Het is een ritueel geworden. Op vrijdag tijdens de
middagpauze ga ik mijn jongste zoon ophalen om hem even rust te gunnen in de drukte van de schoolweek. Ik zoek hem
op de speelplaats. Andere kinderen die mij ondertussen al van ver herkennen,
zoeken spontaan mee. Zijn naam lijkt in dolby surround over de speelplaats te
weerklinken. Ik geniet van zijn speurende blik en intense lach als hij mij ziet
staan en naar me toe rent.
We nestelen ons samen op een bank. Hij zoekt waar we gekomen waren in het dikke
pipi-langkous-boek. Hij leest de titel van het verhaal, bestudeert de prentjes
en spitst de oren. Hij vindt het sneu. Een overleden mama en een papa die
negerkoning is waardoor ze toch wel heel erg alleen in een groot huis woont.
Hij lacht wanneer ze weer gek doet; elke week opnieuw. Na het lezen stapt hij
naar de sobere speeltuigen die in de tuin van de school staan. Ook dat is een
ritueel geworden. Hij klimt op de rekstok. Omdat hij er niet af mag springen,
laat hij zich in mijn armen vallen. Een intense knuffel volgt en doet hem
vergeten dat springen ook wel leuk zou zijn. Hij rent tussen de paaltjes om
zijn eigen tijdsrecord te verbeteren en gaat vervolgens ondersteboven aan een
paal hangen. Tot slot zoekt hij zijn evenwicht op een tocht van paaltje tot
paaltje.
De tijd glijdt verder. De papa van Pipi is sinds kort geen negerkoning meer,
maar gewoon koning ergens ver weg. En straks, op het einde van het schooljaar,
wanneer de natte herfstbuien en winterse neerslag opgedroogd zijn, is het hout
van de speeltuigen minder glad.
Joachim zit duidelijk ergens mee als hij van school komt. Hij vraagt of ik het mailadres heb van een kindje dat vorig jaar in zijn klas zat. Een goede vriend, zo dacht ik. Ze zijn nog samen op daguitstap naar de Ardennen geweest, komen elke keer opnieuw elkaars verjaardag vieren... In mijn perceptie geen vuiltje aan de lucht. Joachim wiebelt op de zetel van de auto. Hij schuift heen en weer op zijn stoel in de keuken. Het lijkt alsof ik traantjes zie meedeinen op de cadans van zijn geschuifel.
Er komt een verhaal van een banale ruzie vorig schooljaar... Niet eens een ruzie eigenlijk. Het vriendje wilde mee voetballen maar omdat er dan een onevenwicht zou ontstaan in de teams had Joachim hem gevraagd om dan nog een speler te zoeken en dat wilde dat manneke niet. Hij was boos.
Joachim dacht aan de technieken die hij eerder dat jaar geleerd had in de lessenreeks sociale vaardigheden die we hem hadden laten volgen en waar hij zoveel geleerd had en waar hij zoveel deugd van gehad had. Geheel volgens de regels van de kunst vroeg hij aan zijn juf of hij en het vriendje even de tijd kregen om het conflict op de gang uit te praten. Groot was zijn teleurstelling toen hij zag dat zijn vriend dat niet wilde en met gesloten ogen voor hem bleef staan. Met de moed in zijn schoenen was hij terug in de klas gaan zitten hopend dat het wel voorbij zou gaan.
Maar het ging niet voorbij en al sinds 1 september volgen de incidenten elkaar op. Van negeren tot schelden. Het hoogtepunt kwam deze week toen ze geen uniform aan moesten omwille van de individuele schoolfoto's. Joachim had een bermuda aangetrokken met een toffe t-shirt op en genoot zonder zorgen van het spelen op de speelplaats toen zijn (ex?)-vriend passeerde en hem minachtend aankeek.
Joachim: 'Mama, weet je wat hij zei?'
Heel rustig en veel beter gearticuleerd dan ik van Joachim gewoon was zegt hij:
'Zwervers uit de vuilbak hebben nog veel mooiere kleren dan jij!'
Grote dikke tranen verzamelen zich achter zijn ogen. Plots is er enkel nog stilte. Ook ik moet naar adem happen.
Joachim zet me echter nog meer met mijn mond vol tanden en besluit:
'En nu wil ik het emailadres van hem want ik wil hem een mailtje sturen. Hij wil niet naar mij luisteren en we kunnen niet praten. Ik wil hem een briefje sturen om sorry te zeggen voor wat vorig jaar gebeurd is. Ik hoop dat het daarmee dan kan stoppen want ik word hier zo verdrietig van.'
Met grote ogen kijkt hij mij aan alsof hij wil lezen wat in de mijne geschreven staat... Ik probeer mijn fierheid onder woorden te brengen en benoem zijn pijn. Ik beloof contact op te nemen met de papa en mama van de betrokken jongen zodat we van beide kanten de jongens kunnen ondersteunen in dit helend proces. Moge dit een moment worden van intense vriendschap en begrip en een diep weten en begrijpen hoeveel pijn pesten doet. Joachim en wij zijn bereid hem terug in onze arme te sluiten. Zou hij de uitnodiging durven aannemen?
De zonnige najaarsdag lokte mij naar een terrasje. Wachtend op de vriendin met wie ik afgesproken had, hoorde ik de barman in gesprek met een klant. Met een schorre stem zong de gerimpelde grijsaard stukjes uit oude rocknummers. Een rokerige korte lach luidde de bijkomende informatie in. De leden van de groep, instrumenten, wanneer ze ermee stopten... De barman was te jong om te kunnen deelnemen aan het gesprek maar luisterde geduldig naar de man wiens ogen even oplichtten bij de aandacht die hij kreeg. Ik geneerde mij bijna toen de cafébaas het gesprek onderbrak om mij te vragen wat ik wenste te drinken. Op slag kleurden de ogen van de man even grijs als zijn manen. De eenzaamheid stopte met zingen.