Mijn man legde deze middag aan de kinderen uit wat een merkwaardig product is. 't Bleek een maatje te groot voor hen. Ze keken met grote bambi-ogen. Uiteindelijk zei hij dat hij dat ook pas geleerd heeft hij het middelbaar. Anna: 'Ja, maar dan heb je al een veel groter hoofd dan wij nu he. Dan zijn er veel meer hersenen die mee kunnen denken. Natuurlijk begrijp je dat dan wel en wij nu niet!'
Nathan: 'Ik ga dat toch moeilijk vinden als ik groot ben. Dan moet ik aan een vrouw die ik niet ken vragen of ze met mij wil trouwen.' Mama: 'Lijkt me nuttig haar eerst te leren kennen!' Nathan: 'A, mag dat dan. Gelukkig. Ik wil niet trouwen met iemand die altijd met iets bezig is. Ik begrijp niet dat papa getrouwd wil zijn met iemand die bijna nooit stil zit.'
De poes is ernstig ziek. We bereiden de kinderen voor op haar nakend overlijden...
Anna: 'Gaan we Sissi begraven als ze dood is?' Mama: 'Wat wil je zelf?' Annaa: 'We gaan een doos versieren waar ze dan in kan liggen. Op school leerden we al een liedje dat we dan kunnen zingen.' Mama: 'O?' Anna: 'Ja. Een grappig liedje: "Iedereen de pijp uit"!'
Het beestje ligt comfortabel in een zacht bedje in een donker hoekje zoals ze het zelf verkiest. We gaan regelmatig kijken en proberen haar zoveel mogelijk te verwennen.
Nathan: 'Ik neem even mijn fototoestel mee. Dan kan ik foto's nemen van haar ondergang.'
Anna: 'Ik weet waarom mama met papa getrouwd is. Ze vindt papa lief. En mooi.' Nathan: 'En grappig!' Anna: 'Mama wist dat papa een goede papa zou zijn.' Nathan: 'De beste papa!' Joachim: 'Om aan te hangen!' Anna: 'En waarom is papa met mama getrouwd?' Nathan: 'Papa vindt mama lief.' Joachim: 'Misschien gewoon omdat mama zo aandrong?'
Joachim: Mama, we hebben in de muziekles bij juf N. geleerd over smartlappen. Juf N heeft gezegd dat oude mensen nog wel weten wat smartlappen zijn. Weet jij wat smartlappen zijn?
Nathan geeuwt in de auto. Mama: 'Ben je moe?' Nathan: 'Jaaaaggggggeeeeeeuuuuuwwww!' Mama: 'We zijn bijna thuis. Dan kan je een beetje rusten in de zetel.' Nathan: 'Ik ga niet rusten. Ik ga relaxen met mijn knuffel!'
Het is heerlijk warm tussen de dekens als ik de voordeur in het slot hoor vallen. Vrolijk kindergejoel vertrekt samen met de kinderen naar school. Mijn man gaat werken maar liet zijn slaapgeur naast mij achter. Ik trek zijn hoofdkussen iets meer naar mij toe en kruip nog wat dieper om te genieten van de zachte warmte van het flanellen laken tegen mijn gezicht en de dommelende slaap die mij opnieuw overvalt. Mijn lichaam geeft zich traag over. De geluiden van de straat verwijderen zich en het licht van de wekkerradio vervaagt. Vandaag moet niets, mag zijn wat is moe.
Een kinderhand is gauw gevuld, het handje van Nathan wellicht nog sneller. Je kan je niet voorstellen hoe gelukkig de juf dat ventje maakte met een gelukspoppetje. Hij zorgt ervoor als is het zijn kindje. En toen hadden we volgend gesprekje:
Nathan: 'Mama, mijn gelukspoppetje heeft mij vandaag al 2 keer geholpen! Ik heb geen fouten in mijn dictee en ook niet in mijn agenda!' Mama: 'Nathan, dat is supergoed! Knap werk! Maar 't poppetje heeft toch niet geholpen om je broek een beetje proper te houden he'! Nathan: 'Maar mama, dat kan toch niet. Ik was toen aan heel de andere kant van de speelplaats. Dat poppetje kan van zo ver niets doen hoor!'
Zou dringend eens moeten bekijken welke strips er op de kamer van de kinderen liggen.
Nathan: 'Mama, ik weet eindelijk wat een BH is! Een borstenhanger!' Mama: 'Eu...'
Nathan: 'Er bestaan er ook die borsten niet doen hangen maar omhoog duwen! In stripboeken hebben meisjes soms heel grote borsten. Eén keer was er iemand met borsten zo groot als de wereldbol. Dat moet wel lastig zijn als een pinguïn daarin kan bijten!'
Jaarlijks onderzoek bij de gynaecoloog. Ik leg de kinderen uit dat ik nog even weg moet om naar de dokter te gaan. Ze vragen waarom. Ik leg uit dat ik elk jaar naar een vrouwendokter ga.
Mama: 'Joachim, je hebt de dokter deze zomer gezien toen we naar de baby in het ziekenhuis gingen kijken. Ik heb je toen gezegd dat hij je uit mama's buik gehaald heeft en je hebt hem een hand gegeven.'
Joachim: 'Is dat een vrouwendokter?'
Mama: 'Ja, een van de dingen die hij doet is baby's uit de buik van hun mama halen.'
Joachim: 'Amai, om dat te kunnen moet je vrouwen toch echt goed begrijpen he mama'!
Nathan (met een snuitje vol moddervlekken): 'Mama, ik moet niet in bad. Ja, ik ben in een plas gevallen, maar die modder is allemaal blijven hangen aan mijn schoenen, broek, jas en muts. Als je dat wast, zal het ook wel goed zijn.'
Nathan vertelt fier dat hij wel 5 verschillende dingen gepast heeft in de winkel voor hij zijn communiekleertjes koos. Joachim: 'Bij mij ging dat heel snel. Dat was ook niet moeilijk he. Want ja... ik ben ook zo mooi. Wat ik ook draag, ik ben altijd mooi!'
Mama: 'Toon, hoeveel jaar is het geleden dat jij je haar gekamd hebt?' Joachim: 'Eu...' Mama: 'Het is wel origineel zo.' Joachim kijkt even in de spiegel en speelt onmiddellijk verder: 'Stel je voor dat ik niet origineel was.'
De vakantie begon met gulle gastvrijheid en
eindigt op dezelfde manier. Na een warm afscheid van Averulle worden we met
open armen ontvangen in Aartrijke, in wat den Hof van Eden zou kunnen zijn.
Heerlijk, zelfgekweekt witloof staat net vrolijk te pruttelen. Vriendschap en
interesses worden gedeeld en gevierd bij een heerlijke maaltijd. Zowat alles wat
op ons bord komt, heeft de tuin gezien. Terechte fierheid toont ons de dieren
en de groenten. De spade komt boven, de kruiwagen wordt gevuld. Niet mag
verloren gaan, zeker niet de vriendschap.
We smeden plannen voor het komende jaar. Er is nog zoveel te zien in de
Westhoek en de interesse voor de eerste wereldoorlog is een gedeelde interesse.
Of we niet eens samen de streek verder zou ontdekken. Twee gezinnen met verlangende
sterretjes in de ogen. Averulle, we komen terug!
Ongeduldig
turen ze door het autoraam, wachtend op Frankrijk. De schreve is echter
duidelijker zichtbaar op de ouderwetse wegenkaart die ons door het landschap
leidt, dan op de straten. Er is geen verschil te zien tot de oudste opmerkt dat
er een telefoonkotje staat, iets dat in Vlaanderen nog nauwelijks het
straatbeeld kleurt. Maar voor de rest zelfs het dorpje waar we halt houden
draagt een Vlaamse naam.
Kijkend naar het einddoel dat de vader
aanwijst, merkt de jongste, verstopt achter zijn grote muts, dapper op dat hij
graag bergen beklimt. Niet veel later lijkt het hem toch een eindeloze tocht.
Het vrolijk springen op ijsplekken verstomt en wordt een stil hijgend stappen
bijgekleurd met best schattige is-t-nog-ver-bambi-oogjes. Als we boven op de
Catsberg even halt houden in het kleine abdijkerkje, gaat hij meteen onderuitgezakt
op de achterste bank zitten waar de moeder hem niet veel later liggend
terugvindt. De andere twee lijken nog over genoeg energie te beschikken doch
zwichten voor een drankje en hapje in de plaatselijke herberg.
De terugweg maakt vrolijk en uitgelaten. We kiezen het bospad. De kinderen
vragen ons uit over hoe we elkaar leerden kennen. Mama heeft niet alleen voor
papa gekozen omdat hij lief is, maar ook omdat hij grappig is!, concludeert de
dochter.
We laten ons niet verslaan door een plaatselijke regenbui die het duidelijk op
ons gemunt heeft. Verslagen echter zijn de alweer honderden gesneuvelde
soldaten op het kerkhof dat we onderweg tegenkomen. Andermaal lopen de kinderen
tussen de witte zerken. Andermaal lezen ze de namen. De oudste merkt op dat
Duitse soldaten tussen de Britse begraven liggen. Die vochten toch tegen
elkaar?, vraagt hij . De vader merkt droog op: In de dood is iedereen
gelijk. Tegenover elkaar gestorven, naast elkaar begraven. Gelijk, of toch
bijna Duitse stenen zijn iets spitser dan Britse en vallen op in de anders zo
vlakke rijen. Rijke soldaten onderscheiden zich van minder behoeden via de
uitgebreide liefdesverklaringen per letter betaald, zo stelde de reisgids
die onderaan in hun steen gebeiteld zijn.
De tocht zet zich verder. De oudste in filosofiemodus of speelmodus: Als alle
mensen vrede zouden willen, dan was hier misschien een speeltuin, geen
kerkhof.
Ze zijn goedgemutst, letterlijk en figuurlijk.
Jas tot hun lippen, muts tot de ogen en een sjaal om het geheel op zn plaats
te houden. Dikke sokken in stevige bottines die vakkundig, met dubbele knoop, dichtgesnoerd
zijn. Verlangend kijken ze door het autoraam in de hoop het natuurgebied als
eerste aan te wijzen. Ze huppelen voor zover de winterse klederdracht het hen
toelaat over de parking richting ingang, zeshoekige bordjes zoekend waarop de richting van de wandeling
aangegeven wordt. Hun vrolijke gejoel wordt algauw overstemd door verwondering
en bewondering. De moeder heeft iets met kale bomen. Niemand weet wat, maar
zowat elke kale boom die op haar weg komt, doet haar mond openvallen en lokt de
Japanse reflex uit klik. De kinderen laten zich aanvankelijk leiden door het
ijs dat zich die nacht vormde. Hamvraag is uiteraard hoeveel het ijs kan
dragen. Niet veel, zo blijkt, maar gelukkig houden bottines het ijskoude water
buiten. Eens voorbij het romantische kasteelbrugje wordt hun aandacht getrokken
door de honderden ganzen die postvatten op de velden rond de vijver. De
oorspronkelijke wandeling is al lang afgeblazen want de velden liggen er zo nat
bij dat zelfs rubber laarzen geen bescherming zouden bieden tegen het ijswater.
Het deert hen niet. Ze gaan van vogelkijkhut naar uitkijkpost en spotten
konijntjes, schapen, ganzen, eenden en zelfs een uil. In de stilte die hun
respect voor moeder natuur vertolkt, luisteren ze naar de geluiden van het bos.
Het kraken van de bomen, een onzichtbare specht Niet veel verder liggen in diepe stilte duizenden
soldaten. De kinderen lopen tussen de witte stenen. Kale bomen benadrukken de
troosteloosheid. De schaduw van grillige takken op de zerken lijkt de dode zielen
te beroeren in hun eeuwigheid. Strakke rijen in keurig onderhouden grasvelden
steken af tegen de grilligheid van het levende bos waarin de kinderen net nog
ravotten. Hier leven enkel de vogels die nietsvermoedend over de dood heen
fladderen. Hier geen ijs dat kraakt onder de voeten. De kroost laat zich leiden
door wat ze lezen. Kijk, mama, iemand van Nieuw Zeeland! Mama, deze was maar
20 jaar. Papa, wat betekent Known unto God? Ze lezen namen op het enorme
monument. Specht, merel, mus,
gans, uil worden hier Adams, Conley, Johnson, Taylor, Thomson In de
desolate stilte van de dood, spreekt de oorlog.