De man van onze airbnb toert met ons rond in zijn stad Anarudhapura. Hij sleurt ons mee van tempel naar tempel en omzeilt de controleposten op een slinkse manier, waardoor we wel alles zien, maar niet hoeven te betalen voor het dure toegangsticket. Omdat we compleet oververhit zijn, neemt hij ons uiteindelijk mee naar één van de grote meren om samen met zijn twee zoontjes een verfrissende duik te nemen. Barbara blijft wijselijk uit het water wanneer ze ziet dat Jan en alleman zich er komt wassen, maar Julie en Mateo zijn dolenthousiast en sleuren papa mee het water in. Even later verkopen ze veel show voor de twee jongens van onze homestay. En het moet gezegd: het doet deugd om de hitte weg te spoelen!
Nog geen uur later lopen we alweer te zweten. De zon schijnt haar laatste stralen, maar de stenen van de tempel zinderen nog na van de warmte. De tempel is prachtig verlicht en in combinatie met het gezang van monniken zorgt dit voor een magische sfeer. We zijn er stil van geworden. Normaal gezien beginnen Mateo en Julie na een tijdje zotte kuren te verkopen, waardoor wij hen regelmatig streng moeten vragen rustig te zijn, maar deze keer geven ze geen kik. Ze zijn duidelijk ook bevangen door de betoverende atmosfeer! In het halfduister manoeuvreren we ons tussen de gelovigen die op de grond zitten en met gevouwen handen voor het aangezicht zacht voor en achteruit wiegen. Een klein meisje kijkt stiekem op wanneer we passeren en een oude man knikt goedkeurend zijn hoofd links en rechts bij wijze van begroeting. Een vrouw streelt met de palm van haar hand Julie over haar wang en Mateo krijgt een schouderklopje. Het krioelt van de mensen, maar we vallen op als enige westerlingen. Gelukkig is er het zoontje van onze gastheer die ons rustig maar zelfzeker de weg toont. We zien mensen lotusbloemen offeren voor een boeddhabeeld. Honderden olielampjes en tientallen bundels wierookstokjes kruiden de lucht. Wanneer we de tempel verlaten achtervolgt het gezang van de monniken ons tot in de tuk tuk. Het is pas wanneer we met sputterende motor en in een blauwe wolk van uitlaatgassen vertrekken, dat we ontwaken uit de roes en spontaan in koor zeggen: Dat was écht wel mooi, hé kindjes? Julie en Mateo knikken zachtjes ja.
|