Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

Momentum

04/07/07

Beste vogelvriend …

Startdatum: om meteen de drempelvrees te verlagen stel ik voor dat iedereen een reactie ventileert over het wegblijven van een birdyreünie; het kan kort in de 'poll'-rubriek en wat uitgebreider in dit communicatievenstertje.
Het was Oswald die mij ooit voorstelde ons wat dieper in het internet te nestelen, wat nu via deze blog is gebeurd, weliswaar zonder een referendum te houden.
Bij deze nodig ik jullie uit je mening te ventileren, want de bedoeling is een handig alternatief aan te bieden.
Tot heel binnenkort …

04/07/08

Happy Birdyday …

 

Temidden van een levendige en warmhartige woonwijk, ligt een door menselijke bebouwing omzoomde biotoop … een fraaie frisgroene weelderige oase, waar de birdyfans de gevederde tuinbezoekers graag welkom heten en gul onthalen.

Die verwennende gastvrijheid in een gezellig en veilig rustoord, bekoorlijk door landelijke eenvoud en liefelijkheid, prikkelt de vertrouwenwekkende aanhang, de nesteldrang met vrolijk vogelgezang en feestelijke voortgang. We hopen volgend jaar nog meer ‘straatketten’ naar de Kille Meutel te lokken …

 

04/07/09

 

Je zoekt, vindt en kiest

een levensweg, die je deelt

met trouwe vrienden …

 

Precies vandaag bestaat ons“Kille Meutel”Forumpje 2 jaar.

Sinds de wondermooie opnames van onze huisfotografen het “Blogscherm” sieren, loopt het aantal bezoekers gevoelig op.

Een verheugende en hartverwarmende vaststelling, daar eveneens destijds de voor natuurliefhebbers en vogelbeschermers bedoelde nieuwsbrieven, geïllustreerd met tekeningen, een educatieve waarde beoogden.

Sedert kort werd de rubriek“Birdywatch”gelanceerd, initieel opgevat als verzamelbox voor (tuin)observaties van vogelspotters.

Momenteel is een gebruiksvriendelijke observatiefiche, waarin de waarnemer zijn vaststellingen optekent, nog niet beschikbaar.

Met een klik op“Vogelwaarnemingen” nodigt de rubriekenindeling de bezoeker uit een pittige anekdote,een blikvanger,een weetje of een suggestie neer te pennen.

Af en toe duikt over een verschenen artikel een leuke en spontane “Reactie” op of laat men een indruk na in het “Gastenboek”.

In de speurtocht naar kennisdeling en verwondering wekken, blijft de drijfveer“Alles kan altijd beter”…

04/07/10

 

Vandaag hebben we weer wat te vieren want de blog bestaat 3 jaar.

Onze trouwe huisfotografen Jo en Wim blijven voor merkwaardig beeldmateriaal zorgen en dan is het ook niet verwonderlijk dat het bezoekersaantal gestaag aangroeit.

Met vereende krachten hebben we met ons klein, maar niet minder enthousiast clubje vogelvrienden een mussenteltraject uitgezet om in de streek (Zaventem, Nossegem, Sterrebeek, Kraainem) op 17 verschillende telpunten onze geliefde‘straatketjes’ te tellen.

Hierdoor maken we deel uit van de mussenwerkgroep Vlaanderen die naast het jaarlijks weerkerend mussentelweekend in samenwerking met de universiteit Gent een grootschalig huismussenonderzoek coördineert.

Wij blijven uiteraard ook gefocust op de vliegbewegingen binnen onze tuinenbiotoop. Tijdens de jongste reünie gaven enkele haiku’s mooi weer hoe fel we gehecht zijn aan onze gevederde levensgezel; meteen ook een gelegenheid om de loyale vogelliefhebbers een welverdiende  huismuspin op te spelden …

Dakpan of dakgoot,

voor de huismus is een nest

in Kille Meutel – Georges

Tjilpende huismus,

nest in de Kille Meutel

welkom bij ons hier – Arlette

Kijk Kille Meutel,

veel parende huismussen,

hemel op aarde – Oswald

Kille Meutel vriend,

huismus breng ons samen en

laat het blijven zijn – Chris

Groene oase,

paradijs voor de huismus,

dé Kille Meutel – Franz

04/07/11

Drukke en woelige tijden tasten al eens vaker de drang aan om over de fascinatie voor het
vedervolkje te communiceren.Immers in de Brusselse betonnen biotoop beter bestuurlijk beleid geldt de regel: first things first and don't feel free as a bird!
Toch is het bezoekersaantal op jaarbasis weer gevoelig toegenomen dit jaar, een eerbetoon dat vooral de huisfotografen toekomt, die voor kwalitatief hoogstaande visuele impressies zorgen.In de loop van volgend jaar zal de Kille Meutel een bijdrage leveren aan de geplande acties van de mussenwerkgroep Vogelbescherming Vlaanderen.

04/07/12

Inmiddels hebben ruim 51 000 bezoekers op de blog 275 artikels en 125 vogelportretten geraadpleegd, alsook 1 100 foto's, waarvan de helft door onze huisfotografen werd aangeleverd. Uit statistieken ter beschikking gesteld door de providers kunnen we afleiden 
dat 54% Nederlanders en 41% Vlamingen geregeld de blog raadplegen en dan het vaakst gedurende de weekdagen (70%), voornamelijk tussen 13.00 en 18.00 u en 30% tijdens het weekend. Tijdens de maanden juli, augustus en september heeft de blog 'begrijpelijk' minder succes.De Kille Meuel blijft zich samen met Vogelbescherming Vlaanderen inzetten voor het behoud van de huismus.  

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Mijn favorieten reeks 1
  • bloggen.be
  • Natuurpunt
  • National Geographic
  • Natuurfotograaf Mineur
  • Vogelbescherming Vlaanderen
  • Vogelportretten Birdpix
  • Vogelportretten Birdfocus
  • Vogelbescherming Nederland
  • Belgium Digital
  • Vogelzang
    Mijn favorieten reeks 2
  • Favoriete vogel 2014
  • Instituut voor natuur- en bosbouw
  • Mussenwerkgroep
  • Natuurfotograaf Laura Sperber
  • Vogelencyclopedie
  • Natuurfotgrafen Monique & Luc Bogaerts
  • Natuurfotograaf Pieter Cox
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    TO DO - List

    Kille Meutel Meetings Overlegmomenten Vogelbescherming Vlaanderen Overlegmomenten Natuurpunt Overlegmomenten WWF Overlegmomenten Greenpeace Overlegmomenten INBO

    KILLE MEUTEL
    Vogelvrienden
    14-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitkijken voor het Usutu-virus

    Geraadpleegde bron: Vogelbescherming Vlaanderen

     

    Dit jaar stierven in Duitsland al zo’n 300 000 merels aan het Usutu-virus. In sommige steden maakte het virus zodanig veel slachtoffers dat er in hele wijken bijna geen merel meer in de tuinen te vinden was.

     

    Het Usutu-virus vindt zijn oorsprong in Afrika [rivier in Swaziland] en het wordt overgebracht door steekmuggen. Vermoed wordt dat het virus via trekvogels, waaronder zwaluwen die in zuidelijk Afrika overwinteren, naar Europa is gekomen.

    Vooral merels zijn door nog onopgehelderde redenen gevoelig voor Usutu, dat verwant is aan virusstammen die onder meer gele koorts en knokkelkoorts veroorzaken waardoor de infectie dan ook een dodelijk afloop kent.

    Er zijn al bijna 50 verschillende vogelsoorten [onder meer ook huismussen en zwartkoppen] gevonden die het virus met zich meedroegen, maar het is hoofdzakelijk fataal voor merels.

     

    In 2001 dook het virus voor het eerst op in Oostenrijk en het verspreidde zich daarna over Italië, Hongarije en Duitsland. Maar liefst 1/3 van de merelpopulatie in Duitsland werd daar van de kaart geveegd.

    Aanvankelijk werden de besmettingen vooral in het zuidwesten van Duitsland gevonden, maar sinds kort ook in de deelstaat Noordrijn Westfalen, die aan Nederland grenst.

     

    Symptomen

     

    Merels die besmet zijn met het virus zijn relatief gemakkelijk te herkennen.

    Ze zien er – ook in tijden van overvloedig voedselaanbod – ongezond en verzwakt uit. Vaak zijn ze apathisch, hebben een verfomfaaid verenkleed en zijn sterk vermagerd. Verder vertonen ze evenwichtsstoornissen waardoor ze nauwelijks kunnen vliegen. Vaak zijn ze gemakkelijk te vangen. Na twee of drie dagen leggen ze het loodje.

    Er bestaat (momenteel nog) geen vaccin tegen de tropische ziekte.

    Vogelbescherming Vlaanderen en haar 10 Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren zijn waakzaam en werken in dit dossier – via het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen – samen met het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie. De dienst Aviaire Virologie en Immunologie doet al sinds 2010 onderzoek naar het voorkomen van het West-Nijlvirus bij vogels en onderzoekt tegelijk ook de mogelijke aanwezigheid van het Usutu-virus.

     

    Momenteel is er in België nog geen reden tot paniek want tot op vandaag is het Usutu-virus nog in geen enkel staal teruggevonden. Er is nog een ander voordeel: de muggentijd is voor dit jaar zo goed als voorbij.

    Vogelbescherming Vlaanderen doet hierbij een oproep naar het grote publiek toe om net gestorven of ziek ogende merels en andere vogels te melden aan Vogelbescherming Vlaanderen of het dichtst bijzijnde Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren.

    Ook uilen blijken erg gevoelig voor het virus.

    Mensen worden net als vogels belaagd door steekmuggen, maar het virus is voor de mens echter relatief onschuldig. Symptomen bij de mens zijn hoofdpijn, misselijkheid, huiduitslag en een grieperig gevoel.

    Alle 5 de foto’s zijn van  Pieter Cox











    14-10-2012 om 11:30 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    06-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pijlstaart

    De vrij grote grondeleend is zowel in de lucht als op de grond de sierlijkste van alle zwemeenden in onze streken. Hij is gemakkelijk te herkennen aan zijn lange, slanke hals en puntige staart, gecombineerd met een fijne kleurtekening. Een overvliegende vlucht, vaak in een onregelmatige V-formatie, biedt een schitterende aanblik; men hoort dan het lage gefluit van de woerd en het ratelend geluid van de eend.

    Geen enkele andere eend heeft zo’n elegante vorm en tekening als de pijlstaart, hoewel het verenkleed de levendige kleuren van sommige andere soorten mist.

     

    De woerd heeft een chocoladebruine kop, een witte halstekening en een tot 20 cm lange, spitse staart. De donkergrijze snavel vertoont lichtgrijze strepen. De rug is grijs met lange, zwarte en wit omzoomde schouderveren. De lichaamslengte [zonder staart] varieert bij het mannetje van 60 tot 75 cm; de spanwijdte wisselt tussen 80 en 95 cm en het lichaamsgewicht schommelt tussen 550 en 1200 g.

     

    De pijlstaart grondelt in ondiep water, maar graast ook op gras en moeras en bezoekt graanvelden. Pijlstaarten gaan op hun kop in het water staan om te eten en tonen dan hun lange staart, zwarte anale streek en witte buik.

    Op kwelders zoeken pijlstaarten slakjes in de modder. Op meren en rivieren zijn ze in staat in dieper water voedsel te vinden dan andere grondeleenden dank zij hun bijzonder lange nek. Ze eten zaden, bessen, scheuten, wortels en allerlei waterinsecten en kreeftachtige. Ze foerageren ook op akkers met graan, aardappels en suikerbieten.

     

    De meeste pijlstaarten zijn bij ons doortrekker of wintergast. Ze zijn vrij schuw en laten zich zelden van dichtbij bekijken in de weidse, open gebieden waaraan ze de voorkeur geven.

    Ze broeden meestal niet vaker dan een paar jaar op dezelfde plaats, zodat het aantal broedparen vrij moeilijk is vast te stellen, zelfs ondanks het feit dat het nest vaak minder goed is gecamoufleerd dan dat van andere soorten. Als broedgebied geniet open, ondiep, voedselrijk water de voorkeur. Finland is met stip het belangrijkste broedgebied van de pijlstaart in Europa. Verder komt de soort voor in Zweden, op IJsland, in Noorwegen, Wit-Rusland en andere noordelijke landen.

     

    In de winter zijn de eenden op hun mooist, want dan paren ze.

    Bij het gemeenschappelijk baltsvertoon strekt de woerd de kop en maakt een oprispend geluid.

    De borst en lange witte halsstreep van mannetjes spelen een belangrijke rol tijdens de balts door het op en neer bewegen van de kop en het strekken van de nek. Tijdens de balts roepen de mannetjes met een nasaal geluid. Vrouwtjes hebben een lange kwaak en een smientachtige grom, de mannetjes een zachte fluittoon daarentegen.

     

    Het nest langs de waterkant tussen grassen en zeggen, is een met bladeren, stengels en dons gevoerde kuil op de grond.

    De 7 tot 9 van roomgeel tot lichtgroen of blauw variërende eieren worden in ca 23 dagen door het wijfje uitgebroed, terwijl de woerd vaak het nest bewaakt. Ongewenste bezoekers worden met afleidend gedrag weggelokt. Onmiddellijk na het uitkomen, zoeken de kuikens – bruin met witte strepen en grijsachtige witte onderdelen – het water op; na 7 weken vliegen ze uit.

    De pijlstaart is sterk migrerend en trekt ’s winters ver naar het zuiden en soms tot aan de evenaar. Tijdens hun tocht zoeken ze dan vooral zoetwaterplassen met rijke vegetatie op; ook brakwaterplassen.

     

    De pijlstaart even in beeld in een parkomgeving.

     

    http://www.youtube.com/watch?v=eH0E7-0kIDM&feature=related









    06-10-2012 om 15:55 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    29-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De drieteenstrandloper

    De strandloper heeft zijn naam te danken aan het ontbreken van de achterteen.

    Drieteenstrandlopers zijn lange afstand trekkende steltlopers die wereldwijd in getijdengebieden voorkomen, vooral op zandige biotopen in het mariene milieu, zoals stranden en zandplaten.

    De drieteenstrandloper onderscheidt zich van andere leden van de strandloperfamilie door zijn uiterlijk en gedrag. ’s Winters is hij verreweg de witste en hij is bijzonder snel en wendbaar.

    Het is zowat de meest beweeglijke kustvogel, die bijna constant op en neer rent en daarbij de golfslag waar die het strand raakt, volgt. Met energieke doelgerichte bewegingen reppen zich troepen drieteenstrandlopers met de kop naar beneden, de teruglopende golven achtervolgend, over het strand.

    Alle kleine diertjes die los gespoeld zijn door het wassend water pikken ze snel op en rennen dan voor de volgende golf vlug terug om niet ondersteboven te worden gespoeld. Ook prikken ze met hun snavel in het zand waar ze wegkruipende prooien vermoeden.

    Wanneer ze worden verstoord, vliegen ze onder het uiten van scherp klinkende kreten op om even later weer neer te strijken en de maaltijd te hervatten.

     

    De parelgrijze strandloper heeft een lichtgrijze kop, een rechte zwarte snavel, gitzwarte poten, helderwitte onderdelen, zwarte spikkels op de lichtgrijze rug en donkere schoudervlekken.

    De veren van de bovendelen hebben in het voorjaar witte toppen, waardoor een gemarmerd effect ontstaat dat tegen het einde van de zomer is afgesleten. In de vlucht vallen de witte vleugelstreep en de donkere vlek op de pols op.

    De lichaamslengte varieert van 20 en 21 cm; de spanwijdte reikt tot 39 cm en het gewicht schommelt tussen 50 en 60 g.

     

    De drieteenstrandloper dartelt langs de aanrollende golven en pikt van het met algen bedekte strand of van vlakke rotsen zijn voedsel uit de branding vlak tegen de waterlijn: zeewormen, schaaldiertjes, weekdieren, zandvlooien, …

    Bij vloed vermengen drieteenstrandlopers en bonte strandlopers zich vaak met elkaar.

     

    Met indrukwekkende baltsvluchten waarbij de drieteenstrandloper met luid gefladder hoog opvliegt, snelle zweefvluchten naar beneden uitvoert en merkwaardig klinkende fluittonen voortbrengt, hoopt hij een vrouwtje te verleiden. Als het vrouwtje instemmend reageert, volgt het mannetje haar met zijn kop neerwaarts gericht en de staartveren gespreid. De rest van het jaar is de roep een kort, droog ‘twick’. Groepen kwetteren tijdens het foerageren.

     

    Het nest ziet er netjes uit en is een met een dikke laag wilgenbladeren en kiezelsteentjes gevoerd kuiltje in de grond, vaak beschermd door een pol planten. De 4 eieren zijn licht olijfgroen of soms bruinachtig, met fijne bruine spikkels en soms een paar zeer kleine vlekjes of streepjes.

    Afhankelijk van de heersende temperatuur duurt het 23 tot 30 dagen eer de jongen uitkomen. Al na 17 dagen vliegen de jongen uit.

     

    Zoals zo vele waadvogels doet het mannetje of het wijfje bij gevaar alsof het gewond is. Het dier spartelt over de grond en lokt zo de rover bij het nest weg. Het vliegt alleen op als de vijand te dichtbij komt.

     

    Na het broedseizoen, na zijn verblijf in de Arctische toendra [het hoge noorden, in Rusland en Skandinavië op uitgestrekte grasvlakten en op zandstranden langs de kust en meren] overwintert hij op stranden van de zuidelijkste punten van Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. Een geringde en getraceerde drieteenstrandloper vloog in minder dan dagen 6 000 km van Noorwegen naar Ghana, dwars over de Sahara, opmerkelijk voor een typische kustvogel.

     

    In het kort filmpje rennen de strandlopers op en af langs de waterlijn op zoek naar aangespoeld voedsel

     

    http://www.youtube.com/watch?v=DGVYol2aM8Q

     











    29-09-2012 om 20:24 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    22-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meeuwen eten ijsje of visje aan zee mee

    Persmededeling Martine Lesaffre

     

    Geluidsoverlast in de broedperiode, zwerfvuil door open gepikte vuilniszakken, agressief gedrag van meeuwen op zoek naar voedsel tegenover de mensen op de zeedijk of visserskaai en meeuwenpoep op de meest onvoorzienbare plaatsen …

     

    Het is maar een greep uit voorvallen waar een aantal kustgemeenten bijna dagelijks mee te maken krijgen.
    Mantel- , zilver- en kokmeeuwen, op zoek naar etensresten die toeristen  in vuilnisbakken achterlaten, richten geregeld een ware ravage aan, waarbij de zeevogels zich daarenboven agressief gedragen.

    De platte daken van flats en industriepanden bieden voor de meeuwen een goed alternatief voor de stranden en duinen waar ze normaal broeden. Plaatselijk kunnen meeuwen flinke overlast veroorzaken door daken en veranda’s te bevuilen, afvoerbuizen te verstoppen, zonnepanelen en auto’s te bevuilen of te beschadigen.

    In Knokke-Heist werd een experiment opgezet waarbij het vuilnis voortaan aan palen wordt gehangen.
    Hierdoor kunnen de meeuwen zich niet afzetten van de grond en de vuilniszakken niet meer openscheuren.
    Bijkomend voordeel is dat het personeel van de vuilnisophaaldienst zich niet meer zo diep hoeft te bukken om vuilniszakken op te rapen.

    De Britse meeuwenexpert Peter Rock, die sinds 1980 het meeuwenprobleem in Engeland bestudeert, is een wereldautoriteit op dat vlak. Hij pleit voor een aanpak op verschillende sporen, waarin de samenwerking van de verschillende autoriteiten centraal staat.

    Lokaal kunnen er een aantal maatregelen worden genomen zoals schudden, doorprikken of steriliseren van de eieren waarna ze in het nest worden teruggeplaatst. Zo kan de overbevolking van meeuwenkolonies op termijn worden ingeperkt. Ook het voorzien van meer ondergrondse afvalcontainers kan het probleem van opengepikte vuilniszakken verminderen. De stad kan ook ondersteuning geven om over daken netten of draden te spannen of deze zelfs te voorzien van spijkerconstructies. Zo kunnen de meeuwen er niet meer op nestelen.

    Voor het aanleggen van voederbakken in de haven of een broedeiland in zee ligt de bevoegdheid evenwel bij de hogere overheid. Het probleem kan overigens niet louter lokaal worden aangepakt; er is ook overleg nodig om met de andere kustgemeenten die met dezelfde problemen kampen gezamenlijk de overlast voor de inwoners en toeristen weg te werken. Ook de afdeling ‘Duurzaam Kustbeheer’ moet nauw bij de besprekingen worden betrokken.

    De foto’s respectievelijk van de kleine, grote mantel-, kok- en zilvermeeuw zijn van Pieter Cox

    Bijkomende interessante te raadplegen bronnen:

     

    http://www.dailymail.co.uk/news/article-1110974/Meet-new-neighbours-The-marauding-seagulls-invading-Britains-towns.html

    http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/westvlaanderen/1.1366077

     











    22-09-2012 om 17:46 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    21-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gruttospecialist Astrid Kant

    Geraadpleegde bron: Mens & Vogel – Vogelbescherming Vlaanderen

     

    Kunnen we ons een polder voorstellen zonder de geluiden van weidevogels?

    Zonder buitelende kieviten, alarmerende grutto’s of parmantige tureluurs? De aantallen van bijna elke weidevogelsoort zijn de voorbije decennia zienderogen achteruit gegaan. Nesten en kuikens van kievit worden ondergeploegd en die van grutto kapot gemaaid.

    Natuurlijk kan het tij worden gekeerd. Het aantal grutto’s dat we nu nog in Nederland en Vlaanderen tellen, zou voldoende moeten zijn om een gezonde populatie te handhaven. Daarvoor is een goed en uitgebalanceerd beheer nodig.

    Niet alleen hier of daar een nestje sparen tijdens het maaien, maar stukken grasland als bufferzone bewust niet maaien zodat de kuikens ongestoord kunnen opgroeien.

    Grasland waar ze niet dood worden gemaaid, waar ze dekking kunnen vinden tegen hun rivalen en waar ze insecten kunnen vinden.

     

    Astrid Kant schreef in de aprileditie 2012 van het driemaandelijkse tijdschrift van Vogelbescherming Vlaanderen Mens & Vogel een uiterst interessant en boeiend artikel over de grutto, koning der weidevogels.

     

    Een voorsmaakje

     

    De meeste weidevogels broeden rond de 3 ½ week vóór de kuikens worden geboren. Goed getimed want dan zijn er ook voldoende grote insecten voorradig om als voedsel voor de kuikens te dienen. Het gras is goed gegroeid zodat het kleine grut er dekking kan vinden.

    De kuikens zijn nestvlieders; dat zijn er die, als ze droog zijn, aan de wandel gaan, zelf hun kostje moeten bemachtigen en hun warmtehuishouding op peil moeten houden. Voor de ouders breekt er een stressvolle tijd aan. Zij moeten elke belager op afstand houden, de kuikens naar voedselrijke gebieden leiden en ook zichzelf voeden. Na 4 à 5 weken moeten de jonge grutto’s al kunnen vliegen en zelfstandig zijn. Daarna wordt de familieband verbroken. Veel grutto-ouders lukt het niet meer om kuikens groot te brengen.

    Als de kuikens in het hoge gras hun kostje bijeen zoeken, is het voor de oudervogels alle hens aan dek. Zodra er gevaar dreigt – een reusachtige maaimachine – vliegen de ouders luid roepend rond. Degene die het best zijn kuikens kan wegleiden uit de gevarenzone zijn de ouders zelf. Rechtop lopend en schreeuwend loopt de gruttoman voor de landbouwmachine uit en houdt contact met zijn kuikens. Wanneer het alarmerend geroep verstomt, drukken de kuikens zich tegen de grond en zo worden de meesten dood gemaaid.

     

    In het prachtige naslagwerk “Weidevogels” licht Astrid Kant een tipje van de sluier op. Ze zit al meer dan 20 jaar in haar schuilhutje met haar telelens, midden tussen de weidevogels. Zo wordt in dit boek van zeer dichtbij het broedgedrag van weidevogels beschreven en op de gevoelige plaat vastgelegd.

    Dit boek vertelt op een overzichtelijke wijze, stap voor stap, het geheime broedgedrag van onze bijzondere weidevogels. Als dit duidelijker is, wordt bescherming ineens een stuk eenvoudiger, voor boeren en duizenden vrijwilligers.

     

    Tijdens een exclusieve lezing op zaterdag 22 september 2012 komt Astrid als gruttospecialist zelf vertellen over het wel en wee van deze bedreigde weidevogel.

    Aan de hand van prachtig beeldmateriaal – Astrid is immers ook een uitstekend weidevogelfotograaf – toont ze de bezoeker op welke manier deze bijzondere soort tracht te overleven in de schaarse broedgebieden.

    Hiernaast onthult ze hoe we deze soort en de nestjongen afdoende kunnen beschermen.

    Foto’s van kievit en tureluur zijn van Pieter Cox

     

    Meeting: Culturele site De Meet, Sint-Jansstraat 22 - 9982 Sint-Laureins: 19.00 – 21.00 u









    21-09-2012 om 14:42 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    15-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het witgatje

    Je kan deze kleine steltloper, die fel gelijkt op de oeverloper en de bosruiter, aantreffen in de buurt van kleine modderige plasjes en poeltjes, drinkplaatsen voor het vee, langs oevers van rivieren, beken en meren, vochtige naaldhout- of kreupelhoutbossen (bv. elzenbroeken) met veel rottend hout, mosbodem en turf, hoogvenen alsook met bos of houtopstanden omgeven zoetwater moerassen.

    Witgatjes zijn trekvogels en bezoeken onze streken hoofdzakelijk in voorjaar en herfst.  

    Doorgaans overwinteren ze in Zuid-Europa en Afrika en vanaf maart/april trekken ze weer richting broedgebieden.

    Bij de baltsvlucht vliegt het mannetje boven zijn territorium rond, waarbij hij met trillende vleugels opstijgt en dan weer met omlaag gebogen vleugels zwevend afdaalt. De steltloper wipt geregeld met de staart en vliegt bij verstoring zigzaggend weg.

    Vaak ziet men het schuchtere witgatje pas als het steil uit een plas opvliegt.

    Tijdens de vlucht steken de voeten nauwelijks voorbij de staart. Meestal vliegt het witgatje op met scherpe bochten en draaibewegingen steil naar omhoog, waarbij hij warme, schorre en verschrikte kreten uitstoot.

    Het strandlopertje kan je ook diep in het binnenland zomaar in een simpel slootje waarnemen, vaak in groepjes van 2, 3 tot 4 vogels.

    Het witgatje pikt vaak wadend klein voedsel op van modder of ondiep water, voornamelijk insecten, maar ook wel wormen en visjes. De schuwe vogel is vaker te spotten als hij foerageert in greppels of modderige kreken langs de randen van kwelders.

     

    Het witgatje haalt een lichaamslengte van 21 tot 24 cm; de spanwijdte wisselt tussen 41 en 46 cm en het gewicht schommelt tussen 70 en 90 g.

    De vleugels zijn zowel aan de boven- als aan de onderzijde egaal donker en in vlucht is de witte stuit met enkele zwarte banden op het eind van de staart duidelijk te zien. De bovendelen zijn donker grijsbruin met fijne spikkels en een scherp van de witte buik afgesneden grijzige borstrand. Witgatjes hebben een lichte oogring. De wenkbrauwstreep loopt niet door achter het oog. De vrij lange rechte snavel is grijs en loopt uit in een donkere punt. De poten zijn kort en grijsgroen van kleur.

    Kenmerkend is de heel typische drietonige, bijna jodelende toon, die vooral ’s avonds wordt gehoord.

    De vogel nestelt boven de grond, meestal in oude nesten van de lijster, de Vlaamse gaai of van een eekhoorn. Soms maakt hij zelfs gebruik van een toevallige opeenhoping van takjes en bladeren in een takoksel, zonder hier nog verder materiaal aan toe te voegen. Hij is te vinden in vochtig bosgebied bij stromend, zoet water.

    Meestal worden 4 groenachtige tot geelbruine eieren, bedekt met roodachtig bruingevlekte stippen, gelegd.











    15-09-2012 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    10-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zespotige inwijkelingen

    Geraadpleegde bron: De Standaard / Natuurpunt

    Wanneer de vakantie in een zuiders oord erop zit en de terugtocht huiswaarts wordt aangevat reizen wel eens ongewenste zespotige exotische verstekelingen mee. Het volstaat dat ze op een voorruit terechtkomen en voldoende beschut zitten om het hele traject mee te reizen. Al sedert de Romeinse tijd liften nieuwe soorten mee op boten, toga’s, laadkarren en lastdieren en wordt de fauna en flora verrijkt met doorgaans zuidelijke soorten [opwarming van de aarde]. Enkele zuidelijke inwijkelingen:

    ·         de Franse kraakcicade, die als larve ooit in de boomkluit van in Zuid-Frankrijk aangekochte grote iepen is geïmporteerd en met een kenmerkend krakend en snerpend geluid de stilte doorbreekt;

    ·         het Spaanse resadawitje, dat ‘vermomd’ als pop zich in elk hoekje kan schuil houden tussen de bagage;

    ·         de zuidelijke boomsprinkhaan, die nauwelijks vleugels heeft en aldus niet op eigen kracht in onze streken is kunnen geraken;

    ·         het Aziatische lieveheersbeestje, ingevoerd als bestrijder van bladluizen in de serreteelt, maar het vraatzuchtig insect is ontsnapt en heeft onze inheemse  lieveheersbeestjes in de verdrukking gebracht;

    ·         het rozemarijngoudhaantje, een mooi blinkend kevertje dat zijn mediterrane habitat voornamelijk langs de bekende ‘autoroute du soleil’ heeft ingeruild voor een verblijf in de Lage Landen. Steeds vaker maken mensen melding van prachtige, gestreepte kevers op kruiden als lavendel, rozemarijn, salie en tijm, die heel wat schade toebrengen. Zowel de volwassen kevers, als de larven vreten aan deze kruiden. De schade is te herkennen aan de vraat aan de toppen van de planten, die dan bruin worden.

     

    Deze diertjes overleven hier bij voorkeur op de warmste plekjes en dat zijn de steden. Deze Middellandse indringers zouden in onze contreien wel eens voor een plaag kunnen zorgen, mocht de migratie en voortplanting blijven toenemen.

    In Australië heeft men een panische angst voor de invoer van dieren en planten. Ze hebben immers slechte ervaringen. De komst van het konijn is op een ontwrichtende catastrofe uitgedraaid.

    Wanneer bepaalde dieren of planten zich zo sterk vermeerderen dat het voorbestaan van andere lokale soorten worden bedreigd of verhinderd, heerst er een plaag. De meeste dierenplagen worden door insecten veroorzaakt. Bij varkens en pluimvee kunnen luizenplagen optreden en runderen, schapen en paarden lijden soms onder een horzelplaag.

    De Amerikaanse vogelkers is in de Nederlandse bossen op de zandgronden massaal aangeplant. Doordat de vogels de vruchten eten en zo zaden verspreiden, heeft deze plant zich aanzienlijk uitgebreid. De vogelkers groeit nu vaak op ongewenste plaatsen.

    De illustratie van de zuidelijke boomsprinkhaan is een foto van Pieter Cox











    10-09-2012 om 19:37 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    30-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De valkparkiet

    De valkparkiet oorspronkelijk afkomstig uit Australië behoort in tegenstelling tot wat de naam suggereert tot de kaketoes. In groepjes van 12 tot 20 vogels leven de valkparkieten vooral in het binnenland in de buurt van rivieren in open bossen, aan bosranden in woestijnachtige graslanden en ook wel in grote stadsparken. 

     

    Ze leven van zaden, grassen, fruit en kiemende gewassen. Het broedseizoen, doorgaans tussen augustus en december [lente in Australië], is afhankelijk van de aanwezigheid van kiemend gras en water om de jongen te kunnen voeden.

    Als nest gebruiken ze vooral holen in bomen met wat gesnipperd hout als bodembedekking. Meestal worden 4 tot 6 witte eitjes gelegd.

    Na ongeveer 20 dagen komen de jongen uit het ei en die blijven dan nog 4 tot 5 weken in het nest.

     

    De valkparkiet is één van de populairste en meest geliefde kooi- en volièrevogels bij de vogelliefhebber. Deze populariteit heeft de valkparkiet ongetwijfeld te danken aan zijn rustig, vreedzaam en zachtaardig karakter, al kan hij wel hard bijten als hij dat wil. De vogel is van nature sociaal en nieuwsgierig van aard.

    Hij stelt in het algemeen geen hoge eisen aan de verzorging en past zich gemakkelijk aan in gevangenschap. Daarnaast wordt hij snel vertrouwelijk met zijn verzorger en is hij vrijwel met alle vogels in en volière samen te houden.

    Valkparkieten kunnen goed als huisdier worden gehouden maar aspirant-valkparkiethouders moeten zich realiseren dat vooral de mannetjes erg luidruchtig kunnen zijn en dat de veren stof produceren, speciale onderdonsveren die tot een soort poeder uit elkaar vallen, net als bij duiven.

    Vooral als ze in de eerste 8 levensweken vaak met mensen in contact komen, kunnen ze erg tam worden.

    De wildkleur valkparkiet is de meest voorkomende en heeft de volgende kenmerken: grijs met witte vlekken op de vleugels, een gele kop met een gele kuif en oranje oorvlekken.

      

    http://www.youtube.com/watch?v=wkBqpzOYQWU&feature=related








    30-08-2012 om 23:04 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    26-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het natuurreservaat Le Marquenterre

    De baai van de Somme, met 7 200 hectare de grootste riviermonding van Noord-Frankrijk, is een beschermde plaats samengesteld uit wijde vlakten, duinen, moerassen en schorren.

     

     

    De Somme heeft een uitgebreid gamma mogelijkheden voor zijn bezoekers zowel wat het natuur- als cultuurerfgoed betreft.

    De Picardische kust met vele badplaatsen, stranden en rotskusten en de beroemde baai van de Somme, een ongerept natuurgebied, zo geliefd bij tal van vogels [360 vogelsoorten], zijn een aantrekkingspool voor natuur- sport- en strandliefhebbers.

    Ook de bewonderaars van religieuze architectuur komen aan hun trekken in de Somme met zijn vele gotische waardevolle gebouwen.

     

    De baai van de Somme is ook bijzonder omdat er een populatie zeehonden verblijft.

    Op de prachtige locatie Saint-Quentin-en-Tourment, dat 260 hectaren duinen, bossen en moerassen omvat in het hart van het 3 000 hectare tellende Réserve Naturelle de la Baie de Somme, kan de bezoeker de natuur in constante evolutie verkennen.

     

    Ontdekkingswandelingen op de bebakende wandelpaden die elk seizoen wat anders te bieden hebben en bezoeken onder begeleiding van een gids verschaffen je de passende informatie over fauna en flora.

    Observatie op afstand van de trekvogels kan via 14 vogelkijkhutten verspreid over 3 parcours (respectievelijk 2 – 4 – 6 km lang). Men kan ook met een huifkar langs de zeekant het domein rond rijden.

     

     

    Een helikopterview op de wondermooie baai

     

    http://www.grandsitebaiedesomme.fr/index.php?video=1

    26-08-2012 om 01:50 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    19-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaarwel plastic, welkom shrilk

    Geraadpleegde bron: EOS – bioloog Danny Haelewaters

     

    Jaarlijks sterven in totaal meer dan honderdduizend zeezoogdieren en vogels aan de gevolgen van plastic afval in zee. Hoog tijd voor een milieuvriendelijk alternatief voor plastic.

     

    Al bijna 60 jaar lang verpakken we ons hele leven in plastic maar wat in de jaren ’50 niet geweten was, is dat plastic niet vanzelf afbreekt tot koolstofdioxide en water.

    Na vele omzwervingen komt het in rivieren of direct in zee terecht. Vissen en andere zeedieren zien daar het verschil niet tussen de plasticpartikels en hun normale voedsel: plankton.

    Onderzoek wijst uit dat jaarlijks 12 tot 24 000 ton plastic afval in de magen van vissen terechtkomt.

    Ook door vogels wordt het aangezien voor eten. Na consumptie duurt het een maand tot 2 jaar voordat het plastic weer uit het lijf van het dier is. Al die tijd kan het dier minder goed voedsel opnemen en wordt zijn hongergevoel onderdrukt.

    Bovendien zit er nog eens veel gif in dat plastic en kunnen kankerverwekkende gifstoffen die door menselijk toedoen in het water voorkomen zich vasthechten aan de plasticpartikels.

    Jaarlijks sterven in totaal meer dan 100 000 zeezoogdieren aan de gevolgen van de ‘plastic soep’.

     

     

    Na meer dan een halve eeuw ‘trow away economy’ wordt het tijd voor een natuurlijk alternatief  voor plastic.

     

    Harvard-onderzoekers lieten zich in hun zoektocht inspireren door de ‘cuticula’, het uitwendig skelet van insecten en geleedpotigen, dat sterkte en stevigheid aan het pantser verleent.

    De gelaagde structuur bestaat voornamelijk uit chitine (hoornachtige substantie die deel uitmaakt van uitwendige omhulsels).

     

    Het nieuwe materiaal ‘shrilk’ (samentrekking van ‘shrimp’ en ‘silk’) is opgebouwd uit 2 basiselementen: chitosan en fibroïne.

    Chitosan is een variant van chitine en een veel voorkomend materiaal in de natuur.

    Je vindt het bij verschillende dierengroepen terug: van slakken en insecten tot garnalen of ‘shrimps’. Fibroïne is dan weer het dominante eiwit in zijde of ‘silk’.

    Deze 2 basisingrediënten gewoon combineren volstond echter niet. Er waren wat architecturale aanpassingen nodig die deze gelaagde structuur konden nabootsen.

     

    Shrilk is zo sterk als aluminium, maar weegt slechts de helft en is 100% biologisch afbreekbaar. Daarbij is het ook nog een stuk goedkoper om te maken. Door te variëren met het watergehalte kan de soepelheid van het materiaal worden bepaald. Zo hebben de researchers een volledig synthetische insectenvleugel gebouwd, waarbij de meeste delen hard zijn maar de gewrichten dan weer erg flexibel.

    Omdat shrilk volledig biologisch afbreekbaar is, kunnen de basiscomponenten zelfs als meststof worden ingezet.

    In de zogenaamde levenscyclusanalyse, waarbij de totale belasting op het milieu van een product wordt bepaald, gedurende de hele levenscyclus, is zodoende de impact gereduceerd tot nul en het probleem van de ‘plastic soep’ opgelost!

     

     

    Aan de Noordzeekust is de Noordse stormvogel – een vliegend vuilnisvat – een belangrijke graadmeter voor de aanwezigheid van afval.

    Immers 95% van de dood gevonden stormvogels in de Noordzee heeft plastic in de maag.

     

    De meeuwachtige Noordse stormvogel is in de 20ste E enorm in aantal toegenomen, dankzij de grote hoeveelheden visafval die de grote trawlervloten (vissersschepen met trechtervormig net) over boord worden gezet..

    De lichaamslengte varieert tussen 45 en 50 cm; de spanwijdte kan reiken tot 112 cm en het gewicht schommelt tussen 700 en 900 g, waarmee hij groter is dan de stormmeeuw.

    De typische lichte vorm: grotendeels wit van onderen met grijze vleugelpunten. De bovendelen vertonen donkere kleuren van blauwgrijzig tot vaal bruinig. Van op grote afstand valt meteen de dikke witte kop en nek op. Van dichtbij is de snavel met zijn grote neusbuizen goed te zien, wat de nauwe verwantschap met de albatros verraadt.

    Paren en onvolwassen vogels bezoeken potentiële nestlocaties en vliegen er vaak heen en weer langs. De paren zijn rumoerig bij het nest met schor en snel gegak. Op zee zijn ze zwijgzaam.  Noordse stormvogels broeden vanaf hun 7de jaar; ze kiezen een brede richel of een kuiltje op een zeeklif. Sommige broedkolonies zijn nu ook verder in het binnenland te vinden op grazige hellingen en oude gebouwen. Ieder paar broedt één enkel ei in 52–53 dagen en na 7 weken vliegt het jong uit.

    Indringers in het broedterritorium wacht een uiterst vijandige ontvangst: de vogel brengt uit zijn maag een stinkende olie omhoog, die hij met uiterste precisie over de vijand heen spuwt.

    Noordse stormvogels eten vis, kreeftachtige en allerlei drijvend afval en visresten van schepen; ze foerageren altijd op zee.

     

     

    De stormmeeuw is een elegante meeuw met het basispatroon van een zilvermeeuw, maar kleiner, slanker met een vriendelijker uiterlijk, nooit met roze poten, rode snavelvlek of gele ogen. Hij heeft lange vrij rechte en brede vleugels, maar zweeft nooit zo meesterlijk als de grotere meeuwen.

    De meeste stormmeeuwen trekken in het voorjaar weg naar het noorden om daar in paren, groepjes of kleine kolonies te broeden. In de zomer is de stormmeeuw te vinden op hoogvlaktes en langs beschutte kusten. Ze geven de voorkeur aan strandjes en baaien tussen rotsachtige kapen en eilanden boven open door de wind geteisterde rotsen.

    ’s Winters zijn ze te vinden op brede zandstranden, in delta’s en in agrarische gebieden met oude weilanden of pas geploegde akkers. Zoals andere meeuwen vliegen ze ’s avonds naar groot water om er te slapen.

    Tot het favoriete voedsel behoren aardwormen, insectenlarven en andere ongewervelde dieren, die uit de grond worden getrokken of gestolen van andere meeuwen of kieviten.

    Stormmeeuwen foerageren veelal op de grond, maar ze pikken ook wel afval of vis op in het water, bessen uit een struik en vangen insecten in de lucht. Pas de laatste decennia zijn stormmeeuwen doorgedrongen tot de steden en bezoeken ze ook tuinen.

     

     

    Tijdens de balts hebben de meeste klanken een herkenbare hoge nasale klank, een patroon dat lijkt op dat van een zilvermeeuw. De balts is ook gelijk aan die van de zilvermeeuw: het vrouwtje bedelt en wordt gevoerd door het mannetje en beide vogels schudden met hun kop en roepen met hun snavel verticaal naar boven gericht. Er worden ook allerlei baltshoudingen aangenomen met hun kop naar voren gestrekt of naar beneden gebogen, waarbij de vleugels in het polsgewricht naar buiten worden gedrukt.

    Nesten worden gebouwd van zeewier, grassen en plantenstengels en geplaatst in een ondiepe kuil tussen rotsen, op stronken o f aarden wallen, bij palen of op muurtjes, op pieren of zelfs op daken van gebouwen. Er worden meestal 3 olijfgroene eieren met donker oranjebruine vlekken en spikkels gelegd. Ze komen na 22-28 dagen uit.

    Foto: Pieter COX

     

     

     

    19-08-2012 om 22:18 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    14-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De purperreiger

    De slanke en schuwe purperreiger is meer een vogel van uitgestrekte rietlanden met schoon water, veenweidegebieden met sloten en dichtbegroeide moerassen dan de blauwe reiger. Daarom is hij ook moeilijker te spotten, net als de roerdomp tenzij hij boven het riet vliegt of foerageert aan de rand van een poeltje. Hij is veel gevoeliger voor menselijke verstoring.

     

    Het is een elegante reiger met een fraai uiterlijk, fijner gebouwd dan een blauwe reiger, iets langer en met een slankere snavel, kop, hals, poten en smallere vleugels.

    De donkere staalgrijze rug is bedekt met lichter beige gekleurde pluimen en vertoont een donkerrode schoudervlek; kenmerkend zijn de slangachtige kop en de oranje hals met donkere lengtestrepen. De flanken, buik en dijen zijn kastanjebruin. Het verenkleed vertoont een staalgrijze vlek op de middenvleugel en de ondervleugel is rossig gekleurd.

     

    De steltloper haalt een lichaamslengte van 70 tot 90 cm; een spanwijdte die kan reiken tot 145 cm en een gewicht dat schommelt tussen 1 en 1.5 kg.

    Tijdens de krachtige en stabiele vlucht op geknikte vleugels valt de diep ingebogen hals, als de grote tenen van de oranjegele uitstekende poten, op.

     

    De purperreiger is vrij zwijgzaam vergeleken met de blauwe reiger. De purperreiger brengt een rauw raspend geluid voort wanneer hij na verstoring opvliegt. Bij het nest produceert hij enkele rauwe geluiden en het mannetje maakt ritmische geluiden met zijn snavel.

