Jaja, met wat pijn in het hart verliet ik dan eindelijk Australie. Momenteel bevind ik me in Azie en alvorens ik hierover een aantal hoofdstukjes neerpen, geef ik jullie nog de laatste foto's die bij mijn vorig verslagje horen!
Een jaar na mijn aankomst in Australie is vandaag de dag aangebroken waarop mijn vlucht uit Sydney vertrekt...
De laatste weekenhalf spendeerde ik mijn laatste dagen terug in Manly. Ik werd er verrast door de aanwezigheid van drie vriendinnen van vroeger, die zelfs na een jaar nog steeds Manly niet wilden verlaten. De hostel bleek nog niets veranderd: sfeer op en top. Mijn dagen vulde ik vooral met alles in orde te maken voor mijn vertrek en uiteindelijk kon ik alles van mijn lange lijst succesvol doorstrepen (visum Vietnam, 50 USD om het visum af te stempelen, vlucht Hong Kong- Vietnam, Hong Kong dollars, kleren naar huis sturen, vaccinaties, enz, enz.). Tussen dit alles door, vond ik ook de tijd om terug Palm Beach (cfr. Home and Away filmlocatie) te bezoeken! En EINDELIJK, wat me vorig jaar niet lukte, kon ik deze maal wel bereiken: ik woonde de opnames van Home and Away bij! Het draaide zo anders uit dan ik had verwacht. Ik had gehoopt alle acteurs er tegen het lijf te lopen, maar dat was dus niet zo. Slechts vier jonge acteurs waren er aanwezig om hun scene op het strand te voltooien. Tijdens de tweetal uurtjes dat ik mijn beste toeristengedrag uit mijn mouw schudde, was ik getuige van twee scenes die slechts een aantal minuutjes filmmateriaal zullen opleveren. Voor de fans: na zes maanden zal Romeo slecht spreken over Ruby , met als gevolg dat hij een blauw oog krijgt geslagen. Daarna zal hij een intiem gesprek hebben aan het strand met Indi! Alsof de dag nog niet mooier kon zijn, gebeurde er tijdens de opnames iets onverwachts. Opeens riep de regisseur: " Zie de walvissen spelen in de oceaan!" Ik spurtte naar de waterkant want ik zou voor geen geld de kans missen om de actieve Humpback Whales te zien springen in de oceaan. De Humpbackwalvissen migreren tussen juli en november langs de Oostkust van Australie. Ze kalven hier en voedde hun jongen op in de warmere waters alvorens terug naar de koude in Antartica te trekken. Het spectaculairste aan deze walvissen is dat ze ontzettend actief zijn. Zo zie je ze niet zomaar zwemmen in de oceaan (zoals de Southern Rightwalvissen die ik aan de Westkust zag). Neen, deze reuzen entertainen je met een mooie show: ze springen in de lucht en slaan met hun staart in het water. De vijf minuten dat ze zich toonden, vlogen razendsnel voorbij. Ja, die dag was zeker geslaagd.
Nu is het momenteel woensdagmorgen 27 oktober. Na dit verslagje vertrek ik naar de luchthaven van Sydney waar mijn vlucht naar Hong Kong om kwart voor twaalf vertrekt. Na negen uurtjes zal ik vanavond in Kowloon aankomen. Een update over Hong Kong volgt snel, beloofd!
Groetjes
Een weetje: Australie wordt steeds strikter en strikter met het uitgeven van working holiday visa's. Naar het schijnt krijgen Duitsers er geen meer omdat er te veel van hen reeds in Australie verblijven: drie miljoen!
Mijn laatste roadtrip zit erop... Gedurende twee weken verkende ik ditmaal de Oostkust van Australie, beginnende in Cairns, met een pauze in Brisbane, en als einddoel Sydney.
Tijdens het eerste deel van de trip reisde ik met de Duitsers Felix en Toni en de Australische Lachlan. Felix, Toni en ikzelf verlieten Cairns op dinsdagmorgen, 28 september. Na een kijkje te nemen aan de prachtige stranden van Elly- en Mission Beach, arriveerden we 's avonds in Townsville, waar we met Lachlan (en zijn vrienden) hadden afgesproken. We werden er hartelijk onthaald met een vrijgevige barbecue en hielden het gezellig tot in de vroege uurtjes. De volgende dag werden we rondgeleid in Townsville en reden we op Castle Hill waar we een adembenemend zicht kregen op de stad en het nabijgelegen Magnetic Island. Na een fish- and- chipslunch op het strand, besloten we ons op de baan te begeven. We belandden diezelfde avond in Ayr waar we de volgende dag op het strand doorbrachten, alvorens verder te rijden naar Airlie Beach. Airlie Beach is een klein vakantiedorpje, deel van het schiereiland dat de poort vormt tot de Whitsundays Eilandengroep. Ik keek zo ontzettend uit naar deze uitstap want de foto's die ik reeds op het internet had bekeken, voorspelden een waar paradijs: spierwit zand, azuurblauwe waters en eilandjes waar je maar kijkt. Lachlan en ik boekten een zeiltocht waarin een stop in Whitehaven Beach (het witste zand in de volledige eilandengroep) en een snorkelpauze aan het Great Barrier Reef werd inbegrepen. Onze verwachtingen lagen superhoog en waarschijnlijk daardoor voelden we op het einde van de dag een kleine ontgoocheling in ons binnenste. Het weer bleek die dag teleurstellend: de zon verstopte zich achter de wolken en de wind toonde hoe krachtig ze kon zijn. Daardoor waren de uitzichten minder spectaculair. Het was overduidelijk hoe ontzettend spectaculairder de omgeving zou worden met een stralende zon aan de hemel. Maar uiteraard bedierf het onze pret niet: 's avonds praatten we na over de leuke, nieuwe ervaring. Voor de rest van onze trip stond vooral de aankomst in Brisbane centraal, aangezien we een auto hadden gehuurd en die tegen een bepaalde datum in de stad afgeleverd moest zijn. We bezochten Agnes Water en de Town of 1770. Dit miniscule dorpje markeert de plaats waar James Cook in 1770 voor het eerst voet in Australie zette. We stopten ook in Bundaberg, bekend om de (in Australie) befaamde Bundaberg rum.
Dan arriveerden we in Brisbane, waar we een gezellige avond in de hostel doorbrachten, alvorens elk onze eigen weg te gaan. Ik amuseerde me opnieuw tijdelijk op mijn eentje. Het duurde ongeveer een week alvorens ik opnieuw een lift vond. Tijdens die week bekeek ik allerlei bezienswaardigheden in het stadscentrum en in de Southbanks. Wat me iedere keer opvalt in de grote Australische steden is dat je zo'n grote contrasten ziet. Men bouwt wolkenkrabbers waar men maar kan en het kan slechts enkelingen schelen dat die een kerk of cathedraal volledig omsingelen. Sommige graspleintjes rond de kerken moesten in het verleden zelfs plaatsmaken voor zo'n reuzengebouw dat zijn afstand niet wil houden. Interessant om te zien, dat wel...
Op maandag 11 oktober vertrok ik met de Nepalees Sam op weg naar Sydney, waar we een aantal dagen later al de geur van onvriendelijkheid en stress zouden opsnuiven. Onze eerste pauze namen we in het Miami Beach van Australie (dat beweren ze hier): de Goldcoast. De Goldcoast is een lange strook van stranden, begrensd door wolkenkrabbers (opnieuw) en met een ruim aanbod aan pret- en themaparken We stopten in Surfer's Paradise, de stad die deze omgeving het meest kenmerkt. Het weer bleef zich echter koppig en halsstarrig slecht gedragen zodat we er niet zo lang verbleven. De gierende wind deed ons namelijk bibberen van de koude zodat een rustig kuieren opeens niet zo aangenaam meer bleek. Het zorgde echter wel voor een fascinerend zicht op de oceaan, met golven die serieus lawaai maakten. Na Surfer's Paradise volgde Byron Bay, een klein hippiedorpje met een relaxte atmosfeer, waar ik gerust enkele dagen zou kunnen verblijven. De volgende dag ervoeren we een prachtige zonsopgang in het rustieke havendorpje Coffs Harbour en spotten we dolfijnen in de wilde waters van Port Macquarie.
Toen kwamen we in Sydney aan... en daarover volgt meer later!
In mijn vorig verslagje vertelde ik dat ik zo snel mogelijk naar Cairns zou vliegen. Dit plan veranderde echter toen ik in Broome twee vriendinnen uit Perth tegen het lijf liep: de Engelse Vicky en de Italiaanse Orietta. Het geluk lachte me toe want Vicky plande met haar net aangeschafte wagen naar Cairns te trekken!
De eerste drie dagen konden we het autorijden tussen drie verdelen want toen genoten we nog van Orietta's gezelschap. In Katherine verliet ze ons echter want daar nam ze de bus naar Darwin. Na een korte start met ons tweetjes besloten we te pauzeren aan een roadhouse in het minidorpje Mataranka want we hadden er immers drie legervrachtwagens gespot. We gaven onze ogen de kost en toen de legermannen aanzetten om te vertrekken, bleek er niets dat ons nog in het cafeetje hield. Dus we besloten onze rit ook verder te zetten. We startten de auto en ... niets gebeurde. We probeerden nog eens en ... niets. We probeerden en herprobeerden vruchteloos voor een vijftal minuten tot we radeloos opgaven. Twee legermannen zagen ons hulpeloos staan en kwamen een kijkje nemen. Ze waren beiden mechaniciens en na een halfuurtje kregen ze Fred, onze Ford Falcon Stationwagen, weer aan de praat. Wat een opluchting en wat een geluk! Ze vertelden ons dat ze al meerdere gestrandde backpackers uit de nood hebben geholpen en dat ze op weg naar Townsville waren, wat 300 km van Cairs ligt. Toen ze hoorden dat dat onze bestemming was, raadden ze ons aan om steeds een voorsprong op hen te nemen zodat ze ons terug konden helpen indien we langs de kant van de weg zouden belandden. En zo gezegd, zo gedaan. Er volgden vier lange dagen van veel rijden en weinig pauze. De auto heeft ons verder geen problemen meer opgeleverd en we arriveerden veilig en wel in Townsville om twee dagen later in Cairns aan te komen. Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen om van Broome tot Cairns te rijden in plaats van te vliegen. We reden namelijk door de Kimberly's, een beheuvelde, prachtige woestijnstreek, dat de moeite waard is om te passeren. En vaak werd de saaiheid van het rijden onderbroken door een kudde kanjers van stieren naast de weg of een kalfje op de weg (zie foto's).
Hier in Cairns is het nu straattheaterfestival en dat brengt een toffe sfeer in deze kleine toeristenstad. Elke middag wisselen jongleurs elkaar af om de voorbijgangers te entertainen met hun kunstjes! Ik geniet hier eventjes van de omgeving en hoop nu zo snel mogelijk een rit langs de oostkust te vinden!
Groetjes!
Een weetje:
Diezielfde dag dat onze auto het tijdelijk begaf, waren we genoodzaakt om een uurtje in het donker te rijden. Ik zat op dat moment achter het stuur en opeens zag ik lichtjes in de verte achter me. Ik vroeg Vicky: 'zie jij die lichtjes ook?' Ze antwoordde negatief. Enkele seconden later waren de lichtjes verdwenen. Tien minuten later zag ik ze weer en hetzelfde scenario speelde zich opnieuw af. De derde keer dat ik die lichtjes zag, vroeg ik haar dezelfde vraag. Ze antwoordde paniekerig: Ja, ik zie ze, dat is dus wel een truck die recht achter ons zit he! Oh sh*t, da's hier niet normaa! Ik keek in mijn spiegels en zag toen ook wat zij zag. In twee seconden tijd waren de deuren op slot en stond het nummer van de politie klaar in haar GSM. De gedachte dat de truck ons zou rammen, met alle gevolgen vandien, spookte als een nachtmerrie door mijn hoofd. Met een bang hartje keek ik nog eens in de spiegel. En toen... Toen zag ik het duidelijk... De truck bleek een gewone auto te zijn in de verte achter ons. De lichtjes bleven maar verdwijnen omdat we op en neer heuvels reden. Vijf minuten later zagen we een kampplaats dat we voor geen geld van de wereld wilden passeren.
Een tweede roadtrip zit er alweer op na de aankomst in het hete ministadje Broome. Na twee weken toeren langs de westkust en 3200 km meer op de teller kan ik nu de tijd nemen om wat ervaringen te delen.
Ditmaal trekte ik rond met de Duitsers Marthe en Malte. Ons eerste voorsmaakje bevond zich slechts enkele honderden kilometers van Perth: de Pinnacleswoestijn in Nambung National Park. Daar maakten we een ritje waarin we uitkeken op honderden kalkrotsen in een droge zandvlakte. We zetten onze tocht diezelfde dag verder naar Kalbarri. Onderweg werden we verbaasd door een roze (!) meer in Northampton. Dit vreemde fenomeen ontstond doorheen de tijd onder invloed van de betacarotene in het water. De aankomst in Kalbarri National Park startte een reeks van uitzondelijk mooie uitzichten die op onze weg zouden liggen. De zuidelijke kuststreek van het park kleurde onze huid rood tijdens onze tripjes naar Red Bluff Beach (prachtig strand), Mushroom Rock (een rots die dus echt op een champignon lijkt) en een aantal rustige uitkijkplekjes. We spotten er hier en daar een Southern Rightwalvis in de eindeloze oceaan. Dit zijn kanjers die tot 18 meter lang kunnen worden en 80 ton kunnen wegen! Daardoor waren ze makkelijk op te merken, zelfs vanop een verre afstand. De Southern Rights migreren tussen augustus en november naar de Australische westkust om er te kalven. Perfecte timing dus! De rivierstreek in het oosten van Kalbarri kon ons ook bekoren met een wandeling naar Nature's Window. Deze naam mag je letterlijk interpreteren: door een reuzegat in een rots kijk je neer op de rivier in een prachtige omgeving van groen en droogte. Het was pas na Kalbarri dat mijn persoonlijke hoogtepunten volgden. We reden de adembenemende werelderfgoedrit naar Shark Bay en bewonderden er uitzonderlijke plekjes.In Eagle Bluff keken we neer op de zeebodem door heldere, vlakke waters en een mini-eilandje, bewoond door een massa vogels. In Shell Beach liepen we op miljoenen schelpjes in plaats van zacht zand. In Hamilton Pool aanschouwden we de oudste levensvormen op aarde: stromatolieten. Toen arriveerden we in Monkey Mia, het dolfijnenresort. We relaxten er op het strand om opeens bezoek te krijgen van een aantal dolfijnen die een toertje maakten slechts enkele meters van het strand verwijderd. We trotseerden de volgende dag de regen om een dolfijnenvoeding mee te maken. We waren zelfs bij de gelukkigen die een vis in de lachende dolfijnenbek mochten stoppen! Een ervaring die me lang zal bijblijven! Vanuit Monkey Mia volgde Coral Bay, waar het Ninjaloo Reef start. Het rif is makkelijk te spotten doordat de helblauwe waters overschakelen naar een donkere kleur. Snorkelen bleek er echter teleurstellend door de wind en de golven die het zicht teveel vertroebelden. Maar we zagen rifhaaien op enkele meters van onze voeten zwemmen in het ondiepe water en dat maakte onze dag toch nog spannend! In Exmouth werden onze snorkelverwachtingen dubbel en dik ingelost in het Ninjaloo Marine Park. We zwommen er tussen de kleurrijke visjes in het paradijselijke Turqoise Beach (de naam liegt niet)! Dankzij de onderwatercamera van Malte kan ik jullie tonen hoe mooi het onderwaterleven ginds was! We verzamelden verder nog speciale schelpjes in Surfers Beach en keken uit op het wrak van de Mildura dat er in het verleden op de rotsen is vastgelopen. Na deze ontspannende strandbezoeken reden we een saaie, 600 kilometerlange, rit inland naar Kalbarri National Park, het paradijs voor avonturiers. We waagden ons aan een aantal lastige wandelingen die ons naar beneden de kliffen leidden. We trotseerden het water, waar we soms door moesten, soms ontwijken door op de kliffen te klimmen. We probeerden de spiderwalk, waar we met onze armen en benen ons probeerden veilig te houden van het water onder ons. Eerlijk gezegd, ik ben toch af en toe een beetje op mijn ongemak geweest. Een simpele misstap kan heel wat miserie en pijn opleveren. Maar we zijn er zonder ongelukken vanaf gekomen en met alweer wat nieuwe ervaringen in mijn rugzak! Eens aangekomen op onze bestemmingen onderaan de kliffen, konden we een verfrissende duik nemen in de natuurlijke waterplassen, waar we onze ogen uitkeken op de schoonheid van de natuur. De volgende dag arriveerden we in Broome. Dit is een kleine stad, die eigenlijk de naam stad niet verdient. Het is een toeristisch dorpje dat je naar mijn mening snel kan doorkruisen. Buiten het strand is er hier niet zoveel te doen, dus ik denk dat ik nu zo snel mogelijk naar Cairns vlieg. Van daaruit plan ik een nieuwe roadtrip via de oostkust naar Sydney, waar ik mijn vlucht naar Hong Kong neem op 27 oktober!
Weetjes: - Onderweg naar Kalbarri National Park moesten we dringend een kampeerplaats vinden, dus we besloten een zijwegje te nemen naar een heuvel. Toen we op de heuvel kwamen, keken we uit op een wit, verlaten strand. We reden ernaartoe en kampeerden daar, zalig! - We arriveerden een maandje te laat in Monkey Mia. Tot augustus is het immers het seizoen van de walvishaaien die er een aantal maanden verblijven en dan weer verdertrekken. Deze slome, ongevaarlijke haai is de grootste vis die er bestaat. Hij wordt gemiddeld acht meter lang, maar kan gerust 12 tot 15 meter lang worden.In Monkey Mia krijg je (weliswaar voor minstens 350 dollar) de kans om ertussen te zwemmen. Jammer dat ik niet meer de optie gehad heb om het te doen. Maar soit, ik heb tegelijkertijd een som uitgespaard om andere dingen mee te doen he! - We maakten een helrit mee toen we het Ninjaloo Marine Park verlieten. We spendeerden een half uur om twintig kilometers verder te raken omdat we constant werden opgeschrikt door kangoeroes. Ik denk dat we er op dat half uur minstens honderd hebben gezien, en ik overdrijf echt niet! Constant zaten ze langs de weg, waardoor we moesten vertragen want de stommerds springen gewoon op de weg, net voor de auto als het hen invalt. Mijn hart stond op meerdere momenten eventjes stil! - De woestijn zag er helemaal anders uit aan de westkust dan doorheen het centrum van Australie. In mei was het nog redelijk nat en de woestijn zag er nogal groen uit. Maar nu oogde de woestijn heel droog. Op sommige plaatsen zag je niets dan een bruine vlakte. We passeerden vele kreekjes en in geen enkel bespeurden we water. - Ik las in de West Australian (krant) een artikeltje over Belgie! Is het weer ruzie ja? Het artikeltje beschreef de woorden van Onkelinx waarin ze waarschuwde over de splitsing van Belgie! - Slecht nieuws dat opnieuw eens de risico's van de Australische wateren bewijst. Vorige maand is een Australische vader om het leven gekomen nadat hij tijdens het surfen in de benen werd aangevallen door een witte haai. Men kon hem uit het water halen maar hij is overleden op weg naar het ziekenhuis.Zo'n nieuws doet je toch eventjes denken hoor. Het gebeurde in een van de Perthstranden toen ikzelf nog in Perth verbleef. - De termen 'ver' en 'dicht' hebben voor mij een volledig nieuw begrip nu. Als ik nu zie/hoor dat er nog 300 kilometer volgt, denk ik spontaan 'oef, we zijn er bijna'! - Toen we bijna in Broome waren, passeerden we een weiland met wel duizenden koeien op! Echt, je zag koeien waar je keek! Ik heb dit proberen fotograferen: wat je op de foto ziet is nog niet de helft van hoe ver het uitstrak!
Na drie maanden in het gezellige Perth gewoond en gewerkt te hebben, is de tijd alweer gekomen om tot ziens te zeggen.
Twee weken geleden plaatste ik een advertentie op het internet met de vraag of iemand een lift naar het noorden aanbood. Ik kreeg reactie van de Duitse Marthe en na een middagje samen te spenderen, kennis te maken en onze plannen duidelijk te maken, besloten we op donderdag 26 oktober onze trip naar boven te starten. We rijden tot Broome of Darwin en vanuit daar misschien wel all the way to Cairns. Natuurlijk staan er tussendoor een aantal niet te missen plekjes op het programma. Ik heb er ontzettend veel zin in! Mijn geplande vertrek mocht ik niet vergeten in Outback Jacks mee te delen. En het bleek dat de timing nu toch wel een beetje verkeerd zat. In vertrouwen vertelde een van onze twee managers me namelijk dat de baas de ene manager wou ontslaan en mij haar taak wou laten uitvoeren. Alhoewel het een mooi aanbod was, heb ik geweigerd toen de baas me vroeg om toch niet langer in Perth te blijven! Ondertussen is het afscheid ginds al genomen en ben ik nu volop bezig me voor te bereiden voor de tweede roadtrip. Afgelopen zondag en maandag hebben Tyler en ik de hostelauto gehoord voor een tweedaagse doorheen het zuiden! We passeerden enkele kleine dorpjes waar niet echt veel te beleven viel, zoals Bunbury, Busselton en Dunsborough. Maar we kruisten ook enkele prachtige en avontuurlijke plekjes, zoals Margaret River, Augusta, Walpole en Albany. We proefden heerlijke kaas in de wijnstreek Margaret River alvorens we in Augusta, zonder veel geluk, naar walvissen speurden in Flinders Bay. Na een heuse rit kwamen we in het national park van Walpole aan waar we de bicentiall tree zouden beklimmen. Dit is een 65 meter hoge boom waarin ze een aantal metalen treden hebben gevijsd en een handleuning rond die treden hebben gehangen. Op die manier kan je die boom beklimmen tot op de top, met een rustplatform ergens ongeveer in het midden. Tyler en ik waagden ons aan tien treden en deden het al bijna in ons broek. De treden liggen immers redelijk ver uit elkaar en er is geen bescherming (zie foto). M.a.w. als je valt, beland je op de steenharde grond en de hele onderneming was duidelijk gevaarlijk dus we lieten we dat plan al snel varen. We belandden eventjes later toch tussen de toppen van de bomen tijdens de Tree Top Walk in de Valley of the Giants (zie foto's). Na deze spannende activiteitjes belandden we in Albany waar we opnieuw zonder resultaat de oceaan observeerden in onze zoektocht naar walvissen. Rond deze tijd migreren er immers reusachtige exemplaren langs de Australische westkust. Met een beetje geluk kan je Humpback Whales zien en dat zijn kanjers! Ik hoop er tijdens de trip eentje te kunnen fotograferen!
Ondertussen eindigt mijn jaartje in Australie. Mijn vlucht naar huis, met een tussenstop in Hong Kong, vertrekt op 27 oktober. Ik voel echter in mijn binnenste dat mijn tijd om naar huis te komen er nog niet is. Ik zit hier zo dicht bij al dat moois. Daarom heb ik na lang overwegen, besloten om op 27 oktober enkel mijn vlucht naar Hong Kong te nemen en de rest van de vlucht links te laten liggen. In plaats van naar huis te komen, zal ik Azie rondreizen voor een aantal maanden. Na Azie, als ik nog steeds de reiskriebels in mijn buik heb, vraag ik opnieuw een werkvisum aan, maar ditmaal voor Nieuw Zeeland. Ik zal geen jaar in Nieuw Zeeland verblijven want in vergelijking met Australie is dit een miniscuul land. Als mijn plannen realiteit worden, beland ik tegen juni-juli 2011 terug in Belgie!
Hoog tijd voor een update over de veranderingen in Perth...
De grootste, tijdelijke verandering werkte een week lang op iedereens humeur: het weer! Vorige week werden onze zachte zonnestralen verdreven door een irritante storm. Zes dagen lang zagen we de bomen van links naar rechts slingeren, werden we geteisterd door hevige regenval tijdens de wandeling naar en van het werk, belandden steeds meer warme truien in de was, smaakte een heet kopje koffie zoveel beter, voelde het warme donsdeken des te gezelliger aan en werd een boek sneller verslonden. Deze storm kwam en ging echter, zodat we nu overdag opnieuw de Australische wintertemperaturen van gezellig warm op onze huid kunnen voelen. Een tweede nieuwtje is er ook eentje van tijdelijke aard: mijn tweede job in het callcenter van ResearchPanel. Ik ben er kunnen starten op 28 juni, maar heb dit na een aantal weken toch opgegeven. Dat de job oersaai bleek te zijn en de mensen thuis je soms uitschelden, kon ik nog aan. Maar dat we daarbovenop nog eens ondankbaar werden behandeld op kantoor, was me op een gegeven moment zo teveel dat ik ben opgestaan en mijn ontslag heb genomen. Het ergerde me al enorm dat we 's voormiddags onafgebroken moesten telefoneren en naar het computerscherm staren voor vier uur, terwijl het hier in Australie verplicht is om elke twee uur een pauze te geven in computergericht werk. Zeiden we ook maar een woord tegen een collega, dan werden we door de bazin toegeschreeuwd dat we moesten verderwerken. Maar de bazin zelf maakte constant praatjes met die enkelen die er al een langere tijd werken. Daarnaast arriveerde ze soms tien minuten te laat wat voor ons betekende dat we onbetaald moesten wachten. Toen ze me vorige week berispte omdat ik in twee uur twee maal naar het toilet geweest was, had ik er genoeg van en dat was ook meteen het einde van de job... No worries mate: ik krijg ondertussen iets meer uren in Outback Jacks en heb zaterdag alweer een probeershift als waitress voor een 16-urenpositie. Over 28 juni gesproken: mijn eerste verjaardag zo ver weg van familie en vrienden. Exact om 12 uur 's nachts werd ik verrast met een kamer vol ballonnen en verjaardagskaartjes die onderschept waren door een samenzwering tussen de manager en hostelgenootjes. Toen ik de volgende namiddag thuis kwam van werk stond er opnieuw een verrassing klaar: de ballonnen hingen nu op aan het buitenterras en op tafel vond ik een aantal cadeautjes met een kaart op mijn naam. 's Avonds kleurden mijn kaken knalrood toen ik werd getrakteerd op een verjaardagstaart met 24 kaarsjes, vergezeld door een luid 'happy birthday'- lied van de hostelvrienden. Ik heb ervan genoten! Naast de nieuwe vrienden uit de hostel, beleef ik ook een leuke tijd met de Outback Jack'scollega's. Het klikt supergoed tussen iedereen en we sluiten de werkavond soms af met een gezellige drink in een van de lokale pubs. Mijn feestmaanden zijn echter al lang achter de rug (cfr. Manly) en zeker hier houden de meesten het op een limiet want de prijzen liggen heel hoog. Voor de goedkoopste pint moet je in Perth zeven dollar neertellen! Gelukkig moet je niet altijd geld uitgeven om een leuke tijd te beleven. Afgelopen week hebben we eindelijk de tijd genomen om de stad eens ruimer te gaan verkennen. We hadden ervoor reeds Hyde Park bezocht, een mooi parkje met een gezellig meer. Dit verdween echter in het niets toen we een aantal dagen geleden een dag uitkozen om Kings Park te gaan bekijken. We wandelden vanuit Northbridge richting Perth centrum, om vervolgens vanuit de drukte onze weg te banen naar de Swan rivier. Daar relaxten we in het park alvorens een kijkje te gaan nemen naar de Swan Bell Tower, een moderne koper-en glastoren met 14de- eeuwse klokken uit Londen. De Blue Cat (een bus die gratis in en rond de stad toert) zette ons vervolgens af onderaan de heuvel waarop Kings Park zich bevindt. Na een steile klim van honderden treden, kwamen we in het reusachtige park aan waar we werden verwend met een indrukwekkend zicht op Perths centrum en de Swan River. We arriveerden er in de vooravond waardoor we niet voldoende tijd hadden om het volledige park te bezichtigen, maar dit volgt ongetwijfeld nog! Er valt namelijk heel wat te zien: oeroude bomen met reusachtige stammen en bovengrondse wortels, herdenkingsmonumenten uit de oorlog, botanische tuinen,... Je kan er eenvoudig een volledige dag genieten zonder ook maar een seconde verveeld te raken. Als laatste een update over de hostel. De eigenaar heeft de zaak een aantal weken verkocht aan Sunny, een Aziatische ondernemer. Onze angst voor een totale sfeerverandering bleek volledig onterecht toen Sunny hier een tijdje verbleef. Hij is zeer begaan met de plaats en wil enkel het beste voor ons. Hij verving al het keukenmateriaal met splinternieuwe kopjes, glazen, bestek, potten en pannen, rijstkoker,... De keuken zelf onderging een totale metamorfose waardoor we nu aangenamer ons eten kunnen bereiden. Het pleintje achteraan de hostel werd volledig ontruimd en heringericht met een kampvuur, zetels, een hangmat, planten,... Hij kocht graffitti zodat iedereen die wou zijn naam kon vereeuwigen op de muren. Daarnaast verwende hij ons wekelijks met een gratis, zelfbereid overvloedig avondmaal. En, vanaf nu krijgen we niet enkel gratis pannenkoeken 's morgens, maar elke avond gratis rijst, dinsdagavond gratis pizza en vrijdagavond een gratis currymaal. Daar eindigt het niet: op dinsdag krijgen we gratis vervoer naar de cinema als we een filmpje willen gaan bekijken. Amai, amai, verwende nestjes dat we hier zijn geworden!
En met dit laatste goede nieuws sluit ik hier mijn verslagje af!
Weetjes: - De Australische taal is toch iets speciaals. Ik vind het Australisch Engels persoonlijk heel lelijk en plat klinken. Daarnaast gebruiken ze allemaal constant van die typische, irriterende zinnetjes, zoals "good on yah" (wanneer je iets goed doet), of "no worries, mate" (wanneer je je verontschuldigt voor iets). Ook zeggen ze, in plaats van het normaalklinkende "thank you/ thanks", het onnozel klinkende "tah". En wat zowel vrouwen als mannen hier doen is vreemden aanspreken met "darling". Zo is het absoluut een normale zaak dat ik vaak het volgende te horen krijg in Outback Jacks: "thanks, darling; could I have another one, darling;...". Zelfs de baas en bazin spreken het personeel zo aan! WEIRD! - Outback Jacks heeft een nieuwe actie: eet daar en je mag terugkomen voor een '2-voor-1-diner'. Natuurlijk hebben wij goed voor onszelf gezorgd en onszelf zo'n kaartje afgestempeld zodat wij ook eindelijk eens het prijzige eten er kunnen proeven! Tyler en ik gingen er eten en betaalden slechts een derde van de rekening: mijn collega was zo vriendelijk het duurste maal te annuleren (moest normaal gezien het goedkoopste zijn) en me nog eens mijn 25% personeelskorting te geven erbovenop! Als startertje bestelden we de Skippy Dundee wat nu maakt dat ik ook voor de eerste keer kangoeroe en krokodil heb geproefd! Krokodil vind ik lekker, de kangoeroe was echter nogal bloederig en dat maakt mijn oordeel onbetrouwbaar! - Tijdens de busrit naar Kings Park zag ik een dolfijnenvin traagjes boven het water uitsteken om een seconde later al terug te verdwijnen. Men overtuigde me ervan dat het slechts mijn verbeelding was! Wat bleek gisteren: er bevinden zich inderdaad dolfijnen in de Swan River! Een poging tot foto's volgt ongetwijfeld! - Mijn angst voor krokodillen tijdens de roadtrip bleek helemaal terecht! Mijn mama kon me namelijk het volgende verhaal vertellen: een aantal weken geleden ging een groepje jongeren met een gids nachtzwemmen in een van de natuurlijke zwembaden. Een meisje uit de groep werd er aangevallen door een krokodil. Ze heeft dit niet overleefd want ze hebben enkele lichaamsdelen teruggevonden. Ik zou eens moeten uitzoeken hoe dit verhaal eindigt, want eerlijk gezegd, nachtzwemmen in the Northern Territory, is toch wel het stomste dat je kan doen! Ik vraag me af of er een menselijke beoordelingsfout is gemaakt door de gids, of door de mensen die de zwembaden veilig verklaren...
Exact een maand geleden ben ik hier in Perth geland na een vier uur (!!!) durende vlucht vanuit Darwin. Omringd door nieuwe vrienden voel ik me ondertussen al goed thuis in de Ozi Inn Backpackers te Northbridge.
Voorlopig is het nu gedaan met vakantie te nemen want het werk ligt in Perth voor het rapen! Twee dagen na het uitdelen van mijn cv's kreeg ik al een telefoontje van de steakhuisketen 'Outback Jacks' (www.outbackjacks.com.au). Ze nodigden me uit voor een probeershift waarop ik dankbaar 'ja' antwoordde. Na die probeershift kozen ze me uit voor de waitresspositie. Daar begint nu reeds mijn tweede werkmaand en ik geniet er echt van! De collega's zijn allemaal backpackers en met een aantal gekke Brazilianen ertussen zit de sfeer er steeds goed in! Jammer genoeg krijgt elk personeelslid slechts gemiddeld 15 tot 25 uur werk per week. Ikzelf werk drie tot vijf avondshifts, telkens van zes tot tien a elf uur. Met een parttimejob was ik echter niet tevreden temidden al dat werk, dus bleef ik mijn zoektocht verderzetten. Ik wil hier, nu ik kan, de kans grijpen om serieus te werken en een spaarboekje op te bouwen voor mijn latere rondreis doorheen de west- en oostkust. Onlangs is er iets nieuws uit de bus gevallen. Ik kan binnen een aantal dagen starten in een marketingbedrijf (de naam ontglipt me nu even). In het callcenter zal ik mensen opbellen en hen een enquete afnemen. Daar zal ik van maandag tot zaterdag werken van negen tot vier, on dan 's avonds klanten te bedienen in Outback Jacks. Ik hoop dit toch minstens een maand vol te houden, al besef ik wel dat dit lastig zal zijn. Maar het wekelijkse loon zal me wel kunnen motiveren, denk ik! Perth bevalt me wel. Het is de aangenaamste, kleine stad die ik tot nu toe hier bezocht heb. De stad is nog volop in ontwikkeling. Overal waar je kijkt, zijn er werken bezig. Straten worden hernieuwd, gebouwen worden gerestaureerd en vooral de wolkenkrabbers groeien steeds hoger en hoger. Toch hangt er hier een gezellige en toffe, sociale sfeer. Centraalgelegen in Northbridge, twee minuutjes wandelen vanuit de hostel, vind je een klein parkje met een reuzentv. Daarop tonen ze vanalles en nog wat, 24 uur lang, zeven op zeven. Momenteel staat de World Cup centraal. Elke avond (de matchen worden hier getoond om 21.30 en 02.30 uur) loopt het pleintje vol met voetbalfans en hoor je een uurenhalf lang gejuich of geboehoe. Ambiance troef! Momenteel ben ik een klein beetje jaloers op de Belgische temperaturen! Hier is immers de winter volop aangebroken. Begin juni begon het 's avonds wat frisser te worden maar overdag kregen we nog steeds twintig tot vijfentwintig graden. Nu zitten we echter in de koudste periode. Wanneer de zon verdwijnt, daalt de temperatuur tot vijf graden. Straalt de zon aan de hemel, dan krijgen we overdag toch slechts een absoluut maximum van twintig graden meer. Een trui wordt nu met andere woorden vereist!
Foto's volgen!
Weetjes: - Outback Jacks profileert zich een beetje als een sfeervolle countryplaats waar plezier troef is. Daarom moeten wij als personeel niet enkel een cowboyhoed dragen, we moeten onszelf ook af en toe een beetje belachelijk maken! Wil mijn klant een biefstukuitdaging aangaan, dan moet ik met een bel naar de tafel gaan, veel lawaai maken en schreeuwen dat de biefstukuitdaging begint aan die tafel, NIET LEUK! Wat we echter helemaal niet graag doen, gebeurt elke avond rond acht uur. Dan is het loterij en kan de winnaar zijn maal terugbetaald winnen. De baas duidt een personeelslid aan die dan in het midden van het (groot) restaurant op een stoel moet staan, met de bel veel lawaai maken tot iedereen naar je kijkt en stil is, en dan roepen dat de loterij start om vervolgens de winnaar bekend te maken. En ja, ik heb dat toch al een goed aantal keren moeten doen, tssss! Is er een verjaardag, dan verzamelt al het personeel zich om al klappend van de bar naar de tafel te marcheren en een liedje te zingen. Dat valt nog het beste mee. Ik ben blij dat jullie dat allemaal niet kunnen aanschouwen! - Zowel op het werk, als in de hostel, doe ik mee aan een World Cup sweepstake. Dat is een soort weddenschap. Alle voetbalteams belanden op een briefje in een doos en voor tien dollar mag je twee teams trekken. Wint je team de finale dan win je al het geld in de pot. Ik heb volgende vier teams getrokken: Cameroon, Urugay, Portugal, Servie. Duimen vor Uruguay en Portugal alstublieft!!!
Darwin, de enige Australische stad die tijdens WOII werd gebombardeerd, een kleine stad aan een verraderlijke oceaan, een gezellige stad waarin ik vijf dagen heb rondgeneusd.
De aankomst in Darwin voelde als een ware verademing aan na drie weken van kamperen met weinig slaap door ofwel de koude of de hitte. We checkten met zijn allen in de Frogshollow Backpackers in. Die eerste namiddag namen we onmiddellijk een duik in het hostelzwembad en bleven er luieren tot we onze magen hoorden knorren. 's Avonds gebruikten we ons hostelticket voor een gratis en verbazingwekkend heerlijk maal in een lokale pub. Dat was het begin van een vijfdaagse, avondlijke traditie. Zeer goedkoop, ware het niet dat we na ons etentje telkens in de pub bleven plakken voor een aantal biertjes, praatjes en danspasjes. De rest van de korte week spendeerden we verkennend in de stad. Darwin is, net als Adelaide, nogal klein. Maar waar Adelaide niet echt een sociaal centrum bleek te hebben, heeft Darwin dit wel. In het centrale gedeelte van de stad vind je de Mall, waar je op je gemakje kan shoppen of een terrasje doen. Na een eindje wandelen kom je terecht aan Mindil Beach, waar we op zondag de avondmarkt bezochten. Na de gezelllige drukte zochten we de rust op aan het strand om er de magische zonsondergang te bekijken, heeeeeel mooi! We zijn niet meer teruggegaan naar dit strand omdat het te heet was en je er geen afkoeling kan vinden! Inderdaad, geen afkoeling in de zee in Darwin. De oceaan wordt hier namelijk bewoond door een gevaarlijk soort kwal. Een beet van deze stouterd op de verkeerde plaats kan onmiddellijke dood veroorzaken. En verstandig als wij zijn, wilden we in dit geval geen onnodige risico's nemen. Dag vier was een afscheidsdag: de eersten besloten hun eigen gangetje te gaan en vlogen die nacht naar Cairns en Perth. Toeval bleek dat een van de reisgenootjes een kanjer van een Queenfish had gevangen dus die belandde die avond op de barbecue. Een perfect laatste avondmaal! In de vooravond van dag vijf nam ikzelf dan afscheid want ik nam die volgende ochtend voor dag en dauw mijn binnenlandse vlucht naar Perth! Hier verblijf ik nu veilig en wel! Een update volgt snel!
Een weetje: In Darwin hebben de meeste hostels een klein zwembaadje voor hun gasten. Dit voelt echter niet als een luxe aan want de temperaturen voelen zo ondraaglijk aan dat je bijna gek zou worden zonder afkoeling. Als de hel ook maar een beetje als dit aanvoelt, ben ik nu voor eeuwig braaf!
Adelaide to Darwin: roadtripping door de Australische Outback!
Zondag twee mei: vier autos, zes Fransen, drie Duitsers, een Italiaan, een Nederlandse (en natuurlijk ook een Belgische), het begin van een roadtrip door de Australische Outback en Nationale parken. Drie weken en 4500 kilometers later arriveerden we hier in Darwin met een rugzak vol onvergetelijke ervaringen en beelden. Hier een poging tot het ordenen van mijnonvergetelijke herinneringen tot een verslag!
We hit the Stuart Highway, de verbindingssnelweg tussen Adelaide en Darwin, na een korte eerste kennismaking en na de aanschaf van massas pasta, rijst, bliketen (jammie), bananen, appels en (een klein beetje?) goedkope alcohol. Alice Springs en Uluru stonden als enige bezichtiging vast op het programma, maar dankzij de inbreng van 12 individuen namen we onderweg af en toe een afslag zodat we in plaats van een, meerdere hoogtepunten konden ervaren.
De Flinders Ranges National Park was er eentje van. In dit paradijs voor wandelaars en klimmers, verplichtten we onszelf St. Mary Peak te beklimmen. Na een drietal uur steil geklim, arriveerden we uitgeput op de kilometerhoge top. Het uitzicht deed ons ons afzien in een oogopslag vergeten. Warm ingeduffeld tegen de koude wind daarboven, smekten we onze boterhammen met kaas razendsnel naar binnen. Na onze afdaling kregen we te horen dat dit een heilige plek is voor de Aboriginals en ze de berg liever niet beklommen zien worden. Met een klein schuldgevoel en kapotte schoenen verlieten ik voldaan ons eerste Nationale Park.
Na de Flinders Ranges veranderde de omgeving al snel. We bevonden ons niet meer in de bewoonde wereld maar op een verlaten snelweg, omringd door (een redelijk groene)woestijn, die oneindig lijkt. We brachten een kort bezoek aan de raketoverblijfselen in Woomera, dat in 1946 de geschikte plaats bleek voor Britse raket- en nucleaire testen. Een bijzonder dorpje, Coober Pedy, kruiste enkele uren later ons pad. Tijdens het naderen van Coober Pedy ondergaat de vlakke woestijn een metamorfose: overal zie je grote gaten, gepaard met zandheuveltjes. De reden voor dit graven is het vuur in de steen: de opal, een kleurrijke schitterende steen waar men al graag wat geld voor inruilt. Niet alleen wij ontdekten dit speciale plaatsje. Internationale filmproducenten gebruikten deze omgeving voor hun end-of-the-world- films zoals Mad Max III, Ground Zero, Pitch Black en Priscilla, Queen of the Desert. Enkele achtergebleven attributen zijn daar het bewijs van, zoals het veel te grote ruimteschip uit Mad Max. De nacht overbrugden we op onze matras in een ondergrondse kamping. Omdat het er zo ondraaglijk heet wordt, bevinden vele huizen, en zelfs kerken, zich ondergronds ter ideale afkoeling.
Na deze toffe tussendoortjes waren we ondertussen al een week verder, want we spendeerden ook veel tijd op de baan. We hadden South-Australie veilig doorkruist en traden The Northern Territory binnen. Niet veel later zagen we in de verte waar onze ogen naar speurden: een KANJER van een rots, temidden in een zee van droogte. We betaalden haastig de ingang tot het Uluru-Kata Tjuta National Park en aanschouwden Uluru (Aboriginal naam), oftewel Ayers Rock (Engelse naam) tijdens zondondergang. We konden onze ogen haast niet geloven dat het waar was wat we hadden gelezen: je ziet Ayers Rock ECHT van kleur veranderen gedurende de zonsondergang. Waar het eerst bruin kleurt, verandert dit naar oranje om dan vervolgens omgetoverd te worden naar steeds dieper en dieper rood. Een memorabel zicht!De volgende ochtend stonden we om zeven uur al terug paraat in het park om dezelfde transformatie, in omgekeerde volgorde weliswaar, te kunnen aanschouwen. Daarna trokken we onze stapschoenen aan om de tien kilometerlange wandeling rond Uluru te voltooien. De rest van de dag spendeerden we aan en in Kata Tjuta, oftewel The Olgas. Dit is een verzameling van 36 reusachtige, ronde rotsen, die schouder aan schouder staan en zo mooie valleien vormen. Met onze stapschoenennog steeds te vriend, waagden we ons aan de Valley of the Winds- wandeling temidden deze rotsen. Een drietal uur later konden we ook bij de Olgas opnieuw de magische kleurverandering bewonderen tijdens zonsondergang. Met alweer een reeks prachtige beelden rijker verlieten we het park en sloten we de avond af met een traditioneel kampvuur, niet zo smakelijk avondmaal en gitaar vergezeld met gezang.
De volgende dag arriveerden we in de levendige outbackstad Alice Springs. Dit is een mooie, traditioneel ogende stad met een jammer probleem. Vele Aboriginals dwalen doelloos rond of zitten de hele dag al drinkend in de parken. Na jarenlange onderdrukking voelde de overheid zich schuldig en besloten ze de oorspronkelijke inwoners een mooie maandelijkse uitkering te geven. Met gebrek aan een doel in hun leven, spenderen velen dit geld hier echter enkel aan alcohol, met alle gevolgen vandien. Als toerist krijg je vaak een gevoel van ongemak wanneer je alweer wordt aangesproken voor tabak of (alcohol)geld. Waarom dit in Alice Springs zon probleem is, ik weet het niet. Maar hier in Darwin ligt dit volledig anders. Hier mengen beide culturen zich met elkaar en is de reintegratie precies moeiteloos verlopen. Na het opladen van de batterijen in Alice Springs, mede dankzij McDonalds (mmmmm, een hamburger na dagen van pasta en rijst), verwerkten we opnieuw wat afstand op de Stuart Highway.
Na een afslag kwamen we bij Kings Canyon aan. Als wandelaars werden we hier beloond met indrukwekkende uitzichten tijdens de Kings Canyon Rim Walk, dat ons na een steile klim naar de top bracht, omringd door een surreeele, bruinrode omgeving. Een afdaling volgde en leidde ons naar de Garden of Eden, een natuurlijk zwembad, ingesloten door rotsen en groen. Een duik in het water deed ons haast bevriezen, maar het was het toch ongetwijfeld waard! Ik kan de schoonheid van Kings Canyon niet in woorden duidelijk maken, maar deze omgeving maakte achteraf gezien echt wel het meeste indruk op me!
Na deze afslag kwam het einde van de roadtrip stilaan in zicht. De laatste twee nationale parken die we wilden bezichtigen waren Kakadu en Litchfield. Deze bevinden zich echter een eind van Kings Canyon dus moesten we een aantal saaie dagen van autorijden overbruggen. Een aantal kleine plekjes bezorgden ons echter een aangename afwisseling. Zo bezochten we de beroemde Daly Waters Pub, een kitsch cafeetje, bezaaid met prulletjes die bezoekers er mogen achterlaten! Wij beschreven een T-shirt en maken nu ook deel uit van de decoratie! Mataranka, een aantal honderd kilometers verder, bracht ons afkoeling in de hitte die ondertussen steeds ondraaglijker begon te worden. We trokken de zwemkleren aan en sprongen in een natuurlijk warmwaterzwembad. We relaxten in helblauw water, met het geluid van ritselende bladeren op de achtergrond. De volgende morgen herhaalden we dit leuke scenario alvorens opnieuw verveeld te geraken op de Stuart Highway.
Kakadu, EINDELIJK! We keken zo naar deze climax uit! Dit is een van de mooiste nationale parken in Australie, gekenmerkt door zijn natuurlijke zwembaden met adembenemende watervallen. Deze climax veranderde jammer genoeg in een anticlimax toen we te horen kregen dat vele wegen en een aantal zwembaden in het park gesloten waren door de regenval. Normaalgezien begint het droog seizoen in het Noorden in mei, dus we dachten dat we een goede periode hadden uitgekozen. Locals konden ons echter vertellen dat er heel veel regen was gevallen voor die tijd van het jaar, waardoor sommige zandwegen in slechte conditie waren. Naast dat stonden de rivieren en meren nogal hoog, wat het de krokodillen zeer makkelijk maakt om vanuit de zee binnen te zwemmen en een smakelijk hapje van een aanlokkelijk toeristenlichaam te nemen. Onze teleurstelling werd al snel ingetoomd wanneer we de breathtaking zwemwaters te zien kregen. Telkens was er wel iets dat ons uren in die bepaalde plek hield: in het ene bad was het een boom waarvan we konden afspringen, in het andere bad de reuzewaterval en rotsen die het zicht schitterend maakte. Na twee dagen van zwemmen besloten we van omgeving te veranderen om nog wat meer te zwemmen! We trokken naar Litchfield, een kleiner en naar mijn mening minder indrukwekkend park, al zeggen de locals Kaka-dont, Litchfield do.Daar besloten we na een dag en een half te vertrekken na een schrik in het mooiste meer. We zagen een slang rondzwemmen in de ondiepe waters, wat eers wel leuk om te zien was. Het werd echter minder leuk toen we de slang in de diepere zwemwaters zagen glippen! Al vlug zag je niemand meer in het water! En dit was zo goed als het einde van de trip!
De tijd om de roadtrip te beeindigen was aangebroken, we konden het allemaal voelen! De laatste dagen was de hitte zo ondraaglijk dat het op ons humeur werkte. Omdat het nat seizoen in zijn verlenging was, voelde het nog steeds ontzettend doef aan. De kleinste inspanning, zoals een minuutje klimmen, deed het zweet letterlijk van je gezicht druppen. We voelden ons op geen enkel moment van de dag fris (behalve in het water natuurlijk), zelfs niet s nachts. Waar het in de woestijn ijskoud wordt na zonsondergang, koelt het in the Northern Territory niet af! Het kamperen werd met andere woorden een last. Moe, maar met een voldaan gevoel, reden we richting Darwin, waar we allemaal samen in een hostel incheckten!
Hier praatten we nog elke avond na over wat we samen beleefd hebben!
Weetjes, weetjes, en nog eens weetjes!
-Slaapkledij in de woestijn: twee paar kousen, een lange broek, een topje, een trui, nog een trui, nog een trui, twee dekens, En dan uiteindelijk nog een beetje koud hebben!
-Slaapkledij in de Northern Territory: niets En dan uiteindelijk nog veel te warm hebben!
-Nog nooit heeft een boterham met kaas me zo erg gesmaakt als na de kilometerlange klim alvorens St Mary Peak te bereiken.
-In Kakadu was zoveel gesloten omwille van krokodilgevaar! Maar na uren en uren krokodilspotting, bleven we op onze honger zitten! Toch hielden we een veilige afstand van riviertjes tijdens het kamperen! En dit bleek terecht! Een reisgenootje stond snachts op voor een plasje en zag tot zijn grote schrik opeens twee kanjers in de rivier duiken!
-Wie al een bittere haat heeft ten opzichte van vliegen, zal ongetwijfeld compleet gek worden in de woestijn. De vliegen komen met zwermen om je heen vliegen en je gezicht is nooit vrij van minstens zes exemplaren! Ons vliegennetje bleek op dat moment zeer welkom!
-Nog erger dan de vliegen, waren de bloeddorstige muggen. Zonder muggenspray red je het hier niet. Op een bepaald moment voelde ik de ene steek na de andere op mijn blote benen. Ik scheen de lamp naar beneden en telde in totaal negen exemplaren!
-Tijdens het kamperen hadden we af en toe prachtige zichten: een spierwit zoutmeer, een mistige heuvel, miniriviertjes,
-Baramundivis is een lokale specialiteit en tevens heerlijk!
-Plan op voorhand wanneer je moet bijtanken want soms vind je onderweg niets voor een paar honderd kilometers!
-In de Northern Territory krijgt de chauffeur gratis koffie in tankstations, een initiatief van de overheid om vermoeidheid tijdens het rijden wat tegen te gaan! Nooit vroeg iemand zich af hoe vier autos twaalf chauffeurs tegelijkertijd kon hebben!
-De vrachtwagens, aka roadtrains, zijn stoere ogende exemplaren!
-Op een zekere avond vonden we geen overdekte kampeerplaats tijdens de stortregen. Wat we wel vonden was een ruim publiek toilet dus besloten we daarin te slapen. Probleempje: het toilet hing vol met spinnen! Ik heb die avond in de auto geslapen!
-Over spinnen gesproken, Australie kent hier reuzenexemplaren! Tijdens een wandeling in de MacDonald Ranges zagen we de ene kanjer na de andere in de bomen hangen, GRIEZELIG!
-Het geloof van de Aboriginals zorgt voor een aantal prachtige verhalen. Hun geloof zegt dat de wereld zoals ze nu is, ontstaan is door de dieren en natuurkrachten. Zo is de Katherine Rivier ontstaan door de slang (ik ben haar naam vergeten) die er rustte met haar waterzakken en werd overmeesterd door een groep vogels die dorst hadden. Ze prikten echter de zakken kapot waardoor al het water wegstroomde en de Katherine Rivier ontstond.
-Ik heb geprobeerd om dit verslag niet te lang te maken! Dit is dus niet gelukt, al heb ik me serieus ingehouden! Ik kan hier gemakkelijk nog een aantal paginas neerpennen!
-Ik bespaar je deze miserie en zeg hierbij: tot later!
Meer dan een maand verstreken zonder nieuws, maar hier ben ik terug! Nog steeds gezond en wel, nog steeds veel plezier! Een verslagje vanuit Adelaide, South Australia!
Yes, ik heb St. Kilda, Melbourne, uiteindelijk toch verlaten. Ik bleef er wat langer omdat ik opnieuw toffe mensen rond me had. Maar Melbourne werd doods omdat het winterseizoen aanbrak. Dus zette ik toch de stap... Na een tijdje gewerkt te hebben als promogirl voor het touragentschap Peterpans, gebruikte ik mijn welverdiende geld voor een busticket naar Adelaide. Na tien uur kwam ik er zondagmorgen om zes uur aan. Toevallig was Tyler, een Amerikaanse reisgenoot, hier ook beland! Samen met hem en zijn mama bezocht ik Kangaroo Island Dit is een prachtig eiland gekend om zijn natuur: woeste waters die met uitzonderlijke kracht tegen de rotsen slaan, zeehonden en zeeleeuwen, uniek wildleven, kleurrijke vogels,... We reden vele kilometers en putten ons fototoestel uit. Bij gebrek aan tijd kan ik niet veel meer over Kangaroo Island vertellen, maar ik verwijs graag naar de foto's (zie hieronder). Als kort besluit kan ik enkel zeggen dat dit eiland ontzettend de moeite waard is en ik raad het hier iedereen aan! Na twee nachten bevonden we ons op woensdag terug in Adelaide. Ik zei vaarwel tegen Tyler (die terug naar Melbourne trok) en was opnieuw op mijn eentje. Ik verkende de stad op donderdag en vrijdag en vond die persoonlijk niet echt de moeite. Adelaide is klein en levenloos. Ik besloot dan maar terug andere oorden op te zoeken. Ik bekeek vervoer en uitstappen naar Alice Springs en amai, ik was geschokt toen ik de prijs te horen kreeg! Ik bekeek dan de optie om een auto naar Darwin te brengen voor een automaatschappij, wat wel zeer goedkoop was. Een probleempje: ik was op mijn eentje en voelde me helemaal niet zeker op deze wegen. Ik liet dit idee dan ook maar vallen. Ik had me al neergelegd bij de gedachte dat ik misschien wat langer in Adelaide zou moeten blijven. MAAR, waarom ben ik dan zo gehaast momenteel? Wel, binnen een uurtje vertrek ik op roadtrip naar Darwin, samen met 12 medejongeren in 4 auto's!!! Heel toevallig kwam dit geschenk uit de hemel gevallen! Ik zag een sign op de hostelboard van een Frans koppel die naar Darwin reed. Ze nodigden anderen uit om hen met hun auto te vergezellen onder het motto: 'hoe meer volk, hoe leutiger!' Ik dacht bij mezelf: "Misschien hebben ze wel een plaatsje vrij in de auto", dus belde ik hen op! En ja hoor, dat was geregeld! In ruil voor mijn bijdrage in de benzinekosten werd ik de dertiende persoon in de groep. Het is nu zondag en we vertrekken om half tien op doorreis naar Darwin. We rijden langs de outback, passeren Alice Springs en zullen onze tijd nemen om overal te stoppen en te gaan sightseeing. We plannen binnen een drietal weken in Darwin te arriveren. Ik ben zooooooooooo blij!!! Vanuit Darwin zal ik dan naar Perth vliegen waar ik me opnieuw ga settelen en werken.
Tot binnen een maand met ongetwijfeld veel te vertellen en te tonen!
Weetjes: - Ik heb me hier echt gehaast dus mijn taal zal niet zijn wat het moet zijn: knijp een oogje toe! - Ik heb voor het eerst haai gegeten en het smaakte me! - Aan kangoeroe moet ik me nog wagen!
Na een maandje van arbeid werd het opnieuw tijd om te gaan sightseeing. Vooral voor Sam dan, want die vertoeft vanaf volgende week terug in Engeland. We verlieten de Whitfield Pub en zeiden onze goodbyes aan de ondertussen welgekende locals. De Great Ocean Road stond als nummer een op ons programma. Dat is een 300 km lange kustweg die bekend staat om zijn betoverende rotsformaties in de zee. Sam en ik huurden een van voor drie dagen en trokken op roadtrip. De eerste uren reed hij vooral; ik zag het niet zo goed zitten. Eens op de minder drukke Ocean Road, durfde ik me wagen aan het links rijden. Ging dat vlotjes? Geen commentaar... Laten we het zo zeggen: ik heb op die drie dagen slechts een vijftal uurtjes achter het stuur gezeten. We vulden onze dagen efficient in: we stonden op om 7 uur en gingen na zonsondergang slapen om geen daglicht te verliezen. De Great Ocean Road is prachtig van begin tot einde, en de uitzichten worden er steeds indrukwekkender op hoe verder de trip vordert. We passeerden Torquay en Anglesia, bewonderden de Erskine Falls in het mooie Lorne, campeerden voor de nacht in Apollo Bay, bezochten de lighthouse in Cape Otway en arriveerden tijdens dag twee in Port Campbell National Park. Dit was ongetwijfeld de climax van de trip. Toen we eindelijk de fameuze Twelve Apostels (jammer genoeg zijn er nu slechts vijf over) aanschouwden, werden we toch eventjes stil: wat een magisch uitzicht! In Port Campbell bekeken we ook nog de Loch Ard Gorge en London Bridge en dat was zo goed als het einde van de Ocean Road. Dat was dag twee dus we hadden nog de volledige volgende dag en nacht onze camperwagen ter beschikking. We bekeken de kaart en ontdekten dat we genoeg tijd hadden om ook de Grampians te bezoeken. Dit is een verzameling bergen gekend om zijn unieke fauna en flora, rotsformaties, watervallen en Aboriginal rotstekeningen. Na een rit van drie tot vier uur, kwamen we net voor zonsondergang in het centrum van de Grampians aan: Halls Gap. Dag drie leverde ook een aantal mooie beelden op. We bezochten McKenzie Falls, Reed Lookout, Borora Lookout en Bunjis shelter waar we een oude Aboriginal rotsschilderij konden bekijken. Ik zag mijn eerste koala en streelde zijn zachte velletje. We trokken fotos van de eerste hudde kangoeroes die we tegenkwamen. Overenthousiast probeerden we er zo dicht mogelijk bij te geraken. Wisten we toen veel dat we constant kangoeroes zouden tegenkomen voor de rest van de dag. Tijdens de avond moesten we zelfs serieus onze snelheid aanpassen want af en toe vind je ze op het midden van de weg. Na 1000 kilometers en honderden foto's eindigde onze roadtrip en kwamen we terug in St. Kilda aan.
Hoe ziet de nabije toekomst er nu voor mij uit? Mijn tijdelijk reisgenootje verlaat Australie dus ik ben opnieuw op mijn eentje. Hier in de Coffeepalace heb ik echter nieuwe vrienden leren kennen, dus ben ik geneigd om hier nog wat langer te blijven. So that means jobhunting again! Vind ik niet direct een job, dan wil ik mijn tijd hier niet verspillen en trek ik naar een andere stad.
Een kort berichtje over mijn ervaringen in Whitfield!
Mijn eerste week in de Whitfield Pub is achter de rug. De eerste twee dagen voelde ik me nogal onzeker omdat ik alles, en dan bedoel ik letterlijk ALLES, nog moest leren. Ik herkende geen enkele biersoort, behalve de geimporteerde Stella en Hoegaarden . Ik wist het onderscheid, noch de Engelse namen, van de bierglazen. Ik verstond de Australische gewoonte niet van het 'lege glas op de toog zetten' (d.w.z. 'ik maak er geen woorden aan vuil, geef me gewoon een nieuwe pint'). Achteraf gezien bleek die onzekerheid onnodig want vanaf maandag sta ik nu altijd alleen in de pub terwijl de eigenaars, Annie en Bruce, wat klusjes rond het huis opknappen. Heel veel klanten komen er nooit, met uitzondering van de locals en een aantal toeristen op doorreis. Ik hoef me dus niet dood te werken, integendeel! Ik geniet echt van deze job: relaxte atmosfeer, nieuwe ervaringen, vriendelijke mensen leren kennen,... Het is een ideale eerste barjob die me voor de rest van dit jaar ongetwijfeld nog van pas zal komen. Voorheen kon ik immers niet solliciteren voor barjobs omdat deze altijd ervaring vereisten. Daarnaast blijf ik maar telefoonnummers krijgen van mensen die me in een andere Australische staat aan een job kunnen helpen. Dat is altijd handig natuurlijk! In mijn vrije tijd lees ik want er is hier niets anders te doen. Het dorpje Whitfield kan ik beschrijven als een honderd meter lange straat met een aantal huisjes. Woensdag kregen we al een dagje vrij van de vriendelijke, zorgzame en oprechte Bruce en Annie. Ze raadden ons aan om de bus te nemen naar Warrangetta. Die bus komt slechts drie maal per week dus we moesten ervan profiteren. We verschoten ons een ongeluk toen we van de buschauffeur een handgeschreven briefje kregen ter bewijs van betaling (zie foto). We verschoten ons een tweede maal een ongeluk toen de bus opeens op de oprit van een huis reed (zie foto). Blijkbaar is het normaal dat de chauffeur eventjes stopt om een praatje te slaan met een buurtbewoner. De rest van de busrit keek ik uit op een prachtig stukje natuur (zie foto's): weilanden en heuvels everywhere in this middle of nowhereland! Na een uur kwamen we in Warrangetta aan om daar vast te stellen dat het centrum een blok van vier kleine straatjes is. Maar dit is voor de Whitfieldbewoners de dichtste vorm van leven, de plaats om je inkopen te doen want het lokale buurtwinkeltje is duur en heeft slechts een kleine productlijn. Kortom: ik stel het hier heel goed, geniet van de nieuwe ervaringen en kan de stilte en rust wel pruimen!
Hier een enthousiaste update over de laatste gebeurtenissen. Dit vanuit Whitfield, King Valley Whine Region, Victoria. In dit verslagje wat info over mijn laatste weken in St. Kilda, de reden van mijn verhuis, een aantal afsluitende weetjes en nieuwe foto's.
So... Zoals ik in vorig berichtje reeds vermeldde, was mijn grootste avontuur tot toen toe de Australian Open.Veel tijd voor sightseeing bleef er niet over aangezien ik druk aan het jobhunting was. Zo vlot verliep dat echter niet. Ik poetste wat in de hostel, wat me gratis accommodatie opleverde. Ik deed ook wat casual work, d.w.z. dat je ergens voor een dagje of twee gaat bijklussen. Maar een 'normale', full-time job kwam er maar niet op de proppen, wat me soms wat zorgen baarde. De zwarte wolkes verdwenen echter vorige week toen ik werd uitgenodigd voor een interview voor een salespositie in Victoria Electricity. Ik werd geselecteerd en mocht er afgelopen dinsdag een salesrep. observeren. Donderdag deed ik dan de trainingsdag die werd afgesloten met twee uur aan de telefoon. De zenuwen gierden door mijn lijf tijdens mijn eerste telefoontje en ik vermoed dat mijn supervisor dat opmerkte aan de trillende telefoonhoorn. Eindelijk had ik een full-time job te pakken! Maar ondertussen had Sam gereageerd op een jobadvertentie van het Mountainview Hotel te Whitfield (www.whitfieldhotel.com). Hij solliciteerde voor de job als chefkok en verwees Bruce, de eigenaar, door naar mij voor de barpositie. Ik verbloemde mijn CV lichtjes want ik heb geen ervaring achter de bar. Desondanks besloot Bruce me toch een kans te geven en nodigde me daarom uit voor een probeerweekend dit weekend. Na een treinrit van twee en een half uur pikte Annie, Bruces vrouw, me op in het station. Ze vertelde me over Ned Kelly (voor de nieuwsgierigen: zie internet) en na een uur in de auto kwamen we in de wijnstreek Whitfield aan. Ik werd naar de Whitfield Pub begeleid en er onmiddellijk voor de leeuwen gegooid. Deze leeuwen waren ontzettend angstaanjagend en vermomd in de vorm van: 1. een honderdtal verschillende drankmerken en -combinaties die me onbekend zijn, 2. volledig andere glazen dan in Belgie met namen waarvan ik nog nooit heb gehoord, 3. bier moeten tappen (wat ik nog nooit heb gedaan) terwijl de baas staat te kijken. Mijn gebrek aan ervaring kon ik dus onmogelijk verbergen. Totaal tegen mijn verwachtingen in vertelde Bruce me dat ik mocht blijven. Hij vond mijn omgang met klanten uitstekend en vertrouwde erin dat ik de zaken snel zou kunnen oppikken. JOEPIE! Victoria Electricity zal morgen (maandag) zijn nieuwkomertje al kwijt zijn. Ik zou gek zijn indien ik deze job niet zou aanvaarden want het is er eentje uit de duizend. Eentje dat niet zo vaak voorkomt en waarvan vele backpackers enkel kunnen dromen. We krijgen hier gratis onderdak en eten, wat de grootste kosten zijn. Daarbovenop krijgen we een uurloon betaald dat hoger ligt dan het gemiddelde. Dus sparen lijkt opeens niet meer zo onmogelijk, integendeel! Met zo goed als geen uitgaven, zal onze bankrekening kunnen aandikken. We zijn met ons g*t in de boter gevallen. Iets anders nu... De laatste week in St. Kilda was heel tof. St. Kilda festival vond plaats, wat naast een gay-parade, ook een grote massa mensen en verschillende activiteiten en bands naar het kustdorpje bracht. Daarnaast was het afgelopen donderdag ook nog eens ladiesnight in een lokale pub. En niet zomaar een ladies night, neen, eentje dat gehost werd door Paul O'Brien. Dit doet geen belletje rinkelen? Het volgende zal de Home-and-Awaykijkers ongetwijfeld wel bekend in de oren klinken: JACK HOLDEN, Summer Bay Police, lekker ding! Na een paar drankjes in de pub stapte ik erop af, sloeg een praatje, nog eentje, nog eentje en dan ... foto's!
Wist je dat: - I love Australia, - Whitfield een minuscuul dorpje is, het slechts 200 inwoners heeft, een klein buurtwinkeltje en een pub, - een drukke dag in de Whitfield Pub wil zeggen dat er bijna 50 klanten zijn geweest, - er hier geen GSMbereik is, - Engelse vrienden me serieus uitgelachen hebben om mijn rijbewijs omdat het slechts een stukje papier is en ze dit nog nooit hebben gezien, - een Engels rijbewijs dezelfde kaart is als hun ID. - meeste mensen Belgisch bier en chocolade kennen maar nog nooit van een frietkot hebben gehoord en niet begrijpen waarover ik spreek, - deze mensen niet beseffen wat ze missen!
I know, nu is er toch heel veel tijd verstreken alvorens ik hier nog iets van me liet weten. Dus... here we go again!
Met gemengde gevoelens heb ik Manly verlaten. Enerzijds voelde ik enthousiasme om andere oorden op te zoeken, anderzijds had ik het toch wel lastig om vaarwel te zeggen aan de nieuwe vrienden waarmee ik zo'n onvergetelijke tijden heb beleefd. Spijt heb ik echter uiteraard niet want er is nog zoveel te zien en te doen hier in Australie. Daarnaast verlieten de meesten onder ons het zinkend schip waardoor Manly Backpackers op een weekend tijd toch een vijftiental backpackers verloor. Zoals ik reeds vertelde, namen Sam en ik de kustbus naar Melbourne. Onze eerste stop, Wollongong, bleek de moeite niet echt waard. Het is een klein dorpje zonder veel leven en na twee nachten zetten we onze tocht verder. Als tweede stop kozen we Jervis Bay. Dat wordt gepromoot als een reuzachtige baai met de witste stranden en blauwste waters. Onze verwachtingen werden ingelost: het uitzicht op de baai was inderdaad indrukwekkend. Jammer genoeg verstopte de zon zich achter een aantal lelijke, grijze wolken dus besloten we na twee dagen opnieuw verder te trekken. We reizden rechtstreeks naar Melbourne omdat we onze kostbare tijd niet wilden verspillen aan plaatsjes als Wollongong. Onvoorbereid arriveerden we in het kustdorpje St. Kilda, na een vermoeiende busrit van zo'n dertien tergend trage uren. Onmiddellijk gingen we enthousiast op zoek naar een hostel. En bleek dat nu toch gemakkeijk tijdens de Australian Open! NIET DUS! De eerste hostels waar we informeerden, bleken volgeboekt tot minstens een week later. Dat bezorgde ons toch eventjes paniek. Alles eindigde goed en wel toen we toch een toffe en betaalbare hostel vonden.We verbleven er vijf dagen en verhuizden dan naar een goedkoper plekje, de Coffee Palace, waar we nu nog steeds verblijven. Heel veel heb ik hier tot nu toe nog niet beleefd omdat ik hard naar werk heb gezocht en wat dollartjes aan het verdienen ben. We verkenden de stad wat en ik merk toch een groot verschil met Sydney. In Melbourne heerst een meer relaxte sfeer en je kan ontspannen door het centrum slenteren. Al vind ik persoonlijk Sydney toch mooier met haar Chinese Gardens, Darling Harbour, Sydney Bridge, Opera House,... Mijn leukste avontuurtje in Melbourne was ongetwijfeld de eerste dag van de Australian Open. Omdat toen slechts de eerste wedstrijden plaatsvonden, bleken de tickets betaalbaar. Zo'n buitenkansje kon ik dus niet laten liggen. Ik kocht een ticket voor de Rod Laver Arena omdat Kim Clijsters daar speelde. Met dit ticket mocht ik in die Arena binnen (vaste zitplaatsen) en op de buitencourts. Jammer genoeg bleek dit ticket niet geldig voor de Hisense Arena (ook vaste zitplaatsen) en dat vond ik toch wel heel jammer want net daar speelde Justine Henin. Maar na drie maanden in Australie slaag ik ondertussen al ontzettend goed in het spelen van de onwetende, onschuldige toerist. Dus ik durfde een poging te ondernemen om ongezien tussen de rij wachtenden te glippen. Tegen mijn verwachtingen in, lukte me dat ook! Tussen 11.00 en 21.00 zag ik die dag volgende spelers aan het werk: Sharapova vs. Kirilenko, Kim Clijsters vs. Tetreault, Henin vs. Flipkens, Murray vs. Anderson, Del Potro vs. Russell, Wickmayer vs. Dulgheru, Rochus vs. Gonzales, Tof, tof, tof! Momenteel wordt het budget een beetje strenger beheerd. Ik zal nu proberen zoveel mogelijk te sparen zodat ik vanuit Melbourne naar Tasmanie en Nieuw Zeeland kan reizen. Vele backpackers vertelden me immers dat dat zeker de moeite waard is. Amai, ik zou zoveel willen doen en zien, maar jammer genoeg vliegt de tijd in sneltempo voorbij. Ik heb al geinformeerd naar een tweede, extra jaar. Voorwaarde voor het verkrijgen van een tweede visum is dat je minstens drie maanden seizoenswerk (fruitpluk) hebt verricht op een erkende boerderij. Dus hard werk staat ook nog op het programma!
Nog een aantal afsluitende weetjes: - ik heb een verschrikkelijke spinnenfobie, - nadat ik een huntsman (van: hunt = jagen :-/) zag op straat, vertelde een voorbijganger me dat die reuzachtige spinnen van twee meter ver op jou kunnen springen als ze zich aangevallen voelen. LAAT MIJ DIT AUB NIET OVERKOMEN! - er vallen me soms weetjes te binnen waarvan ik denk: 'die ga ik niet vergeten als ik nog eens op mijn blog schrijf'. Maar ik vergeet ze wel! - ik heb soms dagen waar ik iedereen echt wel hard mis!
Het is nu 11.34 plaatselijke tijd. Binnen een uur en een half verlaat ik Manly, samen met de Engelse Sam die ik hier heb leren kennen. We boekten voor een spotprijs de kustbus naar Melbourne. Die kustbus heeft het volgende principe: je krijgt drie maanden de tijd om naar Melbourne te reizen en onderweg kan je in elk plaatsje afstappen waar je wilt! Wij zullen onderweg een aantal dorpjes verkennen, met als eerste stop Wollongong. Dat ligt op slechts 2 uur rijden hier vandaan dus een lastige eerste busrit wordt het alvast niet. Eens aangekomen in Wollongong nemen we een kijkje om vervolgens te beslissen hoeveel nachten we er in een jeugdhotel zullen boeken. En zo zal het verlopen in alle volgende plaatsjes tot we in St. Kilda, Melbourne toekomen. St. Kilda is, net als Manly, een kustdorpje. We zijn van plan om ginds onmiddelijk werk te zoeken. Verloopt dat niet zoals we willen, dan trekken we richting centrum stad want daar verloopt het jobhunting toch iets makkelijker! Een vluchtig verslagje van de nabije toekomstplannen want mijn internettijd zit er helaas alweer op! In bijlage nog een aantal streekfoto's ter 'Manlyafsluiter'!
Oudejaarsavond in Sydney: een onvergetelijke ervaring! Hier een miniverslagje!
De 'avond' startte eigenlijk al 's middags. Rond 14.00 uur namen we met zijn allen de bus naar Ashton Park. Dat is een klein parkje op een heuveltje, met onderaan een gezellig strandje. Het bevindt zich ongeveer een kilometer van de Sydney Bridge. Dat maakt dat we in alle rust en gezelligheid op het strand konden genieten van onze picknick en wijn. En daar ben ik heel blij om want er bevonden zich 1,5 miljoen mensen (!!!) in de stad zelf. Met andere woorden: overdreven drukte alom ginds. Om 21.00 uur startte het opwarmingsvuurwerk dat we aanschouden in het water. We waren toen al serieus onder de indruk en konden niet wachten tot het middernachtvuurwerk, dat naar het schijnt ontzettend spectaculair is. Met een aantal nachtelijke zwempartijtjes doodden we de tijd. Eindelijk was het dan zover... 15 minuten waarin je onmiddelijk het onderscheid zag tussen toeristen en Australiers: waar de laatsten hun keel kapot schreeuwden, stonden wij sprakeloos naar de lucht en de Sydney Bridge te kijken! Zo'n vuurwerk heb ik nog nooit gezien! Ik zou het hier willen omschrijven, maar ik heb geen idee hoe! De foto's doen het vuurwerk totaal geen eer aan.