Drie dagen lang huppelde ik vanaf de vroege uurtjes rond in de streek waar Bruce Lee en Jackie Chan opgroeiden: Hong Kong. Ik werd van links naar rechts en voor naar achter geduwd in de drukbevolkte straten, maar slaagde er tussen al deze chaos door toch in om de prachtige bezienswaardigheden te bereiken.
In de avond van 27 oktober nam ik de typische Hong Kong doubledeckerbus naar mijn hotel in Kowloon. Alvorens ik de lift eindelijk kon betreden, zag ik die eerst drie maal naar boven en terug reizen terwijl ik ongeduldig wachtte in de krappe rij. Ik hapte naar adem toen ik de dertiende verdieping bereikte en de claustrofobische vierkante meter verliet die toen nog zes anderen als sardientjes in blik bevatte. Ik werd vriendelijk ontvangen en begeleid naar mijn privekamertje in ware Hong Kongstijl: kleiner dan piepklein. Ik startte een tochtje door de straten en geraakte hoegenaamd niet ver want ik moest me een baan dringen door honderden voorbijgangers. Hier is geduld niet alleen een schone, maar vooral een nuttige deugd. Ik merkte al snel op dat je de afgezette straten niet zomaar kan oversteken. Ik wandelde honderden meters en zocht vruchteloos naar een opening in de hekkens langs de voetpaden. Mijn speurende ogen spotten toen iets anders: de subway. Je wordt er steeds een halve tot volledige kilometer ondergronds geleid om tot je grote verbazing slechts aan de overkant van je beginpunt uit te komen. Ik zocht vroeg mijn bedje op, vol moed op de drie komende dagen.
Na een ochtend uitslapen, trok ik in de voormiddag naar de haven in Kowloon waar ik voor 25 eurocent de Star Ferry naar Hong Kong Island nam. Daar bezocht ik het Golden Bauhinia Square waar ik de Forever Blooming Bauhinia Sculpture en het verdergelegen Reunification Monument fotografeerde. Ik wandelde naar de westkant van het eiland en bezocht onderweg het omnette vogelpark waar ik stilletjes al dat groen afzocht naar een aantal kleurrijke, exotische examplaren. In de vroege namiddag nam ik de bus naar Stanley en passeerde ik het bekende en prachtige Repulse Bay. Eens in Stanley kocht ik mijn tweede reisdagboek op een lokaal marktje en bezocht ik de lokale trekpleisters zoals het maritiem museum, een tempel, enz. Terug in het centrum was het ondertussen hoog tijd voor het hoogtepunt van de dag: Victoria Peak. Ik nam de Peak tram naar de Victoria Berg waarop je een magnifiek zicht krijgt op de skyline van Hong Kong Island en Kowloon (de twee grootste eilanden van Hong Kong). De tram ging zo steil omhoog dat het net leek alsof de wolkenkrabbers onderweg serieus scheef stonden! Eens bovenaan bewonderde ik het buitengewone uitzicht tijdens daglicht, nam een pauze in Burger King, en bekeek het vergezicht opnieuw om een volledig ander beeld voorgeschoteld te krijgen: lichtjes, lichtjes, lichtjes en nog eens lichtjes! Ik sprak met enkele lokale Chinezen en die konden me vertellen dat ik geen betere dag kon hebben uitgekozen om Victoria Peak te bezoeken. Ik wilde dit eerst tegenspreken want ik vond het uitzicht nogal troebelig met wat aanwezige mist. Ik liet hen echter uitleggen dat het zicht die dag beter oogde omdat de invloed van de vervuilde lucht minder te zien bleek. Was ik eventjes mis! Na dit laatste uitje was mijn dag compleet en viel ik als een roos in slaap.
De volgende ochtend dreunde mijn nieuw wekkerdeuntje reeds om 07.00 uur door mijn GSM. Na een rustig ontbijt en aanschaf van een spotgoedkoop treinticket trok ik naar Lantau eiland. Ik voelde me lichtjes als in een futuristische film. De rails waren volledig afgesloten door glas en wachtend achter het glas hoorde ik de trein zelfs niet aansnellen. Eens de trein stilstond kreeg ik drie seconden om die te betreden alvorens de glazen deuren automatisch razendsnel dichtgleden en de trein al even rap met buitengewone snelheid verder racete.
Eens gearriveerd op bestemming, nam ik de Ngon Ping kabelbaan naar het dorp van Ngong Ping bovenaan de heuvel. Ik keek uit op Noord-Lantau, de Zuid-Chinese zee en andere mooie vergezichten alvorens na tien minuten de reuzenBoeddha in de verte tevoorschijn te zien komen. Tien nieuwe minuten later stapte ik uit mijn glazen transport en besloot eerst mijn nieuwsgierigheid naar het Po Lin Monastry de kop in te drukken. Ik kreeg meer te zien dan ik verwachtte: een grote tempel met versierde Boeddhabeelden, een centraal plein met een aantal prachtige poorten, exotische bloemen en vlinders, biddende Chinezen: gewoon een prachtige omgeving! Ik vervolgde dan mijn weg naar de Big Buddha en na een lastige klim omhoog arriveerde ik voor het kolossale beeld. Deze zittende Boeddha is het grootste zittende exemplaar ter wereld (or so they say). Ik gaf mijn ogen de kost alvorens mijn dag verter te zetten en het traditionele vissersdorpje Tai O op te zoeken. De lokale Chinezen wonen er in houten paalhuisjes en verdienen er de kost met hun dagelijkse visvangst. De geur van gedroogde en net verwerkte vis sloeg onmiddelijk in mijn neus toen ik de nauwe straatjes betrad. Ik bekeek de verkoop van een vis in een van de straatkraampjes: de klant wijst een vis in het bakje water aan, de vrouw neemt de vis en bewerkt die met een mes om het dan in een plastiek zakje met de klant mee te geven (voor waarschijnlijk minder dan een euro). Een minder smakelijk zicht... Ik had het kleine dorpje al snel gezien en arriveerde in de vroege namiddag terug in Kowloon waar ik een marktnamiddagje had gepland. Ik kuierde van de bloem- naar de vis- naar de vogel- naar de jade- naar de ladies- naar de lokale- naar de avondmarkt. De dag sloot ik af aan de haven, genietend van de Symphony of Lights, de werelds grootste permanente licht- en geluidsshow (cfr. Guinness Book of Records). De 44 gebouwen en wolkenkrabbers langs beide kanten van de haven creeeren samen een beeld van gekleurd licht, laserstralen en schijnwerper. Ze voeren een verbluffend en onvergetelijk spektakel uit op muziek en tekst dat de energie, geesteskracht en diversiteit van Hong Kong roemt. Na dit nachtelijke schouwspel kroop ik alweer vroeg onder de lakens want de volgende dag zou ik mijn vlucht naar Vietnam nemen.
Vooraleer deze levendige plek te verlaten, bracht ik mijn laatste ochtend door onder een stralend zonnetje aan de Avenue of Stars. Dit kilometerlange pad aan het water droeg men op aan de filmindustrie. Op het pad word je verwend met monumenten en sterren met de namen, handtekeningen en handafdrukken van acteurs. Bruce Lee interesseerde me niet zo erg, maar Jackie Chan staat opgeslagen op mijn camerageheugen.
Tegen de namiddag keek ik door mijn vliegtuigruitje omlaag naar Hong Kong, op weg naar Ho Chi Minh, Vietnam. Meer daarover later!
Groetjes!




















31-10-2010 om 00:00
geschreven door Elke 
|