    De balts bestaat onder meer uit het overdreven strekken van het lichaam, waarbij hij met kop en snavel naar boven wijst, voordat hij een plotse buiging maakt. De rugpluimen worden opgezet en het mannetje kleppert met zijn snavel.

     

    Hij broedt in kleine groepen, maar is verder een minder sociale vogel dan de meeste reigers.

    De 4 tot 5 eieren worden in mei – juni gelegd en in 26 dagen door beide ouders uitgebroed.

    De jongen vliegen na 7 weken uit. Al na een jaar kunnen ze zelf broeden.

    De Europese purperreigers ondernemen elk jaar tijdens de lente een levensgevaarlijke tocht over schietgrage landen in Noord-Afrika en Italië; tijdens de herfst trekken ze terug naar Afrika ten zuiden van de Sahara.

    De meeste nesten worden gebouwd van stapels dode rietstengels tussen het riet, sommige van twijgen in struiken of bomen (elzen, wilgen) en met ander zacht plantenmateriaal.

     

    De purperreiger foerageert meestal alleen, in de dekking van oevervegetatie en hoofdzakelijk tijdens de ochtend- en avondschemering. Hij staat stil en slaat dan plotseling toe met zijn lange dunne snavel om kleine vissen (tot een lengte van 20 cm), modderaal, kikkers en kleine waterdiertjes buit te maken. Minder vaak eet hij ringslangetjes, vogels en woelmuizen. Hij vangt ook nog brasem, karper, snoek, stekelbaarsjes en paling. Zodra er iets beweegt, stijgt de concentratie van de purperreiger naar een hoogtepunt. Dan slaat hij met de dolksnavel toe, rekening houdend met de straalbreking van het licht door de waterspiegel.

     

    De purperreiger is erg zeldzaam en staat dan ook op de rode lijst van de meest bedreigde vogelsoorten.

     

    http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20110411_purperreiger01

     







    14-08-2012 om 19:05 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    07-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorlopige resultaten vlindertelling

    Geraadpleegde bron: persbericht Natuurpunt

     

    Heel wat mensen telden tijdens het voorbije zonnige weekend de fladderende vlinders in hun tuin. De cijfers komen nog volop binnen, maar uit de eerste 600 tellingen op zondagavond tekenen zich al enkele duidelijke tendensen af.

     

    Opvallende nummer 1 is de dagpauwoog, die zijn herstel verder zet ondanks het koude voorjaar. Hij werd opgemerkt in 75% van de tuinen en staat in bijna elke provincie op nummer één. In Antwerpen en Limburg is de Atalanta dan weer talrijker.

    Ook in Wallonië is de dagpauwoog de meest getelde vlindersoort.

    Zowel in Vlaanderen als in Wallonië staat de kleine vos hoog in de top-10.

    Merkwaardig, want die deed het de laatste jaren erg slecht en is dus duidelijk aan een comeback bezig.

    Ook de citroenvlinder die de laatste jaren enorm achteruitging in Vlaanderen, wordt terug gezien, maar bijna uitsluitend in de Kempen.

    Heel wat soorten lijken het dus ondanks het koude voorjaar minder slecht te doen dan verwacht. Andere zoals de koninginnepage worden dan ook weer nauwelijks gemeld.

    Het aantal vlinders is in Vlaanderen ook nog altijd veel lager dan vroeger.

    Meer volledige analyses en de resultaten per provincie volgen in de loop van de week.







    07-08-2012 om 16:43 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    03-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Superwesp weer in Vlaanderen

    Geraadpleegde bronnen: De Standaard / Natuurpunt / Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

     

    De grootste inheemse wesp, de hoornaar rukt op. De hoornaar is de enige papierwesp die ook ’s nachts jaagt. Bij een brandende lantaarn zie je ze dan ineens opduiken omdat ze wordt aangetrokken door prooidieren, die op het licht afkomen.

     

    Jarenlang was die wesp zo goed als uitgestorven in Vlaanderen, maar de laatste 10 jaar wordt ze steeds vaker gesignaleerd.

     

    Ze komt vooral voor in dun begroeide bossen en tuinen, verspreid over het hele land, maar zijn zeldzaam in de kuststreek.

    De hoornaar is 2.5 tot 3.5 cm lang, dubbel zo groot als een gewone wesp. De kop, het borststuk en het eerste segment van het achterlijf zijn opvallend roodbruin, het achterste deel is geel en zwart gestreept zoals bij de meeste wespen.

    Hoornaars jagen vooral op andere insecten (vliegen, kleinere wespen, muggen, rupsen, spinnen, libellen maar ook op honingbijen, vanwaar ook de bijnaam ‘killer-wesp’)

     

     

    Hoewel hoornaars beduidend minder agressief zijn dan gewone wespen is een steek van een hoornaar een stuk pijnlijker. Hoornaars worden enkel agressief als men te dicht bij het nest komt of hen belemmert.

    De warmere winters vormen een mogelijke verklaring voor de groei van de hoornaarpopulatie, want het gevreesde insect voelt zich beter thuis bij warm weer.

    Ook andere mediterrane insectensoorten, zoals sommige sprinkhanen, vliegen en wantsen rukken op naar het noorden.

    Hoornaars maken hun nest in boomholten, ook wel in een lege vogelnestkast of vrij hangend in bomen, tegen stalmuren of in spouwen, in ruimten onder daken of schuren.

    Typerend voor de buitenkant van het kogelvormig nest – doorgaans op een droge plek gebouwd – zijn de schelpvormig aangezette omhulselstukken. Het kan behoorlijk groot worden; tot 60 cm hoog en meer dan 50 cm in doormeter.

    Het bouwsel wordt van rottend hout gemaakt dat fijngekauwd en vermengd wordt met een kleverige speekselafscheiding waardoor er een papierachtige grijze massa ontstaat. Hiermee worden zowel de raten vervaardigd, bestaande uit een horizontale laag zeshoekige cellen, met elk een naar onderen gerichte opening.

     

    In het najaar, tijdens de eerste nachtvorsten, sterft de hele kolonie uit behalve de bevruchte wijfjes. Deze wijfjes zoeken een geschikte plek om te overwinteren en zijn de koninginnen van het jaar daarop. In april/mei begint de bevruchte koningin een geschikte plaats voor het nest te zoeken. Zij begint met het bouwen van enige broedcellen en legt daar enige eitjes in. Ze schermt de eieren en de broedcellen af met de papiermassa en gaat in haar eentje verder met het bouwen van het nest en het voeren van de larven.

    Uit de eerste eieren ontwikkelen zich de werksters. Zij nemen het bouwen van de broedcellen van de koningin over en verzorgen de verdere broed.

    De functie van de koningin beperkt zich nog enkel tot het leggen van de eieren. Eerst worden er alleen maar werksters geboren; pas in de zomer komen de geslachtsrijpe wijfjes en de argeloze mannetjes erbij. Uit de eerste larven komen na verpopping kleine, onvruchtbare wijfjes, werksters die het celopbouwwerk van de koningin overnemen. Gedurende de hele lente en zomer worden alleen maar werksters geproduceerd; pas in de nazomer komen ook geslachtsrijpe wijfjes en argeloze mannetjes tot ontwikkeling. Deze mannetjes bevruchten de wijfjes. De hele kolonie kan in de loop van de zomer uitgroeien tot zo’n 4 000 exemplaren. Alleen deze bevruchte wijfjes overleven de winter en de cyclus is rond.

     

    In de volksmond worden hoornaars vaak foutief ‘horzel’ genoemd, die er helemaal geen gelijkenis mee vertonen.

     

    http://www.youtube.com/watch?v=G_txmKCCWCs&feature=related

     

     

    Bloedzuigende dazen

     

    Dazen zijn de beruchte roofvliegen die bij warm, zwoel weer gemeen kunnen steken. De volwassen wijfjes zijn erg bloeddorstig en zuigen bloed bij grote zoogdieren, zoals koeien, paarden en mensen.

     

    Je hoort hem niet komen, je voelt hem niet op je landen, maar wees er zeker van dat je de steek van een daas zult voelen. Het bloeddorstige insect bijt met zijn stevige snuit en scherpe grijpertjes zelfs door een lichte T-shirt om te krijgen wat het nodig heeft: je bloed. De bloedzuigende dazen (steekvliegen) zijn bruine vliegen van ongeveer 2/3 cm lang met een krom achterlijf. Ze zijn ontzettend vervelend opdringerig en kunnen je met een hele groep tegelijk belagen. Zoals bij de muggen heb je geen last van de mannetjes, die zich voeden met nectar. Het zijn de vrouwtjes die op zoek zijn naar eiwitrijk voedsel bloed om hun eitjes in hun lichaam te laten rijpen. De jeuk en zwelling komen voornamelijk door het speeksel dat de daas vrijlaat bij de beet opdat het bloed niet zou stollen. De meeste dazen steken liever bij vee dan bij mensen.

    De meeste dazen zijn grijs of bruin van kleur en hebben vaak vlekkerige vleugels en licht gestreept achterlijf. Veel dazen hebben werkelijk prachtige metaalgroen gekleurde facetogen.

    De eieren worden in hoopjes van enkele honderden tot duizend eitjes afgezet. Dat gebeurt meestal op planten die op een vochtige bodem staan, zoals natte weilanden, wegbermen en slootbodems. Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden komen de eitjes na enkele dagen of pas na enkele welen uit. Een vochtige omgeving is essentieel, omdat de jonge larven gelijk na het uitkomen water nodig hebben om te overleven. Sommige larven zijn echte rovers die leven van slakken, wormen en andere vliegenlarven, andere leven van rottende bladeren. Dazenlarven zijn taaie beestjes die enkele maanden zonder voedsel kunnen.

     

    Ten onrechte worden dazen nog wel eens ‘horzels’ genoemd, maar echte horzels steken niet. Het zijn grote harige parasitaire en bruinachtige vliegen, die vooral een plaag vormen voor paarden.

     

     

    Parasiterende horzels

     

    Ze paren in de zomer en leggen daarna eitjes op het paard. Meestal worden de eitjes op de onderbenen, in de manen of op de hals van het paard gelegd. De eitjes zien eruit als kleine gele puntjes op de haren van het paard. Met borstelen zijn ze bijna niet weg te krijgen. Men kan wel proberen de eitjes te verwijderen met behulp van een borstelblok.

    De eitjes komen uit en worden als larven opgelikt door het paard. Daarna boren ze zich in de tong of het mondslijmvlies van het paard om zich daar gedurende ongeveer 4 weken verder te ontwikkelen. Na die maand gaan ze opnieuw naar de mond van het paard waar ze worden doorgeslikt. Ze komen vervolgens in de maag terecht en hechten zich daar ongeveer 9 maanden vast. In de zomer van het volgende jaar laten de wormen los en verlaten het paardenlichaam met de mest. Eenmaal buiten ontwikkelt de larve zich binnen een maand tot een volwassen horzel. Een volwassen horzel leeft relatief kort en moet zich binnen zo’n 3 weken voortplanten.

     

    Heel vaak verwarren mensen de nuttige honingbijen met de plagende wespen; allicht verduidelijken de hiernavolgende afbeeldingen welk van beide insecten best wordt neer gemept.

