Sabaidee!
Op de eerste dag van het nieuwe jaar verlieten we Vientiaene voor de tweede keer. Ditmaal leed onze weg naar het Zuiden...
We kozen Tha Khaek als eerste stop na misleidende informatie die we in de Lonely Planet hadden gelezen. We wilden namelijk de fameuze Kong Logrot bezoeken en om daar te geraken, ontdekten we dat we een zeventigtal kilometer terug moesten reizen om in Ban Na Hin te belanden. Deze zeventigtal kilometer betekent in Laos een rit van tenminste twee uur en met een slecht humeur trokken we de volgende dag naar daar. Ons humeur sloeg echter onmiddelijk om toen we in Ban Na Hin arriveerden. We checkten in een gezellige kamer in en werden tijdens onze lunch vergezeld door speelse, nieuwsgierige kindjes. We lachten om honden die reuzevarkens van hun terrein verjaagden en toen we het restaurantje verlieten, liepen we tussen de koeien op straat. We bezochten de lokale markt en daar vielen onze ogen op een luguber standje. We zagen dode papegaaien te koop en een soort dier met een roodbruine pels. Ik dacht eerst dat het katten waren, maar het gezichtje was een beetje te scherp. Dan dacht ik dat het eekhoorntjes waren, maar daar waren ze te groot voor en hun staart was ook anders. M.a.w. geen idee wat het precies was of met welke reden men dit zou aankopen (lokale lekkernij?), maar een aangenaam zicht was het niet. De volgende dag storten we ons in het avontuur waarvoor we naar hier gekomen waren: de 7,5 kilometerlange Kong Logrot. We kwamen aan het water aan en stonden perplex van de omgeving: groenblauw water, omgeven door bergen en bomen, met waterbuffels die van de afkoeling genoten. We werden naar het kleine, houten bootje geleid en bij elke beweging begon dit te schommelen. Nog voor we begonnen te varen, zat ik al niet op mijn gemak. We vertrokken en zagen de opening van de grot dichterbij komen. Eens we de grot betraden, zagen we niets alvorens onze ogen zich een minuutje later aan het donker aanpasten. We vaarden een drie kwartier in de donkere ruimtes die soms kerkhoog waren, soms tunnelklein. Het voelde aan alsof we in een oude Star Trekset waren beland. De griezelige rit eindigde en ik was er niet rouwig om. Al was het de meest spectaculaire grot die ik ooit heb gezien, ik was soms een beetje te bang om ervan te kunnen genieten! We trokken diezelfde dag verder en probeerden zo ver te geraken als mogelijk. Dit bleek Savannakhet te zijn. We spendeerden er een dag en in dit dorpje zag ik voor de eerste keer een Laosklasje. Deze klas bevond zich gewoon tussen de huizen en winkels en het gebouw leek niet echt op een school. Een glimps binnenin toonde al onmiddelijk het verschil met de klassen die ik gewoon ben (zie foto). De derde stop werd Pakse, de basis voor zowel de 4000 Eilanden en het Bolavenplateau. De rit naar deze gezellige stad was hels. De volle bus pikte een twintigtal studenten op die op kleine stoeltjes in de middengang werden geplaats. Dit maakte dat het onmogelijk was om uit de bus te stappen tijdens een van de vele stops. Binnenin was het snikheet en een koude douche was een hemels geschenk toen we eindelijk in Pakse aankwamen. We trokken al snel naar Don Det, een van de 'Four Thousand Islands en genoten er drie dagen van de sereniteit aan het water. We huurden een fiets en trapten onze weg naar Don Khon via bobbelige zandweggetjes. We koelden af met een zwempartijtje in de Mekongrivier en genoten van heerlijke, exotische smoothies. We trokken erna wat hoger, naar het traditionele dorpje Tad Lo in het Bolavenplateau. Daar waren we omgeven door watervallen, jungle en locals die hun alledaagse leventje leidden. We fietsten langs een aantal minderheidsdorpjes en werden er constant begroet door enthousiaste kindjes die niet vaak toeristen tegen het lijf lopen. We gaven ze telkens een handje en telkens werd dit beantwoord met verlegen gegiechel. Ik had de moed om een lokaal schooltje te betreden en liep er toevallig de leraar Engels tegen het lijf. Ik vroeg of ik een les mocht bijwonen, maar de eerste les zou pas starten op het moment dat onze bus vertrok. De vriendelijke leraar reageerde ontzettend teleurgesteld en vertelde me dat hij me graag aan het werk had gezien om wat bij te leren. Ikzelf was waarschijnlijk nog meer teleurgesteld, want het zou ongetwijfeld een onvergetelijke ervaring zijn geweest. We wisselden emailadressen uit, en wie weet, misschien beland ik er in de toekomst wel terug!
We trokken opnieuw naar Pakse om van daaruit de bus naar Thailand te nemen!
Weetjes: - Overal, maar dan ook overal worden er in Azie schrijntjes geplaatst waar men kan offeren aan en bidden tot Boeddha: tussen boomtakken, aan een paal geketend, aan een straathoek,... - In Laos raakte ik verslaafd aan sticky rice, rijst die aan elkaar plakt en zo een textuur krijgt waarop ik verlekkerd ben! - Zo goed als alle vrouwen blijven trouw aan de traditionele kledij en dragen een typische Laotiaanse rok die herkenbaar is aan de strook onderaan die een andere kleur draagt. - De natuur in Laos is gewoon buitengewoon en in plaats van die hier te beschrijven, laat ik gewoon de fotos aan het woord. - Dont: iemands hoofd aanraken, je voeten niet op een stoel plaatsen of dichtbij iemands hoofd want voeten zijn het vuilste deel van het lichaam, een monnik aanraken als je een vrouw bent, schoenen aanhouden bij het binnentreden van een winkel, huis of tempel,...



















12-01-2011 om 00:00
geschreven door Elke 
|