Mama: Hup, Nathan, zwijg nu eens twee minuten en droog je achterkant af. Joachim: Nathan, jij bent een jongen, jij kan geen twee dingen tegelijk doen! Nathan: Dat kan ik wel. Mama: Droog dan gewoon even je poep af, jongen! Nathan: Mama, jij kan drie dingen tegelijk he: babbelen, zagen en koken!
De week is druk. Rapportenweek. In de leraarskamer durven we
er ons bij wijlen nogal plat over uitlaten We moeten weer punten kakken.
Niet zon gemakkelijke opdracht in het begin van het schooljaar als je een
kleiner vak geeft. Je wil immers je vak fatsoenlijk inleiden en hebt wat
leerstof nodig voor je ook een test kan afnemen. Maar het is me gelukt, op de valreep. Het opstellen, afnemen en
verbeteren van testen en taken is maar een stukje van de opdracht. De punten
moeten genoteerd worden in een papieren en digitaal puntenboek. Attitudes
moeten geëvalueerd worden (begin er maar eens aan als je les geeft in tien
klassen) en vakopmerkingen moeten zorgvuldig geformuleerd worden. Het is een
race tegen de klok. Een race die ik wil winnen want elke leerling heeft recht
op een beetje bemoediging. Tegelijk geven we alle jongeren aandacht op de
klassenraden. De titularis brengt de boodschappen van de klassenraad over aan
de leerlingen. Heel wat leerlingen hebben mij deze week getrakteerd op
dankbare, lachende ogen. Een paar lesuren lang heb ik tranen gedroogd, mee
gezocht naar manieren om er alsnog een geslaagd jaar van te maken. Tussendoor
zo lijkt het wel - heb ik mijn eigen
kinderen naar school en huis gebracht, hen bijgestaan bij het maken van hun
huiswerk, naar hun verhalen geluisterd en genoten van de blije complimentjes
wanneer ze smikkelden van het avondeten.
En de hele week lang droeg ik in gedachten een beeld met mij mee. Een tekening van een gebouw. Ik stel vast
dat ze me niets zegt. Werkelijk niets. Of misschien stel ik vast dat ze zoveel
zegt. Alleen zegt ze niets over zichzelf
maar wel over mij. Ik ben moe, zo moe. Ik ben leeg of is het vol?
Ze zat naast me. We bekeken haar nog onvolledige rapport op
groot scherm. De rode cijfers sprongen nog harder in haar gezicht dan normaal.
Haar mondhoeken die anders fier omhoog krulden trilden langzaam naar beneden.
Haar ogen volgden. De immer aanwezige sterretjes werden verdoezeld door een
mistlaagje. In een poging het positieve te benadrukken wees ik haar op haar
schitterende resultaten voor de taalvakken. Zelf een taalbeest zijnde ruik ik
soortgenoten van op grote afstand. Ze
keek me dof aan. Jammer dat ik daar goed in ben want eerlijk, mevrouw, talen
interesseren me niet. Ik verdoezelde een steek doorheen mijn taalhart. Bij
elke blik op het scherm leken de punten wiskunde en wetenschappen nog verder te
zakken. Ik doe dat zo graag, mevrouw. En geloof me, ik werk zo hard! Ik weet
het, meisje ik weet hoezeer je ervoor gaat. Precies daarom Ik zag de radars
in haar hoofd sloom bewegen op zoek naar een oplossing die ze niet wil
bedenken. Ik zag haar pogingen om in mijn ogen te lezen dat het allemaal wel
zou meevallen, dat het wel zou lukken als Helaas kon ik geen invulling voor
die als bedenken.