     

     

    03-08-2012 om 21:45 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    01-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zesde tuinvlindertelling

    Geraadpleegde bron: persbericht Natuurpunt

     

    Met deze tellingen houden de natuurverenigingen sinds 2007 de vinger aan de pols van het dagvlinderbestand in het land. Iedereen met een tuin of terras wordt uitgenodigd om op zaterdag 4 en zondag 5 augustus fladderende vlinders te tellen.

     

    Na een buitengewoon warme maand maart verschenen veel vlindersoorten vroeger en talrijker dan gemiddeld. Het leek toen een goed vlinderjaar te worden. Maar van april tot juni was het bijna permanent veel kouder en natter dan normaal. Vlinders hebben warmte nodig, zowel om te kunnen vliegen, voedsel zoeken en paren, als voor de ontwikkeling van hun eieren en rupsen. Sommige soorten dagvlinders lijken sterk te hebben geleden onder de koude en vochtige omstandigheden van de voorbije maanden.

     

    Dansende juwelen worden ze wel vaker genoemd. Je hebt vlinders in alle kleurschakeringen en formaten. Om een idee te hebben hoeveel soorten in je streek rondfladderen organiseert Natuurpunt de jaarlijkse ‘vlinderteldag’.

    Wereldwijd zijn er 200 000 vlindersoorten bekend. Slechts 16 000 ervan zijn dagvlinders, waarvan er in Europa 415 soorten voorkomen. In België, voornamelijk in Wallonië, zijn het er 121. Toch zijn spijtig genoeg heel wat soorten bedreigd.

     

    Dagvlinders onderscheiden zich van nachtvlinders door hun knotsvormige voelsprieten.

    Deze voelsprieten omvatten de zintuiglijke organen die instaan voor de reuk en het gevoel. Met zijn slurf kan de vlinder voedingrijke vloeistoffen opzuigen.

    Elk oog is samengesteld uit meerdere duizenden enkelvoudige zeshoekige ogen, waardoor een volwassen vlinder elke verdachte beweging kan opmerken en wij hen zo moeilijk kunnen benaderen.

    De vier vleugels zijn aan beide zijden voorzien van kleine, gekleurde (of witte) schubbetjes, als leien op een dak.

    Volwassen vlinders moeten zorgen voor de voortplanting. Sommige vlinders zijn territoriaal en verjagen indringers van hetzelfde geslacht. Andere baltsen in boomtoppen. Een belangrijk aspect in de zoektocht naar en partner zijn de visuele signalen.

    Zo zie je bv. het mannetje van het oranjetipje op alles zien landen wat wit is, als hij langs de bosrand fladdert. Wit is namelijk de kleur van zijn vrouwtje.

     

    Het tijdstip waarop je vlinderbezoek wil observeren, kies je zelf maar liefst op een zonnig moment. Zoek een plekje in de tuin waar je een kwartier lang waarneemt welke vlinders opduiken.

    De minuscuul kleine eitjes (1 mm) worden afzonderlijk of in groep op een zorgvuldig uitgekozen gastplant gedeponeerd. Aan de tars (laatste gelede deel) van de achterpoten beschikken de vrouwtjes over stekels en bosje olfactorische (geur)haartjes. Terwijl ze over een plant loopt, schraapt zij het oppervlak en maakt zo geuren vrij die door de reukhaartjes worden opgevangen.

    De rups, de enige groeifase van de vlinder kan zijn eigen gewicht met 1 000 vermenigvuldigen. Om dat te bereiken besteedt de rups het leeuwendeel van haar tijd met eten en verandert ze meermaals van gedaante. Ze valt dan volledig stil, wordt valer van kleur, de huid op de borstkas scheurt open en de rups verschijnt met de kop eerst. Het duurt allemaal maar een minuutje. Het groeitempo van rupsen is verschillend, maar gemiddeld is dat 2 weken voor koolwitjes in doorgaans 5 larvenstadia. Als de rups volgroeid is, vervelt zij één laatste keer om dan een cocon te vormen. De metamorfose die in de cocon plaatsvindt, is waarlijk indrukwekkend: sommige weefsels worden vloeibaar, andere veranderen; het malende mondstuk is niet meer nodig, wel een slurf.

    De poten moeten langer worden. De vleugels moeten zich ontwikkelen … en nog heel wat andere aanpassingen – voornamelijk aan het zenuwstelsel – dienen zich te voltrekken alvorens de volwassen vlinder of het definitief imago verschijnt.

     

    Wie nog meer informatie wenst, kan ook nog deze weblinks raadplegen:

     

    http://www.vlindermee.be/

    http://www.vlindermee.nl/doc/zoekkaart.pdf









    01-08-2012 om 17:17 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    29-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kokmeeuw

    De kokmeeuw is in onze streken de meest algemene meeuwensoort. Ze broeden net zo vaak in het binnenland als langs de kust, zowel in het laagland als op hoger gelegen plekken. Kokmeeuwen broeden in grote aantallen in kolonies in het binnenland op veilige rustplaatsen: vooral in moerasgebieden, bij vennen, in oude kleiputten, op opgespoten terreinen en in weilanden, maar ook bij duinplassen, op schorren en kwelders.

     

    In prachtkleed zijn de chocoladebruine kop, de donkerrode snavel en poten opvallend. De rug is lichtgrijs, de onderzijde is wit en de lange vleugelpunten (handpennen) zijn donker gekleurd. De lichaamslengte varieert tussen 34 en 37 cm; de spanwijdte reikt tot 110 cm en het gewicht schommelt tussen 225 en 350 g.

    Het is verbazingwekkend te zien hoe snel en ogenschijnlijk uit het niets een grote groep kokmeeuwen verschijnt wanneer iemand broodkorsten voert aan eenden. Kokmeeuwen onderhouden dan ook een intensieve sociale communicatie, kenmerkend voor koloniebroeders.

     

    Kokmeeuwen zijn echte alleseters, die in hun natuurlijk menu van wormen, insecten, garnalen en zeeduizendpoten aanvullen met afval van vuilnisbelten. Zij vangen in de vlucht vliegende insecten en pikken rupsen en zelfs fruit uit loofbomen. Ze vangen ook visjes en andere waterdiertjes vanaf het wateroppervlak of grijpen ze na een ondiepe duik.

    In de herfst volgen zwermen kokmeeuwen de ploeg, helderwit tegen de donkere, pas gekeerde aarde.

    ’s Winters zijn ze nog steeds op de akkers, zoekend naar wormen of achtervolgen ze kieviten om hun buit te roven. Groepen foerageren langs rivieroevers en zelfs in stadscentra, waar ze op de daken van huizen op de uitkijk staan totdat ze wat eetbaar afval van de straat kunnen oppikken.

    Problemen ontstaan als grote kolonies neerstrijken op een voedselarm ven. Door de sterke bemesting van het water te wijten aan de uitwerpselen kan het terrein geheel van karakter veranderen.

    ’s Zomers gebruiken de vogels hun donkere kap als signaal van agressie en dominantie en ze tonen hun witte achterkop als ze hun kop omdraaien in de kopschudceremonie.

    De roep is van even groot belang tijdens de balts. De meeste hebben een hoge piepende of raspende klank. Het geluid van de kokmeeuw bestaat uit een reeks bijzonder rauwe, raspende tonen en het keffend lawaai van een gehele kolonie is oorverdovend.

     

    Kokmeeuwen nestelen in kolonies van enkele honderden paren.

    Het nest is een klein platformpje van planten tussen riet en zeggen of een spaarzaam met gras gevoerd kuiltje in de grond. Het legsel bestaat doorgaans uit 2 tot 3 eieren en de jongen verschijnen ruim 3 weken later. Ze blijven in de omgeving van het nest. Bij gevaar slaan de ouders alarm en drukken of verstoppen de donskuikens zich.

    Zowel in kust- als binnenlandkolonies vindt eierenpredatie plaats door soortgenoten (onderlinge concurrentie), stormmeeuwen, zilvermeeuwen, kleine mantelmeeuwen, zwarte kraaien, bruine kiekendieven en vossen.

     

    Parende kokmeeuwen

     

    http://www.youtube.com/watch?v=dmw-pxt1cyA&feature=related

     











    29-07-2012 om 19:50 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    26-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meeuwenplaaggeklaag

    Geraadpleegde bron: persbericht Vogelbescherming Vlaanderen

     

    Vogelbescherming Vlaanderen is de wilde ideeën van kustburgemeesters om de meeuwenpopulatie aan zee aan te pakken grondig beu.

    Om de haverklap komt een burgervader of één van zijn schepenen in het nieuws met een ‘lumineus’ plan om de ‘overlast’ van meeuwen in zijn of haar kustgemeente aan te pakken. Zijn het geen voederbakken op zee of artificiële vossen op platte daken, dan zijn het vuurwapens die het probleem moeten oplossen. Steevast neemt men daarbij ook het woord ‘meeuwenplaag’ in de mond zonder te beseffen dat de totale meeuwenpopulatie al jaren is gestabiliseerd.

     

    Vogelbescherming Vlaanderen roept op tot verdraagzaamheid

     

    Zonder afbreuk te willen doen aan het zich voordoen van lokale overlast – waarvoor gerichte oplossingen en preventieve maatregelen zich opdringen – zou het geen kwaad kunnen als we bij het omgaan met ‘zeemeeuwenhinder’ uitgaan van de positieve gedachte dat deze vogels bij de zee horen en zelfs een niet onaardige mascotte kunnen zijn.

    Blinde haatcampagnes en ondoordachte uitlatingen wekken misschien veel belangstelling, maar slaan zoals steeds de bal mis.

    De meest algemeen voorkomende soorten aan onze kust zijn de zilvermeeuw, de kokmeeuw, de stormmeeuw, de kleine en grote mantelmeeuw.

    De vaakst voorkomende klacht betreft meeuwen die met hun krachtige snavels de lichte plastic vuilniszakken open scheuren met rondslingerend afval tot gevolg.

    Vroeger, toen gesloten metalen vuilnisemmers of kunststoffen containers nog in gebruik waren, geraakten de meeuwen niet bij de lekkere hapjes. Het afdekken van open huisvuilstorten, die als lokaas gelden, zou ook al soelaas brengen.

    Meeuwen zijn zowel op grond van de Europese als van de Vlaamse wetgeving beschermd en mogen niet verstoord, noch worden gedood. Bovendien zijn we verplicht rekening te houden met Europese instandhoudingdoelstellingen voor het behoud van soorten als zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw.

     

    Op termijn lijkt de oplossing voor mogelijke meeuwenoverlast te schuilen in een driesporenbeleid:

     

    ·         het wegwerken van een onnatuurlijk voedselaanbod;

    ·         het weghouden van meeuwen als broedvogel op plekken, waar mogelijk écht lokale overlast kan verschijnen

    ·         het toelaten – zelfs faciliteren – van broedende meeuwen waar geen overlast kan ontstaan

     

    Door enkel te focussen op het wegjagen/weghouden is het zonder meer voorspelbaar dat meeuwen zich verder gaan verspreiden en op veel meer plekken lokale overlast zullen gaan veroorzaken.

    Voedsel is dé bepalende factor voor de populatiegrootte. Bijgevolg is het enkel zinvol het ‘meeuwenprobleem’ aan te pakken door de gedekte tafels te ontruimen.

    Door geleidelijk het voedselaanbod voor meeuwen terug te dringen tot wat natuurlijk voor handen is, zullen de populaties niet alleen vanzelf verder afnemen; ook de directe aanwezigheid in de buurt van de mens zal minder intens worden aangevoeld.

    Misschien kunnen bij besprekingen van ontwerpplannen, die economisch noodzakelijke uitbreidingen in havengebieden vereisen, maar vaak tot gevolg hebben dat duizenden meeuwenkoppels genoodzaakt zijn te verhuizen, ook natuurfans met een ecologische bril worden uitgenodigd.

    De foto's zijn van:

    Zilvermeeuw - Rino Burgio
    Kokmeeuw - Yves Adams
    Grote mantelmeeuw - Yves Adams
    Stormmeeuw - Arie Ouwerkerk








    26-07-2012 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    22-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De brandgans

    De brandgans is van oorsprong een trekvogel en broedt op steile rotskusten en kliffen, op veilige onherbergzame plaatsen, zoals richels, die meestal alleen vliegend bereikbaar zijn.

    Zowel in de lucht als op de grond maken brandganzen voortdurend een geluid dat gelijkt op het gekef van kleine honden. Ze zwijgen zelden, maar het meeste geluid brengen ze voort als ze opvliegen.

     

    De brandgans heeft een contrastrijk verenkleed. Door zijn geel beigeachtig tot roomwit gezicht met zwart oog en kleine stompe zwarte snavel, alsook glanzend zwarte kruin, hals en borst is de brandgans duidelijk herkenbaar. De bovendelen zijn blauwgrijs met witgerande zwarte dwarsbanden en de onderkant is wit. Ze halen een lichaamslengte die varieert van 58 tot 70 cm; de spanwijdte reikt tussen 130 en 145 cm en het gewicht schommelt tussen 1.5 en 2 kg.

     

    Ze worden vooral aangetroffen in beschermde gebieden; ze zijn nogal schuw en moeilijk benaderbaar.

    Het liefst eten ze gras en zeekraal dat periodiek bij hoogwater door de zee wordt onderstroomd (kwelders en wadden), maar ze nemen ook genoegen met gewoon weiland en stoppelvelden (klaver, graszaden, wintergranen), wat soms aanleiding geeft tot klachten door boeren over vervuiling van hun land.

     

    Het luid roepend en met klapperende vleugels rondrennen is een karakteristiek onderdeel van het baltsgedrag. Ze paren in hun broedbiotoop op eilanden en schiereilanden, schorren, moerassen, soms in rietkragen bij vijvers. In een met veren gevoerd nest op de grond legt het vrouwtje 4-6 eieren

    De familieband is sterk; hoewel de jonge gansjes al snel voor zichzelf kunnen zorgen, blijven ze tot het volgende broedseizoen bij de ouders. De lichtbruine donsjongen kunnen na 7 weken vliegen.

    Voor de jaarlijkse trek sluiten de familiegroepen zich tot grotere zwermen aaneen. Brandganzen vliegen dikwijls in een slordige, vormeloze formatie, met aan de achterzijde een langgerekte sliert.

    De in onze streken overwinterende brandganzen zijn broedvogels van Groenland, Nova Zembla, Spitsbergen en West-Siberië.

     

    Een knap filmpje van Tariloe toont ons de ‘keffende’ brandgans van heel dichtbij

    http://www.youtube.com/watch?v=ooRugtnQ_7E

     











    22-07-2012 om 15:36 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    18-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleine mantelmeeuw verstrikt in boomtakken

    Bron: digitale nieuwsbrief Vogelbescherming Vlaanderen – foto’s  Jan Rodts

     

    Gisteren namiddag hebben Vogelbescherming Vlaanderen en leden van het brandweerkorps van Sint-Niklaas een kleine mantelmeeuw uit een boom bevrijd. Dat gebeurde in een grote tuin in hartje Sint-Niklaas, vlak naast de oude, leegstaande gebouwen van de vrije technische scholen ter hoogte van de Collegestraat.

     

    De onfortuinlijke vogel droeg vermoedelijk een lang stuk nylon visdraad met zich mee dat tijdens de vlucht wellicht verstrikt raakte in de takken van zowel een jonge beuk als van een oude accacia. De handpennen van de linkervleugel kwamen daardoor vast te zitten, waardoor de meeuw geen kant meer uit kon. Bewoners uit de onmiddellijke omgeving hadden de mantelmeeuw afgelopen zondag al zien bengelen en waarschuwden plichtsbewust de stadsdiensten.

    Het nieuws kwam echter pas gisteren voormiddag bij Vogelbescherming Vlaanderen terecht. Die zette meteen de grote middelen in: een ploeg van gemotiveerde en ervaren brandweerlieden waren meteen bereid te helpen.

    Via de leegstaande schoolgebouwen konden ze met een ladder de grote ommuurde tuin betreden. Met behulp van een stok met daaraan een zakmes bevestigd, kon een lenige brandweerman de nylon visdraad lossnijden. De erg uitgeputte vogel vertoonde geen verwondingen maar de slagpennen zijn hoe dan ook verloren. Gelukkig ruien kleine mantelmeeuwen hun vleugelveren pas eind augustus waardoor deze mantelmeeuw eind september al met een volledig nieuw verenpak terug de natuur in kan.

     

    Na de reddingsactie werd de vogel overgebracht naar het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren te Kieldrecht, waar hij nu eerst op krachten kan komen. Pas daarna zal de aan het centrum verbonden dierenarts bekijken of de vleugel geen inwendige kwetsuren vertoont.

    Als de revalidatie voorspoedig verloopt, kan de vrijlating eind september plaatsvinden.

    Vogelbescherming Vlaanderen vraagt alle hengelsportliefhebbers hun collega’s die argeloos omspringen met verloren hengelmateriaal – zoals visdraden en –haken – op hun verantwoordelijkheden te wijzen.







    18-07-2012 om 07:33 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe meeuwenplaag vogelvriendelijk terugschroeven?

    Het agressieve gedrag van mantel- en zilvermeeuwen wordt door lokale beleidsverantwoordelijken ook steeds meer gezien als een bedreiging van het toerisme.

    Wie geregeld de kust bezoekt, zal al vaker hebben gemerkt dat de overlast van de zilver- en mantelmeeuwen in het verleden ‘beperkt’ bleef tot het openprikken van afvalzakken, vervuiling door uitwerpselen en lawaaihinder.

    Er leven aan de kust zowat 300 000 meeuwen, die nogal wat overlast veroorzaken!

    Aan de kust klaagt men over extreem veel en agressieve meeuwen.

    Heel recent is een NMBS-arbeider, werkzaam aan de westelijke voorhaven van Zeebrugge, in zijn hoofd gepikt, toen zijn helm afviel. De spoorwegarbeider werd wegens de bloedende wonde naar het ziekenhuis vervoerd, omdat meeuwen niet zo kieskeurig omgaan met vaak onhygiënische voedselbronnen.

     

    Vroeger had Oostende 174 vissersboten, nu nog amper 40

     

    De preventieve maatregelen zoals het opsporen van nesten en het schudden of doorprikken van eieren, helpen niet het bestand in balans te houden.

    Bedoeling van de Oostendse schepen van landbouw is de overbevolking aan meeuwen – een beschermde vogelsoort – op een natuurvriendelijke manier terug te dringen.

    Men wil werk maken van voederbakken in zee, zodat meeuwen het terug gewoon worden om eten op zee te zoeken in plaats van in de stad.

    De idee wordt geopperd om een ‘hawkkite’ in te zetten, een vliegrobot  die er net als een havik uitziet.

    Het probleem van de meeuwen beperkt zich niet tot Zeebrugge. Heel de kust klaagt erover;  er zijn een aantal organisaties tegen opgezet, voorlopig zonder veel resultaat. Zo was er een actie met een valkenier, die drie maal per week zijn Amerikaanse woestijnbuizerds over de broedplaatsen van de meeuwen in de stad laten vliegen, terwijl geluidsapparatuur alarmkreten uitzond. Bedoeling was om de meeuwen bang te maken met beeld en geluid, … maar ze bleven.

     

    Een korte en glasheldere reportage schetst een momentopname:

     

    http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120603_00171274

     









    15-07-2012 om 20:26 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    08-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.‘De Kuifeend en de Grote Kreek’

    Geraadpleegde bronnen: Grenzeloze Schelde – Nieuws 58 / Natuurpunt / Agentschap voor Natuur en Bos

     

    Als 2de haven van Europa en 4de van de wereld is de Antwerpse haven een belangrijke economische draaischijf. Niettemin ligt ze te midden van Europees beschermde natuurgebieden. Grote delen van het gebied zijn dan ook aangeduid als speciale beschermingszone in het kader van de Habitat- en Vogelrichtlijn.

    De Schelde en haar buitendijkse slikken en schorren genieten Europese bescherming als habitatrichtlijngebied.

     

    Op linkeroever bestaat het vogelrichtlijngebied ‘schorren en polders van de Benedenschelde’ uit een reeks waterrijke gebieden zoals zompige moerassen en rietlanden, plassen, kreken, natte graslanden, slikken en brakke schorren. Deze gebieden zijn van cruciaal belang voor tal van trekvogels om te verpozen en hun vetreserves aan te vullen. Het gebied is eveneens van groot belang voor talloze beschermde vogels die er komen broeden.

    Op rechteroever geniet het natuurgebied ‘De kuifeend en de Grote Kreek’ al decennia lang de reputatie van één van de belangrijkste vogelgebieden in Vlaanderen te zijn.

     

     

    Midden in het Antwerpse havengebied in het rangeerstation Antwerpen - Noord omsloten door industrie, containerterminals, drukke wegen, havendokken en de stortplaats Hooge Maey, ligt het internationaal belangrijk watervogelgebied ‘De Kuifeend en de Grote Kreek’.

    Dit natuurreservaat ontstond als gevolg van de voortschrijdende uitbreiding van de Antwerpse haven bij het begin van de jaren zestig. Door een toeval werden delen van de oorspronkelijke Oorderense polder onaangeroerd gelaten. Door het afsnijden van de poldergrachten liep deze polder geleidelijk door neerslag onder water, waardoor een mozaïek van grotere en kleinere plassen ontstond.

     

    Dit natuurgebied, beheerd door Natuurpunt Antwerpen - Noord, viert haar 40-jarig bestaan

     

    Het ornithologisch belang van deze gebieden werd reeds vanaf 1965 opgevolgd. In 1972 werd beslist het natuurgebied, waarin onder meer kolonies stelkluten en geoorde futen neerstreken, in beheer te nemen.  Sindsdien vinden 260 vogelsoorten hier de nodige rust, het geschikte voedsel en een veilige broedplaats. Het gebied ligt op de Oost - Atlantische trekroute die jaarlijks voor honderdduizenden vogels de verbinding vormt tussen hun overwinteringgebieden en hun broedplaatsen.

     

     

    Vanaf 2007 werd in samenwerking met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de NMBS in het kader van een Europees New!Delta-project grote delen van de oude Scheldekreek en een weilandencomplex ingebufferd met landschapsdijken om de geluidshinder en de verstoring van de omliggende industrie en van het verkeer te beperken. Daarvoor werd ter plaatse uitgegraven grond gebruikt en werd het natuurreservaat uitgebreid met 10 waterplassen, plas-drasgebieden en rietvelden, een verruiming van 40 hectaren.

    De meerwaarde van de beschermende maatregelen werd meteen duidelijk. Al vanaf het eerste jaar steeg het aantal broedvogelsoorten aanzienlijk. Door de geboden rust en de variëteit aan voedsel nam bovendien het aantal doortrekkers en wintergasten aanzienlijk toe.

    In de nazomer verzamelen honderden tot duizenden watervogels zoals futen, dodaarsen, aalscholvers, bergeenden, krakeenden, wintertalingen, slobeenden, smienten, kuifeenden, tafeleenden, brilduikers, nonnetjes, … Het gebied telt niet minder dan 30 zoogdierensoorten, 10 vissoorten, 7 amfibieën-  en 1 reptielensoort werden er geïnventariseerd naast meer dan 300 plantensoorten en een uitgebreide lijst van vlinders, libellen, …

     

     

    De toekomst gebiedt opperste waakzaamheid!

     

    De economische groei van de Antwerpse haven met alle daaraan verbonden nieuwe installaties, infrastructuurwerken, verkeersstromen en luchtvervuiling blijft drukken op een zorgeloos voortbestaan. De uitbreidingen van de voorbije 20 jaar versnipperden de omgeving reeds tot een zeer kritisch niveau.

    De nog resterende stukken natuur in de omgeving staan hierdoor zwaar onder druk. Het verdwijnen van nog andere bijzondere stukjes natuur zal ongetwijfeld een negatieve invloed hebben op het waardevol en internationaal erkend natuurgebied.

    Het samenspel tussen Natuurpunt en overheden zoals het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, het Agentschap voor Natuur en Bos en de NMBS, zorgde in het verleden voor diverse doorbraken in dossiers over verdere uitbreiding, behoud en inrichting van natuur. Een waardevolle samenwerking die hopelijk in de verdere toekomst zal blijven bestaan.

     

     

    08-07-2012 om 12:10 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Fyne lente' (Louisette)
        op Vogels en renners: één strijd
  • copyright (Ho-Merris)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Kauw (Henriëtte)
        op De kauw
  • Goedemorgen,mooie blog.Wens jullie nog een fijne dinsdag toe. (Mieke)
        op M-day, een mix, magische momentopnames
  • Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek
  • Goedemiddag blogvrienden u bent van harte welkom
  • Hallo beste Franz,prachtige foto's met omschrijving,heel interssant om te kijken en te lezen
  • Goedemiddag blogmaatje
  • Voorbeeld???
  • Ben is op bezoek geweest. (I like it)

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2005
  • -0001

    Foto

    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Franz Pieters
    Ik ben een man en woon in Zaventem (België) en mijn beroep is 25 jaar lkr, 2 jaar kabinetsadviseur, 2 jaar adviseur DVO, 2 jaar TOS21-projectmedew..
    Ik ben geboren op 08/05/1954 en ben nu dus 71 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: onderwijs - wetenschap & techniek - geschiedenis - natuur - muziek - lectuur - gastronomie - sport.
    2 jaar TOS21-coördinator, 3 jaar projectcoördinator ESF-projecten KOMMA, WERK PRO-OPER, LINK en nu op RUST
    Foto

    Foto

    Een interessant adres?

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • De holenduif is de discreetste van onze duiven
  • De sprinkhaanzanger, meester verstoppertje van de ruigte
  • De Koekoek, een raadselachtige vogel die blijft verrassen
  • De buizerd, een weinig gewaardeerde roofvogel
  • De boomvalk, steeds minder trouw aan zijn broedplaats
  • Wetenschappelijk onderbouwd natuurbeheer is wat anders dan knaldrang
  • Een slinkende biodiversiteit heeft ook voor de mens nefaste gevolgen
  • Sinds kort broedt de steltkluut elk jaar bij ons
  • De drieteenmeeuw is onze enige echte zeemeeuw
  • De grauwe klauwier
  • Het opvallend riedeltje van de tjiftjaf kondigt de lente aan
  • Overleven: hoe doen pinguïns dat toch?
  • De Turkse tortel, één van de spectaculairste vogelinvasies ooit
  • Zwartkopje en bruinkapje
  • De zwarte kraai kiest voor een leven in de nabijheid van diervriendelijke mensen
  • Handel en stroperij brengen Europese zangvogels in gevaar
  • Grote stern, wit, zwart en geel puntje
  • Scandinavische neefjes van de vink geven de winter kleur
  • De mandarijn-eend
  • De Krakeend, vijftig tinten grijs
  • Ruzie over de Zeearenden: conservator van De Blankaart beschuldigd van nestverstoring
  • De groenling heeft ernstig last van het ‘geel’
  • Fluiters zijn bang van muizen
  • Natuurmonitoring met AI
  • Meten is weten: de staat van de natuur monitoren
  • Vogelbeschermers die de handen uit de mouwen steken
  • De draaihals, een lid van de spechtenfamilie
  • Chemische vervuilers zijn alomtegenwoordig in onze leefomgeving
  • Onze kleinste uil krijgt het kwaad
  • Ooit was de bosbouwer Vlaams, nu is hij een wereldburger
  • Het vederlicht goudhaantje
  • De witte kwikstaart profiteert van lintbebouwing
  • Werelddierendag
  • De sperwer heeft geen noemenswaardig effect op het bestand van onze tuinvogels
  • De trompetkraanvogel
  • Het waterhoen houdt er een complex gezinsleven op na
  • De lachstern, een atypische luchtacrobaat
  • Blauwdruk voor de blauwe kiekendief
  • Jenny De Laet, bezielster van het huismussentelweekend
  • Een koppel zwarte en een koppel gekraagde roodstaarten stichten elk een gezin in één nest
  • Een slangenarend in onze streken waarnemen, is geen uitzondering meer  
  • Onze bijen zullen moeten leren zelf de Aziatische hoornaar af te slaan
  • Illegale vogelvangst wordt streng aangepakt
  • De bonte vliegenvanger is geen zorgenkind
  • Wonderlijke veerkracht: deel 2: de extreemste aanpassingen van veren treffen we aan bij vogels die een extreme ecologische specialisatie hebben
  • Wonderlijke veerkracht: deel 1: verrassende inzichten over het complexe ontwikkelingsproces van veren
  • Buizerds hebben een voorkeur voor soortgenoten die er hetzelfde uitzien als zij
  • Blauwborsten zijn showbeesten
  • Met hun krachtige tenen en nagels ‘kleven’ boomklevers echt aan boomstammen

    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    tytcher
    www.bloggen.be/tytcher
    Privacyverklaring van de Kille Meutel Vogelvrienden

    Algemene privacyverklaring van onze vereniging: de Kille Meutel Vogelvrienden De Kille Meutel Vogelvrienden hechten veel waarde aan de bescherming van uw persoonsgegevens. In deze privacyverklaring willen we heldere en transparante informatie geven over welke gegevens we verzamelen en hoe wij omgaan met persoonsgegevens. Wij doen er alles aan om uw privacy te waarborgen en gaan daarom zorgvuldig om met persoonsgegevens. Onze vereniging houdt zich in alle gevallen aan de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit brengt met zich mee dat wij in ieder geval: • uw persoonsgegevens verwerken in overeenstemming met het doel waarvoor deze zijn verstrekt, deze doelen en type persoonsgegevens zijn beschreven in deze Privacy verklaring; • verwerking van uw persoonsgegevens beperkt is tot enkel die gegevens welke minimaal nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt; • vragen om uw uitdrukkelijke toestemming als wij deze nodig hebben voor de verwerking van uw persoonsgegevens; • passende technische en organisatorische maatregelen hebben genomen zodat de beveiliging van uw persoonsgegevens gewaarborgd is; • geen persoonsgegevens doorgeven aan andere partijen, tenzij dit nodig is voor uitvoering van de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt; • op de hoogte zijn van uw rechten omtrent uw persoonsgegevens, u hierop willen wijzen en deze respecteren. Als Kille Meutel Vogelvrienden zijn wij verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens. Indien u na het doornemen van onze privacy verklaring, of in algemenere zin, vragen heeft hierover of contact met ons wenst op te nemen kan dit via onderstaande contactgegevens: Kille Meutel Vogelvrienden Watertorenlaan 59 1930 Zaventem franz.pieters@telenet.be Mobiel: 0478 55 34 59 Waarom verwerken wij persoonsgegevens? Uw persoonsgegevens worden door onze vereniging verwerkt ten behoeve van de volgende doeleinden en rechtsgronden: • om te kunnen deelnemen aan de activiteiten van de Kille Meutel Vogelvrienden; • om de uitnodigingen, verslagen, nieuwsmeldingen, … te versturen (met toestemming van de betrokken sympathisanten); • om een brede en vlotte communicatie te verzorgen binnen het netwerk van de diverse partners; • om de jaarlijkse subsidiëring door de overheid te bekomen (wettelijke verplichting); Voor de bovenstaande doelstellingen houden we volgende gegevens bij: naam, voornaam, adres, telefoon/gsm-nummer (indien beschikbaar), e-mail (indien aan ons doorgegeven) We gebruiken de verzamelde gegevens alleen voor de doeleinden waarvoor we de gegevens hebben verkregen. Verstrekking aan derden Wij geven nooit persoonsgegevens door aan andere partijen waarmee we geen verwerkersovereenkomst hebben afgesloten, tenzij we hiertoe wettelijk worden verplicht (bv. politioneel onderzoek) Bewaartermijn De Kille Meutel Vogelvrienden bewaren persoonsgegevens niet langer dan 5 jaar op hun informaticasystemen. Beveiliging van de gegevens Wij hebben passende technische en organisatorische maatregelen genomen om persoonsgegevens van u te beschermen tegen onrechtmatige verwerking, zo hebben we bv. de volgende maatregelen genomen: • we hanteren een gebruikersnaam en wachtwoordbeleid op al onze systemen en cloud-toegangen; • de toegang tot de persoonsgegevens is beperkt tot de bestuursleden; • wij maken back-ups van de persoonsgegevens om deze te kunnen herstellen bij fysieke of technische incidenten; • onze bestuursleden zijn geïnformeerd over het belang van de bescherming van persoonsgegevens. Uw rechten omtrent uw gegevens U heeft recht op inzage en recht op correctie of verwijdering van de persoonsgegeven welke wij van u ontvangen hebben. Bovenaan dit privacy statement staat hoe je contact met ons kan opnemen. Tevens kunt u verzet aantekenen tegen de verwerking van uw persoonsgegevens (of een deel hiervan) door ons of door één van onze verwerkers. Klachten Mocht u een klacht hebben over de verwerking van uw persoonsgegevens dan vragen wij u hierover direct met ons contact op te nemen. U heeft altijd het recht een klacht in te dienen bij de Privacy Commissie, dit is de toezichthoudende autoriteit op het gebied van privacy bescherming. Wijziging privacy statement Onze vereniging de ‘Kille Meutel Vogelvrienden’ kan zijn privacy statement wijzigen. Van deze wijziging zullen we een aankondiging doen op onze website. De laatste wijziging gebeurde op 22 mei 2018. Oudere versies van ons privacy statement zullen in ons archief worden opgeslagen. Stuur ons een e-mail als u deze wilt raadplegen.


    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen

  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs