekken ook even langs de straat op wandel. De stofferige weg is herschapen in een dikke modderbrij. De inwoners spreken ons aan. Eric wil voor z’n tuin ook zo’n machtig mes. Na wat uitleg begrijpen ze dat het om een ‘Panga’ gaat. We doen de man ook een plezier met even binnen te kijken in z’n winkeltje. Een vrijwillige bijdrage komt er ten goede van de weesjes. In ruil voor 10.000 Ush krijgt Eric een bewijsje en kiest een primitief gemaakt bootje.

    Vooraleer het avondmaal te gaan bestellen neemt Frank een frisse duik in het meer. We bestellen het avondmaal, en in afwachting kunnen we een gesprek voeren met een groepje Vlamingen uit Mol. De bestellen nogmaals de lekkere soep van deze middag. Joost en Liliane houden het opnieuw bij avocado met crayfish en Frank en Eric genieten van vis in een of anders soort saus. Alles wordt geserveerd met frietjes. En Dorine? Die heeft al de gehele dag wat last van de maag en vast, net als deze middag, nog eens en eet niets. Ons dessert is opnieuw dat lekkere potje gemengd exotisch fruit.

    Ten 21.30 u. trekken we ons opnieuw terug in onze cottage voor een verkwikkende nachtrust.


    Dag 13: Lake Bunyonyi – Lake Mburo National Park
     donderdag, 21 april

    NAAR LAKE MBURO

    Na het ontbijt zijn we klaar om een nieuwe verplaatsing te maken. Het is goed 8.30 u. als we Bunyonyi verlaten. We moeten opnieuw de berg naar beneden tot in Kabale. De mist hangt in de vallei. De mannen en vrouwen die stenen kappen zijn reeds druk in de weer. Het zal aan dat tempo toch nog enkele jaren duren vooraleer de gehele berg zal kapot gekapt en geklopt zijn. De stenen moeten dienen voor de bouw van huizen. Henri vertelt dat de steenkappers een prijs krijgen volgens de grootte van hun hoop.

    In de stad Kabale heerst reeds een drukte, iedereen is in de weer. Heel wat bussen staan opgesteld aan het busstation. Het is 11.30 u. bereiken we Mbarara en houden we halt aan het Agip Motel. In het restaurant maken we de bestelling: drie maal pizza, één maal lasagne en één maal Talapivis met frieten. Wachten is opnieuw de boodschap. We slaan ondertussen een praatje en bekijken het doen en laten rondom ons. Precies na een uur worden de maaltijden geserveerd. ’t Komt hier in Oeganda allemaal op hetzelfde neer, ge duld hebben en tijd hebben kost hier blijkbaar geen geld. In elk geval, de gerechten zijn wel heerlijk.

    Tegen 13.00 u. kunnen we opnieuw vertrekken richting Lake Mburo. Na nog een half uurtje highway, slaan we rechts een aardeweg in. We zitten volop tussen de farmers die koeien met enorme hoorns kweken. Zij zijn er ook de oorzaak van dat er nog zo weinig leeuwen in het park leven. Omdat de leeuwen en hyena’s hun koeien aanvielen, hebben ze die systematisch vergiftigd.

    HET RWONYO CAMP

    Eenmaal in het park rijden we heel langzaam, speurend links en rechts naar dieren. Net voorbij de ingang zien we reeds een kudde impala’s. Baboons vind je uiteraard overal. Eindelijk ontwaren we in de verte de eerste zebra’s. Langsheen de ‘zebraweg’ zien we reeds 3 zebra’s van dichtbij. Het is een mooie verschijning in het groene landschap. Ze schudden voortdurend met hun hoofd en zwaaien met de staart heen en weer. Even verder zien we links van de weg een koppel kraanvogels. De nationale vogels is inderdaad heel mooi om van dichtbij gade te slaan. Via een andere weg krijgen we nu hele kuddes zebra’s te zien. Elanden hebben we niet kunnen spotten.

