Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

Momentum

04/07/07

Beste vogelvriend …

Startdatum: om meteen de drempelvrees te verlagen stel ik voor dat iedereen een reactie ventileert over het wegblijven van een birdyreünie; het kan kort in de 'poll'-rubriek en wat uitgebreider in dit communicatievenstertje.
Het was Oswald die mij ooit voorstelde ons wat dieper in het internet te nestelen, wat nu via deze blog is gebeurd, weliswaar zonder een referendum te houden.
Bij deze nodig ik jullie uit je mening te ventileren, want de bedoeling is een handig alternatief aan te bieden.
Tot heel binnenkort …

04/07/08

Happy Birdyday …

 

Temidden van een levendige en warmhartige woonwijk, ligt een door menselijke bebouwing omzoomde biotoop … een fraaie frisgroene weelderige oase, waar de birdyfans de gevederde tuinbezoekers graag welkom heten en gul onthalen.

Die verwennende gastvrijheid in een gezellig en veilig rustoord, bekoorlijk door landelijke eenvoud en liefelijkheid, prikkelt de vertrouwenwekkende aanhang, de nesteldrang met vrolijk vogelgezang en feestelijke voortgang. We hopen volgend jaar nog meer ‘straatketten’ naar de Kille Meutel te lokken …

 

04/07/09

 

Je zoekt, vindt en kiest

een levensweg, die je deelt

met trouwe vrienden …

 

Precies vandaag bestaat ons“Kille Meutel”Forumpje 2 jaar.

Sinds de wondermooie opnames van onze huisfotografen het “Blogscherm” sieren, loopt het aantal bezoekers gevoelig op.

Een verheugende en hartverwarmende vaststelling, daar eveneens destijds de voor natuurliefhebbers en vogelbeschermers bedoelde nieuwsbrieven, geïllustreerd met tekeningen, een educatieve waarde beoogden.

Sedert kort werd de rubriek“Birdywatch”gelanceerd, initieel opgevat als verzamelbox voor (tuin)observaties van vogelspotters.

Momenteel is een gebruiksvriendelijke observatiefiche, waarin de waarnemer zijn vaststellingen optekent, nog niet beschikbaar.

Met een klik op“Vogelwaarnemingen” nodigt de rubriekenindeling de bezoeker uit een pittige anekdote,een blikvanger,een weetje of een suggestie neer te pennen.

Af en toe duikt over een verschenen artikel een leuke en spontane “Reactie” op of laat men een indruk na in het “Gastenboek”.

In de speurtocht naar kennisdeling en verwondering wekken, blijft de drijfveer“Alles kan altijd beter”…

04/07/10

 

Vandaag hebben we weer wat te vieren want de blog bestaat 3 jaar.

Onze trouwe huisfotografen Jo en Wim blijven voor merkwaardig beeldmateriaal zorgen en dan is het ook niet verwonderlijk dat het bezoekersaantal gestaag aangroeit.

Met vereende krachten hebben we met ons klein, maar niet minder enthousiast clubje vogelvrienden een mussenteltraject uitgezet om in de streek (Zaventem, Nossegem, Sterrebeek, Kraainem) op 17 verschillende telpunten onze geliefde‘straatketjes’ te tellen.

Hierdoor maken we deel uit van de mussenwerkgroep Vlaanderen die naast het jaarlijks weerkerend mussentelweekend in samenwerking met de universiteit Gent een grootschalig huismussenonderzoek coördineert.

Wij blijven uiteraard ook gefocust op de vliegbewegingen binnen onze tuinenbiotoop. Tijdens de jongste reünie gaven enkele haiku’s mooi weer hoe fel we gehecht zijn aan onze gevederde levensgezel; meteen ook een gelegenheid om de loyale vogelliefhebbers een welverdiende  huismuspin op te spelden …

Dakpan of dakgoot,

voor de huismus is een nest

in Kille Meutel – Georges

Tjilpende huismus,

nest in de Kille Meutel

welkom bij ons hier – Arlette

Kijk Kille Meutel,

veel parende huismussen,

hemel op aarde – Oswald

Kille Meutel vriend,

huismus breng ons samen en

laat het blijven zijn – Chris

Groene oase,

paradijs voor de huismus,

dé Kille Meutel – Franz

04/07/11

Drukke en woelige tijden tasten al eens vaker de drang aan om over de fascinatie voor het
vedervolkje te communiceren.Immers in de Brusselse betonnen biotoop beter bestuurlijk beleid geldt de regel: first things first and don't feel free as a bird!
Toch is het bezoekersaantal op jaarbasis weer gevoelig toegenomen dit jaar, een eerbetoon dat vooral de huisfotografen toekomt, die voor kwalitatief hoogstaande visuele impressies zorgen.In de loop van volgend jaar zal de Kille Meutel een bijdrage leveren aan de geplande acties van de mussenwerkgroep Vogelbescherming Vlaanderen.

04/07/12

Inmiddels hebben ruim 51 000 bezoekers op de blog 275 artikels en 125 vogelportretten geraadpleegd, alsook 1 100 foto's, waarvan de helft door onze huisfotografen werd aangeleverd. Uit statistieken ter beschikking gesteld door de providers kunnen we afleiden 
dat 54% Nederlanders en 41% Vlamingen geregeld de blog raadplegen en dan het vaakst gedurende de weekdagen (70%), voornamelijk tussen 13.00 en 18.00 u en 30% tijdens het weekend. Tijdens de maanden juli, augustus en september heeft de blog 'begrijpelijk' minder succes.De Kille Meuel blijft zich samen met Vogelbescherming Vlaanderen inzetten voor het behoud van de huismus.  

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Mijn favorieten reeks 1
  • bloggen.be
  • Natuurpunt
  • National Geographic
  • Natuurfotograaf Mineur
  • Vogelbescherming Vlaanderen
  • Vogelportretten Birdpix
  • Vogelportretten Birdfocus
  • Vogelbescherming Nederland
  • Belgium Digital
  • Vogelzang
    Mijn favorieten reeks 2
  • Favoriete vogel 2014
  • Instituut voor natuur- en bosbouw
  • Mussenwerkgroep
  • Natuurfotograaf Laura Sperber
  • Vogelencyclopedie
  • Natuurfotgrafen Monique & Luc Bogaerts
  • Natuurfotograaf Pieter Cox
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    TO DO - List

    Kille Meutel Meetings Overlegmomenten Vogelbescherming Vlaanderen Overlegmomenten Natuurpunt Overlegmomenten WWF Overlegmomenten Greenpeace Overlegmomenten INBO

    KILLE MEUTEL
    Vogelvrienden
    18-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De witster- en de roodsterblauwborst

    Blauwborsten hebben een voorkeur voor gevarieerde, natte en insectenrijke gebieden met open delen en een struweel- en loofboombegroeiing, met een niet geheel bedekte bodem.

    De vogel houdt van een mengeling van open en begroeide grond, vaak te vinden langs de randen van met riet omzoomde vennen en moerasjes met wilgenbosjes.

    Ondanks zijn opvallend uiterlijk worden blauwborsten gemakkelijk over het hoofd gezien.

     

    Mannetjes zetten een brede borst op om de centrale borstvlek beter te laten uitkomen als ze zingen. De zang is luid, melodieus en zeer lang aangehouden, gemengd met veel imitaties. Hij doet denken aan die van de nachtegaal, maar minder warm van toon. In vorm en gedrag lijkt de blauwborst wat op de roodborst.

     

    De blauwborst is door zijn kleuren en een uitbundige zang een opvallende verschijning in de vogelwereld. Blauwborsten hebben in onze streken de afgelopen decennia een flinke opmars gemaakt. Het mannetje heeft een blauwe kin en borst met in het midden een witte vlek (‘ster’), vandaar ook de naam witsterblauwborst. De witsterren, die een tamelijk uniform uiterlijk hebben, bewonen een relatief klein gebied in West- en Centraal-Europa, dat vaak uit vele kleine populaties bestaat.

     

    Er worden ook wel blauwborsten gezien met een oranje/rode ‘ster’ op de blauwe borst, een zeldzame doortrekker vooral afkomstig uit Scandinavië. De roodsterblauwborst broedt van Scandinavië tot Noord-Siberië, Oost- en West-Alaska en tevens hier en daar in berggebieden in Midden-Europa.

    Witsterren trekken via Spanje naar het zuiden en overwinteren in tropisch Afrika van Senegal tot westelijk Soedan.

    Roodsterren overwinteren veel oostelijker en migreren slechts in kleine aantallen via Spanje en verblijven dan in West-Afrika.

    Ringonderzoek toont aan dat blauwborsten ontzettend honkvast zijn gedurende de trek. Meerdere jaren worden dezelfde vogels op exact dezelfde plek gevangen.

     

    Beide fotoreeksen illustreren het kleine verschil tussen de frequenter voorkomende witster- en zeldzamere roodsterblauwborst.

     

    Wie eerder verschenen bijdragen van de wenst te raadplegen kan deze via de zoekrobot in het archief opdiepen:

     

    18/10/2009      Rietvogels

    14/06/2010      De winterblauwborst











    18-09-2016 om 19:33 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    11-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kranige steltloper

     

    De wulp is een vogel uit de familie van de strandlopers en snippen.

    De familie bestaat uit talrijke soorten die broeden in gematigde streken en poolgebieden. Finland en Engeland herbergen de grootste aantallen.

    Wulpen zoeken bij voorkeur droge extensief gebruikte en kruidenrijke landerijen hoewel zij ook intensief bewerkte grond niet schuwen.

     

    De wulp is de grootste steltlopersoort in onze contreien en heeft ook de langste (omlaag gebogen) snavel.

    In het voorjaar heeft het mannetje een opvallende baltsvlucht met een prachtige baltszang, gekenmerkt door aanzwellende fluittonen en lang aanhoudende trillers. Wulpen zijn plaats-getrouw. Ze komen vaak naar dezelfde plek om te broeden in de agrarische graslanden.

    De vogels paren vaak al voor de aankomst op het broedterrein.

     

    Tijdens de vlucht vallen de lange vleugels – de nagenoeg witte ondervleugels – op en doet de silhouet wat denken aan een meeuwachtige.

     

    Buiten het broedseizoen trekken wulpen vaak naar de kust of naar getijdenrivieren, waar ze schelpdieren, wormen, garnalen en krabben eten.  Slaapplaatsen liggen in vennen, op vloeivelden, in rietmoerassen en aan de oevers van meren.

    Wulpen overwinteren aan de kusten van West-Europa. Tijdens zachte winters kan men wulpen aantreffen op graslanden in het binnenland.

    Een vogel die sterk op de wulp lijkt, is de regenwulp. Je kan hem herkennen aan zijn opvallende oog- en kruinstreep. Hij is kleiner dan de wulp en heeft een kortere snavel.

     

    Wie de gedetailleerde id-kaart wenst te raadplegen kan via de zoekrobot in het archief het eerder verschenen artikel terugvinden.

     

    24/10/2009      De wulp

     

     











    11-09-2016 om 20:47 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.‘Bigfoot’

     

    De meerkoet en het waterhoentje worden vaak met elkaar verward. Niet zo vreemd; het zijn beiden zwarte watervogels, behorend tot de familie ‘rallen’. Het onderscheidingskenmerk: de voorhoofdplaat is rood bij het waterhoentje en wit bij de meerkoet.

     

    Waar voldoende water is, daar leven meerkoeten. Er is geen park, kanaal of sloot zonder een paartje meerkoeten. Wie ze een tijdje gadeslaat, zal opmerken dat ze vaak duiken naar voedsel. Ze kunnen zo’n 30 sec onder het wateroppervlak blijven.

     

    In de winter zijn de meerkoeten zeer sociale watervogels maar tijdens het broedseizoen zijn de zwarte vogels echte kemphanen. Het territorium wordt onder het slaken van schelle strijdkreten met snavel en poten verdedigd tegen buurkoeten, waarbij het er fel aan toegaat.

     

    Het vrouwtje broedt 22 dagen op de 4 tot 12 grijswitte of zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekjes en puntjes die ze in april legt; 80% van de meerkoetkuikens sterft in het 1ste jaar na de geboorte. Van de jongen die het wel redden, overleeft slechts de helft het daaropvolgende jaar.

    De jongen worden nog 40 tot 60 dagen door hun ouders verzorgd. Zij bedelen dan constant met piepende geluidjes om voer, waarbij ze al vanaf een grote afstand te horen zijn, ook door hun belagers helaas (reigers, meeuwen, snoeken, ratten, …).

     

    Meerkoeten eten vooral waterplanten, maar zeker wanneer er jongen zijn, worden ook allerlei waterdieren gevoerd en gegeten, die beter voorzien in de energiebehoefte van dat moment.

    Het zijn opportunistische omnivoren die soms ook wel eieren van andere vogels plunderen, als ze een onbeheerd nest aantreffen.

     

    Van oorsprong zijn meerkoeten echte moerasvogels met poten die bijzonder geschikt zijn om te lopen op drijvende vegetatie en wortels van riet- en lis-moerassen. De meerkoet vliegt niet gauw. Hij zal altijd proberen weg te rennen of te zwemmen van een belager.

    De meerkoet kan overigens vlot vliegen; alleen is de start zo moeizaam. Als meerkoeten het luchtruim kiezen, nemen ze een aanloop waarbij ze als het ware over het water lopen.

    Aan elke teen van de meerkoet zit aan weerszijden een flap. Bij een achterwaartse beweging van de poot gaan de flappen wijd uit staan. Wordt de poot naar voren bewogen, dan klappen de flapjes weer dicht. Daardoor kan de meerkoet in het water uitstekend peddelen. Veel andere vogels die in en rond het water leven, hebben doorlopende zwemvliezen tussen hun tenen.

     

    Hoewel de meerkoet in de zomer meestal alleen of in paren te zien is, vormen de vogels in de winter soms grote groepen. Vooral als het water bevriest en de meerkoeten dreigen te worden  ingesloten, zoeken de vogels elkaar op en houden ze samen een wak open.

     

     











    04-09-2016 om 19:18 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fluitende eend

     

    Europese smienten zijn middelgrote zwemeenden met een relatief dikke, ronde kop met korte snavel. In tegenstelling tot diverse andere eendensoorten duiken smienten niet naar hun voedsel. Het zijn echte slobberaars, die al grondelend in het water hun voedsel vanaf het wateroppervlak naar binnen halen.

     

    Smienten zijn typische vegetariërs. Hoewel ze ook waterplanten eten, grazen smienten, anders dan de meeste eenden, maar net als de ganzen weilanden af.

    In het broedseizoen verkiezen de smienten een open licht begroeid landschap met niet te grote zoetwatermeren, plassen, vochtige of gedeeltelijk ondergelopen weilanden en veengebieden.

    Buiten het broedseizoen, tijdens de trek en in de winter worden ze zowel op zoet, brak als zoutwater aangetroffen. Onder meer op graslanden, ondiepe kustmoerassen, veenmeertjes, langs riviermondingen en op wadden, slikken en platen langs de zeekusten.

    In Vlaanderen is de smient tijdens de meeste winters de talrijkste overwinterende watervogelsoort. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de IJzervallei en de kustpolders. Andere gebieden met vele duizenden smienten zijn de Bourgoyen-Ossemeersen in Gent en het havengebied van Antwerpen.

     

    Smienten verplaatsen zich ook zeer gemakkelijk op het land en vertoeven vaak op weilanden.

    Het zijn schuwe vogels. Buiten het broedseizoen vormen ze meestal grote groepen en worden ze bij honderden gezien.

    In de overwinteringsgebieden kunnen groepen van enkele duizenden foeragerende vogels worden gevormd. De eenden grazen ook ’s nachts en slapen overdag op grote wateroppervlakken.

    Na hun aankomst leven de smienten van planten op kwelders en van zeegrasvelden.

    Later in het jaar is meer energierijk voedsel nodig om te overleven en schakelen ze over op landbouwgewassen. Smienten eten voornamelijk ook laag gras. Met hun speciaal aangepaste korte snavel kunnen ze afzonderlijke grassprieten plukken (300g / vogel / dag). Dit vaak tot groot ongenoegen van boeren, die hun grasland en gewassen (koolzaad bv.) snel kaal gegeten zien worden.

    Na het voedsel zoeken, rusten de grote groepen smienten meestal op binnenlandse meren, riviermondingen of zelfs op open zee.

    Smienten leggen nauwelijks grote afstanden af tussen foerageergebied en slaapplaats.

    Ze zijn vrij luidruchtig maar hun gefluit is toch aangenaam. De woerd laat een luid, doordringend, hoog maar melodieus geluid horen. Het vrouwtje heeft een lagere, snorrende roep.

     

    Wie een eerder verschenen artikel wenst te raadplegen, kan via de zoekrobot een kijkje nemen in het archief

    12/12/2009         De smient (ID-kaart)











    28-08-2016 om 20:44 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bonte kraai

     

    De bonte kraai is in grote delen van Europa een vertrouwde vogel, die de zwarte kraai steeds meer verdringt.

    Tot voor kort werden de bonte kraai en het nauw verwante familielid, de zwarte kraai, als één soort beschouwd.

    Beide soorten vermengen (hybridiseren) zich alleen op plaatsen waar ze allebei voorkomen, bv. N-Schotland. De meeste populaties blijven echter keurig van elkaar gescheiden al vertonen beide vogels hetzelfde postuur en gedrag.

     

    In West-Europa ontbreekt de soort vrijwel geheel als broedvogel. Hoewel de bonte kraaien wel een wintertrek naar het zuiden kennen, blijven de bonte kraaien uit Scandinavië de laatste decennia steeds noordelijker overwinteren en wel in het zuiden van Noorwegen, Zweden en Denemarken. Verondersteld wordt dat de Scandinavische vogels noordelijker zijn gaan overwinteren als gevolg van verrijking van de Noord-Europese landbouwgronden en een milder klimaat. Hierdoor kunnen de bonte kraaien binnen het eigen broedgebied voldoende voedsel vinden.

     

    Kenmerkend voor het vederpak zijn de zwarte staart en de vleugels met een diepe groenblauwe gloed; het lichaam is grijswit met een variabele bruinige, beige of rozige zweem. De afgeplatte zwarte kop mondt uit in een zware zwarte snavel.

    De lichaamslengte varieert tussen 45 en 47cm; de spanwijdte wisselt tussen 93 en 104cm; het lichaamsgewicht schommelt tussen 540 en 800g.

     

    Bonte kraaien lijken al even intelligent te zijn als de zwarte kraaien, maar ze zijn wild en schuw op plaatsen waar op hen wordt gejaagd. In dorpen en steden daarentegen zijn ze vlot benaderbaar.

     

    Zij kunnen in allerlei habitats worden aangetroffen, maar hoofdzakelijk in open landschappen, waar ze naar beschikbaar voedsel op akkers, langs wegen en spoorbermen zoeken.

    Af en toe tref je ze ook aan in stedelijke omgevingen, vooral dan op stortplaatsen.

    Het zijn immers alleseters en opportunisten.

    Voor een groot deel zijn bonte kraaien ’s winters afhankelijk van afval en aas (verkeersslachtoffers zoals konijnen en vogels) en ’s zomers van grote insecten. Ze foerageren op stranden (aangespoelde zeedieren), rond veevoer en op weilanden met mest van vee en andere dieren. Ook menselijk afval wordt graag uitgeplozen in de hoop iets eetbaars te vinden.

    Doorgaans leven ze in paren. Soms zijn grote zwermen te zien op bemeste velden,  op vuilnisbelten of ’s winters langs kusten.

     

    Ze bouwen een groot nest van takken, minder diep dan deze van de roek, in bomen en struiken, die worden gevoerd met aarde, mos, wortels, wol en veren.

    Het legsel in de periode maart – juli telt 4 tot 6 eieren.

    Het vrouwtje broedt in 17 tot 18 dagen de eieren uit. De eerste dagen zorgt het mannetje voor het voeren van de jongen en na zo’n 10 dagen gaat het vrouwtje hierbij helpen. De jongen blijven ongeveer een maand in het nest om daarna uit te vliegen.

    Tegen het einde van het tweede levensjaar worden ze geslachtsrijp en zoeken dan een partner met wie ze monogaam door het leven gaan.

     

     











    21-08-2016 om 20:40 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    14-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijen oogsten meeste pesticiden van wilde planten

     

    Geraadpleegde bron: de Standaard

     

    Bijen krijgen het merendeel van hun pesticiden niet binnen via bespoten landbouwgewassen, maar van wilde planten. Bovendien zijn de meeste van die pesticiden van stedelijke aard.

    Onderzoek van de Amerikaanse Purdue Universiteit verzamelde 16 weken lang het stuifmeel in de bijenkorven op 3 verschillende plaatsen in de staat Indiana. Ze wilden in de eerste plaats leren welke bloemen de bijen zoal bezochten en tegelijk ook nagaan welke pesticiden de bijen opnamen.

     

    Indiana is een landbouwstaat in de ‘corn belt’, met flink wat monocultuur van maïs en soja, maar ook in die gebieden slagen de bijen erin om stuifmeel te verzamelen van een brede waaier aan planten.

    Het verzamelde stuifmeel omspande 30 plantenfamilies en dus nog veel meer soorten. De speurders vonden pesticiden van 9 diverse scheikundige groepen. De beruchte neonicotinoïden, die ervan worden verdacht zeer dodelijk te zijn voor het bijenvolkje, waren daar ook bij. Maar zij waren lang niet het belangrijkste gif.

    De hoogste concentratie insecticiden kwam van de pyrethroïden. Die worden ook wel in de landbouw gebruikt, maar voornamelijk in huis gespoten tegen vliegen en muggen.

     

    De wetenschappers zetten hun korven in een weide die niet in gebruik was, aan de rand van een maïsveld bespoten met neonicotinoïden en bij een veld zonder.

    Het stuifmeel van landbouwplanten vormde slechts een klein deel van wat de bijen inzamelden.

    De bijtjes bleken vooral te foerageren op vlinderbloemigen als klaver en luzerne.

    De onderzoekers schrokken van het grote aantal niet landbouw gebonden pesticiden dat ze aantroffen en nog meer van de verbijsterende hoeveelheden, waarin ze die vonden.

     

    De verklaring schuilt achter de onderzoeksmethode die zich doorgaans enkel toespitst op de aanwezigheid van neonicotinoïden. Nauwelijks iemand neemt de moeite om de rest te analyseren en al helemaal niet te achterhalen wat de bijen ophalen bij niet landbouwplanten.

     

    De meest voorkomende stoffen waren schimmeldoders en onkruidverdelgers. Pas dan kwamen de insecticiden.

    Neonicotinoïden zijn voor bijen het dodelijkst, maar worden enkel op akkers gebruikt. Perythroïden kwamen veel meer voor. Die zijn al sinds de jaren ’50 in gebruik, hoofdzakelijk in huizen. Maar die huizen liggen wel naast tuinen met een grote variatie aan bloemen, waar bijen veel tijd doorbrengen.

    De onderzoekers zagen een duidelijke piek in de perythroïden in augustus en september, wanneer mensen last hebben van muggen en wespen.

    Het ziet er dus naar uit dat niet de moderne landbouw met al haar bestrijdingsmiddelen het grootste gevaar vormt voor de bijen, maar u en ik.

     

    Eerder verschenen artikels over de levensbelangrijke bijen vind je terug in het archief:

     

    13/08/2010       De mysterieuze ‘verdwijnziekte’ (bijenexpert Frans Jacob)

    12/05/2013       Levensnoodzakelijk bestuivers

    21/04/2014       Red de bestuivers! (honingbij – hommel)

    03/08/2014      Bijenkasten

    28/09/2014      Desastreuze afname van bijenkoloniën

    29/03/205        Godendrank gezocht











    14-08-2016 om 19:09 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    07-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blauwe (asgrijze) reiger

     

    Geraadpleegde bron: Vogelbescherming Vlaanderen – Mens&Vogel 2008 – 4

     

    Vroeger werd in onze streken op blauwe reigers gejaagd met behulp van afgerichte valken.

    Als de reiger de jacht overleefde, kreeg hij een metalen ring om de poot, waarop plaats en datum van de geslaagde jacht gegraveerd stonden.

    Er waren gevallen bekend van reigers met 6 dergelijke ringen om de poot. De lange sierveren op het achterhoofd werden door de jagers als trofee mee naar huis genomen. De daarmee vervaardigde verenbosjes waren erg gegeerd. Uit data op pootringen leidde men af dat sommige reigers meer dan 50 jaar oud waren. Deze ongeoorloofde methode was wel een voorloper van het huidig wetenschappelijke ringwerk.

     

    Deze prachtige vogel verdient zeker de gouden medaille voor geduld.

    Hij kan uren staan wachten tot er een geschikte prooi in zijn blikveld komt. Zijn lange hals is dan S-vormig ingetrokken, klaar om als een pijl uit een boog vooruit te schieten en zijn slachtoffer met de dolksnavel te spietsen.

    Soms besluipt hij zijn geviseerde prooi terwijl zijn kop, hals en lichaam sierlijk in evenwicht blijven.

     

    Qua voeding is hij niet kieskeurig. Hij is wel een slokop, die zijn buit in één beweging naar binnen werkt.

    Als overwegend viseter (paling, baars, stekelbaars, jonge karper en snoek, voorn ,schol, forel, …) broedt hij meestal in de nabijheid van visrijke wateren. Dat water kan zoet, zout, brak, stilstaand of stromend zijn.

    Maar hij doet zich ook te goed aan: dikkopjes, kikkers, watersalamanders, hazelwormen, hagedissen, jonge ringslangen, waterratten, veldmuizen, spitsmuizen, mollen, jonge konijnen, allerhande insecten (rugzwemmers, mest-, water- en meikevers), zoetwatermossels, slakken, regenwormen en zelfs donsjongen van andere watervogels, zoals meerkoet, waterhoen, waterral, wilde eend, …

    De blauwe reiger vist veel beter dan de meeste hengelsportliefhebbers, die soms met lede ogen moeten toezien hoe een reiger in dezelfde sloot de vissen voor hun neus wegsnoept.

     

    In onze streken bevinden de broedkolonies zich voornamelijk in de bomen. Men beweert vaak dat reigers jaar na jaar hetzelfde nest gebruiken. Dit is zeker niet altijd waar. Ook bij vogels geldt het spreekwoord: ‘wie eerst komt, eerst maalt’.

    In het voorjaar keren de vogels weer naar hun broedkolonie en de mannetjes die eerst aankomen, kiezen de grootste nesten.

    Overjarige nesten die de najaarsstormen hebben doorstaan, oefenen immers een grote aantrekkingskracht uit op geslachtsrijpe vogels. De laatkomers moeten genoegen nemen met een kleiner nest of moeten er zelf weer eentje bouwen. Dan gebeurt het wel vaker dat ongeschikte nesten worden gesloopt om het tweedehandse nestmateriaal in een eigen nest te verwerken.

     

    Eens dat het mannetje de woonplaats heeft uitgekozen, begint hij naar de vrouwtjes te lonken. Hij strekt zijn nek naar alle kanten uit en tracht zo een wijfje te lokken. Als er eentje naar hem komt, begint manlief de takjes van het nest te schikken. Als het wijfje mee begint te doen, wil ze hiermee haar toestemming voor de paring bevestigen.

    Beide vogels werken daarna gezamenlijk het nest netjes af vooral met riethalmen, zegge en gras.

     

    Vorige uitgebreide vogelportretten van de blauwe reiger kan je terugvinden in eerder verschenen artikels (zelf 2 x onder dezelfde titel)

     

    14/05/2011       De blauwe reiger

    21/05/2011        Het blauwe reigerjong

    01/11/2008       De blauwe reiger











    07-08-2016 om 19:50 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10de Grote Vlindertelweekend op 6 & 7 augustus

     

    Geraadpleegde bronnen: De Standaard – Natuurpunt

     

    Ongewone vlinders duiken op door het warmere klimaat

     

    Enkele vlindersoorten, die goed gedijen in warm weer, zijn in opmars in Vlaanderen.

    Tegelijk sterven vele soorten uit of trekken weg vanwege de milieuvervuiling, overbemesting, en te ‘cleane’ tuinen, volgens vlinderexpert, Wouter Vanreusel van Natuurpunt.

     

    Neem het kaasjeskruiddikkopje: tot 2009 kwam dat in onze streken niet voor. De kleine, bruine vlinder zoekt warme en ruige plaatsen in Zuid- en Midden-Europa op. Maar door de klimaatverandering zoekt deze vlinder het steeds noordelijker. Het kaasjeskruiddikkopje is een van de vlindersoorten die hier in aantal het sterkst toenemen.

     

    Toch heeft de vlinder het in Vlaanderen niet makkelijk. Er is wat beterschap na jaren van grote afnames, maar het kan veel beter.

    Vlinders lijden hier omdat landbouwers te veel mest gebruiken, omdat de lucht door het verkeer is vervuild en omdat groene ruimtes en tuinen te netjes worden gehouden; daardoor zijn er te weinig wilde bloemen. Daardoor is het prachtige spiegeldikkopje hier verdwenen.

    Er zijn al 19 van de 64 inheemse dagvlindersoorten uitgestorven.

     

    Vlinders tellen in je tuin

     

    Het landkaartje, de dagpauwoog of het boomblauwtje; het zijn allemaal tuinvlinders waar Natuurpunt het fijne van wil weten.

    Want met hun grote verscheidenheid zijn vlinders waardevolle graadmeters van ons leefmilieu. Bovendien is het fantastisch om de kleurige fladderaars van dichtbij op te volgen.

     

    Loop een rondje in de tuin van 15 tot 30 min en noteer alle vlinders die je opmerkt.

    Kijk hoeveel vlinders van een bepaalde soort je tegelijkertijd ziet en noteer het grootste aantal, maar tel niet alles op.

    Zie je bv. om 10.00 u 3 grote koolwitjes en om 10.25 u 4 exemplaren, geef dan 4 grote koolwitjes door op je telformulier, dat pas op zaterdag beschikbaar zal zijn. 

     

    Wil je nog snel de meest voorkomende vlinders leren herkennen?

    Of wil je je tuin inrichten met een paar gouden tips " neem een kijkje op www.vlinderweekend.be voor meer uitleg.

     

    De fotoreeks bij dit artikel is van Pieter Cox en brengt chronologisch de volgende soorten in beeld:

    1.        Citroenvlinder

    2.       Bruin zandoogje

    3.       Gehakkelde aurelia

    4.      Distelvlinder

    5.       Klein geaderd witje

     

    Het weekend belooft een leuk monitoringsevenement te worden, want de zon zal van de partij zijn en dat weten ook de vlinders fel te appreciëren.











    04-08-2016 om 13:10 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    31-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koereiger

     

    Een van de zeldzamere reigersoorten in ons land is de koereiger.

    In Spanje daarentegen zijn koereigers een bekende verschijning in het landschap, maar ze zijn nog veel algemener in Afrika en het Midden-Oosten (Rode Zee), waar ze zich verzamelen rond kudden antilopen, buffels en olifanten.

    Ze zijn vooral te zien in weilanden met vee of op juist omgeploegde akkers, langs wegen en zelfs in stadsparken en op vuilnisbelten.

    Koereigers zijn veel minder dan andere reigers gebonden aan water.

    In Europa blijft de verspreiding grotendeels beperkt tot het zuiden van Spanje, Portugal en Frankrijk.

     

    Ze foerageren vaak bij vee en paarden (pikken teken van hun rug), volgen de ploeg van de tractor om wormen en larven op te pikken. Ze volgen groot vee en eten insecten (sprinkhanen, krekels, kevers, vliegen, libellen) die door hun hoeven worden verstoord en opgejaagd. 

    Ze zoeken vooral op vers geploegde akkers kleine prooien in de verse voren en zelfs op afvalhopen. Soms lopen ze zelfs letterlijk tussen de poten van een koe en de benen van een paard omdat daar de lekkerste hapjes te vinden zijn. Ze eten ook kikkers, hagedissen en muizen.

     

    Lijf en vleugels zijn wit; in de zomer vertoont de rug lange beige pluimen; de kruin vertoont een kap van gele sierpluimen; de gele rechte snavel is roodachtig en de borst vertoont een grote gele vlek; de poten zijn vaalgeel tot bruin.

    De lichaamslengte van deze gedrongen reiger varieert tussen de 45 en 50cm; de spanwijdte reikt van 82 tot 95cm; het lichaamsgewicht schommelt tussen 300 en 400g.

    De roep omvat onder meer schorre, krassende tonen en een snel gekwaak.

     

    De balts vindt grotendeels plaats bij het nest, waarbij de sierlijke verlengde halsveren van pas komen.

    Broeden doen ze in kolonies met andere reigersoorten in lage dode bomen of middelgrote struiken in de buurt van rietmoerassen.

    Het vrouwtje maakt een rommelig ondiep nest van takken en riet in bomen; zij legt 4 tot 5 eieren (1 legsel in april – juni) die na 22 tot 26 dagen uitkomen.

     

    Tegen de avond vliegen grote groepen in vormeloze witte wolken op om in bomen te rusten (soms dicht bij gebouwen), vaak met duizenden tegelijk.

     

    Deze fotoreeks is gemaakt in de weilanden van Rangeerstation Antwerpen-Noord, waar ook de natuurdomeinen de Grote Kreek en de Kuifeend gelegen zijn.











    31-07-2016 om 19:19 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    24-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De watersnip, gedoemd te verdwijnen?

     

    Geraadpleegde bron: Vogelbescherming Vlaanderen – Mens&Vogel 2010 –1

     

    De watersnip is ongeveer zo groot als een merel en heeft een overwegend bruin verenkleed, een buitenproportioneel lange, rechte snavel, een vrij plomp silhouet, relatief korte poten, een vaak ingedoken houding en een markante gestreepte kop en romp.

     

    In Vlaanderen is het een schaarse broedvogel. Het belangrijkste broedgebied bevindt zich in de vallei van de Zwarte Beek in Limburg. In Europa is de watersnip het talrijkst aanwezig in IJsland, Zweden, Finland, Noorwegen en Wit-Rusland.

     

    De watersnip verkiest als broedbiotoop zoetwatermoerassen met slijkerige oevers, hopen rottende planten en ondiep water, hoog en –laagveengebieden, vochtige heidevelden en drassige hooilanden.

    De achteruitgang van de populatie is dan ook zo goed als uitsluitend te wijten aan de teloorgang van deze biotopen, ten gevolge van ontwateringen, beeksaneringen of intensivering van de landbouw.

     

    De nestplaats zelf bevindt zich meestal in de verlandingszone van moerasgebieden of in gemaaide rietvelden. In grasland nestelt de watersnip enkel in vochtige hooilanden en extensief beweide, natte grasgebieden.

    Het nest – een eenvoudig ondiep kuiltje in de bodem – wordt gebouwd tussen graspollen in lage ruigte of tussen veenmoswallen.

    Om het bij afwezigheid te verbergen, wordt de vegetatie gedeeltelijk over het nest getrokken. Het legsel bestaat meestal uit vier ovaal- tot peervormige eieren. Alleen het vrouwtje broedt en ze begint er pas aan als het legsel compleet is.

     

    De voedselbiotoop kan identiek zijn aan de nestbiotoop maar kan ook apart liggen.

    De watersnip foerageert graag in ondiepe greppels, sloten, poeltjes, slikranden en in tot 10cm diep water. Het hoofdvoedsel bestaat uit onder het bodemoppervlak levende regenwormen, rode slijkwormpjes, kevertjes, emelten, kokerjuffers, insectenlarven, land- en waterslakjes, slakkeneitjes, bladluizen, …

     

    Tijdens hun baltsvluchten maken watersnippen een typerend, mekkerend geluid, waardoor ze ook wel ‘hemelgeit’ worden genoemd. Dit geluid brengen ze tijdens hun duikvluchten voort door de buitenste staartpennen – die harde schachten bevatten – in de wind te laten trillen. Met rukkende, spartelende vleugelslagen maken de mannetjes boven hun broedgebied horizontale rondvluchten op een hoogte van 50 tot 100m. Af en toe schieten ze in snelle duikvlucht 10 à 15m omlaag. Daarbij werpen ze zich op één kant waarbij de vleugels half geopend en komvormig van het lichaam worden afgehouden.

    De 14 pennen tellende staart is gespreid zodat de opzij gestrekte, vibrerende veren er aan beide kanten uitsteken. De vleugels maken bij het neervallen trekkende bewegingen waardoor het ‘snorren’ – dat door de vibrerende geluidsveren wordt opgewekt – verandert in het zogenaamde ‘blaten’.

    Na het neervallen vliegen de vogels weer snel omhoog en herhalen ze deze duikvluchten soms honderden keren. Deze baltsvluchten worden soms door 2 of 3 mannetjes tegelijk uitgevoerd. Als er een vrouwtje in de buurt is, veranderen deze baltsvluchten van karakter.

    Het vliegpatroon bestaat uit een reeks korte stijgingen en dalingen die in hoog tempo worden uitgevoerd en waarbij de vogels tijdens de dalingen met de vleugels in een V-houding zich op spectaculaire wijze op hun zij en zelfs op hun rug gooien.

    Soms gebeurt dit op grote hoogte maar ook wel vlak boven de grond.

    De broedbiotoop van de watersnip in Vlaanderen komt de laatste decennia steeds meer onder druk te staan. Een herstel van de populatie is onwaarschijnlijk aangezien het overgrote deel van de voormalige broedgebieden ongeschikt is geworden.

    In het gunstigste geval kan zich een Vlaamse broedpopulatie op laag niveau handhaven.

     

    Een eerder verschenen artikel kan je opdiepen uit het archief

     

    09/05/2010     De watersnip











    24-07-2016 om 21:54 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    16-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De raaf

     

    De raaf is de grootste kraaiachtige – groter dan de zwarte kraai en de roek – bekend om zijn intelligentie en is, op de liervogels na, de grootste van alle zangvogels.

    Raven zijn vaak te vinden boven de wildste en rotsachtigste gebieden en zelfs boven, hoge kale pieken. Ze komen ook voor in minder wild beboste regio’s of boerenland, biotopen waar ook de zwarte kraai zich thuis voelt.

    Als raven met rust worden gelaten, kunnen ze boven de kustplaatsen worden gezien waar ze soms op hoge gebouwen nestelen.

     

    Eeuwenlang werd de ietwat griezelig uitziende raaf beschouwd als een onheilsbode, een reputatie die hij dankte aan zijn gewoonte als aaseter op galgen- en slagvelden te verschijnen.

    Meer dan een eeuw geleden was hij in onze streken nog een algemene broedvogel, maar genadeloze vervolging door de mens leidde hier tot zijn uitroeiing.

    In andere delen van Europa trok de soort zich in de bergen, veengebieden en onherbergzame heuvels terug. Deze grote zangvogel heeft een sterke overlevingsdrang en een uitstekend aanpassingsvermogen.

     

    De roofvogel draagt een geheel zwart kleed, heeft verlengde keelveren (baard), een vooruitstekende grote kop met een massieve snavel.

    Bij het krassen zet de raaf de lange veren op keel en kruin uit. De zware kop lijkt dan nog dreigender. Verder zijn de uitgestrekte hals, de ruitvormige staart en de lange hoekige gevingerde vleugels kenmerkend. De vogel heeft een lichaamslengte die reikt tot 64cm, een spanwijdte die varieert tussen 120 en 150cm en een lichaamsgewicht dat schommelt tussen 0.8 en 1.5kg.

     

    Raven hebben een gevarieerd menu, bestaande uit vlees van kadavers, zoals konijnen, hazen, schapen, hertenjongen of op het strand schelpdieren en aangespoelde karkassen; ook prooidieren zoals vogels, eieren, grote kevers en vette rupsen, … 

     

    Niet-broedende vogels vormen groepen, maar broedparen verdedigen een territorium, vooral door zich in de lucht te manifesteren. Op de grond beweegt de raaf zich al springend of lopend. In de lucht is hij een acrobaat. Vaak rolt de raaf: een zijdelingse rol met half gesloten vleugels en kort daarna weer terug.

    Andere vliegkunsten en zweefvluchten helpen de vogels met elkaar te communiceren.

    De roep is ook belangrijk: zelfs wanneer ze ver van elkaar vandaan zijn, blijft een paar met elkaar in contact door luid te roepen. De roep kan individueel worden herkend. De typisch roep is schor, luid en ver dragend.

     

    De monogame raven brengen slechts één broedsel per jaar groot en beginnen vroeg; soms al in februari. De soliede nesten van raven worden ieder jaar verder uitgebouwd op traditionele plekken, zoals op richels onder overhangende rotsen, in steengroeven of in hoge dennen of eiken.

    In onverstoorde gebieden kunnen de vogels lager nestelen.

    De partners bouwen samen het omvangrijke nest van dikke takken, dunne twijgen, heideplanten en soms stukken zeewier. Het wordt versterkt met aarde en mos. De kom wordt dik gevoerd met gras, mos en een laagje haar en wol.

     

    Het legsel bestaat uit 4-8 lichtblauwe tot groene eieren met een grijs- tot zwartbruine vlektekening.

    Het broedende wijfje wordt door het mannetje op het nest gevoerd. Na ca 3 weken verschijnen de jongen, die na 3-6 weken kunnen vliegen.

    Beide ouders zorgen voor de jongen, aan wie ze geplette insecten, kleine vogels of zoogdieren voeren waarvan ze eerst de veren de haren of botten hebben verwijderd.











    16-07-2016 om 16:57 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    10-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tureluur, een zeldzamere weidevogel

     

    Geraadpleegde bron: Vogelbescherming Vlaanderen – Mens & Vogel 2016 – 3

     

    In Vlaanderen is de tureluur een vrij schaarse broedvogel. De populatie wordt geschat op slechts 300 tot 350 broedparen. De meeste daarvan zijn te vinden in de kustpolders, maar ook in het Antwerpse havengebied zijn ze talrijk aanwezig.

    De natuurcompensatie die er kwam na de havenuitbreiding heeft daar voor een groot deel mee te maken.

    Op Europees niveau wordt de populatie geschat op 300 000 broedparen, Rusland niet meegerekend.

    Hoewel de aantallen in verschillende delen van Europa slinken – zoals in Finland, Ierland en Nederland – lijken ze elders vrij stabiel.

     

    De broedgebieden van de tureluur bevinden zich vooral in kruidenrijke graslanden en

    kwelders. In ons land bestaat de broedbiotoop vooral uit brak- en zoutwaterschorren, zilte lage

    eilanden met een hoge grondwaterspiegel en slijkerige poeltjes en grachten, weilanden nabij

    kreken en in toenemende mate ook op opspuitterreinen in havengebieden.

    Toch kan ook de tureluur – naast grutto, kievit en scholekster – als een echte weidevogel

    worden beschouwd waarbij ontwatering en intensieve landbouwactiviteiten de soort duchtig

    parten kunnen spelen.

     

    Vroeger broedden ze ook op uitgestrekte heidevelden en hoogvenen, maar deze biotopen zijn

    voor de tureluur echter heel zeldzaam geworden.

    Na de overwintering langs de kusten van Nederland, België en de wat zuidelijker gelegen

    landen tot aan de Afrikaanse kust, begint het tureluurmannetje onmiddellijk aan de balts.

    Het zijn de mannetjes die met trillende vleugels hoog in de lucht een flink stuk stijgen en dan

    Weer ‘fluitend’ een stukje neerwaarts glijden, om daarna weer te stijgen en opnieuw een stukje

    trillend en fluitend af te dalen.

    Naast die sierlijke capriolen, die zich op grote hoogte afspelen om de toekijkende vrouwtjes op

    de grond te prikkelen, rent het mannetje minutenlang het vrouwtje achterna, haar opdrijvend

    met ingetrokken hals, iets afhangende vleugels en met een gespreide staart.

    Soms houden beide vogels even stil en drukken ze zich tegen de grond om daarna weer kriskras doorheen het grasland te rennen. Het gedrag werkt blijkbaar aanstekelijk want meerdere tureluurs zullen zich in het ‘spel’ mengen. En zo kan het gebeuren dat er wel 6 tureluurs – zowel mannetjes al vrouwtjes – door het gebied heen rennen.

     

    Tureluurs zijn plaats- en partnertrouw of ligt het aan de vaststelling dat beide partners erg trouw zijn aan hun nestplek en dat ze, als ze weer op dezelfde locaties als vorig jaar aankomen, vanzelf ook weer een paar vormen? Je kan er alleen maar naar gissen wat ze nu met die drukke achtervolgingen bedoelen, maar duidelijk is wel dat ze op een paring uitdraaien.

     

    Na al dat rennen staat het vrouwtje stil en zal ze met gestrekte romp en de staart iets opwaarts de paring inzetten. Het mannetje staat in eerste instantie naast haar en begint met mooie sierlijke pasjes en trillende, hoog opgeheven vleugels aan zijn liefdesavontuur. Al fluitend en trillend gaat hij eerst iets achteruit om achter het vrouwtje te komen. Dan maakt hij sierlijke passen en fladdert hij langzaam verticaal omhoog om zo op de rug van het vrouwtje te landen. Zijn jodelende, vibrerende roep is dan op grote afstand te horen. Een onmiskenbaar zomergeluid!

    Tijdens de eileg in de eerste weken van april paren de vogels ’s ochtends en ’s avonds.

    Na het laatste ei houden de paringen op; als er 4 zijn komen er geen nieuwe meer bij.

    De vogels zijn dan druk bezig met het bebroeden van de eieren. De eerste tureluurkuikens komen in de eerste weken van mei uit het ei, precies in de periode dat er massaal wordt gemaaid in Vlaanderen.

    Als landbouwers in de eerste dagen van mei gaan maaien, is ongeveer de helft van de nesten uitgekomen. Zorg voor de overige nesten is dan ook belangrijk en zonder bescherming hebben ook de rondlopende tureluurkuikens geen schijn van kans. Zij hebben voldoende vegetatie rond het nest nodig, waarin ze veilig kunnen schuilen.

    Als de boer niet wil dat de nesten kapot worden gemaaid, dan zit er niets anders op om met een grote boog om het nest heen te maaien. Een vlak van 50 m² laten staan, is geen overbodige luxe.

    Een hele zone niet maaien is een alternatieve oplossing om natuurlijke predators niet de hint te geven dat er wat lekkers te rapen valt op dat eilandje.











    10-07-2016 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    04-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het 9de momentum-bis


    Pieter Cox, wiens interesses hoofdzakelijk bij natuurbeheer, monitoring en natuurfotografie liggen, maakte ook zijn voorkeur bekend, via 4 foto’s van vogels en eentje van een insect.

    Hij licht zelf uitgebreid toe wat hem aantrok in de volgende reeks foto’s, waarbij het ook al eens fout kan gaan.

     

    1ste foto: jonge grauwe klauwier

    Locatie: Poda – Bulgarije 18/09/2014

    Tot op heden heb ik al 2 x problemen gehad met geheugenkaartjes. Jammer genoeg gebeurde dat in beide gevallen tijdens een vakantie. Dit deed zich onder andere voor op een vakantiereis in Bulgarije. Na vele foto’s te hebben gemaakt, kreeg ik een foutmelding op mijn scherm en stelde ik vast dat ik vele foto’s (gedeeltelijk) kwijt was. Ik had die dag een juveniele grauwe klauwier, relatief van dichtbij kunnen fotograferen. En, ja … juist die foto kon ik maar voor een gedeelte op mijn computer inladen (rechterhelft was blanco).

    Grote wijzigingen doorvoeren via fotoshop probeer ik zoveel mogelijk te mijden, maar met deze foto kon ik het niet aanzien. De blanco rechterhelft bestond gelukkig enkel uit een wazige achtergrond, welke je via fotoshop aanvullend kan simuleren.

    Met deze foto wil ik aantonen dat digitale fotografie niet altijd naar wens verloopt … al is die vele malen interessanter dan analoge fotografie.

     

    2de foto: vorkstaartplevier

    Locatie Ebro-Delta – Spanje 18/04/2015

    Tijdens een natuurreis in Spanje was ik een groepje vorkstaartplevieren aan het fotograferen, met de telelens uit de hand langs een wandelpad.

    Helaas waren ze te ver weg om er mooie foto’s van te maken en toen er een helikopter overvloog, dacht ik dat ik geen schijn van kans meer maakte.

    De groep vorkstaartplevieren vloog meteen op, maar eentje landde vervolgens vlakbij mij.

    Onverwacht had ik dus toch nog een kippenvelmoment!

     

    3de foto: purperreiger

    Locatie: Ebro-Delta – Spanje 18/04/2015

    Een kennis van mij had eerder een gelijkaardige trip gemaakt, als de tocht die ik 2015 aanvatte. Hij kwam terug met een foto van een purperreiger met een slang in zijn snavel, een prachtopname gewoon.

    Tot mijn verbazing kreeg ik de kans een gelijkaardige foto te maken. Alleen had de purperreiger de slang voor een paling ingeruild. Ook deze momentopname legde ik vast uit de hand vanop een wandelpad in een natuurgebied.

     

    4de foto: Maghrebekster

    Locatie: Agadir – Marokko 20/01/2106

    Tijden een doortocht door Marokko, waar de Maghrebekster voorkomt, een ondersoort van ‘onze’ ekster, had ik de kans de fraaie en elegante Noord-Afrikaanse te fotograferen. Al moest ik uit de hand, op mijn knieën zittend, de elegante verschijning vereeuwigen, ben ik zeer tevreden over deze momentopname.

     

    5de foto: zwervende heidelibel

    Locatie: Oirschotse Heide – Nederland 22/06/2013

    Tijdens de eerste jaren dat ik op verkenningstocht trok in de natuur, ging mijn aandacht hoofdzakelijk naar vogels.

    Pas later begon ik te beseffen dat de natuur zoveel meer moois te bieden heeft.

    Libellen zijn mijn ‘tweede liefde’ geworden. Hun levenscyclus is bijzonder boeiend en daarenboven zijn ze ook nog eens fotogeniek. Vandaar deze keuze (foto met macrolens en uit de hand genomen)











    04-07-2016 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het 9de momentum: 96 000 bezoekers

    Het 9de momentum: 95 900 bezoekers

     

    Jaarlijks terugblikken op de startdag van dit blog (04/07/07) is telkens weer wat tijd maken om de bijdragen en bijpassende illustraties kritisch onder de loep te nemen.

     

    De educatieve doelstellingen die huisfotografen Wim Dekelver en Pieter Cox helpen verwezenlijken, zorgen jaarlijks nog steeds voor een toenemend aantal natuurfans en vogelliefhebbers.

     

    Inmiddels zijn er 530 artikels verschenen en 1840 foto’s gepubliceerd, onder meer over 180 vogelsoorten.

     

    Sinds ook Facebook en Twitter als aankondigingskanalen werden ingeschakeld om lezers aan te trekken bij het verschijnen van een nieuwe bijdrage, is de populariteit nog gevoelig gestegen. Via die fora bereik je bredere netwerken en wek je bijgevolg de interesse op om eens een bezoekje te brengen aan de blog   

     

    Dit jaar opnieuw kozen beide natuurfotografen hun top 5 onder hun favoriete beeldopnames. Geen gemakkelijke opdracht, maar na een overwogen selectie, boden beiden een knappe reeks aan, een lust voor het oog.

     

    Wim Dekelver hield niet alleen rekening met de fotografische kwaliteit, maar ook met de zeldzaamheid van het onderwerp en vooral met de persoonlijke beleving op het moment van de opname.

     

    1ste foto: blauwe reiger

    Locatie: De Grote Kreek – Ekeren

    Deze foto werd in de late namiddag genomen vanuit een kijkhut, meen zon die al goed aan het zakken was, wat de warme kleuren verklaart.

     

    2de foto: kluut

    Locatie: Kortbroek – Kruibeke

    Deze opname is gemaakt van achter een kijkscherm, ’s morgens vrij vroeg met sterk tegenlicht, omgezet in zwart/wit om het grafische van de foto te benadrukken.

     

    3de foto: woudaap (mannetje)

    Locatie: Groot Rietveld – Kallo

    Deze foto werd genomen in de vrije natuur, met lange wachttijden en dan plots af en toe even een verschijning. Aandachtig blijven is de boodschap.

     

    4de foto: zwarte wouw

    Locatie: Feldberg – Duitsland

    Deze momentopname werd vastgelegd vanuit een kijkhut, na een wachttijd van 6.30 tot 17.00. Geduld is een schone deugd!

     

    5de foto: grote zilverreiger

    Locatie: De kuifeend – Ekeren

    Deze foto werd genomen vanuit de kijkhut met bomen in de schaduw op de achtergrond, op het moment dat een zonnestraal recht op de zilverreiger priemde











    04-07-2016 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    25-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dramatisch broedseizoen voor kool- en pimpelmezen

     

    Geraadpleegde bron: De Standaard [Jenny De Laet (UGent) / Gerald Driessen (Natuurpunt)]

     

    Het broedseizoen 2016 is ‘uitermate dramatisch’ voor kool- en pimpelmezen, meldt gedragsecologe Jenny De Laet (UGent). Natuurpunt voegt er aan toe dat het broedseizoen voor heel wat grondbroeders en Afrikatrekkers slecht wordt.

    Door de afwisselende koude en warme periodes werden heel wat legsels verlaten, waardoor heel wat eieren bleven liggen en weinig jongen uit kwamen.

     

    Daarna kregen we de overvloedige regens die een negatieve impact hadden op het voedselaanbod en voor heel wat dode jongen zorgden.

    De Laet en haar team baseert zich voor haar bevindingen op een 30 ha groot controlebos met 192 nestkasten en een netwerk van ongeveer 450 nestkasten in de steden Gent, Dendermonde en Sint-Niklaas. Momenteel worden de nestkasten nog gecontroleerd op eventuele vervolglegsels of 2de broedsels, maar die zijn er amper eind juni, want begin juli beginnen de mezen reeds te ruien.  

     

    Het broedseizoen 2016 lijkt dus zowel voor de koolmezen als de pimpelmezen een verloren seizoen.

    Over exacte cijfers beschikt Natuurpunt niet, maar ook voor andere soorten werden gelijkaardige signalen opgevangen. Dat klinkt logisch, want met de koude zijn er bijzonder weinig insecten, merkt Gerald Driessen op. Hij stelt vast dat zowat alle grondbroeders, zoals kievit, scholekster, grutto, maar ook veldleeuwerik en graspieper te maken krijgen met heel nat gras en onderkoelde jongen als gevolg of zelfs overstroomde nesten.

     

    Ook de broedsels van vrijwel alle Afrikatrekkers hebben het moeilijk. Steenuilen kampen door het slechte weer met een tekort aan muizen, waardoor ze op regenwormen overschakelen, met diarree bij de jongen als gevolg.

    Eenden hebben minder last van zo’n nattigheid, immers hun kuikens verlaten onmiddellijk het nest.

     

    Om de gevolgen in te schatten, zal Natuurpunt ringers in het najaar vragen om goed uit te kijken naar jonge vogels. Eerder trokken natuurhelpcentra al aan de alarmbel, toen veel jonge en onderkoelde dieren werden binnengebracht.











    25-06-2016 om 18:15 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    19-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kleinste Europese eend

     

    Als kleinste en behendigste van alle grondeleenden doet de wintertaling soms denken aan een steltloper, vooral wanneer een groepje opvliegt vanuit een modderige poel; draaiend en kerend voordat ze er op topsnelheid vandoor gaan.  

     

    Ze leven in open gebieden, met een moerassig karakter. Vooral het ‘merenland’ Finland  herbergt enorme aantallen wintertalingen, gevolgd door Zweden, Noorwegen en het westen van Rusland.

     

    Waterrijke gebieden met een welige begroeiing van de oevers vormen het geliefd leefgebied van de wintertaling, maar alleen op voorwaarde dat het er rustig is. Watersport en recreatie hebben onherroepelijk hun negatieve weerslag op de soort.

     

    Ze vliegen in onregelmatige dichte vluchten en maken voortdurend onverwachte wendingen (slingerende bochten en tuimelingen). Daardoor lijkt het net of ze altijd haast hebben.

    Het zijn wel onrustige vogels die bij het minste onraad loodrecht op vliegen.

     

    Met de kop en schouders onder het wateroppervlak zwemmend (grondelend), verzamelen ze kleine diertjes (waterinsecten, wormen, slakken). In het ondiepe water voeden ze zich door met een ‘knabbelende’ snavelbeweging kleine zaden en water- of moerasplanten (wortels, scheuten) te eten.

     

    In de late zomer en herfst kunnen ze zich verzamelen in groepen van honderden vogels, vooral op plekken waar het waterniveau is gedaald en er uitgestrekte moddervlaktes zijn ontstaan, vol met frisgroene ontkiemende zaden van oeverplanten.

     

    Wintertalingen trekken in de late herfst vanuit West-Azië en Noord-Europa naar het westen en het zuiden. Ze brengen de winter verspreid over heel Europa door. Ze worden hierbij wel vaker vergezeld van vogels uit IJsland. Sommige vogels bereiken zelfs overwinteringsgebieden in Noord-Afrika.

     

    Als broedvogel gaat het de soort niet voor de wind; de aantallen namen de laatste decennia reeds verder af ten gevolge van verdroging en landschapsingrepen in hun leefgebieden.

    De meeste wintertalingen broeden in vennen en in mindere mate nabij plassen op de hoge zandgronden.

     

    Het beheer moet gericht zijn op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van waterrijke gebieden, zoals ondiepe plassen met een goed ontwikkelde oever- en watervegetatie, vochtige tot overstroomde meersen (natuurlijk afstromingsgebied) en uitbreiding van estuariene (trechtervormige brede monding) gebieden (slikken & schorren).

     

     

    Wie een eerder verschenen artikel over de wintertaling uit het archief wenst op te diepen, kan dat via de zoekrobot:

     

     

    13/11/2009       De wintertaling











    19-06-2016 om 17:44 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    11-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bruine kiekendief

    Van de 3 soorten in onze streken broedende kiekendieven is de bruine kiekendief verreweg de meest voorkomende. Dit is altijd zo geweest daar het vroeger hier niet ontbrak aan geschikte biotopen: moerasgebieden.

     

    Dat voor de vogel vele volksnamen werden bedacht, is een aanwijzing dat hij heel bekend was bij de plattelandsbevolking. Toch was hij geen populaire vogel, integendeel deze ‘kuikendief’ was helemaal niet geliefd.

     

    De bruine kiekendief is een echte moerasvogel, met een voorkeur voor rietland. Van de 3 soorten (blauwe, grauwe en bruine) kiekendief broedt en jaagt de bruine ‘kiek’ in de natste en hoogste vegetaties.

     

    Alle kiekendieven hebben een actieve manier van jagen, waarbij ze laag boven de grond hun jachtgebied afzoeken op een kenmerkende manier, met veel draaien, schommelen, kort bidden, …

    Ze kunnen op deze gevarieerde manier jagen omdat kiekendieven een groot vleugeloppervlak hebben ten opzichte van hun gewicht. De bruine kiekendief hanteert een rustigere jachtvlucht dan de blauwe en de grauwe. Hij jaagt veel dichter bij het nest, maar zoekt zijn jachtdomein ook grondiger af.

     

    De bruine kiekendief verkiest grote (minstens 5 ha, bij voorkeur 10 ha en zelfs meer) ongestoorde open rietvelden met weinig of geen bomen (< 10 bomen / ha), met weinig (< 10 cm) tot geen fluctuaties in het waterpeil tijdens het broedseizoen.

     

    Als foerageergebied wordt het volledige landschap benut, inclusief akker- en weiland.

    Bij het jagen worden naast moerassen en rietvelden ook lijnvormige elementen afgevlogen zoals rietkragen langs perceelranden, waar hij vanop geringe hoogte op een prooi duikt.

     

    Het broedareaal omvat heel Europa behalve IJsland en noordelijke delen van Scandinavië, alsook het Verenigd Koninkrijk.

    Een groot deel overwinter in Afrika. Bij ons is het voornamelijk een zomervogel vanaf april tot oktober. Hij is een vrij schaarse broedvogel van voornamelijk kustpolders, de grote havengebieden (Antwerpen en Zeebrugge), de Oost-Vlaamse krekengebieden en omliggende polders, maar ook geschikte leefgebieden in het binnenland.

     

    De laatste jaren kan men spreken van een gestage toename van de bruine kiekendief in Vlaanderen tot een 140 à 160 broedparen. Dit is deels te wijten aan een betere bescherming van roofvogels en een beperkter gebruik van persistente pesticiden in de landbouw.

     

    Sinds 2011 coördineert het INBO (Instituut voor Natuur- en bosonderzoek) een studie in Vlaanderen en Zeeland naar de ecologie van de bruine kiekendief. Het onderzoek leert ons meer over de relatie tussen landschapsgebruik, prooiaanbod en broedsucces.

    Het vormt een basis voor overleg en samenwerking met de landbouwsector. Naast het behoud van grasrijke landschapselementen is de boodschap het duurzaam garanderen van voldoende prooiaanbod door het optimaliseren van teeltkeuzes en het stimuleren van innovatieve systemen zoals ‘vogelakkers’ die inpasbaar zijn in de moderne akkerbouw.

    Zo zijn meerjarige graslandteelten zoals graszaad interessant omdat ze hogere dichtheden aan veldmuizen bieden, een belangrijke prooi voor deze vogelsoort.  In het studiegebied zijn de opgenomen open landschappen vooral landbouwgebieden.

    In het kader van het LifeWatch project (een hoogtechnologisch vergrootglas op de diversiteit) konden 4 volwassen bruine kiekendieven worden uitgerust met innovatieve GPS-loggers van het Uva-Bits type. De zenders laten toe om zeer nauwkeurig verschillende facetten van de vogelactiviteiten te registreren. Doel is op perceelniveau een betrouwbaar beeld van hun doen en laten te verkrijgen.

     

    Hieronder merk je hoe vogels wiens verplaatsingen wenst te traceren met een datalogger (tracking system) worden uitgerust.

     

    https://www.youtube.com/watch?v=xTqxhqBYT00

     

    Wie eerder verschenen artikels wenst te raadplegen, kan via de zoekrobot de bijdragen in het archief opvissen:

     

    27/08/2011       Een gracieze zwever

    30/08/2011       Schatten van nesten











    11-06-2016 om 14:23 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    05-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De rode wouw op het spoor

     

    De rode wouw is een vogel uit de familie van de arendachtigen. Het is één van de weinige roofvogels die je vrijwel alleen in Europa aantreft, van Spanje tot Zweden.

     

    De rode wouw stond vroeger bekend onder de naam ‘Rode Milaan’. Die naam vertoonde alvast meer verwantschap met de Franse naam ‘Milan royal’ en het Duitse ‘Rotmilan’.

     

    Het Belgische bolwerk van de rode wouw, als broedvogel dan, bevindt zich in de Oostkantons.

    De totale Waalse broedpopulatie wordt geraamd op 150 tot 180 koppels.

    In Vlaanderen broedt de rode wouw slechts sporadisch, namelijk net op de grens tussen het broed- en overwinteringsgebied.

    Sporadisch overwintert er wel eens eentje maar doorgaans is de roofvogel een doortrekker.

    In hoofdzaak betreft het doortrekkende vogels uit Duitsland, Polen en – in mindere mate – Scandinavië, die op weg zijn van of naar het winterkwartier. Overwinteren gebeurt voornamelijk in Frankrijk en het Middellandse Zeegebied.

     

    Een knappe reportage van Frederik Thoelen, als bioloog werkzaam in het Natuurhelpcentrum van Opglabbeek vind je in onderstaand filmpje

     

    Wild Things http://wild-things.be/?p=1106 (06/03/2016)

     

    “De fel verzwakte rode wouw, die in het Natuurhelpcentrum werd binnengebracht, werd aangetroffen in een weide in Borgloon. Rode wouwen broeden daar niet; dus was dit ongetwijfeld een vogel die uit het zuiden kwam en op weg was naar zijn broedgebied.

    Een bloeduitstorting onder één van de vleugels wees erop dat het dier een stevige klap had gekregen (hoogspanningskabel geraakt, botsing met een voertuig, …)

    Na twee weken revalideren kon de roofvogel weer worden vrijgelaten.

    Daar men benieuwd was welke vliegroute de herstelde rode wouw zou kiezen, werd besloten samen met roofvogelonderzoekers René Janssen en Paul Voskamp de rode wouw van een zender te voorzien.  

    Vlak voor de vrijlating werd de wouw met een GPS/GSM-zender werkend op zonne-energie uitgerust.

    Dit toestelletje is zo ingesteld dat de GPS elke 2 u de exacte positie opslaat. Om de 8 u stuurt via het GSM-deel de zender een SMS met de coördinaten naar de databank. Die vluchtgegevens worden automatisch op Google Earth weergegeven. De vogel heeft geen last van dit zendertje. Zwak punt is het harnasje dat na enkele jaren zal verduren en doorbreken.

    Frederik Thoelen is al blij als hij één jaar de rode wouw kan volgen, zodat broed- en overwinteringsplaats kunnen worden getraceerd. Inmiddels is de vogel reeds 3 maanden onderweg.

     

    Wie eerder verschenen artikels wenst te raadplegen kan via de zoekrobot volgende artikels in het archief opvissen:

     

    30/05/2015      De rode wouw broedde voor het eerst in het Dijleland

     

    26/11/2010       De rode wouw (in gevangenschap – prachtige fotoreeks)











    05-06-2016 om 22:17 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    29-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zware wouw, gespot in Feldberg

     

    De zwarte wouw is voornamelijk een aaseter die zijn kostje soms in de directe nabijheid van mensen bij elkaar zoekt.

    Ook struint hij graag vuilnisbelten en visafslagen af omdat daar altijd wel wat eetbaars te vinden is.

    De zwarte wouw staat er ook om bekend de prooi van andere roofvogels te ontfutselen door hun net zo lang lastig te vallen tot zij hun buit loslaten.

    Mochten we meer (grote) krengen in onze natuurgebieden achterlaten, we zouden heel wat dieren tevreden stellen.

    Das, vos en zeearend zijn er niet vies van en kleine zangvogeltjes als mees en roodborstje peuteren er graag de larven van de aasvliegen tussen uit. Muizen knagen aan de botten om hun behoefte aan kalk op peil te houden. Er zijn zelfs paddenstoeltjes die alleen maar groeien op de hoeven van overleden zoogdieren. Zeldzame paddenstoelen uiteraard, want er blijven maar weinig kadavers liggen in ons opgeruimde landje.

     

    De zwarte wouw kan echter ook uitstekend vissen, waarbij hij de visjes vlak onder het wateroppervlak met een stevige greep weet te verrassen.

    De roofvogel is een laagvlieger die doorgaans op zo’n 10 tot 60m boven de grond op zoek is naar voedsel.

    Hoewel deze wouw tot de meest talrijke soort behoort, is hij in Europa echter zeldzaam geworden. Aan de Zwitserse meren vind je nog een flinke populatie.

    In een door Brabants Landschap beheerd natuurgebied in het zuidoosten van de provincie zijn in 2014 twee jonge zwarte wouwen uitgevlogen en dat was al het 4de jaar op rij.

    Dat is heel bijzonder als je beseft dat er van deze gracieuze roofvogel met zijn karakteristieke gevorkte staart in ons land jaarlijks maar twee paar tot broeden komen.

     

    Wie de uitgebreide identiteitskaart wenst te raadplegen kan via de zoekrobot het volgend artikel uit het archief opvissen

     

    09/08/2013      De zwarte wouw, een zeldzame trekvogel

     

    Een knap kortfilmpje dat de moeite loont!

     

    https://youtu.be/D0_iIMDCX50











    29-05-2016 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    21-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Zeearend in het vizier krijgen, een moeilijke opdracht


     

    In deze reportage, gesigneerd door Wim Dekelver, verneem je (en dat is overigens niet de eerste keer) hoe moeilijke omstandigheden de prachtige, maar veeleisende hobby, kunnen bederven.

     

    Dag 1

     

    “De 1ste dag verbleven we in de kijkhut bovenaan een heuvel, die uitzag op het meer 1.5 à 2 km verder, waar het koppel zeearenden zich doorgaans hoog in de bomen schuilhield.

    Dank zij hun scherpe blik is het voor arenden geen probleem om vanaf die verre uitkijkpost een prooi vóór de hut op te merken.

    Deze keer had Fred er een (aangereden) wasbeertje als lokspijs gelegd.

    Vanaf dan was het geduldig wachten geblazen en hopen dat de zeearend(en) snel het lokaas zou(den) bestormen.

    Jammer genoeg kregen we van de hele dag de grootste roofvogel van Europa niet te zien.

    Wél waren we verstijfd van de koude; immers van ’s morgens 6.30 u tot 17.00 u bivakkeerden wij in de onverwarmde kijkhut.

    Slechts een paar eksters doken op, maar net vóór het moment, dat Fred weer zou opdagen, streek vlakbij een zwarte wouw neer. En dit was écht wel wow!

    We waren blij omdat we de aanvankelijk tegenvallende eerste dag dan toch positief hadden kunnen afronden.

     

    Dag 2

     

    Tijdens de 2de dag voorzag de planning een tocht op het meer (2 u) met een elektrisch aangedreven bootje. Van hieruit zouden we de arenden fotograferen op het ogenblik dat ze in duikvlucht een vis uit het water lichtten.

    We zagen wel twee arenden hoog in de bomen de omgeving afspeuren, maar hoe hard Fred ook smeekte en vissen rond het bootje uitwierp, er kwam geen beweging.

    Het was na de boottocht duidelijk; we hadden alweer pech!

    Zeer verveeld over de pijnlijke situatie bood Fred ons tijdens de namiddag het gratis gebruik van de hut aan. Maar ook deze nieuwe kans, bracht de arend(en)s niet op nieuwe gedachten. Hij/ze liet(en) ons zitten.

     

    Dag 3

     

    De 3de dag verbleven we opnieuw in dezelfde kijkhut boven op de heuvel, zoals het programma dit voorzag, maar weer was/waren de ‘vedette(n)’ nergens te bespeuren. De frustratie viel van onze gezichten af te lezen.

     

    Dag 4

     

    Tijdens de 4de en laatste dag van ons verblijf voeren we terug met het elektrisch bootje op het meer, in een ultieme poging toch een duikvlucht mee te maken. De weersomstandigheden waren allesbehalve gunstig. Door de dichte mistbanken kregen we maar af en toe de oevers te zien. De moed zakte ons in de schoenen.

    Immers voor dergelijke actiefoto’s heb je een zeer korte sluitertijd nodig (1/2000 sec en sneller) en daarvoor was er te weinig licht. De mist zorgde er bovendien ook nog voor dat je foto’s een grauwgrijze achtergrond kregen met weinig contrast.

    Nog bijkomende hinderende vooruitzichten dus. Daarentegen leek dit weertje wél gunstig om de roofvogels in verleiding te brengen.

    Ten langen leste hadden de arenden inderdaad dan toch gevolg gegeven aan de smeekbeden van Fred: één enkele keer deden ze een duikvlucht.

     

    Een berekende en enige kans

     

    Tussen het aanvliegen, gevolgd door een verkenningsronde over het bootje om de vis te lokaliseren, de duikvlucht waarbij de buit wordt gevat en het weer wegvliegen, lag welgeteld 50 sec.

    De ‘aanvalsduik’ zelf speelde zich af in een 10-tal sec. Om deze fase perfect in beeld te brengen, kregen we amper één enkele kans. Het was ook wat raden met welke lens en met welke instellingen je het best gewapend was om die duikvlucht succesvol te fotograferen.  

    Bovendien zat je in een licht schommelend bootje en moest je uit de hand fotograferen in plaats van rechtstaand op een solide ondergrond (fototoestel op statief met schommelkop of swinghead).

    Immers, voor een natuurfotograaf die met flinke telelenzen werkt is alles wat stabiliteit en snelheid bevorderd zeer welkom.

    Daarenboven wist je niet op voorhand waar (vanop welke afstand) precies en op welk moment de zeearend zijn duik zou inzetten. Het was bliksemsnel reageren op het ogenblik dat de roofvogel toesloeg (en dat was vlakbij, véél te kortbij eigenlijk).

    Achteraf bleek dat niemand er in geslaagd was écht goeie foto’s te maken. Het lukte geen van ons om net het moment te vatten waarop de arend de klauwen in het water steekt en de vis grijpt.

     

    Hoe zou je zelf zijn?

     

    Achteraf vernamen we dat Freds zeearend ‘Aalfred’ al 3 weken spoorloos was en de ontgoochelde man vreesde dat hij overleden was.

    Aalfred is een arend, die door Fred in huis werd groot gebracht en waarmee hij bijgevolg een heel hechte band had opgebouwd. Vandaar dat de zeearend zeer gewillig inging op het verzoek om een uitgeworpen vis in duikvlucht te vangen.

    Maar Aalfred was verdwenen en vrij snel was een ander mannetje op zijn nestplaats neergestreken. De indringer betoonde echter meer interesse in de ‘weduwe’ van Aalfred dan in de vissen die Fred te grabbel gooide. Deze ‘ladykiller’ had absoluut geen zin om Freds spel mee te spelen. Hoe zou je zelf zijn?

    Achteraf bij het detailleren van alle opnames bleek echter dat de arend, die de enige duikvlucht uitvoerde, toch Aalfred was. De opgeluchte Fred straalde van geluk, terwijl wij eigenlijk op onze honger bleven zitten.

    Van pure blijdschap schonk Fred ons weer een kosteloze halve dag in de 2de hut. 

     

    Al bij al toch een geslaagde 4-daagse

     

    Vanuit deze hut kregen we – tot onze grote tevredenheid – heel wat vogelsoorten te zien (zwarte en rode wouw, buizerd, bruine kiekendief, raaf, kraanvogel, geelgors, bonte kraai, ekster, …). We kwamen allen met goeie foto’s naar de thuisbasis en dat was dan toch een bevredigende compensatie.

     

    In de fotoreeks hieronder merk je de ‘gemiste kans’ (beeldopname 4), de foto die Wim zich anders had ingebeeld, maar wegens totaal onscherp, helaas onbruikbaar. Shit happens!

     

    Volgend jaar misschien nogmaals proberen en hopen dat de Aalfred heel hongerig is?











    21-05-2016 om 13:10 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Fyne lente' (Louisette)
        op Vogels en renners: één strijd
  • copyright (Ho-Merris)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Kauw (Henriëtte)
        op De kauw
  • Goedemorgen,mooie blog.Wens jullie nog een fijne dinsdag toe. (Mieke)
        op M-day, een mix, magische momentopnames
  • Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek
  • Goedemiddag blogvrienden u bent van harte welkom
  • Hallo beste Franz,prachtige foto's met omschrijving,heel interssant om te kijken en te lezen
  • Goedemiddag blogmaatje
  • Voorbeeld???
  • Ben is op bezoek geweest. (I like it)

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2005
  • -0001

    Foto

    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Franz Pieters
    Ik ben een man en woon in Zaventem (België) en mijn beroep is 25 jaar lkr, 2 jaar kabinetsadviseur, 2 jaar adviseur DVO, 2 jaar TOS21-projectmedew..
    Ik ben geboren op 08/05/1954 en ben nu dus 71 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: onderwijs - wetenschap & techniek - geschiedenis - natuur - muziek - lectuur - gastronomie - sport.
    2 jaar TOS21-coördinator, 3 jaar projectcoördinator ESF-projecten KOMMA, WERK PRO-OPER, LINK en nu op RUST
    Foto

    Foto

    Een interessant adres?

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • De kleine plevier, kampioen van de vluchtige kansen
  • Trekvogels versnellen hun overtocht naar de Noordpool, maar de klok tikt verder
  • Het natuurfenomeen: trekkende vogels
  • De holenduif is de discreetste van onze duiven
  • De sprinkhaanzanger, meester verstoppertje van de ruigte
  • De Koekoek, een raadselachtige vogel die blijft verrassen
  • De buizerd, een weinig gewaardeerde roofvogel
  • De boomvalk, steeds minder trouw aan zijn broedplaats
  • Wetenschappelijk onderbouwd natuurbeheer is wat anders dan knaldrang
  • Een slinkende biodiversiteit heeft ook voor de mens nefaste gevolgen
  • Sinds kort broedt de steltkluut elk jaar bij ons
  • De drieteenmeeuw is onze enige echte zeemeeuw
  • De grauwe klauwier
  • Het opvallend riedeltje van de tjiftjaf kondigt de lente aan
  • Overleven: hoe doen pinguïns dat toch?
  • De Turkse tortel, één van de spectaculairste vogelinvasies ooit
  • Zwartkopje en bruinkapje
  • De zwarte kraai kiest voor een leven in de nabijheid van diervriendelijke mensen
  • Handel en stroperij brengen Europese zangvogels in gevaar
  • Grote stern, wit, zwart en geel puntje
  • Scandinavische neefjes van de vink geven de winter kleur
  • De mandarijn-eend
  • De Krakeend, vijftig tinten grijs
  • Ruzie over de Zeearenden: conservator van De Blankaart beschuldigd van nestverstoring
  • De groenling heeft ernstig last van het ‘geel’
  • Fluiters zijn bang van muizen
  • Natuurmonitoring met AI
  • Meten is weten: de staat van de natuur monitoren
  • Vogelbeschermers die de handen uit de mouwen steken
  • De draaihals, een lid van de spechtenfamilie
  • Chemische vervuilers zijn alomtegenwoordig in onze leefomgeving
  • Onze kleinste uil krijgt het kwaad
  • Ooit was de bosbouwer Vlaams, nu is hij een wereldburger
  • Het vederlicht goudhaantje
  • De witte kwikstaart profiteert van lintbebouwing
  • Werelddierendag
  • De sperwer heeft geen noemenswaardig effect op het bestand van onze tuinvogels
  • De trompetkraanvogel
  • Het waterhoen houdt er een complex gezinsleven op na
  • De lachstern, een atypische luchtacrobaat
  • Blauwdruk voor de blauwe kiekendief
  • Jenny De Laet, bezielster van het huismussentelweekend
  • Een koppel zwarte en een koppel gekraagde roodstaarten stichten elk een gezin in één nest
  • Een slangenarend in onze streken waarnemen, is geen uitzondering meer  
  • Onze bijen zullen moeten leren zelf de Aziatische hoornaar af te slaan
  • Illegale vogelvangst wordt streng aangepakt
  • De bonte vliegenvanger is geen zorgenkind
  • Wonderlijke veerkracht: deel 2: de extreemste aanpassingen van veren treffen we aan bij vogels die een extreme ecologische specialisatie hebben
  • Wonderlijke veerkracht: deel 1: verrassende inzichten over het complexe ontwikkelingsproces van veren
  • Buizerds hebben een voorkeur voor soortgenoten die er hetzelfde uitzien als zij

    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    lifestylegezond
    www.bloggen.be/lifesty
    Privacyverklaring van de Kille Meutel Vogelvrienden

    Algemene privacyverklaring van onze vereniging: de Kille Meutel Vogelvrienden De Kille Meutel Vogelvrienden hechten veel waarde aan de bescherming van uw persoonsgegevens. In deze privacyverklaring willen we heldere en transparante informatie geven over welke gegevens we verzamelen en hoe wij omgaan met persoonsgegevens. Wij doen er alles aan om uw privacy te waarborgen en gaan daarom zorgvuldig om met persoonsgegevens. Onze vereniging houdt zich in alle gevallen aan de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit brengt met zich mee dat wij in ieder geval: • uw persoonsgegevens verwerken in overeenstemming met het doel waarvoor deze zijn verstrekt, deze doelen en type persoonsgegevens zijn beschreven in deze Privacy verklaring; • verwerking van uw persoonsgegevens beperkt is tot enkel die gegevens welke minimaal nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt; • vragen om uw uitdrukkelijke toestemming als wij deze nodig hebben voor de verwerking van uw persoonsgegevens; • passende technische en organisatorische maatregelen hebben genomen zodat de beveiliging van uw persoonsgegevens gewaarborgd is; • geen persoonsgegevens doorgeven aan andere partijen, tenzij dit nodig is voor uitvoering van de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt; • op de hoogte zijn van uw rechten omtrent uw persoonsgegevens, u hierop willen wijzen en deze respecteren. Als Kille Meutel Vogelvrienden zijn wij verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens. Indien u na het doornemen van onze privacy verklaring, of in algemenere zin, vragen heeft hierover of contact met ons wenst op te nemen kan dit via onderstaande contactgegevens: Kille Meutel Vogelvrienden Watertorenlaan 59 1930 Zaventem franz.pieters@telenet.be Mobiel: 0478 55 34 59 Waarom verwerken wij persoonsgegevens? Uw persoonsgegevens worden door onze vereniging verwerkt ten behoeve van de volgende doeleinden en rechtsgronden: • om te kunnen deelnemen aan de activiteiten van de Kille Meutel Vogelvrienden; • om de uitnodigingen, verslagen, nieuwsmeldingen, … te versturen (met toestemming van de betrokken sympathisanten); • om een brede en vlotte communicatie te verzorgen binnen het netwerk van de diverse partners; • om de jaarlijkse subsidiëring door de overheid te bekomen (wettelijke verplichting); Voor de bovenstaande doelstellingen houden we volgende gegevens bij: naam, voornaam, adres, telefoon/gsm-nummer (indien beschikbaar), e-mail (indien aan ons doorgegeven) We gebruiken de verzamelde gegevens alleen voor de doeleinden waarvoor we de gegevens hebben verkregen. Verstrekking aan derden Wij geven nooit persoonsgegevens door aan andere partijen waarmee we geen verwerkersovereenkomst hebben afgesloten, tenzij we hiertoe wettelijk worden verplicht (bv. politioneel onderzoek) Bewaartermijn De Kille Meutel Vogelvrienden bewaren persoonsgegevens niet langer dan 5 jaar op hun informaticasystemen. Beveiliging van de gegevens Wij hebben passende technische en organisatorische maatregelen genomen om persoonsgegevens van u te beschermen tegen onrechtmatige verwerking, zo hebben we bv. de volgende maatregelen genomen: • we hanteren een gebruikersnaam en wachtwoordbeleid op al onze systemen en cloud-toegangen; • de toegang tot de persoonsgegevens is beperkt tot de bestuursleden; • wij maken back-ups van de persoonsgegevens om deze te kunnen herstellen bij fysieke of technische incidenten; • onze bestuursleden zijn geïnformeerd over het belang van de bescherming van persoonsgegevens. Uw rechten omtrent uw gegevens U heeft recht op inzage en recht op correctie of verwijdering van de persoonsgegeven welke wij van u ontvangen hebben. Bovenaan dit privacy statement staat hoe je contact met ons kan opnemen. Tevens kunt u verzet aantekenen tegen de verwerking van uw persoonsgegevens (of een deel hiervan) door ons of door één van onze verwerkers. Klachten Mocht u een klacht hebben over de verwerking van uw persoonsgegevens dan vragen wij u hierover direct met ons contact op te nemen. U heeft altijd het recht een klacht in te dienen bij de Privacy Commissie, dit is de toezichthoudende autoriteit op het gebied van privacy bescherming. Wijziging privacy statement Onze vereniging de ‘Kille Meutel Vogelvrienden’ kan zijn privacy statement wijzigen. Van deze wijziging zullen we een aankondiging doen op onze website. De laatste wijziging gebeurde op 22 mei 2018. Oudere versies van ons privacy statement zullen in ons archief worden opgeslagen. Stuur ons een e-mail als u deze wilt raadplegen.


    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen

  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs