Inhoud blog
  • Zuid-Thailand
  • Maleisie (en een dagje Singapore)
  • Tragisch nieuws uit Vietnam...
  • Thailand: deel 2: de queeste naar een nieuw visum.
  • Thailand: deel 1: van Oubon tot Kanchannaburi!
    Foto
    Zoeken in blog

    Inhoud blog
  • Zuid-Thailand
  • Maleisie (en een dagje Singapore)
  • Tragisch nieuws uit Vietnam...
  • Thailand: deel 2: de queeste naar een nieuw visum.
  • Thailand: deel 1: van Oubon tot Kanchannaburi!
    Down Under to Oriental
    Elke in Australië en Zuid-Oost Azie
    21-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thailand: deel 1: van Oubon tot Kanchannaburi!

    Op elf januari 2011 verlieten we Laos en ‘busten’ we vanuit Pakse richting Thailand. We kregen een gratis visum, geldig voor vijftien dagen. In deze twee weken zouden we vanuit Bangkok onze weg naar het Noorden en terug banen, alvorens het land tijdelijk te verlaten. Althans... dat was het oorspronkelijke plan...

    We werden gedropt in het Thaise grensstadje Oubon. Gedaan met de zandweggetjes of rieten hutjes; we waren terug in de 21ste eeuw beland: verkeer raasde voorbij op autosnelwegen, McDonalds terug binnen bereik, en 7-11‘s overal waar we keken. We trokken zo ver als we die dag konden geraken en dat bleek Nakhon Ratchassima te zijn. Daar spendeerden we de nacht om de volgende dag naar Ayutthaya te reizen. Ayutthaya was in de dertiende eeuw een welvarend Koningkrijk en we spendeerden er een gezellige dag al kuierend tussen de tempelruines.
    In de avond van dag drie arriveerden we in Bangkok. We werden door een vriendelijke taxichauffeur, die naar goeie gewoonte weigerde zijn meter te gebruiken en ons een aantal baht teveel aanrekende, aan Khoa San Road afgezet. Khoa San Road is DE backpackersstraat van Bangkok en omiddelijk kregen we vanalles aangeboden: cheap hotelkamer, cheap toekomstvoorspelling, cheap op maat gemaakt kostuum, alles cheap cheap! We maakten ons snel uit de voeten en checkten in een hotelkamer in. Later op de avond begaven we ons nieuwsgierig terug op de befaamde weg en genoten we van vers fruit en sap en deed Tyler, de fervente vleesliefhebber, zich tegoed aan een aantal kippenharten en -lever uit de lokale standjes. Geef mij maar een portie vegetarische noedels! Op een gegeven moment zagen we een speciaal karretje passeren, waar een aantal Thai naartoe spurtten (letterlijk)! We namen een kijkje en zagen een verzameling gedroogde insecten: sprinkhanen, larven, schorpioenen, wormen,... Tyler werd alweer nieuwsgierig en kocht een zakje bamboewormpjes. Hij proefde er eentje en erna begon zijn zak al snel te minderen. Ik werd ook nieuwsgierig en nam eentje voor mezelf. En inderdaad, het was helemaal niet slecht! Het heeft een luchtige textuur, alsof er niets binnenin zit. De smaak is nogal zout, zoals een zout pakje chips. De gedachte echter is minder aangenaam, dus ik hield het bij die ene proef. We spendeerden vier dagen in Bangkok en verveelden ons geen seconde! We bezochten de Grand Palace en de liggende reuzenBoeddha en keken onze ogen uit op de grandioosheid van beide bezichtigingen. De Boeddha was volledig in goud beplakt en de tempels in de Grand Palace blinkten in het zonlicht. We deden ons tegoed aan Thaise massages, die naar traditie nogal hardhandig aanvoelen. We bezochten de weekendmarkt, een van de grootste in Azie, en sloegen er een aantal goedkope slagjes. We zagen dronken jongelui zich belachelijk maken terwijl we ontbeten. We vaarden langs de rivier, enz. Veel te veel om allemaal op te sommen. In het kort: het was tof!
    Vanuit Bangkok trokken we naar Kanchanaburi, waar tijdens WOII duizenden krijgsgevangenen belanden. Daar werkten ze aan de ‘Death Railway’, zo genoemd omdat de meesten de erbarmelijke werkomstandigheden niet overleefden. De brug over de Kwairivier (zie film en lied: Bridge over the River Kwai) is tot vandaag toe een veelbezochte toeristische trekpleister. Onze hoofdreden om naar hier te trekken, was echter de ‘Tijgertempel’. Dit startte met een monnik die jaren geleden een verloren babytijgertje onder zijn hoede nam. Dit is doorheen de jaren zo uitgegroeid dat een groep getattoeerde monniken en een vijftigtal vrijwilligers nu zorg dragen voor 85 tijgers. Om dit allemaal te kunnen bekostigen, geven ze toeristen de kans om een kijkje te nemen en persoonlijk contact te maken met de tijgers. Ik keek naar die dag reeds uit sinds Australie, waar ik fantastische verhalen hoorde van andere reizigers. En de ervaringen stegen hoog boven mijn verwachtingen uit. Eens we de gronden betraden, zagen we een tiental grote tijgers en we kregen de kans om die te aaien. Je had ook de kans om, voor een prijsje weliswaar, een uurtje met de babytijgers door te brengen. We werden in een kleine groep bij deze pups gebracht en vanaf toen was elk individu in zijn eigen wereldje! We mochten de baby’tjes aaien en vastnemen en de iets oudere renden speels rond. Ze bleken allemaal een voorkeur te hebben voor onze rugzakken en handtassen, die doorheen de hele ruimte werden gesleurd. Na wat leek tien minuten, waren de 45 minuten om en kregen we elk een papflesje met melk dat we mochten voeden aan een pup. Wat een fantastische ervaring! Nu, de Tijgertempel krijgt nogal wat kritiek door mensen die beweren dat de dieren worden gedrogeerd en dat ze niet thuishoren op deze gronden. Ik vroeg echter verschillende vrijwilligers hoe het nu precies zat en die jongeren zweerden me dat ze nooit enige aanwijzing zagen van drugtoediening. Ik zag met mijn eigen ogen hoe actief de meeste tijgers waren en hoe ze zijn opgegroeid met mensen en die aanwezigheid kunnen verdragen. Daarnaast is men bezig met een ganse omgeving te creeeren waarin ze tijgerpups zullen leren overleven in het wild, met als doel ze vrij te laten in hun natuurlijke omgeving. Misschien is het allemaal zo slecht nog niet, aangezien de tijgers in Azie aan het uitsterven zijn! Eerlijk gezegd, deze ervaring zal me mijn hele leven bijblijven en ik ben blij dat ik dit kunnen meemaken heb en zonder een slecht gevoel achteraf!

    De tijd vloog zo snel voorbij dat we slechts zes dagen meer overhadden op ons visa en we hadden dus overduidelijk niet voldoende tijd om de rest van onze plannen te verwezenlijken, alvorens we verplicht werden Thailand te verlaten. We zochten naar een oplossing en hoorden dat je een ‘borderrun’ naar Myanmar kon doen. Blijkbaar oversteek je gewoon de grens en kan je, bij wijze van spreken, gewoon omkeren en een nieuw visum voor 15 dagen krijgen. Dit is nu het nieuwe plan dus we zien hoe dit uitdraait!









































    21-01-2011 om 00:00 geschreven door Elke  


    12-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laos: zuidwaarts!

    Sabaidee!

    Op de eerste dag van het nieuwe jaar verlieten we Vientiaene voor de tweede keer. Ditmaal leed onze weg naar het Zuiden...

    We kozen Tha Khaek als eerste stop na misleidende informatie die we in de Lonely Planet hadden gelezen. We wilden namelijk de fameuze Kong Logrot bezoeken en om daar te geraken, ontdekten we dat we een zeventigtal kilometer terug moesten reizen om in Ban Na Hin te belanden. Deze zeventigtal kilometer betekent in Laos een rit van tenminste twee uur en met een slecht humeur trokken we de volgende dag naar daar. Ons humeur sloeg echter onmiddelijk om toen we in Ban Na Hin arriveerden. We checkten in een gezellige kamer in en werden tijdens onze lunch vergezeld door speelse, nieuwsgierige kindjes. We lachten om honden die reuzevarkens van hun terrein verjaagden en toen we het restaurantje verlieten, liepen we tussen de koeien op straat. We bezochten de lokale markt en daar vielen onze ogen op een luguber standje. We zagen dode papegaaien te koop en een soort dier met een roodbruine pels. Ik dacht eerst dat het katten waren, maar het gezichtje was een beetje te scherp. Dan dacht ik dat het eekhoorntjes waren, maar daar waren ze te groot voor en hun staart was ook anders. M.a.w. geen idee wat het precies was of met welke reden men dit zou aankopen (lokale lekkernij?), maar een aangenaam zicht was het niet. De volgende dag storten we ons in het avontuur waarvoor we naar hier gekomen waren: de 7,5 kilometerlange Kong Logrot. We kwamen aan het water aan en stonden perplex van de omgeving: groenblauw water, omgeven door bergen en bomen, met waterbuffels die van de afkoeling genoten. We werden naar het kleine, houten bootje geleid en bij elke beweging begon dit te schommelen. Nog voor we begonnen te varen, zat ik al niet op mijn gemak. We vertrokken en zagen de opening van de grot dichterbij komen. Eens we de grot betraden, zagen we niets alvorens onze ogen zich een minuutje later aan het donker aanpasten. We vaarden een drie kwartier in de donkere ruimtes die soms kerkhoog waren, soms tunnelklein. Het voelde aan alsof we in een oude Star Trekset waren beland. De griezelige rit eindigde en ik was er niet rouwig om. Al was het de meest spectaculaire grot die ik ooit heb gezien, ik was soms een beetje te bang om ervan te kunnen genieten!
    We trokken diezelfde dag verder en probeerden zo ver te geraken als mogelijk. Dit bleek Savannakhet te zijn. We spendeerden er een dag en in dit dorpje zag ik voor de eerste keer een Laosklasje. Deze klas bevond zich gewoon tussen de huizen en winkels en het gebouw leek niet echt op een school. Een glimps binnenin toonde al onmiddelijk het verschil met de klassen die ik gewoon ben (zie foto).
    De derde stop werd Pakse, de basis voor zowel de 4000 Eilanden en het Bolavenplateau. De rit naar deze gezellige stad was hels. De volle bus pikte een twintigtal studenten op die op kleine stoeltjes in de middengang werden geplaats. Dit maakte dat het onmogelijk was om uit de bus te stappen tijdens een van de vele stops. Binnenin was het snikheet en een koude douche was een hemels geschenk toen we eindelijk in Pakse aankwamen. We trokken al snel naar Don Det, een van de 'Four Thousand Islands’ en genoten er drie dagen van de sereniteit aan het water. We huurden een fiets en trapten onze weg naar Don Khon via bobbelige zandweggetjes. We koelden af met een zwempartijtje in de Mekongrivier en genoten van heerlijke, exotische smoothies.
    We trokken erna wat hoger, naar het traditionele dorpje Tad Lo in het Bolavenplateau. Daar waren we omgeven door watervallen, jungle en locals die hun alledaagse leventje leidden. We fietsten langs een aantal minderheidsdorpjes en werden er constant begroet door enthousiaste kindjes die niet vaak toeristen tegen het lijf lopen. We gaven ze telkens een handje en telkens werd dit beantwoord met verlegen gegiechel. Ik had de moed om een lokaal schooltje te betreden en liep er toevallig de leraar Engels tegen het lijf. Ik vroeg of ik een les mocht bijwonen, maar de eerste les zou pas starten op het moment dat onze bus vertrok. De vriendelijke leraar reageerde ontzettend teleurgesteld en vertelde me dat hij me graag aan het werk had gezien om wat bij te leren. Ikzelf was waarschijnlijk nog meer teleurgesteld, want het zou ongetwijfeld een onvergetelijke ervaring zijn geweest. We wisselden emailadressen uit, en wie weet, misschien beland ik er in de toekomst wel terug!

    We trokken opnieuw naar Pakse om van daaruit de bus naar Thailand te nemen!

    Weetjes:
    - Overal, maar dan ook overal worden er in Azie schrijntjes geplaatst waar men kan offeren aan en bidden tot Boeddha: tussen boomtakken, aan een paal geketend, aan een straathoek,...
    - In Laos raakte ik verslaafd aan ’sticky rice’, rijst die aan elkaar plakt en zo een textuur krijgt waarop ik verlekkerd ben!
    - Zo goed als alle vrouwen blijven trouw aan de traditionele kledij en dragen een typische Laotiaanse rok die herkenbaar is aan de strook onderaan die een andere kleur draagt.
    - De natuur in Laos is gewoon buitengewoon en in plaats van die hier te beschrijven, laat ik gewoon de foto’s aan het woord.
    - Don’t: iemands hoofd aanraken, je voeten niet op een stoel plaatsen of dichtbij iemands hoofd want voeten zijn het vuilste deel van het lichaam, een monnik aanraken als je een vrouw bent, schoenen aanhouden bij het binnentreden van een winkel, huis of tempel,...









































    12-01-2011 om 00:00 geschreven door Elke  


    03-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laos: Centraal en Noord
    Laos, oh Laos, wat een welkome verademing na de chaos in Vietnams hoofdstad. Dit ‘Land of a Million Elephants’ is pas recent open voor toerisme en het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan: de ‘grote’ steden zijn klein en de dorpjes zijn nog authentiek met hun zandweggetjes en rieten of houten hutjes. Dit slaperige land met haar oranjegeklede monniken, groene rijstvelden en vriendelijke inwoners is, zoals ze er zelf zeggen, het juweeltje van de Mekong.

    Na 24 uur eindigde onze 'niet te lijken eindigen’ busrit vanuit Hanoi in Vientiane, de hoofdstad van Laos. Met een Zwitserse reisgenote Angie spendeerden we er slechts enkele dagen, want zoveel was er in Laos’ grootste, maar verrassend kleine stad niet te doen. Het Boeddhapark, een creatie van een ietwat gekke gelovige, sprong er voor ons als beste attractie bovenuit.
    We trokken met de bus naar het Mekongbegrensde Vang Vieng. Voor het eerst werden we genadeloos geirriteerd door de Laoscultuur (‘Relax, wat vandaag niet kan, gebeurt morgen dan. Te veel werk en stress is slecht voor de geest.’). Onze lokale bus van acht uur vertrok om kwart na negen (geen enkele bus die we later namen, vertrok binnen 45 minuten na vertrektijd)! De bus stopte constant om mensen op te pikken en herhaaldelijk stonden we tien minuten stil omdat een brommer of reuzenzak rijst op het dak moest geheisd worden. Plaspauzes worden in Laos gewoon gesignaleerd aan de buschauffeur, die vervolgens stopt aan het eerste, het beste struikgewasje. Mannen EN VROUWEN doen er hun ding. Oudere vrouwen hurken gewoon in het gras neer en binden hun sarong rond zich. Ze houden die behendig strak met hun tanden zodat ze hun handen vrij hebben om hun ondergoed naar beneden te brengen. Jongere vrouwen verschuilen zich in het struikgewas. De tweede plaspauze was ik genoodzaakt om de meute te volgen en ik zat hoegenaamd niet op mijn gemak tussen de andere vrouwen en half zichtbaar voor voorbijgangers die passeerden. Zo gaat het er echter aan toe, en een betere optie bleek er ook niet!
    Soit, 200 kilometer en vijfenhalf uur (!!!) later, arriveerden we in Vang Vieng, de plek voor toeristen die willen feesten! Hier spelen de cafeetjes de ganse dag afleveringen van Friends of The Simpsons, alvorens de muziek uit de luidsprekers barst. Marihuanaliefhebbers doen er zich ondertussen te goed van ‘happy’ milkshakes, cake of pizza. Een stukje gekheid dat niet past op het Laosstokje. De omgeving is echter buitengewoon: de bergen met verborgen grotten vormen een groen gordijn achter de met houten bamboebrugjes versierde Mekongrivier. We spendeerden er een aangename dag al wandelend door de weilanden in de bossen. Hier liepen we onverwachts een bevriend koppel tegen het lijf! We leerden hen in Ausralie kennen en zagen hen terug in Ho Chi Minh en Hoi An! Dit was nu de derde keer dat we elkaar terugzagen, zonder het te plannen! We bleven noodgedwongen twee dagen langer dan gepland in Vang Vieng, want mijn maag begaf het volledig! Onze extra voorzichtigheid met de Laosstandaarden had niet gebaat, en het was duidelijk dat het zelfs in restaurants opbletten geblazen was! Ik was zo ziek dat mijn maag in die twee dagen zelfs geen slok water konden binnenhouden. Mijn darmen vereisten op hun beurt dat het toilet zich in onmiddelijke nabijheid bevond.
    De rit naar Luang Prabang verwende ons met prachtige vergezichten terwijl de bus zich als een slak doorheen de bergtoppen voortstouwde. Eens aangekomen, zagen we met onze eigen ogen waarom dit stadje op de werelderfgoedlijst staat: indrukwekkende Boeddhistische architecteur in de blinkende tempels; de samenkomst van de Mekong en Nam Khanrivier; groene en bergachachtige omgeving,... We bewonderden er de tempels op de Phu Siheuvel en stonden de volgende ochtend reeds om 06.00 uur paraat om de offerande aan de monniken te zien. Langs de kant van de straat zaten mensen op een matje met bananen en rijst voor hen geplaatst. In het volgende uur kwamen zo’n vijf groepen van een twintigtal monikken voorbij om het eten te verzamelen in hun mand. Het was de moeite om daar getuige van te zijn! De rest van de dag spendeerden we genietend van de omgeving, samen met Angie, die we er terug tegen het lijf liepen.
    We trokken een aantal dagen later verder naar het Noorden en kwamen uiteindelijk in Nong Khiaw aan nadat onze bus het had begeven en een truck ons op bestemming bracht. In Nong Khiaw zagen we voor het eerst meer van het 'echte’ Laos: de rivier is de enige bron van water waar men zowel zichzelf als potten en kleren in wast. Iedereen helpt er mee in de huishoudelijke taken, tot de allerkleinsten toe! We hadden er een zonnige, gezellige Kerst in een rieten bungalow aan de rivier.
    We verlieten Nong Khiaw voor Phonsovan, de toegangspoort tot de ’Plain of Jars'. Op verschillende plaatsen in de regio vond men een verzameling van grote, stenen potten terug en men kan die tot op vandaag toe nog steeds niet thuisbrengen! Archeologen van over de wereld proberen dit fenomeen al jaren te verklaren! Laotianen beweren dat er reuzen leefden en deze potten hun huishoudelijke spullen waren. Historici menen dat een onbekend volk die potten er heeft geplaatst om er misschien rijstwijn of een andere vloeistof in te bewaren. Vanwaar ze de stenen echter haalden, blijft nog steeds een mysterie. Met dit in het achterhoofd, kregen we een mystiek gevoel toen we er rondneuzden! De pracht van de omgeving errond, maakte de ganse plek nog indrukwekkender!
    Een groot probleem in Laos, waar we vooral in Phonsovan mee geconfronteerd werden, is de grote aanwezigheid van onontplofte bommen. Tijdens de Vietnamoorlog dropten de Amerikanen er om de zeven minuten en de ontruiming ervan is tot op vandaag nog bezig. In de Plain of Jarslocaties werden we geleid door stenen op de grond die langs een kant rood en langs de andere kant wit waren beschilderd. Langs elke kant van de weg lag een steen en we moesten hoegenaamd tussen de witte kanten blijven! Dit gaf namelijk aan dat de grond waarop we liepen bomvrij was. De grond enkele meters naast onze voeten was echter nog niet tot in de diepte ontruimd.

    Vanuit Phonsovan wilden we onze weg naar het Zuiden werken, maar onze geplande route bleek gewoonweg niet berijdbaar voor bussen! Enkel brommers of bestuurders die geen zier om hun vierwieler geven, wagen zich aan die weg vol met putten van soms wel een meter diep! We waren genoodzaakt om terug naar Vientiane te trekken! We spendeerden er een rustig oudejaar want op Nieuwjaarsdag vervolgden we onze weg naar Zuid-Laos.

    Tweede Laosverslagje volgt!

    Weetjes:
    - Het is pas sinds eind de jaren ’80 dat Laos zijn grenzen opende voor toerisme en sindsdien weet men dit prachtige land sneller en sneller te vinden! Er is nog steeds weinig stedelijke ontwikkeling en je krijgt er een permanent zondaggevoel! Nu is de beste tijd om het land te bezoeken, alvorens het onvermijdelijk in de 21ste eeuw glipt!
    - In Laos is het niet ongewoon om een aantal dode miertjes in je rijst terug te vinden. Je kijkt er na een aantal keer niet meer van op!
    - Nog meer dan in Vietnam en Cambodja, lachen we hier om Engelse spellingsfouten. Op een menu staat dan bijvoorbeeld 'rice with lamP, rice with craP’.









































    03-01-2011 om 00:00 geschreven door Elke  


    17-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Zuid- tot Noord- Vietnam

    Xin Chao!

    Eens terug in Vietnam vervolledigden we dezelfde weg als het Top Geartrio (zie Top Gear, Vietnam Special). Wij namen echter een goeie maand de tijd en verkozen een spotgoedkoop open busticket boven een brommer. We werkten onze weg naar het Noorden en stopten in Mui Ne, Dalat, Nha Thrang, Hoi An en Hue alvorens in Hanoi terecht te komen.

    Net voor ons vertrek uit Ho Chi Minh leerden we ‘Mr. Wonderful’ kennen, die ons in Mui Ne de guesthouse van zijn broer ‘Mr. Perfect’ aanraadde. Bij aankomst werden we door deze sympathieke jongeman vriendelijk verwelkomd en het duurde niet lang alvorens we volledig in de vriendenkring werden opgenomen. We spendeerden er vijf toffe dagen die bestonden uit een afwisseling van strandbezoekjes, uithangen met onze nieuwe Vietnamese vrienden en het huren van een brommertje om de toerist te gaan spelen (vissersdorpjes bezoeken en af de witte- en rode zandduinen gaan glijden). De laatste avond in Mui Ne zal ik niet zo snel vergeten. Tijdens een van onze gesprekjes met Mr. Perfect vroegen we nieuwsgierig meer over de Vietnamese gewoonte om hond te eten. We kwamen te weten dat men hier niet allemaal van moet hebben, maar dat een groot deel van de (oudere) bevolking dit als een lekkernij beschouwd. Soit, hij is er een liefhebber van en ons gesprek deed hem watertanden dus riep hij zijn vrienden bij elkaar om naar het dichtbije hondenrestaurant te gaan. Wij waren uitgenodigd en na een aperitief van slakken hoopte ik ten stelligste dat ik op het menu niet enkel hond zou te lezen krijgen. NIET DUS! We zaten nog geen vijf minuten neer of het voorgerecht stond al op tafel (menu ginds was onbestaande): plakjes koud hondenvlees met een rand vet van een centimer errond. Men draait het in een groen blad en ik kreeg er een in mijn hand gestopt. Uit beleefdheid at ik dit op en geloof me, dit was niet gemakkelijk! Ik ben al geen vleeseter en walg van vet. Mijn eerste hap kreeg ik met moeite binnen. Daarna koos ik voor de korte pijn en stak ik de rest in een keer in mijn mond. Ik moest herhaaldelijk wurgen (zodanig verborgen dat niemand het merkte) en het duurde een kleine vijf minuten alvorens ik het eindelijk kreeg ingeslikt en me tegoed deed aan een aantal grote slokken rijstwijn. Het hoofdgerecht bleek iets minder, maar toch steeds onsmakelijk. Het was een stoofpot van noedels en hondenvlees met vet en been eraan. Mijn potje werd tot drie maal toe opgevuld, maar ik at enkel de noedels en smeet de vleesbrokjes ongemerkt in Tylers kommetje, die dit als fervente vleesliefhebber helemaal niet erg vond. Het duurde drie dagen alvorens ik terug vlees kon ruiken zonder te moeten wurgen: een klein traumaatje opgelopen, denk ik. Nu, eventjes een objectief woordje over het hondenvlees: het smaakt niet zo anders dan varkens- of koevlees eigenlijk. Ook is de textuur helemaal gelijkaardig. Over het voorgerecht zou je zonder probleem iemand kunnen voorliegen dat het rosbief is. Was de bereidingswijze niet zo op zijn Vietnamees (‘smijt gewoon alles in de pot’), dan zou mijn buikje waarschijnlijk wel zijn gevuld.
    Ook in het inlandse, groene Dalat maakten we Vietnamese vrienden. We boekten er een dag met twee Easyriders die ons door het platteland vervoerden op hun moto. We leerden bij in een groentenboerderijtje, koffieplantage, rijstwijn- en zijdefabriek en weverij. We bezochten een minderheidsdorpje, schrokken van de kracht van de Elephant waterval en lachten met de lachende Boeddha. Onze Easyriders waren zo begaan met ons en we lachten steeds meer af naarmate de dag vorderde. De twee volgende avonden vergezelden we hen met rijstwijndrinkpartijtjes, alvorens naar ons tweede kustdorpje te trekken.
    Nha Thrang kon ons niet zozeer bekoren. Het is meer een feestdorpje en veel is er niet te doen, naast je tijd te besteden op het strand of in bars of op een feestboot. We wandelden er naar de Cham Towers en passeerden onderweg een lokaal marktje. Op een gegeven moment passeerden we een kippenstandje waar men ‘dode’ kippen verkocht. Of zo dacht ik toch toen ik een grote rij kippen naast elkaar op de grond zag ligen, met hun poten en vleugels vastgebonden. Opeens zag ik een kip rechtstaan en vallen en toen ik een betere kijk nam, zag ik dat die arme diertjes allemaal in leven waren. De pijn waarin die beestjes waren, ik wil er niet meer aan denken. Om het nog erger te maken, zagen we even verderop een vrouw die net een twintigtal kippen had opgekocht (voor haar restaurant of weet ik veel waarvoor) en die hingen met hun pootjes vastgebonden aan de brommer vast. Geschokt zag ik de brommer uit mijn zicht verdwijnen. Enige positieve hieraan was dat die tenminste van hun miserabele leventje werden verlost.
    Na Nha Thrang belandden we in het gezellige kleermakerdorpje Hoi An. Dit was in de zeventiende eeuw een internationale handelshaven en je merkt er nog steeds de Chinese, Japanse en Europese invloeden in de nauwe, feestelijk verlichtte straatjes. In dit dorpje kwamen we, totaal onverwachts, een bevriend koppel uit Australie tegen! Daarmee gingen we wat 0,15eur pinten pakken. We bezochten er de Marble Mountains, waar men vroeger hun marmer vandaan haalde, en namen er een kijkje in de grotten en tempels.
    Na een nacht op de slaapbus arriveerden we in Hue, een historisch dorpje aan de Perfumrivier. Alweer gingen we sightseeen en deze maal stonden de overblijfselen van het Nguyen Keizerrijk op het programma, zoals de Citadel, wat pagoda’s en een aantal keizertombes. De moeite waard!
    Dan was het opnieuw gedaan met de rust want we kwamen in Hanoi toe. Het duurde twee uur om de laatste vijf kilometer te overbruggen want de bus raakte maar niet vooruit in de ophoping van honderden en honderden in het verkeer vastgeraakte brommertjes. Ons gezamelijk hoogtepunt in Hanoi was het bezoek aan het Ho Chi Minhmausoleum, waar we de revolutionaire Ho Chi Minh gingen bezichtigen. Het ging er allemaal beangstigend formeel aan toe. Camera’s en gsm’s moesten ingeleverd worden alvorens we beveeld werden een rij van twee te vormen voor de ingang. Pas na een sein mochten we langzaam beginnen stappen en werden we elke tien meter bekeken door strenge lijfwachten aan elke kant van de gang. Verboden te stoppen toen we het u-pad rond Ho Chi Minh bewandelden, wat maakt dat ik hem voor de volle tien seconden heb kunnen bekijken. Een interessante ervaring, dat wel! Erna namen we een kijkje in de vertrekken waar hij leefde.
    En dan volgden twee sublieme dagen in Halong Bay! Was Hanoi een vrouw, dan was Halong Bay haar chiqueste avondjurk! Na een bezoek aan de Australische Whitsundays dacht ik wel te weten wat te verwachten. Was ik eventjes mis! De tweeduizend groene eilandjes van Halong Bay zijn gewoon stukken indrukwekkender! We kregen alle ingredienten voor onze heerlijke cocktail: een stralende zon aan de helderblauwe hemel, een gezellig dekterras, toffe reisgenoten, heerlijk eten, kajakken, grotbezoek, vrije namiddag op Cat Ba Eiland,... Dit alles omring door een van de mooiste uitzichten die ik ooit heb gezien! De beste Vietnamafsluiter die ik had kunnen wensen!

    Ik was niet te rouwig om Vietnam te verlaten. Hoe langer ik er verbleef, hoe meer moeite ik had met de sfeer waardoor je wordt omringd (vooral in Ho Chi Minh en Hanoi dan). Er is altijd lawaai en je hoort constant luid getoeter van brommertjes en ander verkeer dat niet vooruitgeraakt. Ook word je als toerist constant lastiggevallen door verkopers die geen neen willen horen. Soms had ik het gevoel dat men toeristen er gewoon als een portefeuille beziet. Je moet constant alert zijn, want voor je het weet wordt je handtas van je schouders gerukt of gewoon geknipt (we kregen veel waarschuwingen van lief guesthousepersoneel). Ook mochten we nooit vergeten om vooraf een prijs af te spreken, want deed je dit niet, dan zouden ze misbruik van je nemen: een hoge prijs vragen en kwaad worden als je niet wou betalen (is ons niet overkomen maar we hoorden sterke verhalen). We werden zelfs gewaarschuwd om in het donker geen tuktuk of cyclodriver te nemen want de kans bestond dat ze je naar een afgelegen plekje zouden brengen om je vervolgens te beroven. Nu, tegelijkertijd hebben we ook fantastische mensen leren kennen die ons enkel gastvrijheid, vriendelijkheid en eerlijkheid toonden, dus generaliseren wil ik hier helemaal niet!

    Tot gauw!

    Weetjes:
    - In Vietnam was een rit op de slaapbus voorbij vooraleer we het wisten: we werden ‘s morgens wakker voor een guesthouse! Makkelijk!
    - In Mui Ne zagen we overal puppies! Dit leverde ons veel speelplezier op! Neen, ik vraag me niet af waarom we er zo weinig volwassen honden zagen.
    - In het hondenrestaurant in Mui Ne liep een Vietnamese Dog rond en net die honden worden er gebruikt voor het vlees. ONSMAKELIJK!
    - We moesten een dagje langer dan gepland in Dalat verblijven omdat het veel had geregend en de weg was versperd door afgevallen stuk berg.
    - Een rond punt is gemakkelijk gemaakt door een afvalberg op het midden van de baan te plaatsen (zie foto)!
    - Kokosnoosmelk is lekker! En je kan het hier overal krijgen, spotgoedkoop!
    - We spotten vele exotische, mooie vlinders!
    - We zagen geen helderblauw zeewater en dachten op den duur dat de foto’s getruceerd waren. Toen hoorden we echter dat er net een tyfoon was gepasseerd waardoor het water nog steeds grijsblauw zag. In Hoi An kregen we daar bewijs van: het zand lag nog steeds tweehonderd meter verder op weg!
    - De Vietnamese cuisine kijkt niet te nauw als het om vlees gaat. Kip krijg je vaak met huid aan en in de stoofpotjes vind je meer been en vet als vlees terug. Niet echt mijn ding.
    - In Halong Bay zag je een aantal waterdorpjes. Deze mensen leven in mini houten huisjes op een houten platform in het water en zetten nooit een voet op land.

    Nog een weetje over Cambodja:
    Een reiziger in onze guesthouse vertelde ons wat haar die middag was overkomen. Ze liep op straat in Siem Reap en werd opeens vergezeld door een zestal enthousiaste kindjes die speels haar omringenden, knuffelden en op haar sprongen. Slechts tien minuten later had ze haar portefeuille nodig om een souveniertje aan te schaffen. Je raadt het wel: portefeuille verdwenen! Ze vond de kleine diefjes terug en smeekte om haar haar portefeuille terug te geven omdat al haar belangrijke documenten er zich in bevonden. De sloebers vertelden haar dat ze ‘toevallig haar portefeuille hadden gevonden’ en gaven die terug met alles er nog steeds in... behalve haar vierhonderd dollar...









































    17-12-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    16-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..

     







































    16-12-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    13-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cambodja

    Cambodja is een land waarvan ik een voorproefje kreeg dat naar heel wat meer smaakt. We bezochten er de kleurrijke hoofdstad Phnom Penh en Siem Reap, de poort naar Angkor Wat. Tijdens onze tien dagen vakantie in vakantie voelden we in dit getraumatiseerde land een sfeer van gastvrijheid en optimisme.

    We arriveerden op drie november in Phnom Penh en stonden er verbaasd van de pracht en praal van de tempels. Waarschijnlijk zijn de meesten gloednieuw want tijdens het Khmer Rougeregime werd deze stad, zoals alle andere, volledig vernield. We kuierden er een dagje rond en namen de schoonheid van de omgeving in ons op. De dag erna kregen we de lelijkheid van het Cambodjaanse verleden in ons gezicht geslagen. We bezochten het Toul Sleng (S21) museum, een schooltje dat door de Khmer Rouge werd overgenomen en ingericht tot ‘heropvoedingsplaats’. In werkelijkheid betekende dit dat men er talloze onschuldigen folterde alvorens naar het nabije Killing Field te brengen. Het bezoek aan dit museum was ontzettend confronterend. Je zag geen onderscheid meer tussen de meeste klassen: het hele gebouw bestond uit cellen. In een aantal cellen stond een ijzeren bed in het midden. Aan de muur hing een afbeelding van de cel, met als enig verschil dat er een persoon aan het bed zat vastgeketend. Ook zag je honderden en honderden afbeeldingen van de mensen die er werden vastgehouden; de rij eindigde maar niet. Na dit museum vervolgden we onze weg naar een nog vreselijkere plaats: Phnom Penhs Killing Field. Daar werden meer dan 20000 mensen geexecuteerd en begraven in massagraven. De gevonden beenderen werden in een glazen gebouw geplaatst zodat deze niet vergaan en men de wreedheden niet kan vergeten. We liepen er langs de massagraven en lazen de borden die uitlegden wat op verschillende plekken gebeurde. Keer op keer moesten we serieus slikken. Het gaf een naar gevoel om op dezelfde plek te staan waar slechts een 35tal jaar geleden zo’n verschrikkelijke misdaden hebben plaatsgenomen.
    De volgende dag zaten we op de bus richting Siem Reap. We reden door het platteland en kregen er een glimps te zien van het arme leven daar. Men leeft er in kleine houten paalhuisjes en lijkt er geen elektriciteit of water te hebben. Men leeft van wat men kweekt en plant: een magere koe of varken, rijst en wat groenten. Eens in Siem Reap kwamen we constant in contact met de armoede die er heerst. Kleine kindjes (5 tot 12 jaar) komen naast je lopen om om geld te vragen en blijven je volgen tot ze iets in hun handje krijgen of teleurgesteld opgeven. Of je ziet kleintjes die postkaartjes of armbandjes verkopen voor een dollar. Een aantal keer kochten we fruit op de markt en kwamen kindjes ons vragen om hen een appel te kopen. Een keer kregen we een banaan als dessert op restaurant en ik gaf dat aan een jongetje die aan het verkopen was. Onmiddelijk begon hij die op te eten en een toekijkend jongetje vroeg me onmiddelijk: “Where my banana?” Mijn hart brak op dat moment want er was niets meer over en geen kraampje in zicht. Of je ziet een vrouw met een baby op haar arm en een leeg melkflesje. Nu, waarschijnlijk is het naief om te veronderstellen dat dit altijd oprecht is, maar kindjes om eten zien smeken, maakt toch wat duidelijk. Temidden al dit stoot je echter keer en keer op oprechte vriendelijkheid, interesse en gastvrijheid van de lokale bewoners.
    We checkten er in een guesthouse in en raakten er bevriend met de gastvrouw Sophea, die ons een fantastische dag tussen de Tempels van Angkor bezorgde. Angkor was tussen de negende en twaalfde eeuw de hoofdstad van het Khmerrijk. We zagen er in een lange dag de grootsheid van de (zelfverklaarde) zevende wereldwonder in de vele overblijfselen van de oeroude tempels. We startten om vijf uur ’s morgens aan Angkor Wat: de hart en ziel; het nationaal symbool van Cambodja. Jammer genoeg kregen we er onze postkaartfoto niet. Door de bewolking misten we de roodoranje achtergrond achter het donkere Angkor Wat met zijn reflectie in het water.Wat een zonde! De rest van de dag bleven we tempel na tempel onder de indruk van de creativie ambitie en spirituele toegewijdheid van toen. Mijn persoonlijke hoogtepunten waren het gothische Bayon en Angkor Wat, en de tempeldelen waar doorheen de tijd reusachtige bomen zijn ingegroeid. Ongetwijfeld een bezoek waard!
    Na enkele dagen relaxen met Sophea en medereizigers, trokken we terug naar Ho Chi Minh. De rit naar Phnom Penh bleek zo belovend: we installeerden ons op de slaapbus, in een dekentje ingewikkeld en met ons hoofd rustend op een zacht kussentje. Na vijf minuten beseften we echter reeds dat er van slapen niets in huis zou komen. De weg was zo ontzettend slecht (putten overal) dat we constant in de lucht werden geworpen. In Phnom Penh veranderden we van bus en van daaruit zou het voor mij op blote voeten zijn want mijn slippertjes (die we vooraan de bus moesten plaatsen) waren gestolen. Nachtrust kregen we op de betere weg echter wel en we kwamen in Ho Chi Minh aan voor we het beseften, uitgerust om te gaan slippershoppen!

    Weetjes:
    - De marktjes in Cambodja en Vietnam zijn soms de moeite om te zien. Men plaatst er de groenten en vlees op de tafels en de verkopers gaan er op de tafels gewoon tussenin zitten. Vlees bijvoorbeeld wordt er gewoon verwerkt terwijl ze er haast met hun blote voeten in zitten!
    - In Siem Reap kon je deugddoende vismassages krijgen. Je stopt je voeten in een bokaal met visjes en die zuigen de dode huidcellen van je. Wij hadden in onze guesthouse een minitank en ik maakte er graag gebruik van. Vooral sinds ik het gewoon was en het niet meer kriebelde.
    - In onze kamer stootte ik op de grootste spin die ik van mijn leven heb gezien! De poetsvrouw nam gewoon haar borstel en probeerde het uit de kamer te jagen! Dit lukte niet onmiddellijk met als gevolg dat de spin tussen onze rugzakken kroop. Ik zag het echter toch buitengeraken zodat ik de kamer weer kon betreden.









































    13-11-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    12-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen..




























    12-11-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    03-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ho Chi Minh (Saigon)

    Ho Chi Minh: een metropool die constant in beweging is, een plaats met uitputloze energie, de stad waar ik voor het eerst werd geconfronteerd met cultuurverschillen.

    De confrontatie sloeg me in het gezicht tijdens de taxirit vanuit de luchthaven naar district 1, het hart van Ho Chi Minh. Nog nooit nam ik zoveel verkeerschaos waar en nog nooit zat ik zo gestresseerd in een auto. Overal waar ik keek, zag ik enkele wagens en horden en horden brommertjes zigzag door elkaar rijden. Ik leerde al gauw dat de hoofdregel op de Vietnamese straten als volgt luidt: er zijn geen regels! De enige regelmaat die je er bespeurt, is het luide getoeter dat signaleert plaats te maken voor wie achter je zit gevangen. Het overgrote deel van de Vietnamezen negeert dit echter gewoon, wat tot gevolg heeft dat men er nog een groter zooitje van maakt en men zich in alle bochtjes wringt om toch maar vooruit te geraken. Ook verkeerslichten worden op dezelfde manier behandeld: negeren maar! Stel je eens voor hoe je de straat oversteekt in zo’n situatie. Don’t: wachten tot er een gaatje vrijkomt want dat gebeurt gewoon niet, de straat vliegensvlug oversteken want dan wordt je ongetwijfeld aangereden. Do: langzame stapjes nemen en de brommers de tijd geven om in te schatten hoe ze je kunnen ontwijken. Amai, on-ge-loof-lijk!
    Soit, Tyler en ik spendeerden hier zes dagen en dat was meer dan voldoende om de sfeer op te snuiven en onze selectie van bezienswaardigheden te gaan verkennen. Tijdens onze vele pogingen tot rustig kuieren naar onze doelbestemmingen, werden we constant tegengehouden door Vietnamezen die hier en daar een centje willen verdienen. “Hello, what you name? Where you from? Want tuk-tuk, want to buy banana, want to buy book, want to buy? Cheap, cheap. Cheap price for you miss.” Neen antwoorden bleek hier weinig impact te hebben, want men blijft naast je lopen om de prijs steeds interessanter te maken. Met echter wat overtuigingskracht in combinatie met een vriendelijk schouderklopje, lukte het ons meestal toch om met lege handen onze weg vijf minuten verder te zetten alvorens we opnieuw werden aangesproken.
    Aangezien we hier in Azie niet zelf kunnen koken, spenderen we ook wat tijd op restaurant (voor zo’n kleine drie euro per maal, inclusief colaatje). De temperaturen waren in Ho Chi Minh heel zacht waardoor we gezellig buiten konden eten en ondertussen het straatbeeld in ons opnemen. Overal waar je kijkt, zie je verkopers. Sterke, harde Vietnamese vrouwen dwalen de straten van ’s morgens vroeg tot in de avond af om groenten, fruit of kleren te verkopen die ze in grote manden over een stok op de schouder dragen. Anderen dragen een mandje op de hals met allerlei prullaria in zoals haarbandjes, nagelknippers, aanstekers, kauwgom, en weet ik veel nog wat. Jongere vrouwen verkopen bloemen of lotterijticketten en de mannen blijken goed te zijn in het geven van massages terwijl je op je eten zit te wachten. Of ze voeren je rond op hun brommer of cyclo: een fiets met vooraan een zitplaats voor een of twee personen. Vaak komen de verkopers die ik vooraf noemde in de restaurantjes en ook hier zijn ze zeer overtuigend. Ze tonen je alles wat ze hebben en zoals ik al zei: een ‘neen’ heeft hier weinig betekenis. Zolang je oogcontact blijft maken, blijven ze hun werk doen waardoor het wegkijken jammer genoeg vaak het enige is dat werkt.
    Een maal kreeg ik tijdens het dineren buiten mijn wil om een beeld te zien die ik als gevoelige dierenliefhebber helemaal niet wilde zien. We trokken naar een eetplaatsje op de markt waar ze vanalles op de barbecue gooiden. Ik zag de vissen, kikkers, krabben, kreeften, palingen,... in watertanken hun armtierige leventje leiden en wilde niet weten hoe ze aan hun eind komen. Opeens zag ik een vrouw een kikker nemen en ze wandelde met het hopeloos spartelende groene diertje in haar hand naar de betonnen plaats naast de barbecue. Voor ik het zag aankomen, gooide ze de kikker met een smak op de grond. Toen ik dacht dat de kust vrij was en ik mijn handen van voor mijn ogen wegnam, zag ik een handdoek op de grond geslagen worden. Mijn hoop dat de handdoek gevuld was met ijs werd al snel aan diggelen geslagen toen ik een vis eruit tevoorschijn zag komen. Dit was geen gezellig dinneetje en nog steeds weiger ik een plek aan de tafel dat uitkijkt op de keuken.
    De restaurantjes en drinkplaatsjes lijnen zich hier krampachtig naast elkaar. Vaak verhuisden we na ons maal twee meter verder om een lokale pint bier voor tien eurocent te drinken. Deze plekjes bevinden zich langs de straatkant en nemen zo’n vier vierkante meter in beslag waar men het typische Vietnamese ‘meubilair’ in past: kleine kinderstoeletjes van vijftien centimeter hoog met een bijpassend tafeltje van dertig centimeter hoog. Maar het werkt! En het is zelfs heel gezellig en sociaal, want je heb zo weinig ruimte dat je steeds plaats moet maken voor meer mensen en dit leidt al snel tot een tof praatje. Dit allemaal met een honderdtal elektriciteitskabels boven je hoofd! De elektriciteitskabels! Hoe ze erin slagen om dit te laten werken, ik weet het bijgod niet! Ik verwijs naar de foto, je zal wel zien wat ik bedoel.

    Volgend verslagje over Cambodja!

    Weetjes:
    - Hier in Azie moet je niet verwachten je eten op restaurant samen afgeleverd te krijgen, zelfs niet als je enkel met twee personen bent. Ze nemen je bestelling op en beginnen de twee maaltijden tegelijkertijd te bereiden. Wat eerst klaar is, wordt eerst afgeleverd. Bestelt de ene bijvoorbeeld een slaatje en de andere een stuk vlees, dan kan er wel een tiental minuten verschil tussen de twee zitten! Laat ons zeggen dat het zijn charme heeft
    - In Vietnam heerst er een belachelijk hoge importtax op auto’s, vandaar dat haast iedereen zich een brommer aanschaft. De brommer is hun enige transportmidden en werkelijk ALLES wordt erop vervoerd: van een volledige familie van vijf tot een baby tot een wasmachine tot een reuzenkerstman!
    - Je ziet haast geen vuilnisbakken op straat in Ho Chi Minh. De gewoonte hier is dat je de afval gewoon langs de kant van de weg gooit. De vuilniskar, een houten karretje die door iemand wordt voortgestouwd, komt dit elke avond verzamelen.
    - Wat zit het ‘verboden te roken in publieke plaatsen’ al goed ingeburgerd bij de Belgen. Hier in Vietnam mag je OVERAL roken en ookal ondervinden we dit constant, het blijft ongelooflijk raar aanvoelen en ik merk mezelf nog steeds om bevestiging vragen.
    - Vietnamese koffie: je houdt ervan of je wil er niet van weten! Ikzelf ben er niet zo’n fan van. Het is ongelooflijke straffe, dikke koffie en ook nogal zoet. Je krijgt het telkens met een minizeefje en moet toch een goeie vijf minuten geduld hebben tegen dat de koffie doorgelopen is! Geef mij hier maar een nescafe!
    - Iets typisch aan Azie is ook het afdingen. Er wordt constant van je verwacht dat je als koper de prijs naar beneden haalt. Vaak is het een tof spel waarbij men te hoog en te laag aanbiedt en dan met een aantal slappe lachjes tussendoor een prijs bereikt waarmee men beiden kan leven. Een instrument die telkens naar boven komt is het rekenmachientje. De verkoper typt een prijs in, de koper reageert speels geschokt en typt zijn prijs in, waarop de verkoper speels geschokt reageert. Amusant!
    - Een ‘must do’ in Ho Chi Minh is een bezoek aan het War Remnants Museum dat de oorlogsmisdaden, met zijn vernietigende gevolgen, in de Vietnamoorlog tentoonstelt. Het is ontzettend confronterend en je verlaat het museum met een slecht gevoel vanbinnen. Geen reden dit echter te ontlopen, want je leert er veel en het zet je aan het denken!





























    03-11-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    31-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hong Kong

    Drie dagen lang huppelde ik vanaf de vroege uurtjes rond in de streek waar Bruce Lee en Jackie Chan opgroeiden: Hong Kong. Ik werd van links naar rechts en voor naar achter geduwd in de drukbevolkte straten, maar slaagde er tussen al deze chaos door toch in om de prachtige bezienswaardigheden te bereiken.

    In de avond van 27 oktober nam ik de typische Hong Kong doubledeckerbus naar mijn hotel in Kowloon. Alvorens ik de lift eindelijk kon betreden, zag ik die eerst drie maal naar boven en terug reizen terwijl ik ongeduldig wachtte in de krappe rij. Ik hapte naar adem toen ik de dertiende verdieping bereikte en de claustrofobische vierkante meter verliet die toen nog zes anderen als sardientjes in blik bevatte. Ik werd vriendelijk ontvangen en begeleid naar mijn privekamertje in ware Hong Kongstijl: kleiner dan piepklein. Ik startte een tochtje door de straten en geraakte hoegenaamd niet ver want ik moest me een baan dringen door honderden voorbijgangers. Hier is geduld niet alleen een schone, maar vooral een nuttige deugd. Ik merkte al snel op dat je de afgezette straten niet zomaar kan oversteken. Ik wandelde honderden meters en zocht vruchteloos naar een opening in de hekkens langs de voetpaden. Mijn speurende ogen spotten toen iets anders: de subway. Je wordt er steeds een halve tot volledige kilometer ondergronds geleid om tot je grote verbazing slechts aan de overkant van je beginpunt uit te komen. Ik zocht vroeg mijn bedje op, vol moed op de drie komende dagen.

    Na een ochtend uitslapen, trok ik in de voormiddag naar de haven in Kowloon waar ik voor 25 eurocent de Star Ferry naar Hong Kong Island nam. Daar bezocht ik het Golden Bauhinia Square waar ik de Forever Blooming Bauhinia Sculpture en het verdergelegen Reunification Monument fotografeerde. Ik wandelde naar de westkant van het eiland en bezocht onderweg het omnette vogelpark waar ik stilletjes al dat groen afzocht naar een aantal kleurrijke, exotische examplaren. In de vroege namiddag nam ik de bus naar Stanley en passeerde ik het bekende en prachtige Repulse Bay. Eens in Stanley kocht ik mijn tweede reisdagboek op een lokaal marktje en bezocht ik de lokale trekpleisters zoals het maritiem museum, een tempel, enz. Terug in het centrum was het ondertussen hoog tijd voor het hoogtepunt van de dag: Victoria Peak. Ik nam de Peak tram naar de Victoria Berg waarop je een magnifiek zicht krijgt op de skyline van Hong Kong Island en Kowloon (de twee grootste eilanden van Hong Kong). De tram ging zo steil omhoog dat het net leek alsof de wolkenkrabbers onderweg serieus scheef stonden! Eens bovenaan bewonderde ik het buitengewone uitzicht tijdens daglicht, nam een pauze in Burger King, en bekeek het vergezicht opnieuw om een volledig ander beeld voorgeschoteld te krijgen: lichtjes, lichtjes, lichtjes en nog eens lichtjes! Ik sprak met enkele lokale Chinezen en die konden me vertellen dat ik geen betere dag kon hebben uitgekozen om Victoria Peak te bezoeken. Ik wilde dit eerst tegenspreken want ik vond het uitzicht nogal troebelig met wat aanwezige mist. Ik liet hen echter uitleggen dat het zicht die dag beter oogde omdat de invloed van de vervuilde lucht minder te zien bleek. Was ik eventjes mis! Na dit laatste uitje was mijn dag compleet en viel ik als een roos in slaap.

    De volgende ochtend dreunde mijn nieuw wekkerdeuntje reeds om 07.00 uur door mijn GSM. Na een rustig ontbijt en aanschaf van een spotgoedkoop treinticket trok ik naar Lantau eiland. Ik voelde me lichtjes als in een futuristische film. De rails waren volledig afgesloten door glas en wachtend achter het glas hoorde ik de trein zelfs niet aansnellen. Eens de trein stilstond kreeg ik drie seconden om die te betreden alvorens de glazen deuren automatisch razendsnel dichtgleden en de trein al even rap met buitengewone snelheid verder racete.

    Eens gearriveerd op bestemming, nam ik de Ngon Ping kabelbaan naar het dorp van Ngong Ping bovenaan de heuvel. Ik keek uit op Noord-Lantau, de Zuid-Chinese zee en andere mooie vergezichten alvorens na tien minuten de reuzenBoeddha in de verte tevoorschijn te zien komen. Tien nieuwe minuten later stapte ik uit mijn glazen transport en besloot eerst mijn nieuwsgierigheid naar het Po Lin Monastry de kop in te drukken. Ik kreeg meer te zien dan ik verwachtte: een grote tempel met versierde Boeddhabeelden, een centraal plein met een aantal prachtige poorten, exotische bloemen en vlinders, biddende Chinezen: gewoon een prachtige omgeving! Ik vervolgde dan mijn weg naar de Big Buddha en na een lastige klim omhoog arriveerde ik voor het kolossale beeld. Deze zittende Boeddha is het grootste zittende exemplaar ter wereld (or so they say). Ik gaf mijn ogen de kost alvorens mijn dag verter te zetten en het traditionele vissersdorpje Tai O op te zoeken. De lokale Chinezen wonen er in houten paalhuisjes en verdienen er de kost met hun dagelijkse visvangst. De geur van gedroogde en net verwerkte vis sloeg onmiddelijk in mijn neus toen ik de nauwe straatjes betrad. Ik bekeek de verkoop van een vis in een van de straat‘kraampjes’: de klant wijst een vis in het bakje water aan, de vrouw neemt de vis en bewerkt die met een mes om het dan in een plastiek zakje met de klant mee te geven (voor waarschijnlijk minder dan een euro). Een minder smakelijk zicht... Ik had het kleine dorpje al snel gezien en arriveerde in de vroege namiddag terug in Kowloon waar ik een marktnamiddagje had gepland. Ik kuierde van de bloem- naar de vis- naar de vogel- naar de jade- naar de ladies- naar de lokale- naar de avondmarkt. De dag sloot ik af aan de haven, genietend van de Symphony of Lights, de werelds grootste permanente licht- en geluidsshow (cfr. Guinness Book of Records). De 44 gebouwen en wolkenkrabbers langs beide kanten van de haven creeeren samen een beeld van gekleurd licht, laserstralen en schijnwerper. Ze voeren een verbluffend en onvergetelijk spektakel uit op muziek en tekst dat de energie, geesteskracht en diversiteit van Hong Kong roemt. Na dit nachtelijke schouwspel kroop ik alweer vroeg onder de lakens want de volgende dag zou ik mijn vlucht naar Vietnam nemen.

    Vooraleer deze levendige plek te verlaten, bracht ik mijn laatste ochtend door onder een stralend zonnetje aan de Avenue of Stars. Dit kilometerlange pad aan het water droeg men op aan de filmindustrie. Op het pad word je verwend met monumenten en sterren met de namen, handtekeningen en handafdrukken van acteurs. Bruce Lee interesseerde me niet zo erg, maar Jackie Chan staat opgeslagen op mijn camerageheugen.

    Tegen de namiddag keek ik door mijn vliegtuigruitje omlaag naar Hong Kong, op weg naar Ho Chi Minh, Vietnam. Meer daarover later!

    Groetjes!









































    31-10-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    30-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hong Kong: de rest van de foto's, want mijn blog doet weer ambetant.
    .


















    30-10-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    28-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Farewell Ozzie!

    Jaja, met wat pijn in het hart verliet ik dan eindelijk Australie. Momenteel bevind ik me in Azie en alvorens ik hierover een aantal hoofdstukjes neerpen, geef ik jullie nog de laatste foto's die bij mijn vorig verslagje horen!

    Tot gauw!



















    28-10-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    26-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een jaar later...
    Een jaar na mijn aankomst in Australie is vandaag de dag aangebroken waarop mijn vlucht uit Sydney vertrekt...

    De laatste weekenhalf spendeerde ik mijn laatste dagen terug in Manly. Ik werd er verrast door de aanwezigheid van drie vriendinnen van vroeger, die zelfs na een jaar nog steeds Manly niet wilden verlaten. De hostel bleek nog niets veranderd: sfeer op en top. Mijn dagen vulde ik vooral met alles in orde te maken voor mijn vertrek en uiteindelijk kon ik alles van mijn lange lijst succesvol doorstrepen (visum Vietnam, 50 USD om het visum af te stempelen, vlucht Hong Kong- Vietnam, Hong Kong dollars, kleren naar huis sturen, vaccinaties, enz, enz.).
    Tussen dit alles door, vond ik ook de tijd om terug Palm Beach (cfr. Home and Away filmlocatie) te bezoeken! En EINDELIJK, wat me vorig jaar niet lukte, kon ik deze maal wel bereiken: ik woonde de opnames van Home and Away bij! Het draaide zo anders uit dan ik had verwacht. Ik had gehoopt alle acteurs er tegen het lijf te lopen, maar dat was dus niet zo. Slechts vier jonge acteurs waren er aanwezig om hun scene op het strand te voltooien. Tijdens de tweetal uurtjes dat ik mijn beste toeristengedrag uit mijn mouw schudde, was ik getuige van twee scenes die slechts een aantal minuutjes filmmateriaal zullen opleveren. Voor de fans: na zes maanden zal Romeo slecht spreken over Ruby , met als gevolg dat hij een blauw oog krijgt geslagen. Daarna zal hij een intiem gesprek hebben aan het strand met Indi! Alsof de dag nog niet mooier kon zijn, gebeurde er tijdens de opnames iets onverwachts. Opeens riep de regisseur: " Zie de walvissen spelen in de oceaan!" Ik spurtte naar de waterkant want ik zou voor geen geld de kans missen om de actieve Humpback Whales te zien springen in de oceaan. De Humpbackwalvissen migreren tussen juli en november langs de Oostkust van Australie. Ze kalven hier en voedde hun jongen op in de warmere waters alvorens terug naar de koude in Antartica te trekken. Het spectaculairste aan deze walvissen is dat ze ontzettend actief zijn. Zo zie je ze niet zomaar zwemmen in de oceaan (zoals de Southern Rightwalvissen die ik aan de Westkust zag). Neen, deze reuzen entertainen je met een mooie show: ze springen in de lucht en slaan met hun staart in het water. De vijf minuten dat ze zich toonden, vlogen razendsnel voorbij. Ja, die dag was zeker geslaagd.

    Nu is het momenteel woensdagmorgen 27 oktober. Na dit verslagje vertrek ik naar de luchthaven van Sydney waar mijn vlucht naar Hong Kong om kwart voor twaalf vertrekt. Na negen uurtjes zal ik vanavond in Kowloon aankomen. Een update over Hong Kong volgt snel, beloofd!

    Groetjes

    Een weetje:
    Australie wordt steeds strikter en strikter met het uitgeven van working holiday visa's. Naar het schijnt krijgen Duitsers er geen meer omdat er te veel van hen reeds in Australie verblijven: drie miljoen!

    26-10-2010 om 22:57 geschreven door Elke  


    15-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.East Coast Australia
    Hallo iedereen!

    Mijn laatste roadtrip zit erop...  
    Gedurende twee weken verkende ik ditmaal de Oostkust van Australie, beginnende in Cairns, met een pauze in Brisbane, en als einddoel Sydney.

    Tijdens het eerste deel van de trip reisde ik met de Duitsers Felix en Toni en de Australische Lachlan. Felix, Toni en ikzelf verlieten Cairns op dinsdagmorgen, 28 september. Na een kijkje te nemen aan de prachtige stranden van Elly- en Mission Beach, arriveerden we 's avonds in Townsville, waar we met Lachlan (en zijn vrienden) hadden afgesproken. We werden er hartelijk onthaald met een vrijgevige barbecue en  hielden het gezellig tot in de vroege uurtjes. De volgende dag werden we rondgeleid in Townsville en reden we op Castle Hill waar we een adembenemend zicht kregen op de stad en het nabijgelegen Magnetic Island. Na een fish- and- chipslunch op het strand, besloten we ons op de baan te begeven. We belandden diezelfde avond in Ayr waar we de volgende dag op het strand doorbrachten, alvorens verder te rijden naar Airlie Beach.
    Airlie Beach is een klein vakantiedorpje, deel van het schiereiland dat de poort vormt tot de Whitsundays Eilandengroep. Ik keek zo ontzettend uit naar deze uitstap want de foto's die ik reeds op het internet had bekeken, voorspelden een waar paradijs: spierwit zand, azuurblauwe waters en eilandjes waar je maar kijkt. Lachlan en ik boekten een zeiltocht waarin een stop in Whitehaven Beach (het witste zand in de volledige eilandengroep) en een snorkelpauze aan het Great Barrier Reef werd inbegrepen. Onze verwachtingen lagen superhoog en waarschijnlijk daardoor voelden we op het einde van de dag een kleine ontgoocheling in ons binnenste. Het weer bleek die dag teleurstellend: de zon verstopte zich achter de wolken en de wind toonde hoe krachtig ze kon zijn. Daardoor waren de uitzichten minder spectaculair. Het was overduidelijk hoe ontzettend spectaculairder de omgeving zou worden met een stralende zon aan de hemel. Maar uiteraard bedierf het onze pret niet: 's avonds praatten we na over de leuke, nieuwe ervaring.
    Voor de rest van onze trip stond vooral de aankomst in Brisbane centraal, aangezien we een auto hadden gehuurd en die tegen een bepaalde datum in de stad afgeleverd moest zijn. We bezochten Agnes Water en de Town of 1770. Dit miniscule dorpje markeert de plaats waar James Cook in 1770 voor het eerst voet in Australie zette. We stopten ook in Bundaberg, bekend om de (in Australie) befaamde Bundaberg rum. 

    Dan arriveerden we in Brisbane, waar we een gezellige avond in de hostel doorbrachten, alvorens elk onze eigen weg te gaan. Ik amuseerde me opnieuw tijdelijk op mijn eentje. Het duurde ongeveer een week alvorens ik opnieuw een lift vond. Tijdens die week bekeek ik allerlei bezienswaardigheden in het stadscentrum en in de Southbanks. Wat me iedere keer opvalt in de grote Australische steden is dat je zo'n grote contrasten ziet. Men bouwt wolkenkrabbers waar men maar kan en het kan slechts enkelingen schelen dat die een kerk of cathedraal volledig omsingelen. Sommige graspleintjes rond de kerken moesten in het verleden zelfs plaatsmaken voor zo'n reuzengebouw dat zijn afstand niet wil houden. Interessant om te zien, dat wel...

    Op maandag 11 oktober vertrok ik met de Nepalees Sam op weg naar Sydney, waar we een aantal dagen later al de geur van onvriendelijkheid en stress zouden opsnuiven. Onze eerste pauze namen we in het Miami Beach van Australie (dat beweren ze hier): de Goldcoast. De Goldcoast is een lange strook van stranden, begrensd door wolkenkrabbers (opnieuw) en met een ruim aanbod aan pret- en themaparken We stopten in Surfer's Paradise, de stad die deze omgeving het meest kenmerkt. Het weer bleef zich echter koppig en halsstarrig slecht gedragen zodat we er niet zo lang verbleven. De gierende wind deed ons namelijk bibberen van de koude zodat een rustig kuieren opeens niet zo aangenaam meer bleek. Het zorgde echter wel voor een fascinerend zicht op de oceaan, met golven die serieus lawaai maakten.
    Na Surfer's Paradise volgde Byron Bay, een klein hippiedorpje met een relaxte atmosfeer, waar ik gerust enkele dagen zou kunnen verblijven.
    De volgende dag ervoeren we een prachtige zonsopgang in het rustieke havendorpje Coffs Harbour en spotten we dolfijnen in de wilde waters van Port Macquarie.

    Toen kwamen we in Sydney aan... en daarover volgt meer later!

    Daaag!








































    15-10-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    26-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vam Broome naar Cairns: 4000 km in een week!

    In mijn vorig verslagje vertelde ik dat ik zo snel mogelijk naar Cairns zou vliegen. Dit plan veranderde echter toen ik in Broome twee vriendinnen uit Perth tegen het lijf liep: de Engelse Vicky en de Italiaanse Orietta. Het geluk lachte me toe want Vicky plande met haar net aangeschafte wagen naar Cairns te trekken!

    De eerste drie dagen konden we het autorijden tussen drie verdelen want toen genoten we nog van Orietta's gezelschap. In Katherine verliet ze ons echter want daar nam ze de bus naar Darwin. Na een korte start met ons tweetjes besloten we te pauzeren aan een roadhouse in het minidorpje Mataranka want we hadden er immers drie legervrachtwagens gespot. We gaven onze ogen de kost en toen de legermannen aanzetten om te vertrekken, bleek er niets dat ons nog in het cafeetje hield. Dus we besloten onze rit ook verder te zetten. We startten de auto en ... niets gebeurde. We probeerden nog eens en ... niets. We probeerden en herprobeerden vruchteloos voor een vijftal minuten tot we radeloos opgaven. Twee legermannen zagen ons hulpeloos staan en kwamen een kijkje nemen. Ze waren beiden mechaniciens en na een halfuurtje kregen ze Fred, onze Ford Falcon Stationwagen, weer aan de praat. Wat een opluchting en wat een geluk! Ze vertelden ons dat ze al meerdere gestrandde backpackers uit de nood hebben geholpen en dat ze op weg naar Townsville waren, wat 300 km van Cairs ligt. Toen ze hoorden dat dat onze bestemming was, raadden ze ons aan om steeds een voorsprong op hen te nemen zodat ze ons terug konden helpen indien we langs de kant van de weg zouden belandden. En zo gezegd, zo gedaan. Er volgden vier lange dagen van veel rijden en weinig pauze. De auto heeft ons verder geen problemen meer opgeleverd en we arriveerden veilig en wel in Townsville om twee dagen later in Cairns aan te komen.
    Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen om van Broome tot Cairns te rijden in plaats van te vliegen. We reden namelijk door de Kimberly's, een beheuvelde, prachtige woestijnstreek, dat de moeite waard is om te passeren. En vaak werd de saaiheid van het rijden onderbroken door een kudde kanjers van stieren naast de weg of een kalfje op de weg (zie foto's).

    Hier in Cairns is het nu straattheaterfestival en dat brengt een toffe sfeer in deze kleine toeristenstad. Elke middag wisselen jongleurs elkaar af om de voorbijgangers te entertainen met hun kunstjes! Ik geniet hier eventjes van de omgeving en hoop nu zo snel mogelijk een rit langs de oostkust te vinden!

    Groetjes!


    Een weetje:

    Diezielfde dag dat onze auto het tijdelijk begaf, waren we genoodzaakt om een uurtje in het donker te rijden. Ik zat op dat moment achter het stuur en opeens zag ik lichtjes in de verte achter me. Ik vroeg Vicky: 'zie jij die lichtjes ook?' Ze antwoordde negatief. Enkele seconden later waren de lichtjes verdwenen. Tien minuten later zag ik ze weer en hetzelfde scenario speelde zich opnieuw af. De derde keer dat ik die lichtjes zag, vroeg ik haar dezelfde vraag. Ze antwoordde paniekerig: “Ja, ik zie ze, dat is dus wel een truck die recht achter ons zit he! Oh sh*t, da's hier niet normaa!” Ik keek in mijn spiegels en zag toen ook wat zij zag. In twee seconden tijd waren de deuren op slot en stond het nummer van de politie klaar in haar GSM. De gedachte dat de truck ons zou rammen, met alle gevolgen vandien, spookte als een nachtmerrie door mijn hoofd. Met een bang hartje keek ik nog eens in de spiegel. En toen... Toen zag ik het duidelijk... De truck bleek een gewone auto te zijn in de verte achter ons. De lichtjes bleven maar verdwijnen omdat we op en neer heuvels reden. Vijf minuten later zagen we een kampplaats dat we voor geen geld van de wereld wilden passeren.









































    26-09-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    12-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roadtrip Perth to Broome -> Westcoast Australia

    G'day!

    Een tweede roadtrip zit er alweer op na de aankomst in het hete ministadje Broome. Na twee weken toeren langs de westkust en 3200 km meer op de teller kan ik nu de tijd nemen om wat ervaringen te delen.

    Ditmaal trekte ik rond met de Duitsers Marthe en Malte. Ons eerste voorsmaakje bevond zich slechts enkele honderden kilometers van Perth: de Pinnacleswoestijn in Nambung National Park. Daar maakten we een ritje waarin we uitkeken op honderden kalkrotsen in een droge zandvlakte.
    We zetten onze tocht diezelfde dag verder naar Kalbarri. Onderweg werden we verbaasd door een roze (!) meer in Northampton. Dit vreemde fenomeen ontstond doorheen de tijd onder invloed van de betacarotene in het water.
    De aankomst in Kalbarri National Park startte een reeks van uitzondelijk mooie uitzichten die op onze weg zouden liggen. De zuidelijke kuststreek van het park kleurde onze huid rood tijdens onze tripjes naar Red Bluff Beach (prachtig strand), Mushroom Rock (een rots die dus echt op een champignon lijkt) en een aantal rustige uitkijkplekjes. We spotten er hier en daar een Southern Rightwalvis in de eindeloze oceaan. Dit zijn kanjers die tot 18 meter lang kunnen worden en 80 ton kunnen wegen! Daardoor waren ze makkelijk op te merken, zelfs vanop een verre afstand. De Southern Rights migreren tussen augustus en november naar de Australische westkust om er te kalven. Perfecte timing dus! De rivierstreek in het oosten van Kalbarri kon ons ook bekoren met een wandeling naar Nature's Window. Deze naam mag je letterlijk interpreteren: door een reuzegat in een rots kijk je neer op de rivier in een prachtige omgeving van groen en droogte.
    Het was pas na Kalbarri dat mijn persoonlijke hoogtepunten volgden. We reden de adembenemende werelderfgoedrit naar Shark Bay en bewonderden er uitzonderlijke plekjes.In Eagle Bluff keken we neer op de zeebodem door heldere, vlakke waters en een mini-eilandje, bewoond door een massa vogels. In Shell Beach liepen we op miljoenen schelpjes in plaats van zacht zand. In Hamilton Pool aanschouwden we de oudste levensvormen op aarde: stromatolieten. Toen arriveerden we in Monkey Mia, het dolfijnenresort. We relaxten er op het strand om opeens bezoek te krijgen van een aantal dolfijnen die een toertje maakten slechts enkele meters van het strand verwijderd. We trotseerden de volgende dag de regen om een dolfijnenvoeding mee te maken. We waren zelfs bij de gelukkigen die een vis in de lachende dolfijnenbek mochten stoppen! Een ervaring die me lang zal bijblijven!
    Vanuit Monkey Mia volgde Coral Bay, waar het Ninjaloo Reef start. Het rif is makkelijk te spotten doordat de helblauwe waters overschakelen naar een donkere kleur. Snorkelen bleek er echter teleurstellend door de wind en de golven die het zicht teveel vertroebelden. Maar we zagen rifhaaien op enkele meters van onze voeten zwemmen in het ondiepe water en dat maakte onze dag toch nog spannend!
    In Exmouth werden onze snorkelverwachtingen dubbel en dik ingelost in het Ninjaloo Marine Park. We zwommen er tussen de kleurrijke visjes in het paradijselijke Turqoise Beach (de naam liegt niet)! Dankzij de onderwatercamera van Malte kan ik jullie tonen hoe mooi het onderwaterleven ginds was! We verzamelden verder nog speciale schelpjes in Surfers Beach en keken uit op het wrak van de Mildura dat er in het verleden op de rotsen is vastgelopen.
    Na deze ontspannende strandbezoeken reden we een saaie, 600 kilometerlange, rit inland naar Kalbarri National Park, het paradijs voor avonturiers. We waagden ons aan een aantal lastige wandelingen die ons naar beneden de kliffen leidden. We trotseerden het water, waar we soms door moesten, soms ontwijken door op de kliffen te klimmen. We probeerden de spiderwalk, waar we met onze armen en benen ons probeerden veilig te houden van het water onder ons. Eerlijk gezegd, ik ben toch af en toe een beetje op mijn ongemak geweest. Een simpele misstap kan heel wat miserie en pijn opleveren. Maar we zijn er zonder ongelukken vanaf gekomen en met alweer wat nieuwe ervaringen in mijn rugzak! Eens aangekomen op onze bestemmingen onderaan de kliffen, konden we een verfrissende duik nemen in de natuurlijke waterplassen, waar we onze ogen uitkeken op de schoonheid van de natuur.
    De volgende dag arriveerden we in Broome. Dit is een kleine stad, die eigenlijk de naam stad niet verdient. Het is een toeristisch dorpje dat je naar mijn mening snel kan doorkruisen. Buiten het strand is er hier niet zoveel te doen, dus ik denk dat ik nu zo snel mogelijk naar Cairns vlieg. Van daaruit plan ik een nieuwe roadtrip via de oostkust naar Sydney, waar ik mijn vlucht naar Hong Kong neem op 27 oktober!

    Weetjes:
    - Onderweg naar Kalbarri National Park moesten we dringend een kampeerplaats vinden, dus we besloten een zijwegje te nemen naar een heuvel. Toen we op de heuvel kwamen, keken we uit op een wit, verlaten strand. We reden ernaartoe en kampeerden daar, zalig!
    - We arriveerden een maandje te laat in Monkey Mia. Tot augustus is het immers het seizoen van de walvishaaien die er een aantal maanden verblijven en dan weer verdertrekken. Deze slome, ongevaarlijke haai is de grootste vis die er bestaat. Hij wordt gemiddeld acht meter lang, maar kan gerust 12 tot 15 meter lang worden.In Monkey Mia krijg je (weliswaar voor minstens 350 dollar) de kans om ertussen te zwemmen. Jammer dat ik niet meer de optie gehad heb om het te doen. Maar soit, ik heb tegelijkertijd een som uitgespaard om andere dingen mee te doen he!
    - We maakten een helrit mee toen we het Ninjaloo Marine Park verlieten. We spendeerden een half uur om twintig kilometers verder te raken omdat we constant werden opgeschrikt door kangoeroes. Ik denk dat we er op dat half uur minstens honderd hebben gezien, en ik overdrijf echt niet! Constant zaten ze langs de weg, waardoor we moesten vertragen want de stommerds springen gewoon op de weg, net voor de auto als het hen invalt. Mijn hart stond op meerdere momenten eventjes stil!
    - De woestijn zag er helemaal anders uit aan de westkust dan doorheen het centrum van Australie. In mei was het nog redelijk nat en de woestijn zag er nogal groen uit. Maar nu oogde de woestijn heel droog. Op sommige plaatsen zag je niets dan een bruine vlakte. We passeerden vele kreekjes en in geen enkel bespeurden we water.
    - Ik las in de West Australian (krant) een artikeltje over Belgie! Is het weer ruzie ja? Het artikeltje beschreef de woorden van Onkelinx waarin ze waarschuwde over de splitsing van Belgie!
    - Slecht nieuws dat opnieuw eens de risico's van de Australische wateren bewijst. Vorige maand is een Australische vader om het leven gekomen nadat hij tijdens het surfen in de benen werd aangevallen door een witte haai. Men kon hem uit het water halen maar hij is overleden op weg naar het ziekenhuis.Zo'n nieuws doet je toch eventjes denken hoor. Het gebeurde in een van de Perthstranden toen ikzelf nog in Perth verbleef.
    - De termen 'ver' en 'dicht' hebben voor mij een volledig nieuw begrip nu. Als ik nu zie/hoor dat er nog 300 kilometer volgt, denk ik spontaan 'oef, we zijn er bijna'!
    - Toen we bijna in Broome waren, passeerden we een weiland met wel duizenden koeien op! Echt, je zag koeien waar je keek! Ik heb dit proberen fotograferen: wat je op de foto ziet is nog niet de helft van hoe ver het uitstrak!

    Groetjes!









































    12-09-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    24-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn laatste dag in Perth!
    Na drie maanden in het gezellige Perth gewoond en gewerkt te hebben, is de tijd alweer gekomen om tot ziens te zeggen. 

    Twee weken geleden plaatste ik een advertentie op het internet met de vraag of iemand een lift naar het noorden aanbood. Ik kreeg reactie van de Duitse Marthe en na een middagje samen te spenderen, kennis te maken en onze plannen duidelijk te maken, besloten we op donderdag 26 oktober onze trip naar boven te starten. We rijden tot Broome of Darwin en vanuit daar misschien wel all the way to Cairns. Natuurlijk staan er tussendoor een aantal niet te missen plekjes op het programma. Ik heb er ontzettend veel zin in! 
    Mijn geplande vertrek mocht ik niet vergeten in Outback Jacks mee te delen. En het bleek dat de timing nu toch wel een beetje verkeerd zat. In vertrouwen vertelde een van onze twee managers me namelijk dat de baas de ene manager wou ontslaan en mij haar taak wou laten uitvoeren. Alhoewel het een mooi aanbod was, heb ik geweigerd toen de baas me vroeg om toch niet langer in Perth te blijven! Ondertussen is het afscheid ginds al genomen en ben ik nu volop bezig me voor te bereiden voor de tweede roadtrip.
    Afgelopen zondag en maandag hebben Tyler en ik de hostelauto gehoord voor een tweedaagse doorheen het zuiden! We passeerden enkele kleine dorpjes waar niet echt veel te beleven viel, zoals Bunbury, Busselton en Dunsborough. Maar we kruisten ook enkele prachtige en avontuurlijke plekjes, zoals Margaret River, Augusta, Walpole en Albany. We proefden heerlijke kaas in de wijnstreek Margaret River alvorens we in Augusta, zonder veel geluk, naar walvissen speurden in Flinders Bay. Na een heuse rit kwamen we in het national park van Walpole aan waar we de bicentiall tree zouden beklimmen. Dit is een 65 meter hoge boom waarin ze een aantal metalen treden hebben gevijsd en een handleuning rond die treden hebben gehangen. Op die manier kan je die boom beklimmen tot op de top, met een rustplatform ergens ongeveer in het midden. Tyler en ik waagden ons aan tien treden en deden het al bijna in ons broek. De treden liggen immers redelijk ver uit elkaar en er is geen bescherming (zie foto). M.a.w. als je valt, beland je op de steenharde grond en de hele onderneming was duidelijk gevaarlijk dus we lieten we dat plan al snel varen. We belandden eventjes later toch tussen de toppen van de bomen tijdens de Tree Top Walk in de Valley of the Giants (zie foto's).
    Na deze spannende activiteitjes belandden we in Albany waar we opnieuw zonder resultaat de oceaan observeerden in onze zoektocht naar walvissen. Rond deze tijd migreren er immers reusachtige exemplaren langs de Australische westkust. Met een beetje geluk kan je Humpback Whales zien en dat zijn kanjers! Ik hoop er tijdens de trip eentje te kunnen fotograferen!

    Ondertussen eindigt mijn jaartje in Australie. Mijn vlucht naar huis, met een tussenstop in Hong Kong, vertrekt op 27 oktober. Ik voel echter in mijn binnenste dat mijn tijd om naar huis te komen er nog niet is. Ik zit hier zo dicht bij al dat moois. Daarom heb ik na lang overwegen, besloten om op 27 oktober enkel mijn vlucht naar Hong Kong te nemen en de rest van de vlucht links te laten liggen. In plaats van naar huis te komen, zal ik Azie rondreizen voor een aantal maanden. Na Azie, als ik nog steeds de reiskriebels in mijn buik heb, vraag ik opnieuw een werkvisum aan, maar ditmaal voor Nieuw Zeeland. Ik zal geen jaar in Nieuw Zeeland verblijven want in vergelijking met Australie is dit een miniscuul land. Als mijn plannen realiteit worden, beland ik tegen juni-juli 2011 terug in Belgie!

    Groetjes!








































    24-08-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    20-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuws uit Perth!

    Hey mates!

    Hoog tijd voor een update over de veranderingen in Perth...

    De grootste, tijdelijke verandering werkte een week lang op iedereens humeur: het weer! Vorige week werden onze zachte zonnestralen verdreven door een irritante storm. Zes dagen lang zagen we de bomen van links naar rechts slingeren, werden we geteisterd door hevige regenval tijdens de wandeling naar en van het werk, belandden steeds meer warme truien in de was, smaakte een heet kopje koffie zoveel beter, voelde het warme donsdeken des te gezelliger aan en werd een boek sneller verslonden. Deze storm kwam en ging echter, zodat we nu overdag opnieuw de Australische wintertemperaturen van gezellig warm op onze huid kunnen voelen.
    Een tweede nieuwtje is er ook eentje van tijdelijke aard: mijn tweede job in het callcenter van ResearchPanel. Ik ben er kunnen starten op 28 juni, maar heb dit na een aantal weken toch opgegeven. Dat de job oersaai bleek te zijn en de mensen thuis je soms uitschelden, kon ik nog aan. Maar dat we daarbovenop nog eens ondankbaar werden behandeld op kantoor, was me op een gegeven moment zo teveel dat ik ben opgestaan en mijn ontslag heb genomen. Het ergerde me al enorm dat we 's voormiddags onafgebroken moesten telefoneren en naar het computerscherm staren voor vier uur, terwijl het hier in Australie verplicht is om elke twee uur een pauze te geven in computergericht werk. Zeiden we ook maar een woord tegen een collega, dan werden we door de bazin toegeschreeuwd dat we moesten verderwerken. Maar de bazin zelf maakte constant praatjes met die enkelen die er al een langere tijd werken. Daarnaast arriveerde ze soms tien minuten te laat wat voor ons betekende dat we onbetaald moesten wachten. Toen ze me vorige week berispte omdat ik in twee uur twee maal naar het toilet geweest was, had ik er genoeg van en dat was ook meteen het einde van de job... No worries mate: ik krijg ondertussen iets meer uren in Outback Jacks en heb zaterdag alweer een probeershift als waitress voor een 16-urenpositie.
    Over 28 juni gesproken: mijn eerste verjaardag zo ver weg van familie en vrienden. Exact om 12 uur 's nachts werd ik verrast met een kamer vol ballonnen en verjaardagskaartjes die onderschept waren door een samenzwering tussen de manager en hostelgenootjes. Toen ik de volgende namiddag thuis kwam van werk stond er opnieuw een verrassing klaar: de ballonnen hingen nu op aan het buitenterras en op tafel vond ik een aantal cadeautjes met een kaart op mijn naam. 's Avonds kleurden mijn kaken knalrood toen ik werd getrakteerd op een verjaardagstaart met 24 kaarsjes, vergezeld door een luid 'happy birthday'- lied van de hostelvrienden. Ik heb ervan genoten!
    Naast de nieuwe vrienden uit de hostel, beleef ik ook een leuke tijd met de Outback Jack'scollega's. Het klikt supergoed tussen iedereen en we sluiten de werkavond soms af met een gezellige drink in een van de lokale pubs. Mijn feestmaanden zijn echter al lang achter de rug (cfr. Manly) en zeker hier houden de meesten het op een limiet want de prijzen liggen heel hoog. Voor de goedkoopste pint moet je in Perth zeven dollar neertellen!
    Gelukkig moet je niet altijd geld uitgeven om een leuke tijd te beleven. Afgelopen week hebben we eindelijk de tijd genomen om de stad eens ruimer te gaan verkennen. We hadden ervoor reeds Hyde Park bezocht, een mooi parkje met een gezellig meer. Dit verdween echter in het niets toen we een aantal dagen geleden een dag uitkozen om Kings Park te gaan bekijken. We wandelden vanuit Northbridge richting Perth centrum, om vervolgens vanuit de drukte onze weg te banen naar de Swan rivier. Daar relaxten we in het park alvorens een kijkje te gaan nemen naar de Swan Bell Tower, een moderne koper-en glastoren met 14de- eeuwse klokken uit Londen. De Blue Cat (een bus die gratis in en rond de stad toert) zette ons vervolgens af onderaan de heuvel waarop Kings Park zich bevindt. Na een steile klim van honderden treden, kwamen we in het reusachtige park aan waar we werden verwend met een indrukwekkend zicht op Perths centrum en de Swan River. We arriveerden er in de vooravond waardoor we niet voldoende tijd hadden om het volledige park te bezichtigen, maar dit volgt ongetwijfeld nog! Er valt namelijk heel wat te zien: oeroude bomen met reusachtige stammen en bovengrondse wortels, herdenkingsmonumenten uit de oorlog, botanische tuinen,... Je kan er eenvoudig een volledige dag genieten zonder ook maar een seconde verveeld te raken. 
    Als laatste een update over de hostel. De eigenaar heeft de zaak een aantal weken verkocht aan Sunny, een Aziatische ondernemer. Onze angst voor een totale sfeerverandering bleek volledig onterecht toen Sunny hier een tijdje verbleef. Hij is zeer begaan met de plaats en wil enkel het beste voor ons. Hij verving al het keukenmateriaal met splinternieuwe kopjes, glazen, bestek, potten en pannen, rijstkoker,... De keuken zelf onderging een totale metamorfose waardoor we nu aangenamer ons eten kunnen bereiden. Het pleintje achteraan de hostel werd volledig ontruimd en heringericht met een kampvuur, zetels, een hangmat, planten,... Hij kocht graffitti zodat iedereen die wou zijn naam kon vereeuwigen op de muren. Daarnaast verwende hij ons wekelijks met een gratis, zelfbereid overvloedig avondmaal. En, vanaf nu krijgen we niet enkel gratis pannenkoeken 's morgens, maar elke avond gratis rijst, dinsdagavond gratis pizza en vrijdagavond een gratis currymaal. Daar eindigt het niet: op dinsdag krijgen we gratis vervoer naar de cinema als we een filmpje willen gaan bekijken. Amai, amai, verwende nestjes dat we hier zijn geworden! 

    En met dit laatste goede nieuws sluit ik hier mijn verslagje af! 

    Weetjes:
    - De Australische taal is toch iets speciaals. Ik vind het Australisch Engels persoonlijk heel lelijk en plat klinken. Daarnaast gebruiken ze allemaal constant van die typische, irriterende zinnetjes, zoals "good on yah" (wanneer je iets goed doet), of "no worries, mate" (wanneer je je verontschuldigt voor iets). Ook zeggen ze, in plaats van het normaalklinkende "thank you/ thanks", het onnozel klinkende "tah". En wat zowel vrouwen als mannen hier doen is vreemden aanspreken met "darling". Zo is het absoluut een normale zaak dat ik vaak het volgende te horen krijg in Outback Jacks: "thanks, darling; could I have another one, darling;...". Zelfs de baas en bazin spreken het personeel zo aan! WEIRD!
    - Outback Jacks heeft een nieuwe actie: eet daar en je mag terugkomen voor een '2-voor-1-diner'. Natuurlijk hebben wij goed voor onszelf gezorgd en onszelf zo'n kaartje afgestempeld zodat wij ook eindelijk eens het prijzige eten er kunnen proeven! Tyler en ik gingen er eten en betaalden slechts een derde van de rekening: mijn collega was zo vriendelijk het duurste maal te annuleren (moest normaal gezien het goedkoopste zijn) en me nog eens mijn 25% personeelskorting te geven erbovenop! Als startertje bestelden we de Skippy Dundee wat nu maakt dat ik ook voor de eerste keer kangoeroe en krokodil heb geproefd! Krokodil vind ik lekker, de kangoeroe was echter nogal bloederig en dat maakt mijn oordeel onbetrouwbaar!
    - Tijdens de busrit naar Kings Park zag ik een dolfijnenvin traagjes boven het water uitsteken om een seconde later al terug te verdwijnen. Men overtuigde me ervan dat het slechts mijn verbeelding was! Wat bleek gisteren: er bevinden zich inderdaad dolfijnen in de Swan River! Een poging tot foto's volgt ongetwijfeld!
    - Mijn angst voor krokodillen tijdens de roadtrip bleek helemaal terecht! Mijn mama kon me namelijk het volgende verhaal vertellen: een aantal weken geleden ging een groepje jongeren met een gids nachtzwemmen in een van de natuurlijke zwembaden. Een meisje uit de groep werd er aangevallen door een krokodil. Ze heeft dit niet overleefd want ze hebben enkele lichaamsdelen teruggevonden. Ik zou eens moeten uitzoeken hoe dit verhaal eindigt, want eerlijk gezegd, nachtzwemmen in the Northern Territory, is toch wel het stomste dat je kan doen! Ik vraag me af of er een menselijke beoordelingsfout is gemaakt door de gids, of door de mensen die de zwembaden veilig verklaren...

    Groetjes en tot horens!

























































    20-07-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    27-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Perth na de eerste maand!
    Exact een maand geleden ben ik hier in Perth geland na een vier uur (!!!) durende vlucht vanuit Darwin. Omringd door nieuwe vrienden voel ik me ondertussen al goed thuis in de Ozi Inn Backpackers te Northbridge.

    Voorlopig is het nu gedaan met vakantie te nemen want het werk ligt in Perth voor het rapen! Twee dagen na het uitdelen van mijn cv's kreeg ik al een telefoontje van de steakhuisketen 'Outback Jacks' (www.outbackjacks.com.au). Ze nodigden me uit voor een probeershift waarop ik dankbaar 'ja' antwoordde. Na die probeershift kozen ze me uit voor de waitresspositie. Daar begint nu reeds mijn tweede werkmaand en ik geniet er echt van! De collega's zijn allemaal backpackers en met een aantal gekke Brazilianen ertussen zit de sfeer er steeds goed in! Jammer genoeg krijgt elk personeelslid slechts gemiddeld 15 tot 25 uur werk per week. Ikzelf werk drie tot vijf avondshifts, telkens van zes tot tien a elf uur. Met een parttimejob was ik echter niet tevreden temidden al dat werk, dus bleef ik mijn zoektocht verderzetten. Ik wil hier, nu ik kan, de kans grijpen om serieus te werken en een spaarboekje op te bouwen voor mijn latere rondreis doorheen de west- en oostkust. Onlangs is er iets nieuws uit de bus gevallen. Ik kan binnen een aantal dagen starten in een marketingbedrijf (de naam ontglipt me nu even). In het callcenter zal ik mensen opbellen en hen een enquete afnemen. Daar zal ik van maandag tot zaterdag werken van negen tot vier, on dan 's avonds klanten te bedienen in Outback Jacks. Ik hoop dit toch minstens een maand vol te houden, al besef ik wel dat dit lastig zal zijn. Maar het wekelijkse loon zal me wel kunnen motiveren, denk ik!
    Perth bevalt me wel. Het is de aangenaamste, kleine stad die ik tot nu toe hier bezocht heb. De stad is nog volop in ontwikkeling. Overal waar je kijkt, zijn er werken bezig. Straten worden hernieuwd, gebouwen worden gerestaureerd en vooral de wolkenkrabbers groeien steeds hoger en hoger. Toch hangt er hier een gezellige en toffe, sociale sfeer. Centraalgelegen in Northbridge, twee minuutjes wandelen vanuit de hostel, vind je een klein parkje met een reuzentv. Daarop tonen ze vanalles en nog wat, 24 uur lang, zeven op zeven. Momenteel staat de World Cup centraal. Elke avond (de matchen worden hier getoond om 21.30 en 02.30 uur) loopt het pleintje vol met voetbalfans en hoor je een uurenhalf lang gejuich of geboehoe. Ambiance troef!
    Momenteel ben ik een klein beetje jaloers op de Belgische temperaturen! Hier is immers de winter volop aangebroken. Begin juni begon het 's avonds wat frisser te worden maar overdag kregen we nog steeds twintig tot vijfentwintig graden. Nu zitten we echter in de koudste periode. Wanneer de zon verdwijnt, daalt de temperatuur tot vijf graden. Straalt de zon aan de hemel, dan krijgen we overdag toch slechts een  absoluut maximum van twintig graden meer. Een trui wordt nu met andere woorden vereist!

    Foto's volgen!

    Weetjes:
    - Outback Jacks profileert zich een beetje als een sfeervolle countryplaats waar plezier troef is. Daarom moeten wij als personeel niet enkel een cowboyhoed dragen, we moeten onszelf ook af en toe een beetje belachelijk maken! Wil mijn klant een biefstukuitdaging aangaan, dan moet ik met een bel naar de tafel gaan, veel lawaai maken en schreeuwen dat de biefstukuitdaging begint aan die tafel, NIET LEUK! Wat we echter helemaal niet graag doen, gebeurt elke avond rond acht uur. Dan is het loterij en kan de winnaar zijn maal terugbetaald winnen. De baas duidt een personeelslid aan die dan in het midden van het (groot) restaurant op een stoel moet staan, met de bel veel lawaai maken tot iedereen naar je kijkt en stil is, en dan roepen dat de loterij start om vervolgens de winnaar bekend te maken. En ja, ik heb dat toch al een goed aantal keren moeten doen, tssss! Is er een verjaardag, dan verzamelt al het personeel zich om al klappend van de bar naar de tafel te marcheren en een liedje te zingen. Dat valt nog het beste mee. Ik ben blij dat jullie dat allemaal niet kunnen aanschouwen!
    - Zowel op het werk, als in de hostel, doe ik mee aan een World Cup sweepstake. Dat is een soort weddenschap. Alle voetbalteams belanden op een briefje in een doos en voor tien dollar mag je twee teams trekken. Wint je team de finale dan win je al het geld in de pot. Ik heb volgende vier teams getrokken: Cameroon, Urugay, Portugal, Servie. Duimen vor Uruguay en Portugal alstublieft!!!

    Daaaag!

    27-06-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    29-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Darwin
    Darwin, de enige Australische stad die tijdens WOII werd gebombardeerd, een kleine stad aan een verraderlijke oceaan, een gezellige stad waarin ik vijf dagen heb rondgeneusd.

    De aankomst in Darwin voelde als een ware verademing aan na drie weken van kamperen met weinig slaap door ofwel de koude of de hitte. We checkten met zijn allen in de Frogshollow Backpackers in. Die eerste namiddag namen we onmiddellijk een duik in het hostelzwembad en bleven er luieren tot we onze magen hoorden knorren. 's Avonds gebruikten we ons hostelticket voor een gratis en verbazingwekkend heerlijk maal in een lokale pub. Dat was het begin van een vijfdaagse, avondlijke traditie. Zeer goedkoop, ware het niet dat we na ons etentje telkens in de pub bleven plakken voor een aantal biertjes, praatjes en danspasjes. De rest van de korte week spendeerden we verkennend in de stad. Darwin is, net als Adelaide, nogal klein. Maar waar Adelaide niet echt een sociaal centrum bleek te hebben, heeft Darwin dit wel. In het centrale gedeelte van de stad vind je de Mall, waar je op je gemakje kan shoppen of een terrasje doen. Na een eindje wandelen kom je terecht aan Mindil Beach, waar we op zondag de avondmarkt bezochten. Na de gezelllige drukte zochten we de rust op aan het strand om er de magische zonsondergang te bekijken, heeeeeel mooi! We zijn niet meer teruggegaan naar dit strand omdat het te heet was en je er geen afkoeling kan vinden! Inderdaad, geen afkoeling in de zee in Darwin. De oceaan wordt hier namelijk bewoond door een gevaarlijk soort kwal. Een beet van deze stouterd op de verkeerde plaats kan onmiddellijke dood veroorzaken. En verstandig als wij zijn, wilden we in dit geval geen onnodige risico's nemen.
    Dag vier was een afscheidsdag: de eersten besloten hun eigen gangetje te gaan en vlogen die nacht naar Cairns en Perth. Toeval bleek dat een van de reisgenootjes een kanjer van een Queenfish had gevangen dus die belandde die avond op de barbecue. Een perfect laatste avondmaal! In de vooravond van dag vijf nam ikzelf dan afscheid want ik nam die volgende ochtend voor dag en dauw mijn binnenlandse vlucht naar Perth! Hier verblijf ik nu veilig en wel! Een update volgt snel! 

    Een weetje:
    In Darwin hebben de meeste hostels een klein zwembaadje voor hun gasten. Dit voelt echter niet als een luxe aan want de temperaturen voelen zo ondraaglijk aan dat je bijna gek zou worden zonder afkoeling. Als de hel ook maar een beetje als dit aanvoelt, ben ik nu voor eeuwig braaf!





















    29-05-2010 om 00:00 geschreven door Elke  


    25-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adelaide to Darwin: roadtripping door de Australische Outback!

    Zondag twee mei: vier auto’s, zes Fransen, drie Duitsers, een Italiaan, een Nederlandse (en natuurlijk ook een Belgische), het begin van een roadtrip door de Australische Outback en Nationale parken. Drie weken en 4500 kilometers later arriveerden we hier in Darwin met een rugzak vol onvergetelijke ervaringen en beelden. Hier een poging tot het ordenen van mijn  onvergetelijke herinneringen tot een verslag!

    ‘We hit the Stuart Highway’, de verbindingssnelweg tussen Adelaide en Darwin, na een korte eerste kennismaking en na de aanschaf van massa’s pasta, rijst, bliketen (jammie), bananen, appels en (een klein beetje?) goedkope alcohol. Alice Springs en Uluru stonden als enige bezichtiging vast op het programma, maar dankzij de inbreng van 12 individuen namen we onderweg af en toe een afslag zodat we in plaats van een, meerdere hoogtepunten konden ervaren.

    De Flinders Ranges National Park was er eentje van. In dit paradijs voor wandelaars en klimmers, verplichtten we onszelf St. Mary Peak te beklimmen. Na een drietal uur steil geklim, arriveerden we uitgeput op de kilometerhoge top. Het uitzicht deed ons ons afzien in een oogopslag vergeten. Warm ingeduffeld tegen de koude wind daarboven, smekten we onze boterhammen met kaas razendsnel naar binnen. Na onze afdaling kregen we te horen dat dit een heilige plek is voor de Aboriginals en ze de berg liever niet beklommen zien worden. Met een klein schuldgevoel en kapotte schoenen verlieten ik voldaan ons eerste Nationale Park.

    Na de Flinders Ranges veranderde de omgeving al snel. We bevonden ons niet meer in de bewoonde wereld maar op een verlaten snelweg, omringd door (een redelijk groene)woestijn, die oneindig lijkt. We brachten een kort bezoek aan de raketoverblijfselen in Woomera, dat in 1946 de geschikte plaats bleek voor Britse raket- en nucleaire testen. Een bijzonder dorpje, Coober Pedy, kruiste enkele uren later ons pad. Tijdens het naderen van Coober Pedy ondergaat de vlakke woestijn een metamorfose: overal zie je grote gaten, gepaard met zandheuveltjes. De reden voor dit graven is ‘het vuur in de steen’: de opal, een kleurrijke schitterende steen waar men al graag wat geld voor inruilt. Niet alleen wij ontdekten dit speciale plaatsje. Internationale filmproducenten gebruikten deze omgeving voor hun ‘end-of-the-world-’ films zoals Mad Max III, Ground Zero, Pitch Black en Priscilla, Queen of the Desert. Enkele achtergebleven attributen zijn daar het bewijs van, zoals het veel te grote ruimteschip uit Mad Max. De nacht overbrugden we op onze matras in een ondergrondse kamping. Omdat het er zo ondraaglijk heet wordt, bevinden vele huizen, en zelfs kerken, zich ondergronds ter ideale afkoeling.

    Na deze toffe tussendoortjes waren we ondertussen al een week verder, want we spendeerden ook veel tijd op de baan. We hadden South-Australie veilig doorkruist en traden The Northern Territory binnen. Niet veel later zagen we in de verte waar onze ogen naar speurden: een KANJER van een rots, temidden in een zee van droogte. We betaalden haastig de ingang tot het Uluru-Kata Tjuta National Park en aanschouwden Uluru (Aboriginal naam), oftewel Ayers Rock (Engelse naam) tijdens zondondergang. We konden onze ogen haast niet geloven dat het waar was wat we hadden gelezen: je ziet Ayers Rock ECHT van kleur veranderen gedurende de zonsondergang. Waar het eerst bruin kleurt, verandert dit naar oranje om dan vervolgens omgetoverd te worden naar steeds dieper en dieper rood. Een memorabel zicht!  De volgende ochtend stonden we om zeven uur al terug paraat in het park om dezelfde transformatie, in omgekeerde volgorde weliswaar, te kunnen aanschouwen. Daarna trokken we onze stapschoenen aan om de tien kilometerlange wandeling rond Uluru te voltooien. De rest van de dag spendeerden we aan en in Kata Tjuta, oftewel The Olgas. Dit is een verzameling van 36 reusachtige, ronde rotsen, die schouder aan schouder staan en zo mooie valleien vormen. Met onze stapschoenen  nog steeds te vriend, waagden we ons aan de ‘Valley of the Winds’- wandeling temidden deze rotsen. Een drietal uur later konden we ook bij de Olgas opnieuw de magische kleurverandering bewonderen tijdens zonsondergang. Met alweer een reeks prachtige beelden rijker verlieten we het park en sloten we de avond af met een traditioneel kampvuur, niet zo smakelijk avondmaal en gitaar vergezeld met gezang.

    De volgende dag arriveerden we in de levendige outbackstad Alice Springs. Dit is een mooie, traditioneel ogende stad met een jammer probleem. Vele Aboriginals dwalen doelloos rond of zitten de hele dag al drinkend in de parken. Na jarenlange onderdrukking voelde de overheid zich schuldig en besloten ze de oorspronkelijke inwoners een mooie maandelijkse uitkering te geven. Met gebrek aan een doel in hun leven, spenderen velen dit geld hier echter enkel aan alcohol, met alle gevolgen vandien. Als toerist krijg je vaak een gevoel van ongemak wanneer je alweer wordt aangesproken voor tabak of (alcohol)geld. Waarom dit in Alice Springs zo’n probleem is, ik weet het niet. Maar hier in Darwin ligt dit volledig anders. Hier mengen beide culturen zich met elkaar en is de reintegratie precies moeiteloos verlopen. Na het opladen van de batterijen in Alice Springs, mede dankzij McDonalds (mmmmm, een hamburger na dagen van pasta en rijst), verwerkten we opnieuw wat afstand op de Stuart Highway.

    Na een afslag kwamen we bij Kings Canyon aan. Als wandelaars werden we hier beloond met indrukwekkende uitzichten tijdens de Kings Canyon Rim Walk, dat ons na een steile klim naar de top bracht, omringd door een surreeele, bruinrode omgeving. Een afdaling volgde en leidde ons naar de Garden of Eden, een natuurlijk zwembad, ingesloten door rotsen en groen. Een duik in het water deed ons haast bevriezen, maar het was het toch ongetwijfeld waard! Ik kan de schoonheid van Kings Canyon niet in woorden duidelijk maken, maar deze omgeving maakte achteraf gezien echt wel het meeste indruk op me!

    Na deze afslag kwam het einde van de roadtrip stilaan in zicht. De laatste twee nationale parken die we wilden bezichtigen waren Kakadu en Litchfield. Deze bevinden zich echter een eind van Kings Canyon dus moesten we een aantal saaie dagen van autorijden overbruggen. Een aantal kleine plekjes bezorgden ons echter een aangename afwisseling. Zo bezochten we de beroemde Daly Waters Pub, een kitsch cafeetje, bezaaid met prulletjes die bezoekers er mogen achterlaten! Wij beschreven een T-shirt en maken nu ook deel uit van de decoratie! Mataranka, een aantal honderd kilometers verder, bracht ons afkoeling in de hitte die ondertussen steeds ondraaglijker begon te worden. We trokken de zwemkleren aan en sprongen in een natuurlijk warmwaterzwembad. We relaxten in helblauw water, met het geluid van ritselende bladeren op de achtergrond. De volgende morgen herhaalden we dit leuke scenario alvorens opnieuw verveeld te geraken op de Stuart Highway.

    Kakadu, EINDELIJK! We keken zo naar deze climax uit! Dit is een van de mooiste nationale parken in Australie, gekenmerkt door zijn natuurlijke zwembaden met adembenemende watervallen. Deze climax veranderde jammer genoeg in een anticlimax toen we te horen kregen dat vele wegen en een aantal zwembaden in het park gesloten waren door de regenval. Normaalgezien begint het droog seizoen in het Noorden in mei, dus we dachten dat we een goede periode hadden uitgekozen. Locals konden ons echter vertellen dat er heel veel regen was gevallen voor die tijd van het jaar, waardoor sommige zandwegen in slechte conditie waren. Naast dat stonden de rivieren en meren nogal hoog, wat het de krokodillen zeer makkelijk maakt om vanuit de zee binnen te zwemmen en een smakelijk hapje van een aanlokkelijk toeristenlichaam te nemen. Onze teleurstelling werd al snel ingetoomd wanneer we de ‘breathtaking’ zwemwaters te zien kregen. Telkens was er wel iets dat ons uren in die bepaalde plek hield: in het ene bad was het een boom waarvan we konden afspringen, in het andere bad de reuzewaterval en rotsen die het zicht schitterend maakte. Na twee dagen van zwemmen besloten we van omgeving te veranderen om nog wat meer te zwemmen! We trokken naar Litchfield, een kleiner en naar mijn mening minder indrukwekkend park, al zeggen de locals ‘Kaka-don’t, Litchfield do’.  Daar besloten we na een dag en een half te vertrekken na een schrik in het mooiste meer. We zagen een slang rondzwemmen in de ondiepe waters, wat eers wel leuk om te zien was. Het werd echter minder leuk toen we de slang in de diepere zwemwaters zagen glippen! Al vlug zag je niemand meer in het water! En dit was zo goed als het einde van de trip!

    De tijd om de roadtrip te beeindigen was aangebroken, we konden het allemaal voelen! De laatste dagen was de hitte zo ondraaglijk dat het op ons humeur werkte. Omdat het nat seizoen in zijn verlenging was, voelde het nog steeds ontzettend doef aan. De kleinste inspanning, zoals een minuutje klimmen, deed het zweet letterlijk van je gezicht druppen. We voelden ons op geen enkel moment van de dag fris (behalve in het water natuurlijk), zelfs niet ‘s nachts. Waar het in de woestijn ijskoud wordt na zonsondergang, koelt het in the Northern Territory niet af! Het kamperen werd met andere woorden een last. Moe, maar met een voldaan gevoel, reden we richting Darwin, waar we allemaal samen in een hostel incheckten!

    Hier praatten we nog elke avond na over wat we samen beleefd hebben!

    Weetjes, weetjes, en nog eens weetjes!

    -          Slaapkledij in de woestijn: twee paar kousen, een lange broek, een topje, een trui, nog een trui, nog een trui, twee dekens,… En dan uiteindelijk nog een beetje koud hebben!

    -          Slaapkledij in de Northern Territory: niets… En dan uiteindelijk nog veel te warm hebben!

    -          Nog nooit heeft een boterham met kaas me zo erg gesmaakt als na de kilometerlange klim alvorens St Mary Peak te bereiken.

    -          In Kakadu was zoveel gesloten omwille van krokodilgevaar! Maar na uren en uren krokodilspotting, bleven we op onze honger zitten! Toch hielden we een veilige afstand van riviertjes tijdens het kamperen! En dit bleek terecht! Een reisgenootje stond s’nachts op voor een plasje en zag tot zijn grote schrik opeens twee kanjers in de rivier duiken!

    -           Wie al een bittere haat heeft ten opzichte van vliegen, zal ongetwijfeld compleet gek worden in de woestijn. De vliegen komen met zwermen om je heen vliegen en je gezicht is nooit vrij van minstens zes exemplaren! Ons vliegennetje bleek op dat moment zeer welkom!

    -          Nog erger dan de vliegen, waren de bloeddorstige muggen. Zonder muggenspray red je het hier niet. Op een bepaald moment voelde ik de ene steek na de andere op mijn blote benen. Ik scheen de lamp naar beneden en telde in totaal negen exemplaren!

    -          Tijdens het kamperen hadden we af en toe prachtige zichten: een spierwit zoutmeer, een mistige heuvel, miniriviertjes,…

    -          Baramundivis is een lokale specialiteit en tevens heerlijk!

    -          Plan op voorhand wanneer je moet bijtanken want soms vind je onderweg niets voor een paar honderd kilometers!

    -          In de Northern Territory krijgt de chauffeur gratis koffie in tankstations, een initiatief van de overheid om vermoeidheid tijdens het rijden wat tegen te gaan! Nooit vroeg iemand zich af hoe vier auto’s twaalf chauffeurs tegelijkertijd kon hebben!

    -          De vrachtwagens, aka roadtrains, zijn stoere ogende exemplaren!

    -          Op een zekere avond vonden we geen overdekte kampeerplaats tijdens de stortregen. Wat we wel vonden was een ruim publiek toilet dus besloten we daarin te slapen. Probleempje: het toilet hing vol met spinnen! Ik heb die avond in de auto geslapen!

    -          Over spinnen gesproken, Australie kent hier reuzenexemplaren! Tijdens een wandeling in de MacDonald Ranges zagen we de ene kanjer na de andere in de bomen hangen, GRIEZELIG!

    -          Het geloof van de Aboriginals zorgt voor een aantal prachtige verhalen. Hun geloof zegt dat de wereld zoals ze nu is, ontstaan is door de dieren en natuurkrachten. Zo is de Katherine Rivier ontstaan door de slang (ik ben haar naam vergeten) die er rustte met haar waterzakken en werd overmeesterd door een groep vogels die dorst hadden. Ze prikten echter de zakken kapot waardoor al het water wegstroomde en de Katherine Rivier ontstond.

    -          Ik heb geprobeerd om dit verslag niet te lang te maken! Dit is dus niet gelukt, al heb ik me serieus ingehouden! Ik kan hier gemakkelijk nog een aantal pagina’s neerpennen!

    -          Ik bespaar je deze miserie en zeg hierbij: tot later!

     







































































































































    25-05-2010 om 00:00 geschreven door Elke  




    Archief per week
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Gastenboek
  • leuk
  • "vertellen"
  • boeiende verhalen
  • wachten....
  • Q

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • zalig.... (koen De Meyer)
        op Zuid-Thailand
  • geluk gehad. (mama)
        op Tragisch nieuws uit Vietnam...
  • ocharm (Sylvie Cornelis)
        op Tragisch nieuws uit Vietnam...
  • droom......... (mama)
        op Thailand: deel 1: van Oubon tot Kanchannaburi!
  • fantastisch! (mama)
        op .
  • forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs