Op deze blog vind je
1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar);
2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand);
3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge);
4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
15-07-2015
MAGISCH ANURADHAPURA
De man van onze airbnb toert met ons rond in zijn stad Anarudhapura. Hij sleurt ons mee van tempel naar tempel en omzeilt de controleposten op een slinkse manier, waardoor we wel alles zien, maar niet hoeven te betalen voor het dure toegangsticket. Omdat we compleet oververhit zijn, neemt hij ons uiteindelijk mee naar één van de grote meren om samen met zijn twee zoontjes een verfrissende duik te nemen. Barbara blijft wijselijk uit het water wanneer ze ziet dat Jan en alleman zich er komt wassen, maar Julie en Mateo zijn dolenthousiast en sleuren papa mee het water in. Even later verkopen ze veel show voor de twee jongens van onze homestay. En het moet gezegd: het doet deugd om de hitte weg te spoelen!
Nog geen uur later lopen we alweer te zweten. De zon schijnt haar laatste stralen, maar de stenen van de tempel zinderen nog na van de warmte. De tempel is prachtig verlicht en in combinatie met het gezang van monniken zorgt dit voor een magische sfeer. We zijn er stil van geworden. Normaal gezien beginnen Mateo en Julie na een tijdje zotte kuren te verkopen, waardoor wij hen regelmatig streng moeten vragen rustig te zijn, maar deze keer geven ze geen kik. Ze zijn duidelijk ook bevangen door de betoverende atmosfeer! In het halfduister manoeuvreren we ons tussen de gelovigen die op de grond zitten en met gevouwen handen voor het aangezicht zacht voor en achteruit wiegen. Een klein meisje kijkt stiekem op wanneer we passeren en een oude man knikt goedkeurend zijn hoofd links en rechts bij wijze van begroeting. Een vrouw streelt met de palm van haar hand Julie over haar wang en Mateo krijgt een schouderklopje. Het krioelt van de mensen, maar we vallen op als enige westerlingen. Gelukkig is er het zoontje van onze gastheer die ons rustig maar zelfzeker de weg toont. We zien mensen lotusbloemen offeren voor een boeddhabeeld. Honderden olielampjes en tientallen bundels wierookstokjes kruiden de lucht. Wanneer we de tempel verlaten achtervolgt het gezang van de monniken ons tot in de tuk tuk. Het is pas wanneer we met sputterende motor en in een blauwe wolk van uitlaatgassen vertrekken, dat we ontwaken uit de roes en spontaan in koor zeggen: Dat was écht wel mooi, hé kindjes? Julie en Mateo knikken zachtjes ja.
Onze overnachtingsplek in Eluwankulama op een boogscheut van het Wilpattu National Park is fantastisch! We hebben ons plekje in een godverlaten gat helemaal voor ons alleen. Soreno, de man des huizes, heeft een zee van tijd en neemt ons gezellig mee op trot. En als we hongerig thuis komen kookt zijn vrouwtje Kurami de heerlijkste maaltijden. Onze kinderen kunnen gezellig plonzen in een rivier. Ze mogen (onder deskundige begeleiding van Soreno en aangemoedigd door Kurami Eat baba, eat!) met de handen eten. Ze klimmen in bomen. Ze ravotten met de huisdieren. En wij genieten van geanimeerde gesprekken tot laat in de nacht. Het is een zalig begin van onze reis, omdat we van Soreno nu al leren wat je voor je vertrek in een reisgids leest of al doende onderweg ontdekt.
Omdat we zo genieten van de exclusieve aandacht, zijn we teleurgesteld wanneer er voor onze laatste nacht nog bezoekers worden verwacht. Wanneer Soreno de man aan de lijn heeft, zegt hij plots I will pass you on to Serge! Het blijkt een sympathiek koppel Belgen te zijn met kinderen van dezelfde leeftijd als Julie en Mateo! Onze kindjes tellen dan ook af tot het moment dat ze er zijn! Mateo gaat hen zelfs alleen (d.w.z. samen met Kurami) tegemoet -een half uur rijden- naar het dorpje en entertaint de hele familie op de terugweg met een mix van waar gebeurde en verzonnen gebeurtenissen van wat we tot hiertoe hebben gedaan! Het klikt m.a.w. vanaf de eerste seconde.
De vraag is alleen: waar gaat iedereen slapen? No worries! I will put up a tent! En inderdaad: wanneer de grote mensen s avonds onder een sterrenhemel gezellig verhalen uitwisselen, liggen 5 kleine kinderen kris kras door elkaar in een tent te slapen! We hadden veel op voorhand gepland om te doen, maar kamperen in Sri Lanka daar hadden we in de verste verte nog niet aan gedacht.
Het afscheid de volgende dag is hartelijk, maar ook moeilijk. We zullen Soreno en Kurami missen! Gelukkig zullen we onze Belgen nog een aantal keren tegenkomen!
We zijn er: Sri Lanka! Het wachten op de bagage is er net te veel aan. Het is ongeveer 5 uur s morgens plaatselijke tijd. Rond 5 uur s morgens Belgische tijd -een volledige dag geleden- zijn we vertrokken: eerst met de taxi' (merci, papie!) naar Brussel, dan met de trein naar Frankfurt en dan met het vliegtuig naar Colombo. Ons ritme is wat in de war! Op het moment dat je thuis al lang zou slapen, nog uitgebreid dineren is écht geen goed plan. En dan na een 6-tal uur al wakker gemaakt worden voor een ontbijt: dat trekt op niks. Maar ja het hoort erbij! Onze kinderen zijn het al een beetje gewoon van de vorige reizen en geven geen kik. Maar toch als je dan als bijna laatste nog altijd staat te wachten op de bagage, dan werkt dat toch wel een beetje op een mens zijn systeem! We zijn dus moe, maar vooral heel blij wanneer we onze rugzak op onze rug kunnen zwieren!
Op het moment dat we de luchthaven buiten stappen zitten we in een andere wereld. Super! Dit is waar we naar uit hebben gekeken! De hitte kleeft onmiddellijk als een nat deken aan ons lichaam. Door het open raam van de minibus die ons naar ons huisje brengt waait warme lucht die Julie doet denken aan de haardrogers van het zwembad. Mateo kijkt gefascineerd toe hoe onze chauffeur door het drukke verkeer manoeuvreert en imiteert de stuurbewegingen. Het gaat er wild aan toe!
Onze airbnb in Ngombo is gelukkig een oase van rust. Ideaal om te bekomen. Maar wat doe je best om een jetlag te vermijden? Het ritme van het land oppikken door de plaatselijke tijd te volgen. En dat wil zeggen: ontbijten! Dat doen was dus niet. Maar we vertrekken wel onmiddellijk op pad om eten te zoeken voor later. En daarna gaan we naar het meer dat op wandelafstand ligt. En daarna gaan we met een tuk tuk naar het strand. En we gaan kijken naar de vismarkt. En we wandelen tot bij de vissers die de vangst binnenhalen. En
Julie crasht. Ze kan niet meer stappen. Ze wil niet meer verder. Ze wil zelfs niet gedragen worden. Ze wil naar huis. De vermoeidheid loopt er langs boven en onder uit letterlijk. Ocharme! Dit was niet de bedoeling! We moeten luisteren naar de signalen van ons lichaam en vooral naar die van onze kindjes!
We crossen naar huis met een tuk tuk en zorgen voor rust. Alles is snel weer ok, zeker wanneer we na een goede pauze in ons huisje verder afkoelen bij een zwembad van een hotel vlak bij de zee. En wanneer we s avonds onder ons muskietennet kruipen, duurt het écht niet lang voor we als één blok in slaap vallen. Het was voor ons alle vier wel wat (te) veel!
Ruim voor ons vertrek op reis heeft Julie wat zwemlessen (het is bij watergewenning gebleven) gehad van Liesbeth. De idee was dat ze met wat geluk zou kunnen zwemmen op vakantie, zeker met het oog op het snorkelen tussen de visjes en zeeschildpadden op het einde van onze reis op de Perhentian Islands! Een groot succes was het niet: ze wilde kort voor ons vertrek enkel nog maar aan het handje in het water springen en ging met veel moeite even kopje onder. Liesbeth had nochtans haar best gedaan, maar Julie was er blijkbaar nog niet klaar voor...
Julie slaagt er echter uiteindelijk toch weer in op haar eigenzinnige manier haar zin te krijgen. ze maakt ons duidelijk dat we niet moeten proberen om het haar aan te leren, maar kort daarna merken we dat ze Mateo stilletjes observeert en wanneer ze denkt dat niemand kijkt, zie je haar stiekem oefenen."Waarom kijken jullie naar mij? Ik doe toch niets?". "Doe je eigen dingetje met je eigen willetje...!" van kapitein Winokio is haar lijflied!
En ja! De dag dat we de snorkels bovenhalen, is het zover: zonder veel woorden steekt Julie plots haar koppeke onder water en ze zwemt, met haar poep in de lucht! Geniaal! De lessen van Liesbeth hadden toch het verhoopte resultaat: Julie moet nog 5 worden en ze zwemt - net zoals Mateo in Namibië! Zonder snorkel gaat nog wat moeizaam, maar mét snorkel zwemt ze met mooie schoolslag naar alle hoeken van het zwembad en is ze er met geen stokken meer uit te krijgen! Julie heeft het snorkelen op de valreep onder de knie!
Een dikke week later dobberen we dus met ons viertjes vrolijk rond in het water en kijken we met grote ogen naar honderden kleurrijke visjes en tientallen zeeschilpadden. Mateo en Julie zijn het na een dik uur wel beu en willen dan liever een zandkasteel bouwen, maar de mama en de papa krijgen er geen genoeg van. Wij blijven genieten - net zoals Julie: met onze poep omhoog. En we hebben het achteraf geweten: wanneer we 's avonds het zout van ons lichaam spoelen, zien we dat onze billen langs achter knalrood verbrand zijn van de zon! Al een chance dat de kids op tijd hebben afgehaakt...
Maleisië is redelijk toeristisch, ook al valt dit niet altijd meteen op, omdat enerzijds de Maleisiërs (waaronder veel Chinezen) zelf veel rondreizen in eigen land en anderzijds een groot percentage van de bezoekers uit andere Aziatische landen komt. Bovendien zien de inwoners van Maleisië er ook heel modern uit, wat het verschil met (rijke) toeristen nog kleiner maakt. In Kota Bharu is het merendeel echter traditioneel 'Malay' en moslim, waardoor je het gevoel krijgt dat je eindelijk het échte Maleisië te zien krijgt.
We hadden hier eerst al in het stadje zelf van kunnen proeven tijdens een bezoek aan de 'night market'. Plots was er zo goed als niemand meer die Engels sprak. Ineens waren wij de vreemde eend in de bijt en moesten we veel nieuwsgierige blikken trotseren. Het was daarom niet minder leuk, het was eindelijk weer even een beetje avontuurlijk: geanimeerde gesprekken met veel gebarentaal om tientallen vragen te beantwoorden, om de weg te vinden en om eten te bestellen.
Het avontuurgehalte nam de dagen erna alleen maar toe, toen we bij mensen sliepen in een klein dorpje tussen de velden en de palmbomen. Tijdens uitstapjes beantwoordden we consequent het "Hello! How are you?" met de Maleisische versie die we 's morgens tijdens het ontbijt hadden ingeoefend. De reacties waren unaniem enthousiast. Slechts één keer werd er niet positief gereageerd op onze begroeting, maar dat lag eerder aan de halfnaakte vrouw (in een dorp met strikte moslims, notabene) die ons plots achtervolgde: de mannen die we passeerden, maanden ons in het Maleisisch aan snel verder te gaan - ze wilden ons waarschijnlijk het zicht op de blote poep van de vrouw besparen! Andere beelden waren leuker: een man op de moto met een makaak-aapje op de schoot (onderweg om ergens kokosnoten te gaan plukken?), kinderen met supergrote, kleurrijke vliegers, mama's en papa's met 2 of 3 kinderen samen op 1 moto, ... En ook de andere ontmoetingen waren leuker: een "schaduwpoppen"-maker die met onze kindjes een korte performance hield, vrouwen op de brommer die stopten om een foto van Mateo en Julie te maken, meisjes die stiekem in Julie haar wangen kwamen knijpen, marktkramers die ons à volonté fruit lieten proeven, ...
We smolten bij momenten weg van de warmte en verbrandden onze poep aan het hete zadel tijdens een fietstocht, maar genoten van een fris briesje op het moment dat we in de schaduw van de palmbomen fietsten of met een bootje de rivier overstaken. En toen we terug 'thuis' kwamen bij ons gastgezin, wachtten hun 2 tienerdochters op onze kids om mee te spelen, zodat wij even een dutje konden doen. Zalig!
Tegen de verwachtingen in zitten we heel comfortabel in onze "Proton" - een koekendoos op wielen van Maleisische makelij. Serge plakt niet met zijn hoofd tegen het dak, Barbara heeft nog voldoende ruimte om de kaart open te plooien om de weg te lezen en onze kindjes kunnen zowaar nog wat ravotten op de achterbank! Airco is er niet en de ramen dampen volledig aan wanneer het te fel regent, maar wij voelen ons in onze nopjes en crossen vrolijk rond op Langkawi eiland met de ramen open en de haren in de haardroger-warme wind!
Mateo en Julie genieten er zo mogelijk nog meer van dan wij: met de auto profiteren we van de vrijheid om te gaan en te staan waar we willen. Tot hiertoe waren we afhankelijk van het openbaar vervoer en dat betekende vaak veel stappen en lang wachten. Maar nu stoppen we eerst voor een verfrissende duik in een waterval, zoeken we na een half uurtje rijden schelpjes op een strand, schuiven we tegen de middag wanneer de zon te fel brandt onze benen onder tafel in een eetstalletje langs de kant van de weg, parkeren we tien kilometer verder in een haventje voor een boottocht door de mangrove, kopen we bananen bij een fruitkraam op de terugweg en eindigen we de dag op de "night market" waar we ons buikje rond eten met allerlei lekkers waarvan we niet altijd (willen) weten wat het juist is. Zalig!
Felle bliksemschichten en oorverdovende donderslagen begeleiden ons op de terugweg naar ons huisje. Tegen dat onze kindertjes goed en wel in bed liggen raast er een gigantische tropische regenbui voorbij. We zijn 's morgens vertrokken met regen en eindigen de dag op dezelfde manier, maar heel de dag door konden we genieten van het zonnetje! Daar tekenen we voor! Morgen gaan we weer op pad met de auto!
Het zijn vermoeiende dagen geweest voor onze kindjes. We zaten in Sarawak -als je alles optelt- toch wel een dikke week in de jungle. En dat betekende vroeg opstaan en lang opblijven om te stappen, wandelen, marcheren, klauteren en lopen, o.a. in Gunung Mulu NP, een paradijs met avontuurlijke grotten vol vleermuizen, een wonderlijke insectenwereld, wankele hangbruggen, verfrissende watervallen, spectaculaire boottochtjes en mysterieuze geluiden.
Onze kids beleefden dit elk op hun eigen manier. Mateo liep steeds vooraan op zoek naar slangen, spinnen, kevers, schorpioenen en wandelende takken. Julie imiteerde de geluiden of zong haar eigen lied - nu en dan prins(es)heerlijk gedragen door papa wanneer het allemaal even te veel werd. Voor Mateo was het dus geen punt om stil te zijn (meer nog: hij was boos als zijn zus te luid was), Julie had het er wat moeilijker mee. Tijdens de allerlaatste wandeling was ze dan ook heel duidelijk: "Ik vind het niet leuk dat ik altijd stil moet zijn! In de grot moet ik zwijgen. Tijdens een nachtwandeling mag ik niets zeggen. En nu zegt Mateo weer dat ik stil moet zijn!"
Je zou dus verwachten dat ze een gat in de lucht sprong toen we op het vliegtuig stapten richting appartement met zwembad in Kota Kinabalu. Maar niets was minder waar! Ze was doodongelukkig. En ook Mateo was verdrietig! Het had alles te maken met Rickson, een superlieve jongen van in het dorp vlakbij het nationaal park, die het hart van onze 2 mannekes veroverd had. Op het moment dat we in de plaatselijke taxi stapten om naar de luchthaven te rijden, stond hij er plots met zijn brommerke om hen achterop weg te brengen. Julie en Mateo straalden van 'contentement' toen hij er met hen vandoor reed en ons toch wel met een klein hartje achterliet: "Make sure they won't fall off! Goed vasthouden, hé mannen!" Maar voor we het wisten zagen we hen er vandoor sjezen met een moto - zonder helm of iets en met korte mouwen en broekspijpen! Goed bezig, Barbara en Serge! Onze ouders moesten het zien! In de jungle hebben we ons geen seconde ongerust gemaakt, ondanks giftige slangen en spinnen, glibberige paden in pikdonkere grotten, kolkende rivieren, ... maar nu hielden we ons hart toch vast!
We zitten op 't moment dus in een prachtig Airbnb appartement in Kota Kinabalu. Onze 2 lieverdjes zaten bij aankomst hartverscheurend te snotteren aan tafel: "Ik mis Rickson!" En we kregen hen pas stil toen we hen samen in 1 bed hadden gelegd. Ze zijn in elkaars armen in slaap gevallen...
De vermoeidheid eist zijn tol! Morgen mogen ze zalig een dagje plonsen in het zwembad! Wij zullen er ook van genieten, maar we kijken nu al uit naar het stuk jungle in Sabah waar we in totaal weer een week zullen verblijven. Wij moeten dus nog geen afscheid nemen van Borneo. There is more to come!
"Ik zeg altijd baviaan!" giechelt Julie, "maar dat kan niet... die zijn hier niet, dat was in Zuid-Afrika!" Ze heeft duidelijk geen schrik overgehouden aan haar close encounter met een makaak.
Deze aapjes moet je wreed goed in het oog houden, want voor je het weet zijn ze er met je eten vandoor! Op nog geen week tijd hebben we ze al een 10-tal keer zien weglopen met het eten van één of andere onoplettende toerist. En ook ons hadden ze één keer bijna te grazen. Op zich is dat niet zo erg: je bent je lekkere hapje kwijt en je komt er met de schrik vanaf.
Julie had echter geen eten vast. Zo dom zijn we niet dat we onze kids de zak met eten (lekkere bananen, njam!) laten dragen! We passeerden gewoon een groepje makaken dat eten zat te zoeken. Julie vond het fascinerend en bleef -zoals ze wel eens meer doet- een beetje lanterfanten: "Goed volgen, Julie, kom, loop gewoon door!" En ineens begon één van de makaken te "grollen" en liet hij zijn tanden zien. Nog geen seconde later zat Julie al veilig hoog en droog in de armen van de papa, maar toch bleef de makaak blazen en deed hij zelfs aanstalten om te krabben en te bijten! Bizar. Er was geen enkele aanleiding toe. Julie was niet per ongeluk op een staart gaan staan, of zo... Ons meisje maakte er gelukkig niet veel van, ze had blijkbaar niet echt door wat er was gebeurd. Bij ons pompte de adrenaline toch wel even hevig door ons bloed!
Achteraf viel onze euro: als je dieren in de ogen kijkt, beschouwen ze dit als een vorm van agressie en voelen ze zich bedreigd. En aanval is de beste verdediging! Julie weet nu heel goed dat ze de lieve makaken best niet meer diep in de ogen kijkt met die mooie blauwe ogen van haar! Ze kan er namelijk heel lief mee kijken, maar als ze wil kan ze er ook iemand mee neerbliksemen en dat signaal geef je dus best niet aan een makaak!
"OK. Wie kan er raden hoeveel beten van zandvliegskes er op de linkerarm van Mateo staan?" Julie raadt het juiste aantal: 18! "En nu op mijn arm!" roept ze. We spelen spelletjes terwijl al onze vuile kleren (we hebben onze laatste propere onderbroek aan) in de lokale wasserette in de wasmachine steken: "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet...", "Wie kent er een dier met de letter...", ... en dus ook "insectenbeten tellen". De volle wasmand en de beten zijn het resultaat van 3 dagen BAKO National Park, een paradijs op aarde - de sandflies krijg je er gratis en voor niks bij. Op het moment dat we dit verslagske schrijven jeukt het dus echt wel overal en constant. Gelukkig hebben onze kindjes er minder last van! Raar, want vooral Julie schreeuwt thuis moord en brand bij het kleinste 'pijntje' of wat dan ook, maar hier geeft ze geen krimp bij een arm vol kriebelende rode puntjes!
Het heeft waarschijnlijk te maken met het hoge avontuurgehalte. Om te beginnen moesten we toen we bij het eiland aankwamen van de boot in de zee springen en door het water waden naar het strand! Mateo en Julie vonden het geweldig. Terwijl wij onze rugzakken droog aan land probeerden te krijgen, zaten zij al zandkastelen te bouwen. Diezelfde zee werd even later dapper overwonnen, eerst met de voetjes in het zalig warme water en daarna volledig kopje onder. Mateo vond het geweldig om zich door de woeste golven te laten meesleuren! De gedachte nog meer te kunnen ravotten op het strand en in de zee gaf hen ook vleugels tijdens klauterpartijen in de jungle: "Is het nog lang stappen naar de zee, papa?" Eerst moest mama op kop lopen om te kijken of er geen giftige slangen op de loer lagen, maar uiteindelijk gingen ze zelf nieuwsgierig op zoek naar neusapen en andere exotische dieren die je alleen maar in Borneo vindt. Tot slot was de wondere wereld van het oerwoud in het donker zo fascinerend dat zelfs Julie om 10 uur 's avonds in het donker vol bewondering haar pillamp liet schijnen op vliegende lemuren en andere bizarre nachtdieren. Onze twee lieverdjes sliepen dus elke avond als engeltjes zonder ook maar een beetje last van jeuk.
Wij hebben dus wel last van kriebels, maar gelukkig niet alleen van de beestjes, het kriebelt gewoon om nog meer van Borneo te ontdekken!
Het vliegtuig schudt hevig heen en weer. "We storten neer!" gilt Julie. Al een chance dat er niemand op het vliegtuig zit die Nederlands spreekt, want niet iedereen zou er de humor van inzien! " We storten neer!" echoot Mateo. Onze kindjes hebben duidelijk nul komma nul schrik van vliegen. Gelukkig maar, want er staan wel wat vluchten op de planning tijdens onze reis in Maleisië. Dit vliegtuig neemt ons mee van Kuala Lumpur naar Kuching in Maleisisch Borneo; een 4-tal dagen daarvoor zaten we nog in een vliegtuig van KLM. (Merci, Bie om ons naar Schiphol te brengen!)
Het appartement vlakbij het centrum van de hoofdstad was super, zeker met het zwembad op de 37ste verdieping met zicht op de Petrona Twin Towers. De 'infinity pool' lag al op een duizelingwekkende hoogte, maar de lift van het 2de hoogste gebouw ter wereld katapulteerde ons in no time naar de 86ste verdieping, vlak onder de top van één van de torens, waardoor de mensenwereld beneden echt aan een mierennest deed denken. Het gigantische plonsbad waar Mateo en Julie voordien wat afkoeling hadden gezocht voor de meer dan 30°C, zag er plots uit als een druppel op een hete plaat.
Kuala Lumpur was geweldig meegevallen, maar nu zijn we dus op weg naar het echte Maleisië! Het schokken van het vliegtuig wordt veroorzaakt door de inktzwarte wolken waar we doorheen vliegen. Het is de voorbode van een tropische regenbui. Wanneer we later op een taxi staan te wachten valt de regen met bakken uit de lucht. "Nu zijn we echt in Maleisië!" roepen we in koor tegen het lawaai van een donderslag in, "Dit is de warme regen waarover we spraken!" De seconde die we nodig hebben om bij onze guesthouse uit de taxi te klauteren, volstaat om ons te doorweken. Mateo en Julie zijn er even stil van, maar vinden de warme douche uiteindelijk toch wel leuk!
Voor ons is het allemaal zalig. Het voelt aan als weer thuis komen in een wereld die we veel te lang hebben moeten missen: de zalige tropische warmte, de exotische keuken, de wirwar van straten met mensen als bezige bijen, het hectisch verkeer, de gezellige sfeer van een guesthouse, ... Voor onze kindjes is het allemaal even wennen: Julie ziet er voortdurend oververhit uit en Mateo blinkt van de zweetpareltjes op neus en voorhoofd - niet alleen van de hitte, maar ook van het pikante eten. Ze weten duidelijk nog niet helemaal wat ze er van moeten denken: het ene moment is puur genieten, het andere moment is wel wat afzien. "Wat doen we onze kindjes allemaal aan?" vragen we ons wel eens af. Maar dan zien we ouders met oudere kinderen gezellig in een leeshoek samen reisplannen smeden en dan denken we "Ja, daar zijn we nu al mee bezig!
Grappig detail: De jongedame die mee de reis zat te plannen, blijkt uiteindelijk toch niet zo happy. Ze wil veel liever rustig haar boek lezen dan mee met het gezin weer de staat op. De papa heeft er duidelijk werk mee om haar mee te krijgen en blijft wat verweesd achter wanneer dochterlief eindelijk mopperend rechtstaat en doorgaat. Precies Julie! Of doet het denken aan Mateo die wel eens durft zeggen dat iets 'saai' is. Kids will always be kids, right?
Ook al durven Mateo en Julie al wel eens mopperen, we mogen met geen woord reppen over weer naar huis gaan. Ze willen zeker nog niet terug thuiskomen in België! Ze genieten tegelijkertijd ook duidelijk van het avontuur!
We bewonderen onze laatste kampeerplek in Namibië: Harnas. Het ziet er weer allemaal geweldig uit, vooral omdat we opnieuw knal tussen de dieren zitten! Links zijn er cheeta's, voor ons bavianen en achter ons leeuwen. Ze zitten deze keer gelukkig wel achter een omheining, want anders hadden ze ons al lang opgepeuzeld of geterroriseerd.
Het zijn bijna allemaal beesten die een 'ongelukje' hebben gehad en hier worden verzorgd. De bedoeling van het 'Harnas Animal Rehabilitation Program' is hen na een tijd weer los te laten in het wild, hoewel dat niet altijd even evident blijkt te zijn. Sommige zijn te zwaar gewond geraakt en zouden het niet meer overleven in het wild (een struisvogel met een manke poot, een uil met slechts 1 oog, ...), andere zijn te afhankelijk geworden van mensen en vormen daardoor een gevaar omdat ze geen schrik meer hebben (vooral de bavianen). In de praktijk zijn het vooral de 'katten' die met succes hun vrijheid terugvinden, maar die kan je natuurlijk niet zomaar ergens los laten.
We zetten onze tent op en genieten van de omgeving, van de rust en van de dierengeluiden. Wanneer de zon langzaam ondergaat en we ons potje staan te koken, duikt er plots een struisvogel op. Ze ('t is een vrouwtje) stevent recht op onze kindjes af, die braaf in het zand zitten te spelen. Misschien wil ze mee met de autootjes komen spelen? Omdat we weten dat deze gusten best gevaarlijk kunnen zijn, proberen we haar weg te jagen, maar ze staart ons frank aan en blijft gewoon staan. Mateo en Julie gaan dan maar een beetje verder spelen, maar de struisvogel volgt en blijft hardnekkig in ons 'kamp' rondhangen. Op aanraden van een 'local' zoeken we een lange stok. We houden hem omhoog, zodat we er groter uitzien dan de struisvogel, en lopen naar het beest toe. Ze klapwiekt met haar enorme vleugels en neemt de (lange!) benen. Ze komt nog wel een aantal keren terug, omdat ze telkens vergeet dat we haar hebben weggejaagd. Maar na een tijd loopt ze zo ver weg dat ze vergeet dat we er zijn - struisvogels zijn echt wel een beetje dom. Oef! We koken rustig verder. Opeens horen we een klappend geluid achter ons. Er staan nog een paar struisvogels. We zien één van hen naar onze tent happen! De vogel hapt met de grote snavel en één van onze piketten vliegt door de lucht! Verdorie, ze hebben het dus op onze tent gemunt! Mateo jaagt de vogels opnieuw ver genoeg weg (zodat ze ons vergeten), terwijl Julie stenen zoekt om op de piketten te leggen. Dit lijkt te helpen... de struisvogels druipen af.
Het roept herinneringen op aan de baviaan die in onze tent had gebeten. We willen niet nog meer scheuren in onze tent. Met de vriesnachten kunnen we extra verluchtingsgaten missen! Achteraf horen we dat ze verzot zijn op blinkende voorwerpen, zoals autootjes en piketten. Vandaar dus dat we zo populair waren. De rust is echter weergekeerd en de rest van de avond laten ze ons ongemoeid. Wanneer we later in het donker nog naar het toilet gaan zien we de silhouetten van de struisvogels achter de tent liggen. Ze zijn de waakhonden van dienst en houden een oogje in 't zeil: een hele geruststelling!
(We moeten onze laatste blog herroepen: ons geduld werd uiteindelijk wel beloond! Op onze laatste dag hebben we de 3 grote 'katten' nog uitgebreid van dichtbij mogen bewonderen.)
Ondanks het feit dat we echt wel de tijd hebben genomen om naar de uitgang van het park te rijden, staan we er toch vroeger dan gepland. We zijn extra goed gezind omdat we eerst nog een leeuwin en haar drie welpen en daarna een luipaard uitgebreid hebben kunnen bewonderen. Het is dus een vrolijke bedoening met onze kindjes in het bad van de camping. Het doet duidelijk deugd om het stof af te spoelen. Van het geplons in het water krijgen Mateo en Julie grote honger. Het is ondertussen al middag en we zijn al van 7 uur op pad. Omdat er plots weer een serieuze wind opsteekt die het zand alle kanten uitblaast, beslissen we opnieuw het park in te rijden en veilig beschut in de auto een boterhammeke te smeren. We rijden tot bij een drinkplaats, met wat geluk zien we misschien nog dieren.
Terwijl we even later -met een boterham in de hand- genieten van een mannetjesstruisvogel die met een vrouwtje staat te flirten, valt Serge zijn oog op een jachtluipaard. Yes! Ons geluk kan vandaag echt niet op. Het blijkt een koppeltje te zijn dat elkaar zit te liefkozen, super schattig! We beslissen hen gewoon rustig wat te observeren terwijl we nog een sneetje brood smeren. Het valt op dat ze toch wel veel interesse hebben in de struisvogels en de springbokjes die staan te grazen. 'Ik denk dat ze gaan jagen,' zegt Barbara plots terwijl ze door de verrekijker tuurt, 'want ze verschuilen zich strategisch achter een boomstam!' Wanneer er even later een jeep naast ons stopt zien we de mensen rondkijken, zich afvragen waarom we stilstaan ('Er valt toch niets te zien!?') en terug doorrijden. Wij weten echter dat de cheeta's er nog zijn en beslissen rustig af te wachten. We moedigen luidop de struisvogels aan om dichter te komen: 'Dat lusten cheeta's graag, hé mama?!' merkt Mateo op. De jeep die bij ons stond jaagt ze echter de verkeerde kant uit, dus supporteren we voor de springbokjes. 'Bokkies!' echoot Julie die af en toe Afrikaans begint te spreken: 'Die mogen ze niet opeten niet, want dat is wel zielig, hé papa?!' Maar plots doen de springbokken wat we heel de tijd hopen: spelenderwijs huppelen ze in de richting van de jachtluipaarden. 'Ja! De cheeta's hebben het gezien!' juicht Barbara die alles door de verrekijker volgt. Ze ziet hoe ze zich schrap zetten en tegelijkertijd nog kleiner maken achter de boomstam. De bokjes hebben niets in de gaten en lopen nietsvermoedend hun dood tegemoet. We zien de jachtluipaarden uit de startblokken schieten en in volle spurt één van de bokjes tegen de grond maaien. Het arme beestje krabbelt nog even overeind, maar wordt even later onverbiddelijk tegen de grond geknald en in de tang genomen: de ene cheeta knijpt de keel dicht, de andere houdt de poten vast. De strijd is gestreden - op nog geen minuut tijd. Spectaculair! National Geographic live van op de eerste rij! We rijden voorzichtig dichterbij en zien de 2 katten met de nodige moeite hun vangst tot in de schaduw van een boom slepen. Ze zijn beide buiten adem van de inspanning, maar vooral van de sprint die ze hebben getrokken. Even later beginnen ze te smullen van het vlees. Hun snuit hangt vol met bloed en we horen de botten kraken tot in de auto. Nu en dan kijken ze ons frank aan, zo in de stijl van: pas maar op, want jullie lusten we ook rauw! Mateo en Julie kijken echter onbevreesd toe. Ze vinden het jammer voor het springbokje, 'maar die cheeta's moeten ook eten, niet!?'
Na een dik uur nemen we afscheid van de jachtluipaarden. Het was de kers op de roomtaart! De Kalahari Woestijn en haar dieren zullen we niet licht vergeten. Op 4 maanden tijd hebben we verschillende mooie natuurparken bezocht, ettelijke prachtige safaritochten gemaakt en ontelbaar mooie dieren gezien, maar dit was zonder twijfel het meest spectaculaire! We hebben nog een week te gaan voor we op het vliegtuig naar België stappen, maar dit was een prachtige laatste ontmoeting in de wilde natuur. Verdorie! Wat gaan we dit allemaal missen thuis!
Als je te grote verwachtingen hebt, durft het wel eens tegen te vallen tijdens een safari. Dit is zeker zo wanneer je een vliegende start hebt gehad. Het kon niet op tijdens dag 1 in het Khagalgadi national park: hyena's, cheeta's, een luipaard, een leeuw, een familie van 15 giraffen, ... Het was een topdag. En dan sta je de volgende dag terug vroeg op en je ziet niets. En de dag erna ook niet. Één troost: al de mensen met wie we hebben gesproken waren ook van een kale reis teruggekomen. En wij mogen eigenlijk niet klagen. We hebben toch nog drie bruine hyena's gezien en die zijn heel zeldzaam. Maar ja... een verwende mens is iets raar, niet?
Maar we geven het niet snel op. Elke morgen trotseren we daarom opnieuw de koude voor dag en dauw om ons geluk te beproeven. We starten de motor om de auto op te warmen, plukken even later onze kindjes uit de tent en verhuizen hen -lekker in de warme slaapzak- naar de achterbank. En voor de eerste zonnestralen zijn we weer op pad.
Gelukkig vinden Mateo en Julie het allemaal ok. Die spelen gewoon hun spel en veren elke keer nieuwsgierig recht wanneer wij denken weer iets te hebben gezien. En we zien ook ongelooflijk veel: gemsbokken, springbokken, wildebeesten en struisvogels bij de vleet! Maar dus geen leeuwen, cheeta's of luipaarden. Jammer, want net daarvoor zijn we naar dit wildpark gekomen. Je hebt hier in principe het meeste kans om katachtigen te zien van alle natuurparken in Namibië. Maar ja... het is en blijft puur natuur. Het is geen zoo. Dus we leggen er ons bij neer en genieten van de mooie natuur.
Neen, niet op de auto. Die ellende is achter de rug. De nieuwe Toyota Hilux bolt gesmeerd.
En neen! Er zit zeker geen sleet op de goesting om nog te reizen! Voor ons mag dit blijven duren. We hebben onze kinderen trouwens zo gehersenspoeld dat ze regelmatig spontaan uitspraken doen in de trant van 'Wij gaan nog niet terug naar Kapellen, hoor. Sommige mensen zitten graag gewoon thuis in hun stoeltje voor de TV. Maar wij vinden reizen veel te leuk!'
Het is slijtage op materiaal.
Na de ritssluiting van Julie haar slaapzakje, die al tot drie maal toe vervangen werd deze reis, begint ook de ritssluiting van onze tent het jammer genoeg te begeven. Het is het stof dat echt wel overal kruipt dat voor extra slijtage zorgt. Smeren met olie helpt niet meer. En dat is geen goed nieuws, want we mogen ons binnen een paar dagen in de Khalahari woestijn aan nachtelijke vriestemperaturen verwachten, en ook aan ronddwalende wilde dieren (leeuwen, cheeta's, hyena's,...). Het is dan niet bepaald de bedoeling dat de 'voordeur' heel de tijd wagenwijd open staat. Gelukkig hebben we de 'tarp' nog, die hangt nu als tochthond voor de tent. Ook ons MSR kookvuurtje weigert langzaamaan dienst. Het is de unleaded benzine waarmee we koken die de leidingen vuil maakt. Pekzwarte roet, amai! En alles uitkuisen helpt steeds minder, want de onderdelen zijn ook aan vervanging toe. We moeten nog wel dik twee weken ons potje kunnen koken, dus dit komt ook niet goed uit. Maar och... desnoods koken we rechtstreeks op hout, dat lukt ook wel en hebben we trouwens al een paar keer gedaan. Verder hebben onze kleren ondertussen ook hun beste tijd gehad, die zien er niet meer uit! Er zitten gaten en scheuren in broeken en T-shirts. Alles zit vol met vlekken die er met geen enkel wasmiddel nog uit te krijgen zijn. En onze kindjes hebben zo'n groeischeut gehad dat hun kleren te klein worden! Geen ramp: thuis in de kleerkast liggen nog genoeg kleren. En dan is er nog Barbara's horloge, Serge's zonnebril, de verlengdraad, ... allemaal kapot. Tja... niet leuk, maar 't zijn maar materiële dingen.
Erger is de aftakeling van lijf en leden, allez ja... toch bij Serge die de 40 al is gepasseerd (Barbara is nog een dertiger )! Nu de linker schouder eindelijk goed begint te functioneren na de sleutelbeenbreuk, zit hij met een pijnlijke rechter schouder. Is het het gevolg van verkeerd liggen tijdens het slapen of heeft hij wat overdreven met het ravotten met de kids in het zwembad?
Voor Julie is het een uitgemaakte zaak, ze zei doodleuk: 'Papa is versleten. We moeten een nieuwe papa halen.' Om er dan even later nog eens op terug te komen met de vraag: 'Mama, waarom wordt papa zo oud?'
Vlak voor ons vertrek op reis heeft Mateo nog leren zwemmen. Echt overtuigend was het nog niet, maar hij kon zich effectief al wel redden. De idee was dat hij onderweg misschien ook eens een plonske kon wagen. Het is bij plonsen gebleven. Enerzijds omdat hij zich nog niet zeker genoeg voelde en anderzijds omdat hij meestal niet echt zin had in het koude water. En het was écht wel koud, zeker in Zuid-Afrika! In Namibië hebben we ons - vooral in het noorden- toch wel een aantal keren kunnen verfrissen. En het deed toen echt wel deugd: het stof afspoelen in het koude water! Julie en Mateo hingen dan meestal rond onze nek terwijl wij heel moedig in het water stonden, of ze speelden wat aan de rand van het zwembad terwijl wij snel een paar baantjes trokken.
Tot in Ai Ais! We hadden er al lange tijd naar uitgekeken: zwemmen in 'hot springs'! En plots bleek dat Mateo dus echt wel kon zwemmen. Zonder veel nadenken stapte hij in het zalig warme water en -hopla- hij was vertrokken: 'Kijk, mama! Ik zwem!' Kopje onder, ogen open onder water, drijven op zijn rug, ... het lukte allemaal! Toen we de dag erna teruggingen was hij aan het zingen tijdens het omkleden: 'Ik ben zo blij, ik ben zo blij!' , zo'n deugd deed het. 'Als we terug in België zijn, ga ik aan Benthe laten zien hoe goed ik al kan zwemmen, hé papa?' zei hij trots.
En Julie? Die genoot zo mogelijk nog meer van het grote warme bad. Het was het eerste dat ze vroeg toen ze opstond: 'Gaan we vandaag weer naar het warme zwembad?' Het was sowieso ideaal om na dik 3 maanden 'on the road' even te chillen, en vooral om al het vuil eens af te weken !
Onze gloednieuwe auto (zie Puntjes op de i - vervolg) had nog geen 500 km op te teller staan toen we er voor de eerste keer mee reden en er onmiddellijk een zandstorm mee trotseerden (kwestie van hem gezandstraald terug te geven op het einde van de reis ). Ondertussen staan er al een pak meer kilometers op, o.a. op zware 4x4 zandwegen. Zo erg als in Sandwich Harbour met de Land Rover was het niet, maar we zijn toch wel een keer goed vast gereden: onze wielen staken tot halverwege in het los zand!
Gelukkig was dit in de Sossusvlei, 1 van dé toeristische trekpleisters van Namibië. Op het moment dat Serge de druk van de banden liet zakken en Barbara het zand rond de wielen aan het weggraven was passeerde er een local met wat toeristen. De sympathieke man had onze auto binnen de kortste keren weer bevrijd uit het zand, peace of cake. Die plaatselijke chauffeurs draaien er hun hand niet voor om. Volgens ons maken ze er een sport van om zoveel mogelijk knoeiers uit de penarie te helpen om op het einde van de dag te kunnen stoefen met het aantal toeristjes dat ze die dag hebben geholpen, want dat zijn er waarschijnlijk heel wat!
Wij waren in ieder geval content dat het ons niet is overkomen tijdens eerdere ritten in meer afgelegen gebieden zoals in Purros, want dan hadden we er lang kunnen staan wachten, zonder reddende engeltjes in de buurt...
'You're very lucky, indeed!' was keer op keer de reactie wanneer het weer ter sprake kwam. We zaten in Swakopmund dat bekend is voor de hardnekkige mistbanken tijdens de winterperiode. Ze hadden ons gewaarschuwd dat we niet veel zon zouden zien en dat het koud zou zijn.
De eerste die bevestigde dat we chance hadden met het weer was de kapitein van de catamaran waarmee we op walvissenzoektocht zijn gegaan. Hij toverde pelikanen en zeeleeuwen aan boord, wist twee walvissen te spotten en vertelde honderduit over wat er nog allemaal te zien viel. Onze kindjes waren in de wolken! En wij waren ook niet ontevreden met de service aan boord: oesters en champagne! Een mens mag wel eens iets hebben, niet?
De volgende die vertelde dat we het troffen met het weer was de chauffeur van de Land Rover die ons de duinen van Sandwich Harbour liet verkennen. Hij racete gezwind de zandduinen op en zoefde zonder verpinken tientallen meters weer naar beneden. Het was dolle pret. Onze kinderen waren nog meer in de wolken. En wij waren blij dat we niet zelf moesten sturen, want dit was toch nog net iets anders dan de zandwegen die we al hadden overwonnen. Het zicht bovenop de zandduinen was bovendien adembenemend.
En dan was er nog madame de coiffeuse die Serge zijn haar gekortwiekt heeft. Het was dringend nodig, want na drie maanden zonder knipbeurt riep zijn haar herinneringen op aan de weelderige krullenbos in de tijd dat Barbara hem had leren kennen. De kapster wist te vertellen dat de mist allemaal zo erg nog niet is. Ze waarschuwde voor 'beukwinden' die alles onder een laag zand bedekken. Serge moest er een beetje mee lachen en zei stoer dat we een zandstorm nog niet hadden meegemaakt...
Die nacht werd Barbara wakker van een rammelend geluid. Was de koffer van de auto niet goed gesloten? Of was er iemand aan onze koffer aan het prutsen? Toch maar even Serge wakker maken... Die stak meteen half slaperig doch heldhaftig zijn hoofd door de ritssluiting van de tent en stelde vast dat het geluid niet van bij onze auto kwam, maar van bij de sanitaire blokken iets verderop, waar een deur telkens open en dicht sloeg. Pas toen viel het ons op dat er veel wind was.
Nog geen kwartier later werd die wind echter zo erg dat we ongerust werden. Eerst was er tussen elke windstoot een moment van absolute stilte. Beangstigende stilte, want het was de voorbode van een nieuwe windstoot die telkens met meer en meer geraas kwam aanrollen. De interval tussen elke kopstoot werd ook steeds korter. En na een tijd geselde de wind onze tent zonder ophouden. Het was alsof iemand de tent met twee handen vasthield en uit alle macht door elkaar schudde. Dit waren dus de beukwinden waarvoor ze ons hadden gewaarschuwd! Het zand van de duinen waar we naast lagen zocht ongenadig een weg tot in de kleinste hoekjes van onze tent.
Omdat we niet wisten hoeveel erger het nog zou worden en, nog belangrijker, hoe lang onze tent dit nog zou kunnen volhouden zonder te scheuren, zijn we opgestaan en tegen een gekkentempo beginnen inpakken. Op het moment dat we Mateo en Julie uit de tent plukten om hen naar de auto te verhuizen lag er al een laag zand op hun slaapzak. Nadat we, vechtend tegen de wind en de striemende zandkorreltjes, toch nog verbazingwekkend vlot de tent hadden opgevouwd (lang leve de 2seconds tent!) zijn we snel bij onze kindjes de auto ingedoken en hebben we nog een poging ondernomen om een beetje te slapen. Onze kids waren echter te veel onder de indruk van het spektakel om nog te kunnen slapen en waren al volop met de pop en de autootjes in de weer. Toen Julie na enige tijd verveeld met haar vingertjes tegen het raam begon te tokkelen en met een zucht liet weten dat 'haar buikje grote honger had', zijn we maar op pad gegaan.
De beelden onderweg waren indrukwekkend. We reden eerst precies door een dikke mist. Toen de zon er meer doorkwam zagen we het zand van de duinen stuiven en grillige tekeningen maken op de weg. De palmboompjes langs de weg werden bijna horizontaal geduwd door de wind. We reden tegen een slakkentempo om vooral niet van de weg te sukkelen en ook om de windstoten te kunnen opvangen. En plots was het gedaan... Van het ene moment op het andere reden we weer onder een blauwe hemel, precies of er niets aan de hand was.
De wind zou ons wel blijven achtervolgen. Een hele week lang, eender waar we onze tent opzetten, was het een hele nacht lang schudden en daveren. En onze kinderen? Die sliepen overal door, precies of er niets aan de hand was.
Het doet wonderen wanneer je eens op je strepen staat én de juiste persoon aanspreekt, want één dag later stond er plots een gloednieuw 'bakkie' (derde keer goeie keer?), met goeie banden, zoals gevraagd...! Zie mail hieronder:
Van: Barbara Bex [mailto:barbara_serge@hotmail.com]
Eerst en vooral dank voor de 'interventie' vorige keer (zie e-mail hieronder). Zoals toen aan de telefoon gezegd zijn we uiteindelijk toch goed kunnen vertrekken zonder al te veel vertraging. Het was weliswaar jammer dat we aanvankelijk geen Toyota kregen zoals gevraagd, dat de reservebanden ontbraken en dat er geen kinderstoeltjes waren, maar na een paar dagen was alles toch in orde. We zijn ondertussen al een maand onderweg en genieten van Namibië.
Jammer genoeg bederft onze auto weer een beetje de feestvreugde. Vandaar deze e-mail.
Onderweg hebben we een paar keer een band moeten laten herstellen, maar dat is een stuk van het avontuur, niet? Ook de dieselfilter die moest worden vervangen (we waren nog maar een week onderweg!) gaf ons een extra Afrika-ervaring: een paar uur vertraging a.g.v. miscommunicatie, het ontbreken van een mecanicien en een overijverige stockbeheerder die geen filter wilde geven zonder betalingsbewijs (dat ***** moest leveren). (Detail: de oude filter die in de auto strak bleek niet de juiste te zijn.)
Wat we een beetje té avontuurlijk vonden was 1.) het feit dat het 'clearence certificate' (de 'service disc') niet meer geldig was (na slechts twee weken rondrijden) en 2.) dat de auto dringend een groot onderhoud moest krijgen (90.000 km), wat we nota bene zelf ontdekten onderweg toen we in de autopapieren keken. We moesten voor beide problemen speciaal naar Walvisbay rijden, vandaag 18 juli.
Wat het certificaat betreft hebben een sterk vermoeden dat er niets zou zijn ondernomen indien we dit niet zelf hadden vastgesteld. Gelukkig hebben we er geen problemen mee gehad tijdens de vele politiecontroles. We hebben wel een paar keer een opmerking gekregen, omdat we eigenlijk niet meer mochten rondrijden. Maar hebben ons er altijd kunnen uitpraten. (Vive l'Afrique!)
Wat het onderhoud betreft bleek dat het écht wel nodig was. Toen we daarstraks op het einde van de dag de auto wilden oppikken zeiden ze dat ze er zelfs niet aan waren begonnen. Het zou te lang hebben geduurd. (Detail: toen we in de loop van de dag belden om te vragen hoe het met de auto was, kregen we als antwoord 'The car is fine.') In ruil kregen we een andere 'nieuwe' (net geen 80.000 km) auto. Het voornaamste argument was dat het te lang zou duren om de banden te vervangen. We hadden namelijk aangedrongen op de vervanging van de banden die er na bijna 7.000 km toch wel afgeleefd uitzagen.
Aanvankelijk waren we gelukkig met de 'ruil'. Tot we de banden van de nieuwe auto zagen: ze zien er volgens ons evengoed (te) gebruikt uit. Ons argument is dat ze ons moeten beschouwen als een nieuwe klant. De meeste mensen huren maximum een maand een auto. Dit is ongeveer de periode dat we al onderweg zijn. Wanneer de auto dan opnieuw wordt verhuurd wil de nieuwe huurder ook nieuwe/betrouwbare banden. De uitleg van ***** is dat de banden nog voldoende profiel hebben en dat ze sowieso nog niet zouden worden vervangen. Raar. Ze hadden ons nochtans juist daarvoor gezegd dat de banden van de 'oude' auto niet vervangen zouden worden omdat het te lang zou duren. De banden van de 'nieuwe' auto zijn echter te goed om te vervangen. Voor ons zien ze er hetzelfde uit. Bij nameten met een speciale lat blijkt dat de 'oude' auto de banden heeft met het meeste profiel. Bovendien geven ze tijdens de uitleg toe dat onze 'oude' auto uit roulatie zou worden genomen. Er waren te veel kosten aan om het onderhoud uit te voeren. Het verhaal van de banden klopt dus niet.
Maar ja... Het was al donker. De kinderen waren moe en hadden honger. We moesten nog een uur terugrijden naar Swakopmund. Veel zin om nog langer te discussiëren hadden we dus niet.
Onze reactie is echter: we raden andere reizigers niet aan een auto te huren bij *****. Het is net allemaal te veel van het goede. We beschouwen onszelf als goede klanten (omdat we 2 maanden een auto huren) en verwachten een betere service: 1.) de juiste auto vanaf dag 1 (Toyota i.p.v Nissan), 2.) een extra reservewiel zoals gevraagd, 3.) kinderstoeltjes zoals gevraagd (Ze zijn ze uiteindelijk nog moeten gaan kopen in de winkel toen we aan het wachten waren op de juiste auto in Windhoek), 4.) de nodige keuringsbewijzen (was nog slechts 2 weken geldig), 5.) een auto die niet dringend naar de controle moet (slechts 4.000 km reserve voor klanten die 2 maanden gaan rondreizen), 6.) een auto die niet op zijn laatste benen loopt, 7.) een auto die op de juiste manier wordt onderhouden (zie foute dieselfilter) en 8.) extra service voor goede klanten bv. d.m.v. nieuwe banden indien nodig/gewenst/gevraagd.
Het moet gezegd: de mensen hier zijn heel vriendelijk en ze doen hun best om alles in orde te krijgen. De 'nieuwe' auto is ook OK. En halverwege de reis moeten ruilen van auto is op zich geen probleem. Maar ter compensatie van de zaken die zijn misgelopen verwachten we toch een tegemoetkoming, d.w.z. écht goede banden. Dit lijkt ons niet echt te veel gevraagd.
Morgen zullen we *****, de manager van ***** in de luchthaven van Windhoek, hiervoor contracteren. Deze man doet echt zijn best. Jammer genoeg was het vandaag al te laat om hem nog te bellen. Hopelijk begrijpt hij ons.
En misschien kan jij vanuit België ook weer een beetje helpen?
Zie ze daar staan, met hun poep naar ons gekeerd: 2 olifanten, een mama en haar kindje! Ze staan ongegeneerd te smullen van lekkere blaadjes op een vijftal meter van onze tent. Ze hebben ons precies nog niet in 't snuitje, want we kunnen hun poep op 't gemakske langs alle kanten bewonderen. Allez ja... veel zien we niet, want de twee kolossen verdwijnen helemaal in 't struikgewas.
Het duurde een tijdje vooraleer we doorhadden dat er twee olifanten waren. We waren teruggekeerd van een toffe rondrit in de rivierbedding rond Purros. Ik had de auto in de schaduw geparkeerd en was met Mateo hout aan ' t sprokkelen voor 't kampvuurtje. Julie zat rustig voor de tent zandkastelen te bouwen. Barbara keek geïntrigeerd naar de struiken en de boom naast onze tent. Ze hoorde luid geritsel en dacht dat er een aap of een grote vogel zat. Maar het bleken twee olifanten te zijn!
'Serge! Er staan hier olifanten!' Lichtjes gealarmeerd laat ik het brandhout vallen. Ik sleur Mateo mee in het struikgewas, Barbara en Julie achterna. We verschuilen ons in de wc, een houten constructie tussen de struiken, en gluren van daaruit naar de poep van de olifanten. Omdat de beesten ons blijkbaar niet in de mot hebben komen we weer te voorschijn om ze van wat dichterbij te bekijken. Ik haal snel het fototoestel en neem een paar foto's. Mama olifant en haar kleintje zijn echter zo goed verstopt dat je ze niet ziet op de foto. 'Jammer', denk ik, want 't zou een schoon beeld zijn: de auto, de tent en een vijftal meter verder twee olifanten! Ik loop rond een paar struiken om eens te kijken of het lukt om vanuit een ander perspectief een beter zicht te krijgen. Het enige dat ik zie zijn dezelfde twee poepen. 'Zie ze daar staan!' denk ik weer. 'Jammer dat je ze niet kan zien op de foto, in de schaduw van de struiken en met het tegenlicht.'
Maar plots draait de mama zich om. Ik sta op een twintigtal meter van de olifant. Om toch een beetje beschermd te zijn stap ik achteruit en ga achter een boom staan. Een foto nemen gaat niet, want ik kijk pal in de avondzon. Omdat ik dit moment toch graag wil vastleggen, loop ik terug rond de struiken naar waar ik eerst stond. 'Ja! Dit is een prachtig zicht!' denk ik. Ik knoei wat met de lens van het fototoestel: de zoem moet eraf, want het totaalbeeld kan ik enkel nemen met het ander objectief. Met een diep dreigend gegrom laat moeder olifant weten dat ik haar stoor. Ik val bovendien ook enorm op met mijn rode T-shirt in het licht van de ondergaande zon en met de klikgeluiden die ik maak bij het verwisselen van de lens. 'Snel één foto en dan verdwijn ik.' spreek ik haar in gedachten toe. Door de zoeker van het fototoestel zie ik het beest echter onverwachts snel op me afstormen! Ik duik opzij in de struiken waar Barbara met de kids veilig beschermd zit. Op een paar seconden tijd staat de kolos op de plek waar ik mijn schone foto wilde nemen! Vanuit het toilet zien we hoe de olifant imposant voor de struiken, en dus echt recht voor onze neus (!) staat te draaien. We doen teken naar Mateo en Julie dat ze stil moeten zijn. Nu nog extra provoceren zou geen goed idee zijn. We wachten en zien de mama na enkele minuten langzaam verdwijnen. We zien haar niet meer, maar horen wel hoe ze ostentatief nog wat achterlaat: met een luide plof valt er een grote drol op de grond en met het nodige geklater doet ze er nog pipi bovenop. Ik besef maar al te goed dat we veel geluk hebben gehad dat ze niet verder het struikgewas is ingelopen waar wij ons verschuilen!
Uit armoei omdat ik geen foto heb kunnen nemen, fotografeer ik ons viertjes gezellig bij elkaar op het bush toilet. Als herinnering voor dit toch wel spannende moment.
We zijn door een prachtig landschap helemaal naar het noord-westen van Namibië gereden, helemaal tot aan de gens met Angola. Onderweg zagen we beelden uit een andere wereld: kleurrijk geklede Herero-vrouwen in lange Victoriaanse gewaden met kleurrijke strikvormige hoedjes. Of roodbruin geschilderde Himba-vrouwen met bloot bovenlichaam en prachtige sierraden. Onze kinderen kijken met grote ogen verwonderd rond: 'Die mevrouw heeft een mooi hoedje, hé papa!?' en 'Waarom heeft die mevrouw blote borsten, mama?!' Het voelt onwerkelijk aan. Het is wonderschoon. Dit is zoals we ons Namibië hadden voorgesteld.
We liggen op onze rug in het zand en genieten opnieuw in gedachten van wat we hebben gezien. We kijken naar een prachtige sterrenhemel achter de silhouetten van palmbomen. We zijn helemaal alleen op een zalig rustige kampeerplek, enkel het ruisen van de rivier en het getsjirp van krekels klinkt op de achtergrond. We zien vallende sterren en voelen ons gelukkig.
Dit zijn momenten die je moet koesteren. Dit zijn magische momenten. Dit is waarom we zo genieten van deze reis en waarom we zo graag de wereld verkennen.