Ik lees. Ik verslind. Als het maar letters zijn. Stiekem droom ik van tijd om romans te lezen, te verdwalen in fantasie en dromen; zo diep te duiken dat ik de personages kan aanraken, hun gezicht kan voelen, de stoffen van hun kledij tastbaar dichtbij zijn. Helaas is mij die tijd niet gegund. En toch lees ik, boek na boek, van a tot z. Letters die mijn kennis bijspijkeren, mijn kijk verscherpen of verbreden, mijn honger naar nog meer aanwakkeren en tegelijk stillen. Mijn passie laat zich tooien door de hobby van mijn man. Pronkstuk in de woonkamer is zijn zelf ontworpen kast gevuld met de boeken die mijn herseninhoud en handelen enigszins in beeld brengen. Een passie voor ethiek, een hart voor rouwenden, een mantel van psychologie en theologie. Laat mij maar lezen, met opgetrokken knieën in de zetel, genietend van het zonnetje op een plein, onder een zomerse parasol in het zand. Elk landschap laat letters schitteren.
De leegte in mijn hoofd is meer dan eens omgekeerd evenredig met de volheid van de kookpotten. Mijn keuken lijkt wel mijn therapieruimte te zijn. Geef me een plek aan het aanrecht, geef me een demichef, een snijplank, groenten, vlees of vis en de zorgen verdwijnen door het afvoergat terwijl de inspiratie opborrelt als kokend water. Koken is genieten. Koken is scheppen. Het creëren van een lekker gerecht schenkt me de rust waar ik als rusteloze ziel zo vaak naar op zoek ben. Tijdens het koken bedenk ik mij niet meer welke hoofdstukken van cursussen ik nog met afwerken en uitprinten, lig ik niet meer wakker van de achterstand die ik opliep bij het verbeteren, lijken de zorgen die ik soms koester minder groot te worden. Laat mij maar werken met garde en pannenlikker, met mes en snijpank, met potten en pannen Orgelpunt is uiteraard de maaltijd. Het gezinsgebeuren is voor mij heel belangrijk maar nog meer geniet ik van een maaltijd met vrienden. Een lekker gerecht spijst de humor en gezelligheid. Vriendschap wordt vrolijk omkaderd met het kletteren van bestek op de borden. Meer moet dat niet zijn.