    Zo bereiken we het Rwonyo Camp. Terwijl Henri de nodige formaliteiten vervuld, zitten we reeds in het souvenirstalletje. Het vriendelijke verkoopstertje willen we iets gunnen en samen kopen we tien van die typische biersleutels-sleutelhangers.

    We krijgen drie tenten toebedeeld midden het bos, op enige afstand van elkaar. We plaatsen gewoon ons gerief in de tent, trekken eens naar het toilet. Het is een schamel, stinkend kotje in het bos. Toilet en douche zijn samen verenigd en we stoten het hoofd tegen de deur, wellicht bestemd voor pygmeeën. We moeten onmiddellijk opnieuw de Toyota in, want om 16.00 u. start een boottocht op het meer.

    BOOTTOCHT OP LAKE MBURO

    Het meer ligt er heel prachtig bij in een oase van groen. Na enkele minuten wachten komt er een motorbootje vol toeristen aangevaren. Aangezien wij maar met vijf zijn, neemt de bootsman een andere boot. Terwijl hij alles in gereedheid brengt, moeten we een orange lifejacket aantrekken.

    Het is heerlijk toeven op het verfrissende water. De zon brandt in alle hevigheid. Gelukkig kunnen we schuilen onder het zeil dat de boot overspant. We starten aan een boom met honderden nesten van wevervogeltjes. Ze vliegen af en aan, het is één symfonie van gekwetter. Reeds van ver horen we het gebrom van de nijlpaarden. Massa’s groepjes nijlpaarden varen we voorbij. Ze kijken ons steeds meewarig aan, duiken kop onder of proesten het water uit hun neus de hoogte in. Hier en daar is er al een die zijn wijde muil openspert. In de bomen zien we tal van statige zwart-witte visarenden. Ze leven hier met tientallen aan het Mburomeer. Hun vlucht is heel statig. Prachtig is het rood-blauwe vogeltje dat op een takje rustig voor onze fotolens blijft poseren. Aan de oever zijn ook hier en daar enkele vissers druk in de weer. Ze zetten hun netten uit in het meer en duiden de plaats aan met uit het water stekende stokjes. Onze bootsman pronkt met de vele krokodillen, maar zijn er nergens. Maar voor alles hebben ze een uitleg. Het is te warm, ze liggen in de schaduw onder de bomen op de oever. Op de terugvaart zien we gelukkig nog twee kleine krokodilletjes. Het ene is 2 jaar oud, zegt ons bootbestuurder. Kroko’s kunnen 100 jaar oud worden. Het andere komt precies vers uit het ei, zo klein is het.

    Tegen 17.20 u. kunnen we uit de boot stappen. Het was opnieuw een mooie tocht. We worden verwelkomd door een familie grazende wrattenzwijnen. We trekken binnen in wat ze hier een restaurant noemen. We bestellen opnieuw een ‘Nile’ (het nationale bier van Oeganda). Het dienstertje excuseert zich dat ze niet zo koud zijn, er is ook geen elektriciteit voor de frigo’s. We moeten ook ons avondmaal bestellen. Er hangt een bord met erop geschreven ‘Todays Menu’. Het eerste wat Eric bestelt ‘een gebakken vis met frieten’ is niet voorradig. Wat geïrriteerd vraagt hij waarom ze het dan op het bord schrijven? Uiteindelijk wordt het dan voor het overgrote deel gestoofde groenten met aardappelen en voor Eric gestoofd rundvlees met aardappelen. Onze wachttijd bedraagt opnieuw meer dan een uur. Wachtend schieten we foto’s van de ondergaande zon op het meer. In de wolken flitsen bliksemschichten. De nijlpaarden zijn in het water nog aan het genieten van de zwoele avond, de wevervogeltjes kwetteren nog steeds en vliegen onafgebroken af en aan. Ondertussen hebben we het over het leven in Oeganda Het zijn allemaal zo’n trage gasten. Niet te verwonderen dat de kolonisten destijds ze een wip gaven om verder te doen. Ik zou het in elk geval zo langniet uithouden. Ik zou ze verdomd nu al een stamp onder hun gat willen geven. Overal hetzelfde, een uur wachten voor het ontbijt, een uur wachten voor het middagmaal, een uur wachten voor het avondmaal…

    KAMPVUUR

    Henri brengt ons na het avondmaal terug naar het tentenkamp. Op we weg loopt voor ons een nijlpaard. ’t Is niet waar hé, dat die nijlpaarden rond onze tent zullen zitten. Bij aankomst brandt het kampvuur reeds. Een lantaarn op batterijen staat voor onze tent. We nestelen ons met onze stoel bijhet kampvuur. Brandweerman Frank is niet enkel handig in het blussen, ook met vuur maken kan hij goed overweg. We fantaseren over allerlei dieren die deze nacht rond onze tent zullen hangen. Wanneer Eric enkele meter verwijderd is van het vuur werpen de vrolijke olijkerds een steen in zijn richting. Van schrik zit hij één wip terug op zijn stoel, was me dat even schrikken… En lachen dat die anderen deden! We trekken ons na deze gezellige kampvuuravond, zonder drank, terug in het isolement van onze tent. We hadden wel water en Ricard, maar geen bekers.


    Dag 14: Lake Mburo National Park – Kampala
     vrijdag, 22 april

    OCHTENDWANDELING IN HET MBURO NP

    Om 6.30 u. komt Henri ons ophalen voor een ochtendwandeling in het Lake Mburi Nationaal Park, het enige park in Oeganda waarin je kan wandelen. Na een nacht waarbij we telkens iets meenden te horen, stappen van wilde dieren... zijn we klaar voor de ochtendwandeling. De ranger wordt opgehaald en weg zijn we, enkele km verder. In het ochtendschemer starten we voor een wandeling van 2.30 u. Ondertussen heeft een Deens koppel onze groep vervoegd. We krijgen bij een ondergronds hol wat uitleg en plots… is me dat schrikken… twee wrattenzwijnen komen uit het hol gesprongen en zetten het op een lopen. Wat verder zien we de eerste dieren, antilopen die we tot op heden nog niet hadden gezien: topi’s. Voor hen stapt een koppel kraanvogels in beeld. De topi’s rennen weg uit de grasvlakte wanneer ze ons opmerken. Wat verder bemerken we de eerste zebra’s. Het zijn ook zeer schichtige dieren die we niet kunnen benaderen of ze zetten het ook op een draf. Uiteraard ontbreken ook de buffels niet en het is leuk kijken naar de kuddes impala’s. Met hun leuke oortjes rechtop kijken ze ons aan. Inde verte merken we ook een dier op dat zich weinig laat tonen, de eland. En daar staan er nu drie exemplaren bij elkaar. Zebra’s, waterbucks en impala’s springen telkens weg als we in hun omgeving komen. We hebben ook aandacht voor kleine diertjes, een duizendpoot en termieten. Die bouwen overal op de grasvlakte hoge heuvels. Op sommige groeien zelfs bomen en dat vormt mooie composities. De valvetaap maakt de wandeling compleet. Zo bereiken we om 9.00 u. de wagen waarin Henri ons opwacht.

    ONTBIJT AAN HET MEER

    We trekken terug naar het restaurant (een grote naam, maar stel er je er niet veel van voor) aan het meer. De nijlpaarden zijn reeds aan het baden, hun nachtelijke wandeling op het vasteland zit er op.

    We bestellen het ontbijt. Slenterend komt het dienstertje van dienst vragen wat we wensen. Een voor een noteert ze wat we wensen. Als dat maar weer niet verkeerd afloop. En dan is de wachttijd weer aangebroken. Het is een marteling voor mensen zoals ik die geen zittend gat hebben. Gelukkig heb ik al geleerd om telkens aan tafel mijn computertje mee te nemen zodat ik altijd wat kan schrijven aan het verslag of de vele foto’s bewerken. Terwijl we aan het wachten zijn genieten we ook van de apen die tot aan de keuken eten komen zoeken of op de balken in het restaurant rondlopen. Een vijftal apen amuseren zich ook bovenop de geparkeerde auto’s. Ondertussen zijn enkele Nederlandse koppels ons komen vervoegen in het restaurant. Ze hebben twee zwarte peuters bij. Ze vertellen ons dat wanneer je in Oeganda een kindje wil adopteren, je eerst drie jaar in Oeganda moet wonen. En had ik niet gedacht dat het verkeerd zou aflopen. De dienster brengt me een bord gebakken eieren en kijkt me stom verbaasd aan wanneer ik vraag of ik er geen brood kan bij krijgen. Brood, bekijkt ze me met een dwaze blik, alsof ze het in Keulen hoort donderen.

    Tegen 10.30 u. bereiken we opnieuw onze drie tenten. We willen ons wat opfrissen. Deze morgen hadden we de wandeling aangevat komend recht uit ons bed. Het was er toen nog donker om in het lamploze toilet ons te gaan wassen. De bagage wordt in de auto geplaatst en om 11.00 u. verlaten we het Camp Rwonyo, richting Kampala. We hebben nog een laatste blik op zebra’s, impala’s en een kudde topi’s die heel dichtbij zitten.

    Het wordt heel druk op de weg naar Kampala. De auto’s steken de een na de andere voorbij. Als tegenligger moet je vaak eens op de remmen gaan staan. Ondertussen valt de regen met bakken uit de lucht. De vele putten zijn gevuld met water. De activiteiten in de dorpen die we voorbijrijden gaan gewoon door, tussen de plassen in. Voor ons rijdt er plots een vrachtwagen met op elkaar gepakte koeien. Ze zitten geperst als sardienen in een doos, moest die van Gaia hier eens komen, hij zou een toontje lager zingen. Even verder staat het verkeer stil Er is geen doorkomen aan, een petroleumvrachtwagen is in de gracht geslipt en met een overtandse takelwagen probeert men die uit te trekken. Tevergeefs. Vooraleer een nieuwe poging aan te vatten laten ze gelukkig onze kant van het verkeer door.

    DE EVENAAR - WATERPROEF

    Het is 14.20 u. wanneer we opnieuw de evenaar bereiken. We houden halt aan wat zij blijkbaar een wegrestaurant noemen. Er is een prachtige tentoonstelling van Afrikaanse schilderijen en allerlei handwerk. We bestellen de maaltijd, maar de wachttijd beloopt meer dan een uur. Na een half uur gaat Eric vragen wanneer we a.u.b. de drank kunnen krijgen? ‘We zijn aan het klaarmaken!’ Eric merkt op dat de drank toch niet moet klaargemaakt worden, een sleutel nemen en de fles opentrekken! Okee, we krijgen toch al de drank, maar de voor Dorine bestemde cola is er niet, die is op, geen cola meer vandaag! Na de maaltijd stappen we een vijftigtal meter verder tot aan de evenaar. Henri wil ons bewijzen dat er een verschil is tussen het noordelijk en het zuidelijk halfrond. Er staan drie borden met een gat opgesteld, één precies op de evenaarslijn, één enkele meter verder in het noordelijk halfrond en een in het zuidelijk halfrond. De man van de proef giet water in de eerste pot, legt er een bloemetje op en laat het water weglopen via een gat onderaan. Het water draait naar links. Hij doet hetzelfde in het noordelijk halfrond en het bloempje draait naar rechts? Tenslotte op de evenaar: het bloempje draait niet en loopt recht naar beneden door het gat naar beneden. Liliane is niet overtuigd, ze is een beetje zoals de ongelovige Thomas. De man van het eerste winkeltje herhaald nog even de proeven. Wie niet geloven wil moet zien! Henri betaalt de daaraan verbonden vergoeding, we maken nog enkele groepsfoto’s voor de evenaar en kunnen nog even de vele souvenirwinkeltjes binnen trekken.

    OP NAAR KAMPALA

    We zetten de tocht verder naar Kampala. Nog een 80 km voor de boeg vooraleer we de hoofdstad bereiken. Naarmate we Kampala naderen wordt het verkeer steeds drukker. Aangezien er slechts twee rijstroken zijn kan niemand voorbijsteken wanneer een vrachtwagen zich puffend naar boven hijst op een heuvel? Het is ook opmerkelijk dat er heel veel petroleumwagens op weg zijn. In de voorsteden van Kampala staat het verkeer in de tegenovergestelde rijrichting zelfs helemaal stil. Wat moet dat in de toekomst worden wanneer er nog meer auto’s zullen zijn? En highways die niets van een snelweg hebben, tenzij heel veel putten en stroken kapotte weg. Ze hebben hier blijkbaar geen minister Crevits. Een gehele wijk van Kampala staat onder water, de huisjes van de armen steken uit het water uit. ‘Die mensen hebben gebouwd in een moeraszone’, weet onze chauffeur. ‘Ze deden het toch, met alle gevolgen vandien.’ Gelukkig kent Henri Kampala als geen ander en weete wegen te nemen met minder verkeer, zodat we in de kortste keren aan het Hotel Ruch staan.

    We nemen afscheid van Henri. Hij kan deze avond rustig naar Entebbe rijden en de nacht bij zijn vrouw doorbrengen. Wij trekken naar onze aangewezen kamer. Mooi, maar bij Frank en Dorine is er geen elektriciteit. We hebben nog onze douche van deze morgen te goed. Monter en opgefrist trekken we naar de bar om nog naar eens te genieten van een Nile, het nationale bier.

    Tegen 20.00 u. begeven we ons naar het restaurant aan de overzijde. Gezellig in de verlichte tuin. Een lieve en daarenboven heel mooie dienster brengt ons de spijskaart. We bestellen eerst een fles witte en rode wijn. Rode hebben ze evenwel niet. De bestelde soep is overheerlijk. De menu’s zijn al evenmin te versmaden. Nu ja, het prijskaartje is ook wel wat hoger, maar de rekening is toch niet voor ons maar voor Great Lakes Safaris. In de tuin is het er zo heerlijk, dat we onze laatste avond ook wat langer laten uitlopen dan anders… Het wordt reeds na 23.00 u. wanneer we onze kamers opzoeken. En we kunnen zowaar nog foto’s maken van de goedlachse receptioniste.


    Dag 15: De bronnen van de Nijl - Terugvlucht
     zaterdag, 23 april

    JINJA: DE BRONNEN VAN DE NIJL

    Onze laatste dag in Oeganda. Aangezien we de terugvlucht pas ’s avonds laat hebben, krijgen we nog een ganse dag ter beschikking. We willen die nuttig spenderen en niet een ganse dag schoppen in een drukke stad als Kampala is.

    Onze chauffeur-gids beloofde dat hij met ons nog naar Jinja, 80 km noordwaarts wil rijden. Daar liggen immers de bronnen van de Nijl. En die willen we nog zien.

    Tegen 8.30 u. zal hij komen ophalen. Hij is naar Entebbe getrokken, naar zijn vrouw en kind. Na bijna twee volle weken afwezigheid is hij blij zijn gezien te kunnen terugzien. En dat heeft hij vast en zeker dik verdiend.

    Voor de laatste keer worden de reiszakken gevuld terwijl het buiten opnieuw in alle hevigheid regent. Het laatste ontbijt in het restaurant tegenover hotel Rust is er deze keer een met zelfbediening. We kunnen genieten van het vele fruit. Verse ananas smaakt hier zoveel beter en de bananen gerijpt in eigen land zijn een lekkernij. Onze reiszakken worden in de receptie van het hotel geplaatst en kunnen met de ondertussen aangekomen Henri weer de baan op. We rijden eerst doorheen het administratieve deel van de hoofdstad met super-de-luxe hotels en hoge flatgebouwen van banken en ministeries. Op dat moment waan je je even in een of andere Europese hoofdstad. Maar na enkele kilometer laveren door het drukke verkeer, sta je meteen weer met de voeten op de grond. Opnieuw de vele verkoopstalletjes links en rechts van de weg, tussen de plassen door. Honderden mensen die er iets zoeken te kopen en te verkopen… We rijden doorheen prachtige landschappen en komen in een streek waar heel wat suikerriet wordt geteeld. We dwarsen een groot tropisch woud, het tweede grootste van Oeganda na dat van Bwindi, waar we de gorilla’s ontmoetten. Ondertussen heeft de regenbui plaats geruimd voor een stralende zon.

    Tegen 10.00 u. bereiken we de stad op de Nijl, Jinja. We moeten een lange brug over de Nijl over en onze chauffeur waarschuwt ons: ‘Geen foto’s van de brug! Wanneer ze je zien foto’s maken, wordt het toestel afgenomen’. En inderdaad, de brug wordt zowel bij het begin als op het einde bewaakt door politie, ze kunnen zich geen sabotage of bomaanslagen van de brug veroorloven.

    We houden eerst even halt aan een soldatenkerkhof zoals wij er hier zoveel kennen rond Ieper, het Commonwelth War Graves van Jinja ‘1939 - 1945’.

    Jinja is ook de geboortestad van onze chauffeur. We rijden voorbij het hospitaal en ook de lagere school waar hij school liep. Plots staan we aan een bareel, we moeten om de bronnen te zien inkomgeld betalen. Aangezien de dag voor ons extra is, moeten we nu alles zelf betalen. Wat een verschil in de toegangsprijs: inwoners 2000 Ush - toeristen het vijfvoudige: 10.000 Ush (= 3 euro). Tussen de vele souvenirstalletjes door bereiken we de Nijl. We worden voortdurend aangespoord hun waren te bekijken. Maar het overal hetzelfde: schilderijen, beeldjes, djembees, T-shirts… We staan voor een brede Nijl. We dachten dat alle begin toch een bronnetje is? Een man komt ons voorstellen met de boot te varen tot aan de bronnen en dat voor 50.000 Ush. (= 15 euro). We mogen ons dat niet ontzeggen, aan de bronnen van de Nijl staan, dat moet toch iets enigs zijn. Sir John Hanning Speke had die ontdekt in 1862.

    We varen even voorbij de aalscholvers die op een tak de veren aan het drogen zijn en een grote leguaan. Het bootje legt aan en we stappen uit. We staan aan de bron van de Nijl. We begrijpen er niets van, de Nijl is er nog altijd even breed. Onze bootgids wijst ons op een draaikolk in het water. Hier komt het water van de Nijl naar boven. 30% van het Nijlwater wordt gevoed door het water die hier opborrelt. De overige 70% komt van het aansluitende Victoriameer. Via wat stenen in het water kunnen we ook tot bij een betonblok die symbolisch het 0-punt van de Nijl aanduid. Tot aan de monding in de Middellandse zee is de Nijl 6400 km lang. Water van hieruit doet er 3 maanden over om de totale weg af te leggen. Net als andere toeristen wil Eric even op de betonblok klimmen. Hij grijpt zich vast aan een boompje om zich op te trekken, maar… de stam zit vol met miljoenen mieren. Meteen zitten er duizenden mieren op zijn gehele lichaam. Op de wankele stenen en met fototoestel en camera in de hand kan hij niet meteen reageren. De anderen kunnen zich niet inhouden van het lachen.

    We varen nog even op het Victoriameer voor we de terugweg aanvatten. We komen voorbij bomen waar niet honderden, maar wellicht duizenden aalscholvers op zitten. Die moeten toch dagelijks tonnen vis verorberen?

    We moeten opnieuw doorheen de lange rij stalletjes links en rechts. Iedere verkoper klamp ons aan. Aan de oever van de Nijl wijst Henri ons op een monument ter ere van Mahadma Ghandi. Van deze Indiase politieker, die opkwam voor geweldloos verzet en overleed in 1948, werden hier de zijn asse in de Nijl gestrooid.

    JINJA

    Henri rijdt nog even voorbij de Victoria Nile School waar hij lagere school liep. Oude huizen uit de 50-jaren, maar nu compleet vervallen in ruïnes (en nog bewoond) duiden op het eens zo grote en machtige Jinja. Aan de andere kant van de weg tennisclubs, golfbanen… Wat een contrast!

    In het centrum van Jinja kunnen we inkopen doen, beter dan in Kampala. Het is 12.00 u. geworden en spreken af om 13.00 u. We gaan op zoek naar onze laatste souvenirs en geschenken voor het thuisfront. Eric wil een vlag van Oeganda. Reeds de gehele week is hij er tevergeefs naar op zoek. Nu ook blijkt het een moeilijke opdracht. Na veel winkeltjes en aanwijzingen vindt hij die uiteindelijk ineen sportwinkel. Liliane wijst Eric er op dat ze in een winkel een mooie kerststal zag opgebouwd in een kalebas. Inderdaad, heel mooi en een enig stuk voor zijn kerststallencollectie.

    We gebruiken het middagmaal ook in Jinja. We zijn het eens over het menu, allemaal hetzelfde: een pannenkoek gevuld met kip in een saus van guacamole. (spreek uit: wakamole) (avocadomousse) is een bekende (dip)saus. De ingrediënten zijn naast avocado vaak ook tomaat, ui en/of knoflook, sap van een limoen of citroen, chilipeper, korianderblad en verschillende andere kruiden.)

    BUJAGALI FALLS

    Een volgende attractie op de Nijl zijn de Bujagali Falls, even ten noorden van Jinja. Het is een kort ritje op een hobbelige aardeweg. Nu het geregend heeft, ziet die heel mooi rood van kleur.

    De watervallen zijn een toeristische attractie want deze keer zijn we er niet alleen. Het is ook een gebied waar rafters aan hun trekken komen. Het water stroomt met een zeer hoge snelheid naar beneden. Het geluid klinkt als hemelse muziek in de oren. Enkele waaghalzen willen er een cent aanverdienen. Met een bootje en een peddel overwinnen ze de verschillende hindernissen. Ook een zwemmer komt de waterval naar beneden gezwommen. Uiteraard komen ze dan even rond om een cent op te halen.

    Daarmee zit de laatste attractie van onze 15-daagse reis in Oeganda er op. We kunnen terugkeren naar het hotel en ons klaarmaken voor de terugvlucht.

    KAMPALA

    We bewonderen een laatste keer de drukke activiteiten in de dorpen die we voorbijkomen. Het ene winkeltje naast het andere,.. Een aantal winkels met tientallen bedden en zetels voor de deur… Wie koopt dat allemaal? Wat als het regent? Allemaal vragen waarop we geen antwoord hebben en die voor ons Westerlingen een raadsel zullen blijven.

    Naarmate we Kampala naderen wordt het steeds drukker. Het wordt aanschuiven in de files. Tegen 17.40 u. bereiken we opnieuw het Hotel Rust. We krijgen een kamer ter beschikking om ons wat op te frissen en andere kledij aan te trekken. Henri zou graag om 18.00 u. vertrekken naar de luchthaven, want met het drukke verkeer weet je maar nooit.

    Er heerst inderdaad een drukte in Kampala. Het verkeer… gewoon niet te doen. Auto’s komen van links, van rechts, moto’s en fietsers voegen in of rijden erdoor, voetgangers steken erover…. Er zijn gewoon geen woorden voor.

    Net voor we het gebied rond de luchthaven bereiken moeten we allemaal uit de auto. Iedereen wordt er door de politie gescand. We vinden het toch maar niets, we kunnen toch gewoon onze bom in de auto hebben gelaten of in onze rugzak. Wat voor zinloos gedoe is me dat? Het is 19.00 u. geworden wanneer we de luchthaven bereiken. We zijn dus ruim op tijd. We nemen afscheid van onze goede chauffeur-gids Henri en wensen hem alle heil toe.

    LUCHTHAVEN ENTEBBE

    De bagage en wijzelf worden een eerste maal gescand. Het is dan even wachten voor we kunnen inchecken. Aangezien het vliegtuig reeds uit Kigali zal komen met heel wat passagiers, is het opnieuw moeilijk om ons allemaal bijeen te zetten. We moeten dan door de pascontrole. Hier leggen ze een verzameling aan, onze beide handen en beide duimen worden ingescand.

    We wandelen even door de taxfree shops, maar alles blijkt veel, veel duurden dan de winkeltjes langs de straat. We verteren onze laatste Oegandese shillings aan wat drank en een hapje.

    Omstreeks 21.30 u. beginnen ze de ‘boarding’. Pas- en ticketcontrole, controle van de handbagage en alle schoenen uit… En tegen 22.15 u. kunnen we onze plaats innemen in het vliegtuig van Brussels Airlines. Om 22.45 u. verlaat het vliegtuig de luchthaven en trekt naar de startbaan. Op het televisiescherm kunnen we de bewegingen volgen. Het is naar Brussel 6422 km vliegen en zal er 8.10 min. over doen. Aankomt is voorzien om 5.50 u. We zullen ons uurwerk dus een uurtje moeten terugdraaien.

    De hostesses komen eerst rond met een krant. Ik kies uiteraard voor Het Nieuwsblad. En net zoals in de heenreis is het de editie Kortrijk-Menen en… er staan opnieuw twee foto’s van mij op de regionale pagina. Oei… de moord op de vrouw uit Moorsele wordt uitvoerig beschreven door collega Oscar De Winter. Daarna brengen ze een koptelefoon en een deken. Zo wordt het tijd voor het avondmaal. Ik kies voor rundvlees met tagliatelli en een flesje witte wijn. Er volgt nog een koffie.

    De lichten van het vliegtuig gaan uit en iedereen probeert de slaap te vatten. Ook ik probeer het, maar… zoals steeds…. Van echt slapen komt er bij mij niets in huis. Naast mij ligt een kleuter en die ook vrij onrustig in zijn slaap, nu eens leunt hij met zijn hoofd tegen me aan, dan eens zwaait hij met z’n arm en krijg ik een duw….

    Het is 5.00 u. geworden als de lichten opnieuw worden aangemaakt. Op de kaart op het televisiescherm bevinden we ons nu boven de Middellandse zee, vliegen op 11.800 m. en hebben nog ruim 1200 km. voor de boeg.

    6.20 u. Nancy – nog 320 km – snelheid 870 km per uur – buitentemperatuur – 57°C - hoogte: 11552 m.

    Het wordt stilaan tijd om terug te schakelen naar onze tijd, 5.20 u. Tegen 6.00 u. staan we opnieuw aan de grond op vaderlandse bodem.

    Onze bagage is er zeer snel en het is nog maar 6.30 u. geworden of we zitten reeds in de bestelwagen richting thuisfront. Lennert, de zoon van Joost en Liliane brengt ons veilig thuis.

    Zo zit een unieke reis ‘Oeganda’ er op. Onvergetelijk ! Een mooi land, prachtige landschappen, veel dieren, vriendelijke mensen… (Maar ook dieven!! Zondag zal blijken dat in de luchthaven het een en ander verdween uit de bagage van Joost en Liliane).

    09-04-2011 om 00:00 geschreven door eric  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 26/09-02/10 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 21/02-27/02 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Categorieën


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs